Van alles wat. Nieuwsberichten. te brengen en de waarheid te erkennen waarmede spreker zijne rede begon: „In het heden ligt 't verleden". Aanstaanden Maandag zal de spreekbeurt vervuld worden door den Heer J. H. Scholten van Amsterdam. Een rentenier lid der schoolcom missie bezoekt de school. De onder wijzer behandelt aardrijkskunde. Onze autoriteit meent ook iets te moeten vragen en met veel air klinkt het: „Wais de hoofdstad vau Groningen? Antwoord. Groningen". „Wie weet nog zoon provincie, waarvan de hoofdstad denzelf den naam draagt?" Antwoori: „UtoAt, meneer!" „Heel goed," knikt ZijnEdelq, en na een oogenblik peinzens vraagt ons Bchoolautoriteitje op professora-len toon „En hoe noemt men nu zulke provincies Niemand, die het wist. „Nu, hinder», zulke provincies noemt men Ommelanden. Het was vreemd, dat de onderwijzer plot- seling^en zakdoek noodig had om eene opkomende hoestbui te onderdrukken. Waarschijnlijk had onze rentenier - schoolautoriteit examinator we gehoord van Groningen Ommelanden en daaruit bovenbedoelde wetenschap ge distilleerd. - Een Amsterdamsch reken kundig voorstel: Hoeveel zijn een ze'ven maker, één Amsterdamsch schutter, en één agent van politie te zamen? Ant woord Een zevenmaker maakt zeven 7), een Amsterdamsch schutter is fier (de verwisseling van f en n is karakte ristiek Amsterdamsch) en een agent van politie geeft acht (8), dus te zamen 19. Neemt men echter twee zeven-makers, twee schutters en twee agenten, dan wordt het totaal geheel anders: twee zeven-makers maken nog zeven (7), twee schutters zijn nog altijd fier (4) maar twee agenten van politie geven geen acht meer, want zij staan met elkaar te bab belen het totaal wordt dus U. ue heer Johan Winkler breekt in de Tijd spiegel van Januari en terecht een lans voor de spreektaal, en noemt haar „de vorstinne bij genade 'lematuur Zeer waar, zegt daarop de Ned. Spektetor, maar welke spreektaal? Die van het on beschaafde volk of van de tongval-lijders, die van een vissie, een boompie, van een pintje melluk, van schoone wascht, van een kraft water, van speulenr spreken, die „hij hep" zeggen, en „op zen hoo^ 'en we binne ™et ons zeuvene en „hij komp morrige? Dan,dank ik voor deze „genade der natuur De volkstaal bewaart en schept schatten, maar bederft er ook vele; aan de be schaafden zij het ze te erkennen, maar ook vooral te behoeden. Naar aan leiding van de Nisero-kwestie en Gordon s dood te Khartoem geeft die zelfde spectator van 14 Februari een geestige prent: bij zet Heemskerk tegenover Gladstone en legt onzen premier deze woorden in den mond: „Ik voel met u mee, maar ziet ge nu wel, dat het voor ons Westerschen niet zoo gemakkelijk is om vrienden uit de handen van Oostersche volken te halen GordonWaar is Gordon? Hij is dood Hii is niet dood! En Olivier Pain! Wie had nu ooit gedacht dat die Olivier Pain minister zou worden bij den zoogenaamden valschen profeet? Vreemd moet hem die werkkring zijn, doch Olivier Pain is zelf ook een vreemd mensch en in zooverre past zijn persoonlijkheid bij zijn ambt. Zooveel staat vast dat hij dapper is en strijdlustig. Goed kent men het drama nog niet dat ts Khartoem moet zijn afge speeld. Men beweert zekere berichten te hebben omtrent Gordon's dood en niette min leeft nog in menig hart de hoopdat men op een gegeven oogenblik den braven Gordon behouden en wel met zijn onaf scheidelijke cigaret in den mond zal zien te voorschijn komen. Er valt mets bepaald te zeggen van de wereld, van den tijd, waarin wij leven. De negentiende eeuw is eene vertelling uit de 1001 nachtwaar de lamp van Edison Aladyns wonderlamp heeft vervangen en waarin de moderne Scheherazade ongelooflijke vertellingen opdischt met behulp van den telephoon. Omtrent het veelbelovende boek van Sytze Schaap verneemt men niets meer en toch is het reeds eenige maanden ge leden dat die schrijver in een Frieseh blad de volgende advertentie deed opnemen Door de sociëteit Momus te Maas tricht, wordt eene soirée georganiseerd, waarvan de opbrengst zal dienen om aan werklieden de gelegenheid te