naam nauwelijks meer een zweem van het
oorspronkelijk begrip te herkennen is.
Voorts rijst de vraag wat met de ge
vonden formule, de evolutie, dan eigentlijk
is bereikt.
Dichterlijk van nature is de gave van
Spencer om in het ongelijke het gelijke
te vatten en op den voorgrond te stellen,
zoo treft ons ook dit systeem, om de eenheid
die het brengt onder alle verschijnselen,
maar bij nader inzien blijkt dat uit het
dus gevonden begrip ten slotte weinig of
niets valt af te leiden. Het groote geheim
blijft onopgelost, hij erkent dit trouwens
zelf, maar beweert dat verder alles door
zijn beginsel wordt verklaard. Ook dit is
aan bedenking onderhevig. Wel bewijst
hij van vele verschijnselen dat ze niet
strijdig zijn met zijne leer, maar niet
altijd dat ze £r noodzakelijk medeovereen
stemmen.
Uit de mechanica ontleend is zijne wet
van de standvastigheid der wereldkracht.
Deze stelling is als 't ware eene vereeniging
der beide wetten van de overanderlijke
hoeveelheid der stof, en het behoud van
arbeidsvermogenmaar zijn deze formules
ieder afzonderlijk ook van het hoogste
gewicht zoodat ze den natuurphilosooph
zelfs in staat stellen tot het doen van
voorspellingen waar vindt men iets der
gelijks in Spencers leer?
Ondersteld wordt verder in den beginne
de eenvormigheid der stof, maar hoe laat
zich daaruit de kosmos verklaren.
Gelukt het hem somwijlen ook vrij
goed het tegenwoordige te herleiden tot
hetgeen vroeger heeft bestaan; dat vroegere
blijft onverklaard. Het karakter, het indi
vidueels van het heelalwaardoor het
zich aau onzen geest als een grootsche
kunstschepping vertoont vindt geene oplos
sing in zijn systeen. De verschijnselen
tot het gebied der chemie behoorende
worden daarin niet opgenomen.
Evenmin voldoet zijn verklaring van
het ontstaan van het leven.
Zijn eenmaal aan de levenstof door
hem de meest verschillende eigenschappen
toegekend dan valt het hem ligt daaruit
de natuur te verklaren, maar dat oor
spronkelijke stofdeel dat tegelijk de meest
tegenstrijdige eigenschappen bezit is een
onmogelijkheid in zich zelf.
De polariteit moet mede dienst doen
tot opheldering der levensverschijnselen
maar ook hier blijkt de overeenstemming
op vele plaatsen niet voldoende.
Het leven is iets anders dan het bestaan.
Niet alleen door de wet der mechanica,
niet alleen door de scheikunde wordt het
leven verklaard. De evolutie van het leven
tot het leven gaat goedmaar van 't
ontstaan van 't leven uit 't levenloozeis
het bewijs nog niet gegeven.
Hierbij komen Spencer de beide wetten
van Darwin te hulp. Is er nu in 't algemeen
weinig tegen diens hypothese in te brengen,
al ware 't alleen dat geene andere zoo goed
het ontstaan der soorten verklaaart,toch kan
zijn bewijsvoering niet overal als voldoende
worden erkend. De verschillende bezwaren
daartegen ingebracht werden thans door
spreker in 't breede nagegaan, om daaruit
het besluit af te leiden dat zijn hypothese
hoe verdienstelijkvoor zijn bijzonder doel
nog geen dienst kan doen als onomstoote-
lijke wet tot volledige verklaring ook op
ander gebied. Al heeft Darwin gelijk toch
blijft er nog een rest ter verklaring over,
die de onderstelling wettigt dat de aanleg
tot ontwikkeling van den beginne aan is
ingeplant.
Heeft dit streven ook geen aanspraak
op groote beteekenis voor de philosophie
het is van even groote waarde als de
naam zwaartekracht. Wij moeten erkennen
dat onze kennis grenzen heeft, en is het
plicht den moed zijner overtuiging te
hebben, niet minder is het een deugd den
moed te hebben zijner onwetendheid. Hier
mede sloot de spreker het eerste gedeelte
zijner critiek.
N ieu wsbericht en
in de zitting, Maandagavond door
de Eerste Kamer gehouden, is de door
de Prov. Staten van Utrecht gekozen
Jhr. Mr. P. J. Elont van Soeterwonde
toegelaten, nadat de geloofsbrieven van
dien heer waren goedbevonden, en hij de
door de Grondwet gevorderde eeden had
afgelegd. Een bericht van het overigden
van den heer C. J. Geertsema, oud-lid
der kamer, werd voor kennisgeving aan
genomen. De voorzitter deed mededeeling
van verder ingekomen stukken, en op
zijn voorstel werd besloten op den 14den
Januari te beraadslagen over de op de
invoering van het Wetboek van Strafrecht
betrekking hebbende ontwerpen.
