Van alles wat.
N ieu wsberichten.
van den houthakker naar waarde geschat.
De tweede bijdrage had tot titel„de
Rooje en dolle Gijs" nit de schetsen van
Werameus Buning. Gijs, bijgenaamd „de
dolle"verlaat,in zijne betrekking als zeeman,
voor vijf jaar zijne nog jonge vrouw en zijn
lief klein meisje, die hem bij zijn vertrek
een laatst vaarwel toeroepen. Gedurende
de reis denkt hij gestadig aan de achter
gelatenen, die hij zoo innig lief heeft,
is spaarzaam en hoopt op een blij terugzien.
Met de grootste vreugde en het hoofd vol
van zijne vrouw en van zijn kindkomt
hij te Amsterdam, dóch ondervindt daar
door de ontrouw van zijne vrouw vreeselijke
teleurstelling. Dit maakt hem verslaafd
aan den drank en doet hem op zee bij
storm of gevaar den denkbeeldigen ver
leider ziendien hij dan als een razende
wil vernietigen. De bijnaam van „de dolle"
had hij daardoor verkregen.
Hoe Gijs van zijne dolheid werd genezen
verhaalt de Eooje, die, nadat hij het kind
van Gijs hij een orgel had ontdekt, dat
medeneemt en op een juist gekozen oogen-
blikaan den vader terug geeft.Overgelukkig,
wijdt Gijs zich verder aan de belangen van
zijn kinddrinkt niet meer en hoewel als
altijd een moedig zeeman, is hij den bijnaam
van „de dolle" kwijt.
Wie de marineschetsen van Buning goed
kan voordragen,zooals de Heer Scholten het
doetis zeker, dat hij aandachtige hoorders
vindt. Ze zijn zoo juist naar het leven
geteekend en zoo recht op hunne plaats
in W. en W. wanneer daar een letterkundige
voordracht gehouden wordt.
Met een onuitgegeven gedicht getiteld
„Kees Knollendam'', eindigde despreker
zijne voordracht.
In dit vers worden op humoristische wijze
de moeielijkheden opgesomd om twee kin
deren te herkennen, in de kajuit van een
schip geboren en waarvan men door om
standigheden ophet dwaalspoor is gekomen,
wie of toch wel de kleine Knollendam of
de kleine Baron zou wezen, 't Gedicht is
waarlijk geestig en 't was nadatzeesebetsje
van Buning als hoorden we eene bijdrage
van dien bekwamen schrijver.
Moge den Heer Scholten nog dikwijls
in W. en W. optreden. Hij zal er altijd
dankbare hoorders vinden.
Aanstaanden Maandag zal als spreker
optreden de Heer Dr. H. W. Waalewijn
te Alkmaar.
Het rijkskrankzinnigengesticht te Me-
demblikistot ontvangst van 200 krank
zinnigen, gereed. - Het lijk van den
sedert eenigen tijd te Schiedam vermist
wordenden boekhouder der gemeente-gas
fabriek is uit de Schie opgehaald. -
Eigen Haard van deze week bevat o.a.
een interessante bijdrage tot de kennis
van de veefokkerij in de provincie Noord-
Holland door den heer Jb. Zijp Hzn.
geleverden opgehelderd door de afbeel
dingen van eenige fraaie exemplaren van
koebeesten uit het „Ned. Rundveestam
boek". Te Sprang werden de lotelingen
door een troep Waalwijksche schoenmakers
al tierende gevolgdwaardoor een gevecht
ontstondeen der laatsten werd zoo ernstig
gewonddat hij er waarschijnlijk het leven
bij zal inschieten. De zoon van eene zeer
achtenswaardige familie te Sprang, die
als de vermoedelijke hoofddader van dit
feit aangeduid wordtis gearresteerd.
De dolzinnige vermakelijkheden, die ter
gelegenheid van het carnaval schier overal
in de Zuidelijke gedeelten van ons land
en elders worden nagejaagd, brachten te
'sHertogenbosch een viertal militairen in
arrestdie wegens verzet voor den krijgs-1
raad zullen terecht staan. Een persoon,
die als beeld op een triomfwagen dienst
deed, stierf nog op den wagenvermoedelijk
tengevolge van het natte weder. De 037.11
kwam alzoo niet eens mee^'Tcvend van
zijn pleiziertocht terug. De tentoon
stelling te Antwerpen zal, met eene Ne-
derlandsche-"feestcantate geopend worden,
waarw.if de woorden door Jan van Beers,
de muziek door Benoit geschreven worden.
Het lied bezingt het feitdat op de plaats
zelve, waar eens Alba's kasteel verrees,
het bolwerk van oorlog en dwingelandij,
nu een tempel van vrijheid, vrede en
algemeene verbroedering is opgericht.
