Een dame te St. Petersburg, de Barones S., had van eene zekere Mevrouw T. een som van 4000 roehei te vorderen. Zij zag zich hare vordering in rechten toegewezenen zij belastte den advocaat K. met de invordering van het geld. Te dien einde gaf zy hem het gerechtelijk hevel tot betaling. De advocaat nam het document in ont vangst; maar hij liet verder niets meer van zich hooren, en de Barones vernam eindelijk, dat hy naar den Kaukasus was. Zy ging nu naar mevrouw T. om te vragen of deze den advocaat het geld betaald had. „Maar hoe heb ik het nu met u", zei deze dame „dat geld zijt gij immers zelve by my komen ontvangentegen afgifte van het bevel tot betaling. Veertig getuigen hebben dat gezien." De Barones diende nu een aanklacht tegen den advocaat in. Hy werd gezocht, gevonden en voor de rechtbank gebracht. Maar ook hy verklaarde dat de Barones zelve het geld by mevrouw T. was gaan ontvangen en het gerechtelyk document had afgegeven. Dertig opgeroepen getuigen verklaarden eenstemmig, dat zy op een bepaalden avond by Mevrouw T. te gast warentoen een damemet een grooten, ouderwetschen hoed en een zwarte voile waaruit roode haren te voorschijn kwamen het salon binnentrad en aan de aanwezigen als Barones S. werd voorgesteld. Mevr. T. verwijderde zich even met die dame, en toen zy terug kwam stak de Barones een pakje banknoten in haar taschje, terwijl zy betuigde, blijde te zijn dat zy haar geld gekregen had. Na haar vertrek liet Mevr. T. aan haar gasten het gereohtelijk bevelschrift tot betaling ziendat de Ba rones haar had afgegeven. De getuigen herkenden allen voor het gerecht de Barones S. als de dame die zy gezien hadden; alleen was hare stem nu iets hooger dan toen. Dit bracht den rechter op een goeden inval, Hy liet den advocaat B. de kleederen der Barones aantrekken zette hem een roode pruik op, bracht hem zoo gesluierd voor de getuigen, en nu verklaarden allen, zoodra zy de stem van den advocaat hoorden, dat hy de bewuste dame geweest moest zyn. De advocaat B. houdt voldat hy zuiver spel heeft gespeeld maar hy zal zich met Mevr. T. moeten verantwoorden wegens de sluwe oplichterij waarvan hij beschul digd wordt. Van de veertien personen, die by de bijeenkomst op het Opera-plein te Parijs Maandagavond in verzekerde bewaring ge nomen waren, zyn zeven weer op vrije voe ten gesteld. De zeven anderen stonden voor de rechtbank terecht. Ze zyn veroordeeld, een tot 50 fr. boete, de zes overigen met twee tot veertien dagen gevangenisstraf. De politie te Parijs is op het spoor van een soort van samenzwering geko men. Zij heeft drie socialistische revolutio nairen gevatalseen Duitscher Albrecht geheeten, bij wien een huiszoeking heeft plaats gehadwelke tot de ontdekking geleid heeft van brieven van Beinsdorff, die te Halle ter dood gebracht is wegens den aanslag op het leven des Duitschen keizers, bij de onthuldiging van het gedenk- teeken op het Niederwald. Ook vond de politie ten huize van Albrecht eene verza meling van exemplaren der Freiheithet blad van Moeten verscheidene andere anarchistische geschriften. Albrecht moet de leider der Duitsche anarchisten te Parijs zijn. De beide andere in verzekerde bewaring genomen personen zijn twee Hongaarsche of Oostenrijksche schrijn werkers, Staub en Krombach. Woensdagavond reden te Numans- dorp eenige jongelieden in een wagen naar huis. Bij het uitlaten van een hunner ontsnapte de hit aan de handen van den voerman. Deze en zijn broeder raakten onder de wielen. De overigen sprongen of liever vielen er achtervolgens uit. De hit bleef doorloopen en kwamin weer wil van de duisternis en de dammen die hy over moest, ongedeerd voor zijn stal aan. De beide broeders werden naar huis gedragen. Een er van is erg aan de beenen bezeerd. Het verheugt my te zien zegt een Engelsch dagblad dat er onder het verstandige en beschaafde deel des volks reeds stemmen opgaan tegen de bloeddor stige overdrijvingdie naar aanleiding van Gordon's dood van schier alle kanten wordt gehoord. Gordon's leven was kost baar en edel, zijn verlies is eene groote nationale ramp, doch dat deze dood zou moeten worden gewroken door den