Bovei.dien sprak hij zijne sympathie uit I
voor het streven der Sociaal-democraten
naar gelij kheid van recht. De heer K. de
Jong begreep nietwaarom de rechterzijde,
die bezuiniging voorop stelde, niet de
Regeeringstaak op zich genomen had, alleen
eene Regeering toch kan goed bezuinigen.
In alle gevalle eischte deze spreker volledige
dekking der uitgaven door middelen.
De heer de Savornin Lohman achtte de kies
rechtwijziging dringend noodig. Welke de
uitkomst zou zijnwanneer het aantal
kiezers vergroot werdwist hij nietmaar
wees erop, dat als eene rechtvaardige
districten-indeeling verkregen was, het zelfs
de vraag zou zijnof de rechterzijde niet
moest loslaten den eischgeen grondwets
herziening zonder herziening van art. 194
der Grondwet. De heer Goeman Bor-
gesius kwam op tegen het voornemen der
Regeering tot herziening der kiestabel, trots
haar vroeger vooropstellen van grondwets
herziening. Hij zag daarin een streven om
naar de eischen der rechterzijde teregeeren.
Krachtig kwam deze spreker op tegen
voorafgaande census-verlaging, en indien
de Reg. bleef bij haar voornemen tot kiesta
bel-herziening, dan moest, naar zijn oordeel,
de Kamer bij votum uitmakenof zij de
verandering van standpunt der Regeering
beaamt. De Min. van Binnenl. Zaken
verzekerde, dat met de voorbereiding der
grondwetsherziening wordt voortgegaan
en dat voorstellen spoedig zijn te wachten.
Dat gelijktijdig herziening der kiestabel
kan worden voorgesteld het is omdat nu
hem het verwijt niet kan treffen zoodoende
grondwetsherziening te willen vertragen.
Kiesrechtwijziging vooraf te laten gaan,
acht de Reg. niet wenschelijk. De Min.
van Justitie trachtte de weigering van
rechtpersoonlijkheid aan de Sociaal-demo
craten te verdedigen. De heer Goeman
Borgesius stelde een motie voor omin
overeenstemming met de meermalen door
de Reg. uitgesproken meening, uit te
sprekendat de voorstellen tot grondwets
herziening zoo spoedig mogelijk in behan
deling moeten worden genomen en afgedaan,
en dat inmiddels geen wijziging van
kiesrecht of kiestabel in overweging behoort
te worden genomen. Nadat de heer
van Houten een zeer krachtige afkeuring
uitgesproken had over de weigering van
rechtpersoonlijkheid aan de Sociaal-demo
craten werd de voortzetting van het
algemeen debat en de behandeling van de
motie-Borgesius verdaagd tot Vrijdag.
De kantoorbediende te Amsterdam,
die wegens een door hem vermeend verlies
van pl. m. f 10,000 verdwenen wasis
in de ouderlijke woning teruggekeerd met
al de door hem geïncasseerde gelden.
Drie anonieme dynamietbrieven zijn
in Londen ontvangen. In den eerste worden
de konstabels Roper en Wilsondie tegen
Cunningham en Burton getuigden, met
den dood bedreigdde tweede bevat de
mededeeling, dat men plan heeft de St.
Paul-kathedraal in de lucht te laten
springenen de derde waarschuwt de
antoriteiten voor een dynamietaanslag op
de Bank van Engeland.
De politie schijnt een complot op het
spoor te zijn, dat zijn misdadige plannen
tegen het kasteel, het museum en de
kunstschool in Nottingham had gericht.
De vraagwat er met Soedan moet
gebeuren, schijnt tot verklaarde oneenig-
heid tusschen Gladstone en zijn collega's
aanleiding gegeven te hebben. Met den
premier verlangden een paar der andere
ministers, dat men het oorspronkelijk
programma bij het binnenmarcheeren in
Egypte vastgesteldemoest volgen. Hier
naar zouterwille van de eer en de eerbied
voor den naam van EngelandKhartoum
ook nn nog na den dood van Gordon,
ingenomen moeten worden maar zou men
het dadelijk na de overwinning en na
vaststelling van een geregeld inlandsch
bestuur weer verlaten.
