HAARLEMSCH
Eerste Blad.
PREDIKBEURTEN
No. 91.
Zevende Jaargang.
van ZATERDAG 14 November 1885.
op Zondag 15 Nov. 1885.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf,25.
n n B franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
Afzonderlijke nommere 3 centen per stuk. meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Noord-Zuidhollandsclie Stoomtramweg-MaatschappijHaarlemLeiden. 1 Juni 1885.
Haarlem, Hillegom en Leiden 4.—^-, 10.20 'smorgens, 1.2.40', 5.5, 7.35,'smid.
Haarlem—Hillegom 9.'smorgens, 4.15 (totHeemstede)9.15, 10.15 'savonds.
-j- Alleen des vrijdags. Vervoert ook goederen.
Haarlemsclie Tramway-Maatschappij. Van 'tStation 7.30 'smorgens tot 10.30 'savonds.
Uit den Hout 7.50 'smorgens tot 10.50 'savonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 1 Oct. 1885.Naar Amsterdam6.52, 8.9*,
8.31, 8.55', 9.29", 11.57, 11.30-f-, 11.46* 'smorgens, 1.2.38j-, 3.48', 4.16', 4.31,
5.34, 6.10*, 7.6, 7.33+, 9.9.43, 10.24', 10.59+ 'savonds.
Van Amsterdam: 6.20, 7.35+, 7.45', 8.10', 8.40, 9.45', 9.50', 11.5, 11.55-p 'smorgens,
12.20, 1.5', 1.45', 3.25', 3.55, 4.30', 4.45', 5.20-[-, 7.45, 8.35", 9.55", 11.'s avonds.
Naar Rotterdam: 7,57+, 8.33', 9.13, 10.13', 's morgens, 12.17+, 12.58, 2.8', 3.49', 4.27,
5.11, 5.43+, 8.14, 10.18" 'savonds.
Van Rotterdam: 6.-, 7.55*, 9.45, 10.15+, 11.3 'smorgens, 1.23+. 2.45*, 3.35, 5.10,6.23+,
7.25*, 8.50', 9.50+ 'savonds. De met gemerkte treinen zijn sneltreinen. De met
zijn exprestreinen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.50, 10.15 'smorgens, 1.32 tot Alkmaar, 4.57, 9.1 'savonds.
Naar IJmuiden: 6.25, 6.50, 10.15 'smorgens, 1.32, 4.57, 9.1 'savonds.
Van IJmuiden: 8.1, 11.13 'smorgens, 3.16, 4.1, 9.7, 9.40 'savonds.
Naar Zandvoort: (H. S.) 8.12. 10.9, 11.33 'smorg., 1.34, 5.13, 8.16, 'savonds.
Van Zandvoort: 8.34, 11.7 'smorgens, 12.36, 4.9, 6.20, 8.41 'savonds.
Omnibus van Bloemendaal. 8.15, 10.50, 1.25, 3.5, 7.30. Van 't Station: 9.6, 11.30,
2.5, 3.45 en 8.11. Zondags alle treinen.
Dienstregeling vau liet Postkantoor. 1 Oct. 1885. Openstelling van hetkantoor: Dag.
van 8 's morg. tot 9uur 's av. Op Zondag van 's morg. 8 tot 10 en 's av. van 12 tot 4 uur.
Voor de storting en uitbetaling van postwissels en de invordering van gelden op kwitantiën
alleen op werkdagenvan 9 «ur 's morg. tot 3 uur 's av. Voor de Spaarbank van 's morg. 9
tot 9 uur 'sav.op Zondag van 8 tot 10 en van 12 tot 4 ure.Voor de Postpakketten
alleen op werkdagen, van 'smorgens 8 tot 9% uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 7.30,10.'s morgens, 1.30,3.30, 7.—, 9. 's avonds.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen: 7.30 's morgens, 1.4.'savonds.