moord op groote schaal van ettelijke duizenden Arabierendie bloot tegen Gordon waren en stredendewijl hij aan het hoofd stond dergenen, die hun populairen aanvoerder weerstreefdenis eene beweringwelke men geen enkel oogenblik kan beamen. Gordon zelf zou zich als echt christen met alle macht tegen die door zijn droe vig uiteinde gewekte bloeddorstigheid heb ben gekant. Naar aanleiding van eene advertentie in een der Amsterdamsche bladen van den volgenden inhoud: „Antoon, kom dadelijk terug, het geld is terecht. „Uw vader" schrijft de Amsterd. Een bediende, in dienst by de firma S. S., handelende in effecten, werd Donderdag ochtend uitgezonden om eenige posten te incasseeren. Op het kantoor van den heer J. v. d. L. liet hij een prolon- gatiepost van 10m liggenwelke hy by eene andere firma moest afleveren. By deze laatste komende ontstelde hij hevig bij het bespeuren van zijn verlies, loopt al de kantoren, waar hy geweest was, af, maar slaat ongelukkigerwijs juist het kantoor des heeren L. overdie intussehen het hem niet toekomende aan de firma S. S. had teruggezonden. Van den bediende, die nog meer gel den bij zich had, is echter tot heden niets gehoord. Men vreest, dat hij uit wanhoop over het vermeende verlies een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Te Amsterdam is een vrouw van schrik gestorven. Zij was bezig olie uit te braden voor gebak, toen de vlam in de pan sloeg en zich tot een geweldigen gloed verhief. De brand werd echter spoedig gebluschtmaar middelerwijl had de huis moeder, hevig verschrikt, zich te bed begeven. Toen men eenige oogenblikken later naar baar kwam zien lag zij bewe gingloos en klopte de pols nog even. Kort daarna is zy gestorven. Het Dai/il. zegt, dat, volgens van vertrouwbare zijde ontvangen mededeeling, het bericht, omtrent het schieten op het fort te Harssens niet juist is, wat be treft den prijs van elk schot, het aantal schoten en de uitkomsten by de eerste proefschoten verkregen. 't Is zeer goed mogelijkmaar waar om geeft het Dagbl. dan niet denjuisten prijs op van elk schot? Of bedraagt het verschil misschien zoo weinig dat de tegen spraak al hare kracht verliest? Een telegram uit New-Vork meldt het volgendeIn een krankzinnigengesticht te Philadelphia is brand uitgebroken in dat gedeelte van het gebouw, waar de mannelijke bevolking gehuisvest was. De bewoners behoorden allen tot de armere klasse der maatschappij. De brand brak uit, toen de meesten zich reeds ter ruste begeven haddeneenigen trachtten zich te redden, maar de meesten waren als verlamd van schrik. Het gebouw brandde geheel af. Negentien lijken zyn reeds gevonden en men gelooft, dat niet minder dan veertig personen zijn omgekomen. Voor de rechtbank der Seine staan drie mannen: Buret, Soudry en Chesnel, terecht, die gezamenlijk een handel dreven in ridderorden en ambten en daarbij allerlei oplichterijen pleegden. Een kapitalist o. a., die begeerig was naar het Legioen van Eer, stortte voor dat doel 5,000 fr. in hun kas en kreeg noch het roode lintje noch een penning van zijn geld terug. Een ander betaalde hun voor hetzelfde doel 22.000 fr. Weer een ander betaalde een som, teneinde de Christnsorde een van de goedkoopste onderscheidingen voor zichzelven, en twee andere vreemde orden voor zijn vader en zijn schoonvader te bekomen. Een ge wezen onder-prefect stortte 14.750 fr. om zichdoor de bemoeiingen der compag nieschap, tot Prefect benoemd te zien, maar hij ontving, toen die pogingen mis lukten slechts een klein gedeelte der gestorte som terug, enz. Voorts komen nog verscheidene andere knoeierijen aan het lichteen zekere Mar kies d'Uvre d'Aubais, die een reis naar het Oosten deed en door de firma een verslag daarvan liet makenom daarvoor gedecoreerd te worden. Een fabrikant, die door hen leverantiën voor het leger zou krijgen. Een dienstplichtige die door hunne bemoeiingen afgekeurd zou wor den enz. «nz. De drie beschuldigden erkennen, dat zij in verschillende kringen onder hooge en lage ambtenaren hunne connectiën had- denen dat zij zich hunne eigen diensten en die van deze tusschenpersonen lieten betalen. Maar zij vinden