Men verneemtdat Dinsdag middag
in een der waggons van den sneltrein
tusschen Tilburg en Breda brand is ont
staan. Een van de drie zich daarin be
vindende personen wilde uit den coupé
springendoch een der anderen maakte
van de scheldie in den waggon voor
handen wasgebruikzoodat de conduc
teur onmiddelijk remde en alstoen bij
onderzoek bevond dat de wagon werkelijk
aan het branden was en deze dadelijk
afhaakte, zoodat geene persoonlijke onge
lukken hebben plaats gehad en slechts
20 minnten vertraging in de aankomst
te Breda werd veroorzaakt.
De Cosmos geeft de volgende be
schrijving van eene nieuwe gevangenis in
Amerika.
Zij bestaat uit eenen metalen cilinder
met drie verdiepingenelke verdieping
bevat tien cellen. Deze cilinder hangt in
een toren en wordt door hydraulische
beweegkracht in voortdurend draaiende
beweging gehouden.
Het doel ishet uitbreken te beletten,
daar de gevangene nooit lang genoeg op
een punt van den muur blijftom te
beproeven deze te doorborenterwijl bo
vendien slechts beurtelings de deuren der
cellen komen voor de éénige opening
waardoor ontkomen mogelijk is, dus slechts
eene gevangene gelijktijdig naar buiten
komen kan.
Deze wijze van opsluiting wordt als
zwaarste straf op de meest gevaarlijke
misdadigers toegepasten heeft vooral
ten doel het zoo gevaarlijk samenzijn van
misdadigers te voorkomen en tevens om
het aantal ontvluchtingen te verminderen.
Dinsdagavond had te Werkendam
het volgende ongeluk plaatsIn de woon
kamer van P. van Berchem viel eene
staande petroleumlamp om. De vrouw wilde
haar opvangen, doch werd daarbij overdekt
met petroleum, die oogenblikkelijk vlam
vatte en hare kleederen in vlam zette.
In haren angst liep zij de deur uit en
sprong in de Bloot, die vlak voor hare
woning ligt. Haar echtgenoot snelde haar
na en hielp haar uit haren ontzettenden
toestand, hetgeen hem niet dan met veel
moeite mocht gelukken.
De vrouw is vreeselijk met brandwonden
overdekt en verkeert in een deerniswaar-
digen toestand terwijl de man ook eenige
brandwonden, vooral aan de hand, bekwam.
UitLochem meldt men van 12 Januari
De personentram van Deventer passeerde
gisteren middag zonder ophouden hetstation
alhier in vliegende vaart, naar het scheen
zonder machinist. De tram liep, gelukkig
zonder persoonlijke ongelukken, op een
dood punt op twee goederenwagens, die
verbrijzeld werden, terwijl de machinist
stomdronken werd bevonden en onmiddelijk
in arrest werd gesteld.
Uit Amerika wordt aan de Sport
bericht, dat de bekende skuller Charles
E. Courtney een nieuw, door hem zelf
geconstrneerd Kamer-Jloei-Apparaat in
zijne woning heeft ter bezichtiging gesteld.
Dat toestel bestaat uit eene soort van
roeiboot, die op ijzeren sporen om een met
haar verbonden middenpaal als een carrousel
rondgaat. De voortbeweging geschiedt door
riemen, die langs de sporen aangebrachte
houten wiggen treffen. De afstand dezer
wiggen onderling is natuurlijk precies
gelijk en bedraagt de lengte van een slag,
zoodat op de plaats, waar anders de riem
in het water komt, een wig staat, waar
achter het blad komt en de riem houdt
en tegenstand biedt, evenals in het water.
Het roeien in de kamer schijnt in Amerika
goed op te nemen. Circa 100 studenten
van de Pennsylvania-universiteit zijn op
roeimachines in training, onder leiding van
den professional Ellis Ward.
De groote gouden medaille, wegende
139,2 gram, welke den 21en April 1871
door Z. M. den Koning aan wijlen mevrouw
Kleine-Gartman werd geschonken, heeft
heden bij publieke veiling te Amsterdam
ƒ311 opgebracht. Het daarbij beboorend
diploma, eene calligraphic in goud en
kleuren, door D. W. Koobol, werd voor
ƒ6.50 toegewezen.
Wie een put graaftZondag-
morgen wilde een jongen te Amsterdam
een.dien8tmeisje met een sneeuwbal werpen,
waarin hij een steen gekneed had. Op het
oogenblik echter, dat hij wilde gooien,
greep de deern hem aan en, zonder te
weten wat er in den bal was verborgen,
wreef zij den jongen met haar stevige
handen de sneeuw in 't gezicht. Het bloed
sprong hem tengevolge van den steen uit
neus en wangen.