Lichting der hulpbrievenbussen: Zuiderstraat hoek Oudegracht, Gr. Houtstraat, Zijlvest,
Parklaan, Kaasplein7.10.'s morg., 2.30, 6.8.30 's av. Florapark, Kampersingel,
LeidschevaartSchootersiugel6.45, 9.45 'smorgens, 2.15. 5.45, 8.15 'savonds.
Des Zondags: buitenwijken 's m. 6.45 en 's av. 3.15. binnenwijken 's m. 7 en 's av. 3.30.
Lichting aan het Station: Richting Amsterdam 8.4,11.25 's morg., 2.33, 3.43', 5.29', 7.28* 'sav.
Richting Rotterdam 7.52,9.8 'smorg., 12.12,4.22', 5.38,10.13* 'sav. Richting den Helder
6.45, 10.10 'smorg., 1.27", 4.52, 8.56' 'savonds. De met worden Zondags niet gelicht.
Telegraafkantoor. Het kantoor is geopend op werkdagen van 'sm. 8 tot 'sav. 10uur, op
Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen van 's m. 8 tot 's av. 9 uur. Binnenl.
Telegrammen worden berekend tegen een vast recht van 15 Cts. benevens 1 Ct. p. woord.
Collecte voor het godsdienst-onderwijs
in alle beurtenbehalve in de Kinderkerk
en middagbenrt.
Groote Kerk.
Voorm. 10 ure, F.schar
Nam. 2 ure, Brutel de la Rivière. Zond. 52.
's Avonds 6 ure, J. D. van Ar hel, pred.
te Bloemendaal. (Voor Barger).
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ure, Smeding.
Jans-Kerk.
Voorm. 10 ure, Moeton.
Maandag 's av. 6 ureOpenbare katechi-
satie over Matth. 412 enz.
Woensdag 's av. 8 ureSnethlage.
Bakeiiesser Kerk.
(Voor de Kinderen).
Voorm. 10 ureHoog.
Waalsche Kerk.
Voorm. 10 ureJlochedieupast. a Delft.
Collecte voor de Evangelisatie.
Christelijk Gereforiti. Gemeente.
Ged. Oudegracht).
Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Mulder.
Woensdag. Geen bijbellezing.
{Klein Heiligland).
Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Schotel.
Donderdag 'sav. 7 Vs ure, Schotel.
Luthex'sclie Kerk.
Voorm. 10 ure, Mees. Collecte voor het,
liefdadigheidsfonds.
'sAv. 6 ure Fooiman. De openb. van Joh.
Kerk der Vereenigde Doopsgezinden
Voorm. 10 ure, de Dries.
'b Av. 6 ureCraandijk.
Remonstrantsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Tideman.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ureWeiss.
Chr. bewaarschool lange Heerenvest
Maandag 'sav. 8 ure, Moeton. Bijbellez.
Matth. 22De gast zonder bruiloftskleed.
Lokaal in de Ridderstraat.
Dinsdag, 'sav. 8 ure, Kastein. Bijbellez.
Lokaal der jongelings-Yereeniging.
Donderdag 's av. 8 ureBarger. Bijbellez.
1 Sam. 23.
Ds. Smeding kan a s. Maandagavond aan zijn
3mis geen catechisatie houden. De Lidmaten-cate
chisatie denkt hij a.s. Vrijdag ten 7 uur te
hervatten.
Ds. Escher heeft in dank ontvangen uit de ICerk-
collecte 8 Nov. voor de school te Buiksloot 2.5o
De Nutslezing.
In de buitengewone vergadering van
het Departement Haarlem der Maatschappij
„tot Nut van 't Algemeen" van Dinsdag
avond trad als spreker op de talentvolle
Justus van Maurik met een allerliefste
novelle getiteld „Oude Si en." Oude
Sien was een tachtigjarige vrijster. Tot
haar twee-en-zeventigste jaar had zij in
„voorname huizen" als linnennaaister en
stopster den kost verdiendmaar toen
had een „tak" daaraan een eind gemaakt
en sedert dien tijd was zij met behulp
van haar spaarpenningen en die van „goede
mensehen" in het gesticht „Vredenburg"
gekocht. Zij had het er goedtrouwens
Sientje had in haar lang leven slechts
goede menschen aangetroffenm. a. w.