De bekende luchtreiziger Godard is over
leden. Velen herinneren zich zonder twijfel
nog zijn veelbesproken reis van Parijs naar
Hannover in 1863 met zijn ballon le Géant.
Meer dan 400 mannen, gezond van
lijf en leden, maar hongerigverdrongen
elkander onlangs aan het bureau tot werk
verschaffing in Castle Garden te New-York,
vragende om brood. Sedert de slechte
tijden begonnen zijn, is ook het aantal
landverhuizers, die zich op dat bureau
hebben laten inschrijven, dagelijks toe
genomen, zoodat er nu ruim 800 zijn.
Zij zijn bijna allen geheel hulpbehoevend
en de agent van het bureau heeft hun
om den anderen dag een goed maal eten
bezorgd. Het is hoogst moeilijk om werk
voor hen te krijgen. Zij, die waarschijnlijk
duurzaam armlastig zullen wordenzullen
naar hun geboorteland worden terugge
zonden. Donderdag a. s. zal Louis
Ulbach in de Cercle artistigue litéraire
te Brussel lezen over Souvenirs d'un voyage
en RoumanieCarmen Silva et ses poësies.
In de zitting van Vrijdag zette de
Tweede Kamer 't Algemeen debat, en het
debat over de motie—Borgesius voort. -
De heer Sehaepman noemde het eene
dichterlijke vrijheid van den heer de Sa-
vornin Lohmandat deze van een alge-
meenen wensch naar grondwets-herziening
had gesproken. Een groot deel toch der
Katholieken ziet de wenschelijkheid niet
in. Evenmin was de wensch naar Census
verlaging algemeen. Krachtig bestreed deze
spreker de motie-Borgesius. Wat de
Minister Heemskerk nu aankondigde
herziening der Kiestabel was hetzelfde
wat de heer Kappeyne in 1877 wilde;
laatstgenoemde achtte het nu wenschelijk
dat zulk een herziening aan de behande
ling van de Wet op 't Lager onderwijs
vooraf ging; thans echter acht men het
wenschelijk, dat zij voorafga aan iets,
dat toch veel belangrijker is, mamelijk
de grondwets-herziening. De motie was
onaannemelijk, had geen politiek program
tot grondslag en haar eenig doel scheen,
te doen uitkomendat de liberalen eene
partij vormden. Dat het Kabinet zaakwaar
nemer der rechterzijde zou wezen, ontkende
spreker ten sterkste. De rechterzijde vormt
enkel eene toevallige meerderheiden wil,
kannoch mag de portefeuilles opnemen.
Wat de heer van Houten gezegd had
over het verderfelijke en gevaarlijke van
de encykliek en den syllabusspreker
schreef het toe aan het bewust zijndat
juist die leerstellingen het best de sociaal-
demokraten kunnen bestrijden. Ook de
heer Vermeulen bestreed de motie. Nood
zakelijkheid van grondwets-herziening was
volstrekt niet algemeen erkend; census
verlaging moet geleidelijk geschieden. Her
ziening der Kiestabel achtte deze spreker
wenschelijk. De heer Beelaerts van
Blokland drong bij de Regeering aan op
bezuiniging der organieke wetten, met
name ten aanzien van het onderwijs en
de mediesche politie. De heer van der
Kaay verdedigde de motie en laakte de
houding der Regeering. De heer van
Delden wenschte, dat toch vooral het
noodige zou gedaan worden tot aanwijzing
der middelen tot dekking der uitgaven.
De heer de Beaufort doet uitkomendat
niets gesproken is over het hoofdelement
van den laatsten verkiezingsstrijdde
uitspraak der natie ten nadeele van het
heerschende onderwijs stelsel. Volgens
hem behoort menindien tot herziening
der kiestabel wordt beslotendaartoe niet
over te gaan dan bij verkiezingen voor
grondwets herziening. De Min. van
Binnenl. Zaken nam daarop het woord en
hield vol, dat de Regeering niet afge
weken is van haar program. De motie
Borgesius bestreed hijals regelende de
orde van behandeling van nog niet aan
hangige onderwerpen. Vaninkonsekwentie
moest men de Regeering niet beschuldigen.
Uit het voorloopig verslag is gebleken de
wensch naar herziening der kiestabeldie
ook wenschelijk,was, om formeele bezwaren
tegen.grondwets-herziening weg te nemen.
Op de vraag van den heer Roëll verklaart
de Minister, dat het voornemen geenszins
isvóór grondwets-herziening kiesrecht
wijziging voor te stellen daar een zeer
gewichtig onderdeel der grondwets-her
ziening het kiesrecht raakt. De heer
de Savornin Lohman verdedigde vervol
gens in een uitvoerige rede zijn gevoelen,
dat kiesrechtwijziging wenschelijk isom
tot eene rechtvaardige grondwets-herziening
te geraken. Wat deze spreker nog te
zeggen had over de weigering van rechts
persoonlijkheid, zou hij Maandag doen
hooren.