Tegen dit plan verzette zich o. a. Cham
berlain voor hem bestond slechts de keus
tusschen een onmiddelijke terugtrekking
uit Soedan of een bezetting van Khar
toum mits men het behoude. Beide mee
ningen vinden in Engeland zelfs onder
de pers en het publiek aanhangers en
maken het onderwerp van ellenlange be
schouwingen uit.
Terwijl de Britten zich tot nieuwen
strijd gereed makenis het wapengeklet
ter in Tonkin opnieuw begonnen. Het
dagen lang gewachte bericht van de be
zetting van Lang-Son door de Franschen
is eindelijk in Parijs ontvangen. Vrijdag
om twaalf uur is de Fransche driekleur
op de citadel te Sang-Son geheschen.
De Fransche regeering en met haar
de uitgeputte troepen moeten een zucht
van verlichting slakendat na een cam
pagne van bijna twee jaar de plaats ver
overd is, die men voor het hoofdpunt
der tegen Tonkin gerichte Chineesche
strijdkracht hield.
Voor China is het een beslissend échec,
al is hiermede volstrekt de expeditie in
Tonkin niet afgeloopen.
De zonen des Hemelschen rijks schijnen
goed gevochten te hebbenmaar zijn ten
laatste in volslagen wanorde op de vlucht
gegaan.
Dezer dagen is in het RuBische
gouvernement Cherson een krijgsman van
115 jaren overleden, nl. de Generaal-Majoor
Petrowsky. Hij trad in het laatst der
vorige eeuw in den krijgsdienst en streed
in 1812 op 42-jarigen leeftijd tegen Na
poleon.
Wolseley heeft een uitvoerig ver
slag van een ooggetuige der inneming
van Khartoum overgetelegrafeerd. Uit dit
verslag blijkt, dat de opstandelingen den
26 Januari, bij het aanbreken van den
dag, de stad binnendrongen, en Gordon
door het geweervuur der rebellen gedood
werd, terwijl hij zich naar het Oostenrijksch
consulaat begaf. De Oostenrijksche consul
werd in zijn huis gedoodde Grieksche
consul gevangen genomen.
Een turfschipper wisselde bij eene
winkelierster te 't Zandt een papiertje
van f 100, dat echter slechts een bon
voor 100 sigaren was. De politie, daar
van in kennis gesteldhaastte zich om
den schipper in hechtenis te nemen. Bij
het turfschip gekomenvertelde de vrouw
dat haar man den dag te voren naar
Amerika was vertrokken en haar geen
geld had achtergelaten.
In een kruitmagazijn te Gibraltar
heeft een ontploffing plaats gehad. Acht
genie-soldaten en negen bnrgers moeten
gedood zijn.