daarin niets strafwaardigs en begrijpen niet, hoe men hen wegens oplichterij vervolgt. De recht bank zal echter de zaak wel anders inzien dan zij. Het meerendeel der bedrogenen heeft zich geschaamd als getuigen op te treden in dit voor hen zoo weinig eervolle proces: zij betaalden liever de 100 francs boete, op hun niet-verschijnen gesteld. Verscheidene geachte personen getuigden ten gunste van de beschuldigden. De uitspraak volgt later. Te Oostvoorne had een treffend on geluk plaats. Er kwam iemand in den smidswinkel van K. met een oud geweer, zeggende dat het verstopt was. Op de vraag of het geladen was antwoordde hij neenwaarop de smid het in het vuur legde. Toen het gloeiend werd bleek het wèl geladen te zijn, het ging af, en trof den knecht, een jongen van zestien jaar, in den rug. Hagel scheen er niet op te zynmaar er is toch eene erge wond ont staan door de prop, waardoor volgens onderzoek van twee geneesheeren een rug- gewervel beschadigd is. Er bestaat dus vrees voor zijn leven. Voor het hof van assises te Savone stond dezer dagen een blindgeborene terecht, beschuldigd van inbraak en diefstal uit oflerbussenenz. Deze persoonDalmazzo Breano geheeten, was sedert zijn jeugd opgenomen in een liefdadig gestichtwaar eene kerk aan verbonden was. Hij wist het vertrouwen van den aalmoezenier te verwervendie hem een bijzonder vertrek in de sacristy aanwees om er 's nachts te blijven en te waken tegen diefstalwant het zintuig van het gehoor was in lengte van tijd bij Dalmazzo Breano in ongeloof lijke mate verfijnd, en hetzelfde was het geval met het zintuig van het gevoel. Wat nu had de blindgeborene gedaan? Hij betastte de sloten en wist, zonder eenige hulp van anderendaarvan afdruk ken te maken en naar die afdrukken de passende sleutels te vervaardigen. Eenmaal in het bezit van deze zijnde, viel het hem gemakkelijk de offerbnssen, de kas van den aalmoezenier en den koster, enz. te ledigen. Hoeveel sleutels van deuren bussen, kasten hij nagemaakt had is niet met zekerheid te zeggen. De koster merkte wel dat er telkens geld aan zijne kas ontbrak, maar zekere vrees hield hem terug daarvan aan den superieur kennis te geven. De aal moezenier deed er eindelijk aangifte van en nu werd door een karabinier 's nachts een bijzondere wacht ingesteld. Deze be trapte den blinde op het oogenblik dat hij eene kast met den door hem vervaardigden sleutel opende. De blinde bekende dadelijk. Het hof van assises heeft hem tot zeven jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Het volgend treurig ongeluk wordt aan het N. v. d. D. in een schrijven uit de Transvaal bericht. Den 14en Jan., 's avonds te 8 uur, is de postwagen van Kimberley naar Pretoria in de Krokodilrivier verongelukten onder de personendie daarbij het leven verloren, was de Postmeester-Generaal der Zuid- Afrikaansche Bepubliekde heer J. A. de Vogel. Het ongeluk gebeurde op een afstand van 5 uur te paard de gewone wijze van berekenen daar te land van Pretoria. Bruggen zijn daar nietde paarden moeten er door de rivieren heen waden, en het gebeurt niet zeldendat de een of andere postkar dagen lang aan den oever moet wachten, wegens hoogen waterstand. De postkar was een vrij goed ingerichte reiswagenmet zes paarden bespannen en bestuurd door twee „drijvers", waarvan de een de zweep hanteerde en de ander mende. Toen zij door de rivier ging geraakte een der voorste paarden in het ongereede. De eene drijver stapte van het rijtuig af, om het tuig der paarden weer in orde te brengenen hij had de dieren reeds weder tot bij den oever gebrachttoen hij door de sterke strooming in de rivier werd medegesleept. Tot zijn geluk werd bij tegen een boom geworpen en door zich daaraan vast te klemmen redde hij zijn leven. Maar toen hijeenigzins van den schrik bekomennaar den postwagen omzagwas deze spoorloos verdwenen. Het rijtuig was met den koetsier en de personen die er in zaten (de heer De Vogelzijn dochter tje en een jonge dame uit Pretoria) door het water verzwolgen. Het ongeluk ging zoo snel in zijn werkdat men niet anders dan aan een soort van hoos denken kan. Sedert eenige dagen worden in Den