verschaffen de tentoonstelling te Antwerpen te bezoe ken. Ook naar de tentoonstelling te Am sterdam werden door genoemde sociëteit werklieden gezonden. Naar men uit 's-Gravenhage meldt hebben de onderofficieren van het 5e batal jon van het reg. grenadiers en jagers besloten eenen vastenwekelijkschen on derstand te verstrekken aan de vrouw, die zoolang het bataljon bestaat, d. i. ruim 54 jaren het met haar kleine kantine volgde. Thans bepaalt zich haar handel tot het verkoopen van fruit in de kazerne doch weinige jaren en toen toch reeds hoog bejaard schrikte de langste mili taire marsch haar niet af, en maakte zij dien mede op eene wijze, menig soldaat ten voorbeeld. Door de Chr. Mannen-zangvereeni- ging Oefening en Stichtingmet welwil lende medewerking van de heeren Louis Buziau (pianist) en J. K. F. Verduin (clarinetist)werd gisterenavond in het locaal Diligentia te 's-Gravenhage eene uitvoering geheven ten bate der noodlijden den, ten gevolge der jongste aardbeving;1 in Spanje. Dat de Nederlandsche liefdadigheid zich niet aan grenzen bindt en nog steeds ge reed is hulp en ondersteuning te verschaffeu is reeds gebleken uit de tallooze giften, Boekaankondiging. De ondergeteekende maakt voorloopig bekend, dat binnenkort bij genoegzame deelneming ter perse gaateen werk ge titeld wraakonder het mottoO afschuwe lijk monster l Kracht en geweld gaan tan hem zeiven uit.' Met deze uitgaaf wordt geen winst beoogd, zoodat de prijs bij inteekening zeer laag zal zijndie echter nog niet kan worden opgegeven, omdat ondergeteekende onbekend is met den om vang der kosten, aan dit werk verbonden Prospectus en gelegenheid tot inteekening volgen dus later. Uw zorgvolle, met zwarigheden overladen en door de wraak vervolgde medemenschvroeger paardenhandelaar maar thans nog lid van den Gemeenteraad van Schoterland. Sytze Schaap. NB. Den lezer zij verwittigddat mijn boek over meer dan 12 personen zal handelen, later bij name te noemen. Het volgende schrijven is door Rinke van der Zee openbaar gemaakt: Naar aanleiding van het in verschillende dagbladen opgenomen schrijven van P. Bruinsma, waarbij deze verklaartdat na afrit der Engelsehen de prijzen vreedzaam zijn gedeeldmaar dat om de champion- medaille gereden iszooals eerlijke strijders betaamtenz., mag en wil ik niet langer zwijgen. Ik ontken geenzinsdat wijbeste rijders om ons niet geheel af te beulen en misschien voor altijd te sloopen wel eens eenige afspraak maken, en dat dit ook tusschen mij en Bruinsma te Am sterdam heeft plaats gehad. Wij deden éénen rit „om tinken" (d. i. ons uiterste best), waarbij ik het met glans van mijnen mededinger won. Dat was dus geen gewoon loten, maar een eerlijke strijd, die voor den volgenden rit besliste. Nu werd voor den Internat, wedstrijd te Leeuwarden tusschen ons en eenige andere hardrijders afgesproken, dat wij elkander zonden sparenals de eer van Friesland was gehandhaafdd. i. als eerst de vreemdelingen buiten gevecht zouden zijn gesteld. En zonder eenig vermoeden van de eer die aan de champion-medaille was verbonden (wat wist ik modder-schipper van eene champion-medaille stemde ik toedat wij Bruinsma den prijs zouden laten winnen? Toen ik den laatsten rit deed met Bruinsma, speet de afspraak mij genoeg, want ik was hem ver genoeg voor, en moest mijne vaart inhoudenom hem voor te latengelijk vele getuigen van den wedstrijd duidelijk hebben gezien aan de bewegingdie ik daartoe maakte. Het speet mij te meeromdat ik op dat oogen blik al wat beter op de hoogte gekomen was van de beteekenis en de waarde der champion-medaille maar 't berouw kwam te laatimmers hoe het ook kome„een man een maneen woord een woord." Op deze wijze is dangelijk Bruinsma beweertde eer van den dag ten deel gevallen aan hem, die het verdiend(?) heeft. Rinke van der Zee. ïforkum10 Februari 1885. bij de comité's ingekomenen bewees de goed bezette zaal en daaraan evenredige recette. In Breda doet men eene poging om een anti-hoedafnemingsbond op te richten. De leden daarvan verbinden zich, voortaan op militaire wijze aan te slaanwat