De Brusselaars hebben in hun on-
leschbaren dorst naar amusementen reeds
van de vroegste tijden af geoordeelddat
het onbetamelijk en ongezond is om zoo
plotseling hun vreugde en pleizier af te
breken. Daarom hebben zij verordend,
dat op den Zondagvolgende na aschdag
het carnaval, dat de kerk voor hun welzijn
had begraven, uit zijn graf opstaat en
men dan doetalsof er vasten noch aschdag
bestonden.
A. s. Zondag viert Brussel opnieuw car
naval en voor dezen laatsten dag heeft
men de zotste vermakelijkheden, de vroo-
lijkste bals en de meest phantastisehe ge
maskerde optochten bewaard.
Maar deze wederinstorting men zou
er een allegorie in kunnen zien zal dit
jaar niet alleen den pleiziermakers ten
genoegen strekken.
De weldadigheid deelt in de vreugde
van het carnaval.
Overal zullen mannen en vrouwen,
jongelingen en meisjes in de meest frissche
en orginieele costuums hun buidel ophou
den voor de arbeiders zonder werk en
voor de onderwijzers en onderwijzeressen
welke men hun broodwinning ontnomen
heeft. Gij moet uw zakken goed voorzien;
gij zijt nauwelijks een kwartier op straat
of zij zijn leeg. Om u aan dezen zwerm
bedelaars te ontrukken blijft niets anders
over dan u los te koopen voor een blauwe
of roode kaart van éen franc, van' 2 of
5 fr. Gij steekt die op uw hoed. De dames
bevestigen ze aan haar bouquet of spelden
ze op haar mantel gij wordt nu niet
lastig gevallen.
Beken dat de Brusselaarshoe verzot
ook op hun carnevalgoedhartig en groot
moedig zijn en dat zij, zich vermakende,
tevens denken aan hendie lijdenklagen
en weenen.
Zij stelden zich niet met een enkele
medelijdende gedachte alleen tevreden
zij geven en geven rijkelijk om als 't
ware daardoor in eigen oog hun zucht
naar pleizier, feesten en bals te recht
vaardigen.
Bij den juwelier Cabriel op de
„Anvenue de 1' opéra" te Parijs werden
een dezer nachten sieraden ter waarde
van 800000 fr. gestolen.
Omtrent dezen diefstal deelt de „Justice"
mede dat alles erop wijst, dat de daders
Engelschen moeten zijn geweest; en het blad
geeft verschillende onthullingen omtrent
eene goed georganiseerde dievenbendedie
in Londen haar hoofdzetel heeft. Zij stelt
zich ten doel de banken en groote han
delaars te Parijs te bestelen en heeft in
Engelands hoofdstad hare erkende zaak
gelastigden en rechtsgeleerde raadslieden.
Na den diefstal die bij de société fi-
nancière werd gepleegdontving de direc
teur van die inrichting eene missive met
gedrukt hoofdvan een agentschapwaar
in werd aangeboden „om hem de gestolen
waarden terug te bezorgen".
Er werd eene correspondentie geopend
en het agentschap Michael Abrahams Son
6 Co., belastte zich met de terugbezor
ging de société was genoodzaakt 35 per
cent der gestolen waarden in handen der
dieven te laten.
Het volgende is een staaltje van de
zonderlinge correspondentie.
Michael Abrahams
Son Co.,
Londen, 8 Old Jewry,
Paris, 23, rue Taitbout,
Telephone No. 71.
Telegraphic Address Londen 27 Sep
tember 8 uur Mabrams, Londen.
De Société Financière
te Parijs.
Wij ontvingen heden een bezoek van
den heer Samuelsagent van de tijdelijke
houders uwer waarde. Hij verhaalde dat
zijne vrienden bereid zijn de stukken
tegen eene betaling van 35°/0 der waarde
terug te geven. Wat de stukken Ville de
Bruxelles etc. etc. aangaat wenschen zij
uwerzijds te weten welk bod gij daarvoor
wilt doen.
Wij gelooven dat op de 35°/0 wel
wat af te dingen zal zijn, enz. enz.
De Société trachtte minder harde voor
waarden te bedingenmaar dit mocht niet
gelukken aangezien de heer Samuels, na
mens zijne vrienden, de „tijdelijke hou
ders," verklaarde geen genoegen met de
gedane propositiën te kunnen nemen.
De dievenbendevertelt het blad verder
dat uit goede bronnen beweert te putten
houdt er een groot personeel op na
dat schrander is en goed betaald wordt.
Zij hebben inspecteurs, die door de groote
steden van Europa reizen zich als groote
heeren voordoen, in de voornaamste hotels
afstappen en er eene studie van makeD,
waar een goede slag te slaan is.