Sientje was een goed menseh. Op onbe
vangen manier vertelt zij haren levensloop
In haar jengd was zij knap en frissen-
tabel." Haar meisjesdroomen had zij ook
gedroomdtoen een jonkman met een knap
uiterlijk, maar een slecht gemoed haar
naliep. Zij hield van dien „Janus." Hoe
trof het de goede meidtoen het bleek dat
niet haar, maar haar zuster Betje de hofma
kerij gold. Toen was de droom gedroomd.
Zuster Bet trouwde met „Janus," die, zooals
wel gevreesd wasvan den goeden weg af
week. Hij kwam in de gevangenis, een brave
vrouw en een vijfjarig meisje, ook een
„Sientje", onverzorgd achterlatende. Onver
zorgd, ten minste voor zoover Sientje niet
hielp, maar haar stervende moeder had
haar de zorg voor Betje opgedragen, en
getrouw aan die opdracht nam zij
na den dood van Betje het thans dertien
jarige weesje onder hare hoede. Kleine
Sien groeide op en trouwde met een Hinken
borst dieozooveel op Janus geleek
althans naar het uitwendige. En de kleintjes
uit dit huwelijkwaarvan het jongste
alweer een „Sientje"wat hielden ze van
tante. Op haar vrije dagen gaat zij altijd
het gelukkige gezin bezoeken en ze brengt
dan wat voor het volkje mede. Op zekeren
dag gaat een jongen met haar beursje,
waarin haar geheele bezitting is, op den
loop, juist toen zij in een winkeltje wat
voor de kleintjes wil koopen. De tachtig
jarige strompelt den dief achterna, met
het gevolg, dat men haar voor dronken
houdt. Zoo komt „Oude Sien" voor het
eerst van haar leven in handen der „pelisie."
Maar men ziet spoedig in, dat men zich
vergist heeft en alles komt gelukkig terecht.
Wat is die geschiedenis van „Sientje" een-
voudig, wat komen zulke dingen in het leven
niet vaak voor, zij het ook met ver
anderingen. Als men de geschiedenis echter
hoort voortdragen, voorstellen, schilderen
is meer de gepaste benaming door den
heer van Maurikhoe krijgt dan de geheele
historie kleur en leven. Hoe juist weet
hij, waar 't kan, een gepasten humor
aan te brengendie het geheel zoo aan
trekkelijk maakt. Maar de heer van
Maurik geeft ons den mensch te zien
zooals hij is en waarheid verzuimt
nooit hare uitwerking uit te oefenen. Dit
bleek nit de groote belangstelling waar
mede het verhaal werd aangehoord.
Na de panze gaf de heer van Manrik
nog „tets over lachen en schreien." De
wijze waarop dit plaats had, is verre boven
onzen lof. Wij herinneren slechts aan
't lachen in alle mogelijke toonaarden van
een „heer" die in een gezelsehap iets
„ondeugends" heeft verteld en aan 't on
navolgbare schreien van den dronkaard
op wiens gemoed gewerkt wordt, 't Was
waarlijk geen wonder dat de leden van
het altijd deftige „Nut" soms een gelach
deden hoorenzóó verkwikkelijk, zóó
genotvolzóó gezelligdatmen zich
verheugde, Nntslid te zijn, om onder
't gehoor van Justus van Manrik nog eens
ouderwets te kunnen lachen.
Voordracht in Teyler's Stichting.
In de gehoorzaal van Teyler's Genoot
schap hield Woensdag 11. de Hoogleeraar
W. van der Vlugt de eerste zijner voor
drachten over het Naturalisme.
Zijn er natuurlijke, steeds en overal
geldende rechtsbeginselen, of is, wat recht
is, alleen te vinden in hetgeen tot wet is
verheven
Staan de zedelijke oordeelen volkomen
gelijk met natuurwetenschappelijke waar
heden
Deze vragen, meende spreker, zijn van
het hoogste belang, vooral in onze dagen.