in kleine plaatsen vooral zeer noodig is. Een beschonkene werd Zondagavond op den Zeedijk te Amsterdam gearresteerd. Daar hij niet mak genoeg waswerd hem een handboei aangedaan. Hoe dit precies in zijn werk ging, wordt niet vermeld, maar zooveel is zeker, dat men, op 't bureau aangekomen, met ontzetting ontwaarde, dat de arm van den dronkaard onder den knellenden band gebroken was. Het was een kunstarm. De vraag is nu wie de kosten der reparatie zal moeten betalen, Wordt de gearresteerde tot eene boete ver oordeeld, dan zou de afrekening wellicht met gesloten beurzen kunnen geschieden. Zekere heer H. Krellte Londen, heeft voor eenigen tijd eene practische inrichting van vensters gevonden, welke het dubbele nut geeft dat zij de kamers luchtiger maken en ongelukken bij het glazenwasschen voorkomen. Zijn venster bestaat uit twee ruiten boven elkander die beideevenals onze toiletspiegelsom een spil draaien en dus van richting ver anderen kunnen. De spillen nu zijn op smalle houten latten geschroefd, die zoo ingericht zijn, dat zij met katrollen op en neer kunnen gelaten worden. Wil men nu het venster van buiten schoonmaken, dan wordt het naar binnen gedraaid. Om de kamer te luchten, is het genoeg de bovenste ruit een paar duim op te schuiven draaien zoodat het bovengedeelte naar de straat een weinig vooruitspringt; dan trekken de kwade dampen van boven weg, en dringt door de onderste opening een koele luchtstroom naar binnen. Verder geeft zulk een venster, daar het geen roeden en slechts twee groote ruiten heeft, een veel beter licht in de kamer. Een onderwijzer aan eene gemeen teschool te Parijswiens aandacht getrok ken werd door allerlei snuisterijenwaar mede sommigen zijner leerlingen speelden, kwam bij onderzoek tot de ontdekking, dat er zich onder hen eene rooverbende gevormd hadmet den elfjarigen Constant Roy tot aanvoerder en voorts bestaande uit vier jongens van zes tot negen jaar. Onlangs had Constant eene portemonnaie met 300 fr. aan goudgeld gerold uit den zak eener dame. Hiervoor hielden de bentgenooten een heerlijk maal van worst gebakken aardappelenenz. waarna zij den schouwburg bezochten en zich in twee rijtuigen naar huis lieten brengen, na zich tussohen de bedrijven nog aan allerlei lekkernijen te hebben te goed gedaan. Deze kinderen hebben nu terechtgestaan en zijnals zonder oordeel des onderscheids gehandeld hebbendeaan hunne ouders teruggegeven. De Benjamin der bende, de zesjarige Langlois, verklaarde bij het verhoor met zekere deftigheiddat hij voor zijn aandeel 10 fr. had gehad. In de Vereenigde Staten is dezer dagen weder een „gerechtelijke dwaling" aan het licht gekomen. Vijf jaren geleden werd zekere Abbott te Groton (Massachu setts) wegens het vermoorden van eene vrouw, Mrs. Grue, ter dood veroordeeld. Zijn vonnis werd veranderd in levenslange gevangenisstraf, en hij was tot nu toe in de gevangenis te Charlestown opge sloten. Het is echter nu geblekendat Abbott onschuldig was. Grue, de echtgenoot der vermoorde, bekende op zijn sterfbed, dat hij zelf de misdaad gepleegd heeft. Naar men verhaalt, gaf het uitloven van eene premie voor het ontdekken van den moordenaar aanleiding tot het veroordee- len van den onschuldigeen werden men- schen gevonden die, om dat geld te ver dienen door opgesierde of geheel verzon nen getuigenissenAbbott's schuld wisten te bewijzen. Omtrent de oorzaak van het ontstaan van het roodvonk wordt in de Geneesk. Courant de aandacht gevestigd op een dezer dagen uitgekomen werkje van dr. Patin Veler Scharlach lei Verwundeten, Würzburg), waarin tal van gevallen wor den beschreven, waarbij infectie van de specifieke smetstof van het roodvonk uit wonden plaats heeft. Bij al die gevallen begon de uitslag zich in de nabijheid van de wond te vertooneiTen breidde deze zich van daar uit over het geheele lichaam. Reeds vroeger werd hierop de aandacht ge vestigd maar de gevallen waren minder juist omschreven. Men zal dus uit een hygiënisch oogpunt wel doentot lijders aan besmettelijke ziekten alleen gezonden toe te laten, en vooral ook