Te BreskenB leeft nog een oud
strijder uit Napoleon's leger. Het is de
heer Verlinde, die 1. 1. Dinsdag zijn 93<m
jaardag heeft gevierd. Hij werd in 1792
te Terneuzen geboren en moest op ruim
20-jarigen leeftijd zich onder Napoleon's
vanen scharen. Toen Napoleon zijne leger
macht bij Leipzig samentrokmaakte ook
hij deel daarvan uit. De veldslag, die
over het lot van volken moest beslissen,
werd geleverd. Zooals men zich zal her
inneren werd door het te vroeg springen
van de brug over de Elster (19 Oct. 1813),
een groot gedeelte van het Fransche leger
afgesneden en krijgsgevangen gemaakt;
hiertoe behoorde Verlinde. Hij werd naar
Oostenrijk gevoerd en namdoor slechte
behandeling daartoe gedwongen, dienst bij
het Oostenrijksche leger. Gedurende dien
tijd bezocht hij vele steden in Oostenrijk
en nam deel aan een krijgstocht naar
Italië. Toen in 1815 de tijding kwam
van Napoleon's terugkomst van Elba
trok hij als Oostenrijksch soldaat met
het leger naar den Rijnkant. Hij besloot
te deserteeren en naar Nederland terug te
keeren. In de nabijheid van Wiesbaden
volvoerde hij zijn plan, doch werd door
de Franschen gevangen genomen en naar
Lyon gevoerd. Na den slag bij Waterloo
werd hij tegen andere gevangenen uit
gewisseld. Van de 17 kameraden, waar
mede hij was uitgetrokken, keerde hij
alleen terug. Meer dan 60 jaren lang heeft
Verlinde daarna als beurtschipper tus
schen Breskens en Middelburg gevaren
en genoot hij ieders vertrouwen. Hij slijt
nu zijne laatste dagen in niet zeer ruime
omstandigheden.
De zonderlinge vrijspraken der Fran
sche rechtbanken beginnen in België ook
al navolging te vinden, naar het schijnt.
Te Brussel stond dezer dagen een man
terecht, die zijn vrouw met messteken
vermoord had, omdat zij hem ontrouw was,
en de rechtbank sprak «den sympathieken
moordenaar» vrij. Een ander man had
een moordaanslag gepleegd op zijne echt-
genoote en zijne schoonzuster, omdat de
vrouw, die van hem gescheiden leefde,
weigerde tot hem terug te keeren. Ook
hem spraken de gezworenen vrijomdat
hij de misdaad „in een opgewonden toe
stand'' bedreven had, waarin hij niet
aansprakelijk was voor wat hij deed. Het
publiek betuigde door jubelkreten zijn
instemming met die uitspraaken de
verdediger, de advocaat Jansenwerd
luide toegejuicht.
In den loop dezer week zullen de
schietproeven met de zware achterlaad
Krnpp-kanonnen van het fort op de Hars-
sens te Helder weder worden hervat,
echter met terzijdestelling van het in de
vorige week onklaarbaar gefaakte stuk.
Een 13-jarige knaap, R. de B.
te Alkmaar, speelde op de balken, die
in het afgesloten kanaal vak lagen, en
viel in het water. Hoewel hij spoedig op
het droge werd gebracht, mochten de
geneesheeren er niet in slagen de levens
geesten weder bij hem op te wekken.
De wolven zijn in Frankrijk nog
zeer talrijk. In het jaar 1883 (van ver
leden jaar zijn nog geen opgaven) werden
daar te lande 1300 wolven gedoodwaar
onder 495 jongen. Aan belooningen voor
het dooden van deze wilde dieren werd
103,720 francs uitbetaald. Slechts in negen
gevallen werden menschen door wolven
aangevallen
De drie personendie in een buiten
gewoon Politieblad waren gesignaleerd,
als verdacht van valsch Pruisisch geld
te Venloo uitgegeven te hebben, zijn thans
allen te Duiken in hechtenis.
Aan hun hoofd stond Arnold Deutman
uit Suchteln die nog maar enkele weken
van een 5-jarige gevangenisstraf ontslagen
was. Zij hebben reeds bekend.
Het huwelijk van Prinses Hendrik
zal, volgens een bericht uit Berlijn aan
de N. R. Ct.kort na Paschen worden
voltrokken. Dit zal plaats hebben in het
paleis harer ouders, uitsluitend in de fa
miliekring, zonder het gebruikelijke Prui
sische hofceremonieel.
Volgens een bericht van den Fran
schen Consul in Zanzibar is het in Mid-
den-Afrika zeer treurig gesteld. Er moet
daar een zoo hevige hongersnood heer-
schendat de arme negersom den dood
te ontkomenArabische slavenhandelaars
opzoeken en aan dezehunne vrouwen
hunne kinderen en zichzelven verkoopen.