Zijn zij op dit punt het met zichzelven
eensdan bezoeken zij het magazijn dat
zij uitkozendoen er inkoopen en zenden
alle mogelijke inlichtingen aan hun directie
te Londen; zij laten zich echter niet met
de uitvoering van het werk in.
Na ontvangst van dit rapport zendt
de Londensche directie twee slotenmakers
die zij geregeld in dienst heeft en die in
hun vak ware kunstenaars zijn, af, en
deze mannen zijn het die voor den in
braak zorgenzij worden op de expeditie
vergezeld door collega's die specialiteiten
zijn op financieel gebied en zich met de
keuze der weg te nemen goederen belas
ten welke zij aan de helers ter hand stel
len. Deze vernuftige wijze om arbeid te
verdeelen maakt opsporing en aanhouding
der boeven zeer bezwaarlijk.
Eenige maanden geleden trachtten zij
de brandkast van het station van den
noorder-spoorweg te openendie door
middel van electrische schellen met een
wachtpost in verbinding stondde toeleg
mislukte hierdoor, doeh zij wisten te ont
snappen.
Na een diefstal die bij den heer Rodrigue
gepleegd werd gingen de dieven, naar
zij zeiven vertelden in een bekend res
taurant soupeeren. Zij vertelden dat zij
met de Fransche politie den spot dreven
„al onze zaken" zeiden zij„zijn reeds
geregeld. Wij moeten nog vijf-en-dertig
brandkasten onderzoeken en wij zullen
dat ook doen en de politedat zal men
zienzal ook geen lont ruiken".
Na het geval van den heer Lévy,
blijven dus nog vier-en-dertig huizen over
waaraan een minder gewenscht bezoek is
toegedacht: de „Justice" hoopt dat de
Parijsche politie na de door haar opge
dane wetensohap, er in slagen zal om
de eerlijke lieden te beschermen, gelijk
men in Londen boeven in bescherming
schijnt te nemen.
Het getal gestolen voorwerpen bij den
juwelier Lévy bedraagt 360 stuks.
Men heeft in het Vorstendom Mon
tenegro geen tooneelgezelschap. Het drama
van Vorst Nicolaas„De koningin van
den Balkan"moest daarom te Pod-
goritza door liefhebbers (een journalist,
jonge winkeliers enz.) worden gespeeld.
Maar de onervaren dillettanten moeten
zich goed van hun taak gekweten hebben
en de voorstellingwelke door het geheele
Hof werd bijgewoondvoldeed uitmun
tend.
Toen het parlement te Londen bij
een kwamontving de Engelsche regeering
de volgende verrassende en zeer ongunstige
tijding: de Engelsche troepen trekken
zich op Abu Klea terug!
Van dag tot dag verwachtte men het
bericht der inneming van Metamneh en in
plaats daarvan meldt Wolseley, dat de
collonne Stewart, nu onder bevel van
Buller, Gubat verlaten heeft. Daar deze
kleine afdeeling 11a den val van Khartoum
haar eigelijk doel, in een valsche positie
geraakt en als 't ware schaakmat gezet
was, was haar verblijf aldaar onnoodig,
wanneer niet binnen kort genoeg verster
kingen aanrukten om Metamneh te nemen.
Maar de Mahdi zit niet stil. Het telegram
sluit met de veel beteekenende woorden 7
de Mahdi heeft Khartoum verlaten en
marcheert met 50.000 a 60.000 man naar
Metamneh op.
Tusschen de regels lezend begrijpen
wij hieruit: De Engelschen voelen zich
niet sterk genoeg om nu den grooten slag
tegen den Mahdi te wagen; zij moeten
Metamneh in den steek laten.
Intusschen zal de terugtocht der Brit-
sche troepen, meer nog den val van
Khartoumhet prestige van den valschen
profeet in de oogen der inlandsche stam
men verhoogeneerst bukten de Engel
schen voor verraadhier maken zij plaats
voor den sterkeren tegenstander.
Maar helaas de schitterende heldendaden
van de collone Stewart, de gevaren
waaraan zij blootstond, het bloed door
haar en van haar vergoten, het is alles
verloren moeite geweest!
„Pietje" was eantinière en haar man
waschbaas bij de jagers(de tegenwoordige 3e
comp. 5« bat reg. grenadiers en jagers) en
maakte als zoodanig den tiendaagschen
veldtocht medetoen haar echtgenoot voor
Leuven sneuveldeen haar zonder middel
van bestaan achterliet.
De toenmalige prins van Oranje
later koning Willem II gaf echter aan
Pietje de vergunning om het bataljon
waartoe haar man behoord hadten allen
tijde en overal te volgen teneinde door
het drijven van een kleinen handel in haar
onderhoud te voorzien.
Lang maakte zij van deze vergunning
gebruik en steeds kon men haar bij dejagers