De erkenning van ieders recht op zelf
standige levensbepaling, de vrijmaking van
den individu is een kenmerk van onzen
tijd. De renaissance, de hervorming, de
revolutie eindelijk, verbraken de banden
waarin tot nu toe de vrijheid gekluisterd
was gehouden. Met de verbreking dier
handen ontstond een wedijver op elk
gebied die nergens onvruchtbaar bleef.
Toch was daaraan ook een schaduwzijde
verbonden. Zoolang de vrijheid moest
worden veroverd was men eensgezindeens
in het bezit daarvan, ontstond een strijd
van belangen die dikwerf uitliep op ver
korting van dezelfde vrijheid van den
individu waarvoor men zich zooveel op
offeringen had getroost. Die onderdrukking
werd thans dubbel gevoeld, voornamelijk
op economisch gebied.
Maar ook op staatkundig terrein liep
men gevaar het beginsel, waarvan men
was uitgegaan, uit het oog te verliezen.
De kerk streed uit al hare macht tegen
het beginsel der vrijheid; de geest van
onze eeuw. Niet te verwonderen is het,
dat waar men kans zag dezen tegenstander
te onderdrukken zulks geschiedde. Toch
moet ook hier niet vergeten worden, dat
dit alleen ten koste van eigen beginsel
plaats vindt, en deze fout zich vroeger of
later wreekt. België levert ons daarvan
het voorbeeld. De parlementaire regeerings-
vorm zal wel de regeeringsvorm der toe
komst blijven, zoo zij echter alleen de
regeering der meerderheid moet zijnen
elk kiezer alleen vraagt naar zijn eigen
belang, dan is er geen waarborg dat ieders
rechten in den modernen staat worden
erkend. Dit kan alleen waar ieder kiezer
ook boven zijn eigen belang het recht vatv
een elk gehandhaafd wil zien. Deze over
tuiging moet het deel worden van het
algemeen. In Engeland waar van ouds
het volk deelgenomen heeft aan de regee
ring waar het zelfgouvernementdoor
ieder in grooter of kleiner kring in de
praktijk wordt geleerd daar eerst is de
regeering van allen en voor allen een
mogelijkheid geworden.
Op het vaste land waar het volk door
een heirleger van ambtenaren van het
staatsleven wordt gescheiden gehouden,
daar is vooreerst de boven gewenschte
openbare meening een ideaal. Toch is zij
te bereiken en moet worden bereikt wil
het vrijheidsbeginsel gehandhaafd blijven.
Daartoe moeten de welgezinden samen
werken om waar eene der partijen de
andere wil onderdrukken de schaal naar
de andere zijde te doen overslaan.
Zulk een taak is niet dankbaar, kan
niet rekenen op den bijval der menigte en
eischt een vast karakter. Zij, die recht
voor alleD, dat is eerbied voor elke vrijheid
wenschen, hebben veel te lijden en worden
vaak door mede- en tegenstanders om
't zeerst gesmaad. Toch moet deze strijd tot
handhaving van het vrijheidsbeginsel
worden aanvaard.
De groote tegenstander, die ons hierbij
in den weg treedtis het naturalisme.
Deze geestesrichting die alles ook de
feiten op zedelijk gebied wil verklaren
op de wijze der natuurwetenschap, werd
door spreker in haar ontwikkeling ge
schetst. De inductieve methode van Bacon,
de deductieve van Descartes, de grootc
invloed van Isaac Newton die natuur
kennis en natuurphilosophie wist te ver
eenigen, werden achtereenvolgens be
sproken.
Geruimen tijd verliep echter eer de
natuurwetenschap als zoodanig ook dei
menseh als geestelijk en redelijk weze:
aan hare onderzoekingen begon te ondei-
werpen. Darwin baande daartoe den weg
Hiickel zette diens onderzoekingen vooi