De prijs van de menschelijke koopwaar
is zoo gedaald, dat vele kraohtige man
nen voor 4 francs en vrouwen voor 9
francs op de markt worden verkocht.
Ongeluk op den Rijnspoor
weg. Op 20 minuten afstand van het station
Ede is de sneltrein, die Woensdagavond
te 7.45 uit Arnhem vertrok, ontspoord.
De oorzaak is nog onbekend. De passagiers
bekwamen gelukkig weinig of geen letsel.
De conducteurs Donselaar en van 't Hof
echter zijn zwaar gekwetst; van een hunner
is een been gebroken. Zij zijn meegevoerd
naar het station Ede en aldaar geneeskundig
behandeld door geneesheeren uit Benntkom
en Ededaarna werden zij naar het Zieken
huis te Arnhem vervoerd. De conducteur
Rijst, van de onderneming van Gend en
Loos, werd levenloos gevonden.
De locomotief en kolenwagen liggen
aan eene zijde van den weg omver, en
eenige personenwagens aan de andere zijde
een goederenwagen is totaal verbrijzeld
en nog vier wagens zijn zeer beschadigd,
gedeeltelijk liggen zij in het zand.
Thans moeten alle passagiersvan Arn
hem of Utrecht komende, ter plaatse van
het onheil overstappen. De weg is over
een groote uitgestrektheid opgebroken,
men is druk bezig met het leggen van
nieuwe rails en denkt eene lijn hedenavond
weer gereed te hebben voor het verkeer.
De plaats des onheils wordt door velen
bezocht en gelijkt een ware ruïne.
Van andere zijde meldt men nog:
De trein bestond uit acht waggons. De
locomotief en de tender zijn zwaar be
schadigd, evenals een bagagewagen. Aan
de overige wagens is de schade oogen-
schijnlijk niet groot.
De conducteur van 't Hoff is aan de
borst gewondmen zegt dat een rib gebro
ken is. De conducteur Donselaar heeft
een been gebroken.
Natuurlijk heeft de loop der treinen
gisteren belangrijke vertraging ondervon
den.
Het goederenvervoer is heden gestaakt,
en goederen worden ook niet aangenomen.
Men is druk aan 't opbergen en hoopt
Vrijdag weder geregelden dienst te hebben.
De uitreiking van de bekroningen
aan de vereenigingen „Thalia" en „De
Génestet" in den tooneelwedstrijd van
Rederijkerskamers te Wageningen, heeft
op feestelijke wijze aldaar plaats gehad.
Uit Aken wordt geschreven.
In weerwil van eenige regenvlagen is
de carnavalsviering hier luisterrijk afge
loopen. De straten wemelden van gemas-
kerden. De dames en enkele heeren droegen
hooge, rijk met bloemen versierde stroo-
hoeden, model opgewipte sla-schotel. De
kinderen der meergegoeden pronkten met
de smaakvolste fantasie-toiletten, zonder
ontsierend masker. De optocht, die van
1 tot 5 uur de stad doorkruistewas
allervermakelijkst samengesteld en bestond
uit 33 groepen, de meeste op wagens,
waaronder de oorlogsbark van Prins Car-
neval uitblonk door verguldsel en een ko
lossaai kanon op den voorsteven dat van
blinkend geel koper scheen. Acht groe
pen op de 33 waren aan de Duitsche
kolonisatie in Afrika gewijd, waarbij
koning Bell van Kameroen de hoofdrol
vervulde. Onder den titel van „nieuwe
landgenooten" vertoonden zich tal van ge-
neusringde negers in den stoet. Een lied
op Afrika, dat bij de Duitschers alge
meen in zwang belooft te bomen, werd
hier druk gezongen.