Op het seinpostduin te Scheveningen
zal worden gebouwd eene groote restauratie
door de gezamenlijke eigenaren van bedoeld
dnin. Het plan is gemaakt door den
architect Westra. Het terras aan dezeezijde
zal 20,000 Ml groot zijndaar er van
de zee naar de landzijde een verval is
van 4 Meter, zal er aan de landzijde eene
groote bierhalle worden gemaakt. Daar
de toegang tot en het verkeer op het terras
van het badhuis voor minder gefortuneerden
inderdaad te dunr uitkomt, bestaat het
plan, om het te stichten gebouw op soliden,
maar eenvoudigen voet in te richten.
Ten bewijze dat de versterking der
rechtbank te Amsterdam, zooals zij door
de tweede kamer beknibbeld is, volstrekt
niet aan de behoefte voldoet, meldt het
Hbld., dat onlangs de pleitdag in een
zoogenaamd „kort geding" eerst in Maart
kon worden toegestaan, omdat al de zitting-
uren voor dien tijd reeds bezet waren.
Voor gewone behandeling is reeds alle
beschikbare tijd tot aan de zomervacantie
in beslag genomen.
Dat zulk een trage rechtsbedeeling, het
gevolg van overdreven zucht tot bezuini
ging op de staatsuitgaven, op den duur
onhoudbaar is, zal ieder wel toegeven.
In een correspondentie uit Den Haag
aan de Zutf, Crt. meldt men dat de koning
in den laatsten tijd zeer grijs is geworden,
maar er overigens weer meer opgewekt
uitziet. Volgens het oordeel van een ge
neesheer is Z. M. in de laatste twee jaren
niet zoo goed geweest als tegenwoordig.
Als een bewijs hoe traag de handel
op Noord-Beveland is, kan dienen, dat
op een der laatst gehouden marktdagen te
Colijnsplaat geen enkel graankooper aan
wezig was; een geval, dat in de laatste
25jaren niet was voorgekomen.
Naar men meldt had de heer Plate,
hoofd der commanditaire vennootschap
Lens en Bergsma te Amsterdam, reeds
Vrijdag zijnen post verlaten. Niet wetende,
voor welk vraagstuk daardoor de vennoot
schap zal worden geplaatst, heeft de heer
Lens onmiddelijk op het kantoor te Am
sterdam zoowel als op dat te Arnhem alle
betalingen doen staken.
De Hongaarsche minister van-onder
wijs heeft den heer Pasteur gevraagd, of
hij een door de Hongaarsche regeering
gezonden arts in de geheimen der inenting
tegen hondsdolheid wilde inwijden. De
heer Pasteur heeft geantwoord, dat hij zich
gelukkig rekende den minister eener natie,
welke ten opzichte van Frankrijk zoo
welwillend gezind is, van dienst te kunnen
zijn.
De zaak Sbabaro blijft de algemeene
opmerkzaamheid trekken. Zoodra deze
bewegelijke professor na zijn verkiezing
tot afgevaardigde uit de gevangenis ont
slagen was, kondigde hij de oprichting
van een nieuw blad aanDe penen hield
in koffiehuizen, uit de ramen zijner woning
en op andere plaatsen redevoeringen. Het
komische van het geval is, dat zijn eigen
kiezers in Paviahem niet willen ontvangen.
Hij kan het geen van allen naar den zin
maken, want de eenen verwijten hem
dat hij monarchist is; de anderen, dat
hij tegen bet ministerie strijdt. Sbarbaro
heeft nu verklaard zich van alle rede
voeringen gedurende deze zitting der
kamer te zullen onthouden en is voor-
loopig naar zijn woonplaats gegaan, om
tot rust te komen van de vermoeienissen
na zijn ontslag uit den kerker.
Een groote brand heeft te Philadelphia
gewoed in een katoen- en lakenweverij
vijftig arbeidswoningen werden eveneens
door het vuur aangetast en vernield. Het
verlies wordt op een millioen dollars
geschat, terwijl 23000 arbeidslieden zonder
werk rondloopen.
- De keizer van Oostenrijk heeft het
bad Gastein van de stad Salzburg voor
450,000 fi. gekocht.
Een opmerkelijk staaltje van keizer-
liefde verhaalt de Germania. Bij gelegen
heid van het koningsjubileiim wilde de
katholieke priester uit Löbau in West
pruisen met den rechter daar ter stede
op het welzijn des keizers klinken. De
rechter weigerde, omdat de ander katholiek
was en de katholieken keizer noch koning
hadden; daarover legde de pater zijn ver
ontwaardiging aan den dag, waarop de
ambtenaar hem een klap om de ooren gaf.