Haag kleine blikken plaatjes voor dubbeltjes uitgegeven. Een slimme roofpartij heeft, zoo wordt uit Bembang geschreven in de tweede helft der vorige maand bij den loerah I van Talok, in het regentschap Bodjonegoro plaats gehad. Een der roovers had zich in een wedhono's pekean gestoken, met een petje met passement opeen ander eene oppassers-kleeding aan, en de rest zagen er uit als gewone volgelingen van het paar, zoodat het geheel precies een wedhono op nachtelijke ronde geleek. Eerst maakte men de naburige gardoe weerloos. De psendo-wedhono riep de schildwacht aan met de vraag: Alles in orde? „Ja" was het antwoord. Daarop trad de ge waande wedhono de gardoe binnenstelde zich zeer verontwaardigd aandat de anderen slapende waren en liet allen, met den wacht houdenden er bijbinden en naar den loerah brengenwaarheen de gardoelieden zeiven den weg wezen en waar zijna aankloppenop de vraag wie daar waszei ven antwoordde „Wedho no zoodat de loerahbekende stemmen hoorende, argeloos en spoedig in persoon de deur opende. Doch tot zijne verbazing werd ook hij direct gebondenen eer hy tot bezinning kwam, met den dood bedreigd werd als hij schreeuwde en niet aanwees aan den gewaanden wedhono, waar zijn kostbaarheden waren. De man, nog half denkende een wezenlijken wedhono voor zich te hebben, deed zulks. Er werd f 3000 aan geld en f 4000 aan contanten gestolen. De gebonden lieden werden toen een paal ver weggeleid en daar eenvoudig aan hun lot overgelaten. Als vermoedelijke medeplichtigen aan de zen klassieken diefstal zijn eenige dagen later drie personen gevat. HAARLEM, 17 Februari 1885. De ingezamelde giften voor de nood lijdenden in Spanje hebben thans een totaal bedrag bereikt van ƒ408. In Januari j.I. werden ter stedelijke secretarie alhier aangegeven32 gevallen van roodvonk, 6 van febris typhoidea, 6 van mazelen en èèn geval van angina diphtherina. Aan roodvonk stierven 5, aan mazelen 2 personenterwyl één lijder aan febris typhoidea bezweek. Het totaal der overledenen in die maandwaaronder begrepen 7 levenloos aangegevenenbe draagt 122. Verhouding der overledenen tot 1000 inwoners in een jaar 31,48 tegen 21,09 in de vorige maand. Aan lichaamszwakte stierven 9aan klierziekte 3, aan kanker 3, aan stuipen 5, aan apoplexie 7, aan hersenziekten 10, aan croup 3aan kinkhoest 4, aan organische hartgebreken 6, aan ziekten der adem- halings-organen 37 (waarvan 10 aan keel- en longtering of bloedspuwing), aan ziekten der spijsverteringswerktuigen 7, aan andere oorzaken 13. Naar de leeftijden was de sterfte als volgt: beneden ljaar26,van 15 jaren 23, 514 jaren 12, van 14—20 jaren 1, van 20—50 jaren 21, van 5065 jaren 13, van 6580 jaren 17, boven 80 jaren 2. Geboren zijn 87 jongens en 79 meisjes. Door den beer C. de Breuk, onlangs alhier overledenzijn aan het Diaconiehuis der Ned. Herv. Gemeente alhier vermaakt twee certificaten N. W. S. 4 pCt.elk groot f 100.-. Zaterdag avond 11. is door de politie alhier "gearresteerd de bekende dief Bouwe van Veis, oud 23 jaar, die in den nacht van 13 op 14 Februari jl. door middel van braak en inklimminguit twee vaar tuigen liggende in den Singel, drie ijzeren schoppen had ontvreemd. Hij is naar het Huis van arrest overgebrachtwaaruit hij eerst onlangs was ontslagen. LI. Zondag namiddag is de spoortrein 109, die ten 1 uur 10 min. van Amster dam vertrekt, gaande naar den Helder, eerst ten uur in plaats van 1 uur 33 min. alhier aangekomen welk oponthoud is ontstaan doordat de machine nabij Slo- terdijk defect is geraakt, waarbij echter geen persoonlijke ongelukken zijn voor gevallen. De reizigers voor den Helder, die te Haarlem op de aankomst van trein 109 stonden te wachtenzijn met een extratrein derwaarts vervoerd. Gisteren namiddag is in de Kruis straat, door het breken van een leidsel een paard gespannen voor een Tramwagen °P bol geraaktdat eerst in den Haarlem-, merhout weder is gevat, zonder echter ongelukken te veroorzaken. Een bekende dronkaarddie in be schonken toestand aan het politiebureau in bewaring was gebrachtis aldaar over leden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1885 | | pagina 3