Verder werd het nationaal gevoel der
Duitschers gestreeld door eene flinke ge-
pruikte lijfgarde uit den tijd van Fre-
derik den Groote. Veel gelachs wekten
een landverhuizersschip, naar Kameroen
bestemd, en een wagen, voorstellende:
de wraak der oude vrijsters. Een elftal
bedaagde maagden poogden oude kaalhoof
dige vrijgezellen opgesloten te houden in
eene groote kooiwaarin zij na ontsnap
ping telkens weer gekerkerd werden.
Niet onnaardig was ook de satire op
de „tournure'' der dames. Men zag na
melijk op zulk een tournure een geheel
déjeuner, een blaadje namelijk met koffie
kan, kopje en een boterham bevestigd.
Een boerenbruiloft en een stadstoren uit
de middeleeuwen waren vrij schilderachtig.
Voorts ontbraken er noch Flora, noch
Florresiane (de Akensehe dwaasheid) noch
satires op tram-ondernemingen en bankiers-
Een groep quasi- Chineezen vertoonde gym
nastische toeren, en de „Conditerei"
die lievelingswinkel der kinderenwas
in den trein op in het oog vallende wijze
vertegenwoordigd als „Hof-Conditorei des
Prinzen Carnaval".
Talrijke collectantenmet groote netten
aan lange stokken, zamelden giften in
voor de armen en het regende groschen
in de reusachtige houten armenbus op
den „Sammelwagen". Waaarlijkzoo 'n
Duitsch carnaval als dit is een levendig
volksvermaakal doen de fausset-stemmen
der gemaskerden wel eens denken aan
een hoop kraaiende hanendie hun kukelu
uitkraaien.
Laat mij ten slotte nog een paar heeren
op straat vermeldendie het begrip van
centaurus of menschpaard, dat aan den
terecht gehekelden dames-cnl ten grond
slag ligt, „logisch durchfiihrten" door
langs straat te galoppeeren met de twee
helften van een paard, vóór en achter
hun middellijf bevestigden met een
dekkleed behangen. Wansmakelijke modes
kunnen niet beter dan door zulk eene
aanschouwelijke kritiek bestreden worden-
De Londeasche «werklieden zonder
werk» hielden Maandagmiddag onder een
gietendenden regen op de Theemskade
eene bijeenkomst, waarna zij zich met
hunne muziekkorpsen en vaandels in op
tocht op weg begaven om hunne grieven
aan Sir Charles Dilke bloot te leggen.
Eerst werd hun echter door verschillende
sprekers verteld wat de grieven waren,
en wat men verlangde, namelijk: verkor
ting der werkuren in alle Regeerings-
inrichtingen tot op 8 uren daags, waar
door aan 40 a 50 duizend personen meer
werk kon worden gegeven het dadelijk
beginnen van groote publieke werken
het bouwen van arbeiderswoningen, en
van publieke bad- en waschhuizen; het
in cultuur brengen van de nu aan de
aristocraten toebehoorende woest liggende
landen, en eindelijk een wet waarbij
spoorweg-, tramweg- en omnibusmaatschap
pijen strafbaar worden gesteld, als zij
hunne employés langer dan hoogstens tien
uren daags in dienst houden.
Toen men in „Downingstreet" aankwam
was er juist Kabinetsraad en Dilke was
dus zelf niet te spreken. De Heer George
Russell, secretaris van de „Local Governe-
ment Board"stond echter eene deputatie
der werklieden te woord. Hij betuigde
zijne oprechte sympathie met het lot der
werkeloozen, maar moest hun tot zijn
leedwezen antwoorden dat de meeste hunner
eischen aan het verkeerde adres waren
gericht, of niet konden worden ingewilligd.
Men keerde daarop weer in optocht
naar Cleopatra's Naald terug, eu na eenige
heftige redevoeringen werd eene motie
aangenomenwaarin niets meer of minder
verklaard werddan dat de Heer Russell
en de andere leden der Regeering voor
zich zeiven en gezamenlijk schuldig zul
len zijn aan den moord van degenendie in
de eerstvolgende weken van honger zul
len sterven, en wier leven gered had