Maar de priester verklaarde den rechter
geen klap van zijn hand waard. Nieuwe
woede van dezentot hij door de aan
wezigen de deur werd uitgeworpen
Men schrijft uit Nijmegen:
Dezer dagen zijn de autoriteiten van
het 5e regiment infanterie alhier tot de
ontdekking gekomen dat in de magazijnen
een groot aantal patroonhulzen, die aldaar
bewaard werden om te gelegener tijd te
Delft in 's rijks magazijnen te wor
den ingeleverd ontbraken. Men spreekt
zelfs van 5 a 6000 kilogram. Een soldaat,
die juist een partijtje verkocht, werd op
de daad betrapt. Naar men verneemt
moeten ook onderofficieren aan den ver-,
koop van hulzen die hadden behooren
ingeleverd te wordenschuldig zijn. Er
is een streng onderzoek naar de feiten
ingesteld.
Dezer dagen vond een geneesheer
die '8 avonds van Maastricht naar zijne
woonplaats Bibsen per rijtuig terugkeerde,
onderweg eene vrouw, die zeer vermoeid
scheen te zijn. De dokter wilde haar in
zijn rijtuig opnemen hij nam eerst het
mandje aandat zij bij zich haden
reikte haar toen de hand om in te stappen.
Hij vond echter dat de hand dezer vrouw
wat grof en mannelijk voelde, hetgeen
hem op de gedachte bracht dat hier een
list in het spel kon zijn. Hij liet de hand
los en reed spoorslags verder.
Bij zijn thuiskomst vond hij zijn ver
moeden door den inhoud van het mandje
bevestigdhet bevatte twee moordtuigen,
een dolk en een revolver. Nadere onder
zoekingen naar de gewaande vrouw heb-
i ben nog tot geen gevolg geleid.
Te St.-Petersburg stonden dezer
dagen tien personen terechtdie zich tot
i brandstichting verbonden hadden met het
doel de verzekeringsgelden machtig te
worden. Drie van hen werden vrijgespro
ken. De zeven overigen, waaronder drie
vrouwenwerden tot dwangarbeidstraffen
van 9, 10 en 15 jaren veroordeeld.
De veldweg naar Maastricht van
het op vijf kilometers van daar gelege n
dorp Bemelen, loopt, op eenigen afstand
van het dorp, door een doorgegraven heuvel,
die thans geheel met sneeuw is bedekt
Eene boerenvrouw, die zich naar de markt
te Maastricht begaf, raakte den weg bijster
en zakte op genoemde plek door de sneeuw.
Een platte korf met hare koopwaar, die
zij op het hoofd droeg, bleef op de sneeuw
staan. Een dorpgenoot, die er een kwart
uur later voorbijkwam, vond de korf en
ontdekte daardoor haar gevaarlijken toe
stand. Hij moest naar het dorp terug
gaan, om hulp te halen, daar hij alleen
haar niet kon verlossen. Met schoppen
werd zij uitgegraven.
Toen de karrelieden van de gemeente
reiniging te Zwolle op 2 Januari hunne
Nieuwejaars-fooien inden, ontwaarden zij
dat er al iemand hun vóór was geweest,
die op hunnen naam van de bewoners
van eenige villa's in het Wezenland de
fooien had ontvangen. Op de persoons
beschrijving der dienstboden afgaande,
werd door de politie een] onkerzoek inge
steld en thans is de oplichter gevonden,
zijnde de schippersknecht en sjouwerman
H. L., die zijne schuld ook reeds bekende
en verklaarde het uit armoede te hebben
gedaan.
HAARLEM, 15 Januari 1886.
Tot herschatter der huurwaarde
voor de regeling van het vergunningsrecht
op den verk. v. sterken drank in het klein
is door den ontv. d. dir. bel. alhier be
noemd de heer G. Boogaard en tot dien»
plaatsvervanger de heer J. C. v. Beysen.
De zoogenaamde brnidenbus op het
Raadhuis alhier heeft in het afgeloopen
jaar opgebracht 472.91, welke som onder
verschillende armbesturen zal worden
verdeeld.
Bij Kon. besl. van 14 Jan. is aan
L. J. du Celliée Mullerhoofdingr le
kl. v.d. Waterstaat alhier, vergunning ver
leend tot het aannemen en dragen der ver
sierselen van Ridder der orde v. h. Legioen
van eer, hem door den President der
Pransche Republiek geschonken.
Door de k. v. kooph. en fabr. alhier
zijn voor het jaar 1886 benoemd tot
haren voorz. de heer A. L. Dyserinck en
tot haren onder-voorz. de heer Mr. R. H. J.
Gallandat Huët. Beide heeren hebben die
benoeming bij vernieuwing aangenomen.
In het St. Elisabeth gasthnis alhier
is een 67 jarige man opgenomen die op
straat door een val zijn linkerbeen had
gebroken. Vier jaren geleden heeft hij op
gelijke wijze zijn rechterbeen gebroken.