er voor te zorgen, dat in de hospitalen niet op de zelfde zalen lijders aan besmettelyke ziek ten en wondlijders worden verpleegdzoo als tegenwoordig in de militaire hospitalen geschiedt op de zalen der zieke onderoffi cieren. Een Engelsch soldaatBotham ge naamd die Zondagnacht te Woolwich op schildwacht stond voor een der kruitmaga- van het arsenaalheeft een zijner makkers door een ongelukkige vergissing met zijn bajonet doodgestoken. Het was zeer donker en hij zag in zijn kameraad, die niet op zijn geroep antwoordde toen hij hem aan hield, een verrader, die misschien een aanslag in den zin had. Botham was wanhoopig over het ge beurde. Hij stond wegens manslag terecht, doch werd vrijgesproken. Voor het jonge Koninkrijk Rumania is nu een fraaie koningstroon vervaardigd in het republikeinscbe Parijsen nog wel in den Faulurg Saint Antoine. De fraaie vorstelijke zetel is daar in de werkplaats der fabrikanten Domon Co. gedurende eenige dagen tentoongesteld. De Mahdi heeft tot voornaamsten- raadsman en Minister van buitenlandsche zaken den Franschen journalist Olivier Pain Dezeeen vriend van Rochefortheeft reeds een zeer avontuurlijk leven achter den rug. Hij nam deel aan de Commune en. werd deswege naar Nieuw-Caledonië ver bannen,maar hij ontvluchtte, met Rochefort, van daar naar Engeland. Eenigen tijd later, in den Russisch-Turkschen oorlog, nam hij dienst in het Turksche legerhij werd door de Russen krijgsgevangen gemaakt, doch door Rochefort's bemoeiingen weder ontslagen, en bij de algemeene amnestie keerde hij naar Parijs terug, waar hij dagbladschrijver werd. Bij het uitbreken van den oorlog ia Soudan begaf Pain zich op weg derwaarts, om van daar correspondentiën aan de Fransche bladen te leveren en zoo in het onderhoud van zijn vrouw en kinderen te voorzien. Na een gevaarvollen tocht kwam hij bij den «valschen Profeet® aanen verwierf zich, zooals gebleken is,diens gunst. Maar sedert dien tijd ontvangen de bladen geen brieven meer van hemen de zijnen zagen zich dientengevolge van hunne bron van inkomsten beroofd. Mme. Pain was genoodzaakt in een betrekking te gaan en hare kinderen bij een vriend te besteden. Thans heeft,naar men berioht, de «Minister® Pain van een oom een vermogen geërfd van 100,000 francs. Maar zijne vrouw kan niets van dat geld in ontvangst nemen, omdat zij geen procuratie van haren echt genoot heeft. Misschien kan zij echter wel een voorschot op de erfenis krijgen. N.v.d.D. 32 bestellers van de rijkstelegraaf te Amsterdam hebben op een tientje in de loterij den hoogsten prijs getrokken. Een nieuw gevecht heeft tusschen de Britsche en Soedaneesche troepen plaats gevondendat met gelukkigen uitslag voor de Engelschen eindigde, maar weer be langrijke offers eischte. Op den lOen Febr. heeft de colonne Earle de stellingen van den vijanddie zich op enkele hoogten flink versterkt had, aangevallen. De Britten omsingelden de heuvels, gingen van alle kanten op de Soedaneezen los en verover den diens stellingen na een strijd van vijf uren. Gedurende de bestorming viel gene raal Earledie zelf de troepen aanvoerde. Met hem zijn twee kolonels gedood, ter wijl verscheidene officieren zwaar of licht gekwetst werden. Het succes der Engelschen was volko men. Zij veroverden 10 standaarden op de aanhangers van den Mahdi, terwijl vele vijandelijke aanvoerders sneuvelden. Het verlies der Soedaneezen moet zeer groot zijn geweest; want hoopen lijken, zoo rapporteert generaal Brackenburydie na Earle het bevel had genomen, bedek ken het slagveld. Waarschijnlijk is het gevolg van dit samentreffen, dat de weg naar Berber nu voor de Engelschen open ligt, maar al deze kleine bloedige gevechten, die ten koste van zoo ontelbare menschenlevens den Britsehen troepen de zege verschaffen, boezemen ons vrees in voor de dappere roodrokken. Laat ons hopendat deze schermutselingen alle te zamen niet het Asculum voor Engeland wordendat Wolseley niet eenmaal roepe: „Nog een zoodanige overwinning en wij zijn verloren."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1885 | | pagina 2