DOOR EIGEN KRACHT.
■mhh
Naar het Engelsch door M. E. Braddon.
29)
Zij had verwacht lehooren dat hij
van adel was, dat hij een vorstelijk
vermogen bezat en dat verspilde aan
diamantendiners en soupers na
afloop der voorstelling. Eeh journalist,
een looneelschrijverdat was niet
erg grootsch; maar zijne manieren
waren toch in ieder geval hoogst
aangenaam.
HOOFDSTUK XVIII.
Op het kruispunt van haar leven,
Lisette Mogue was niet gemakkelijk
aftebrengen van een plan waarin zij
voor zichzelf voordeel en rijkdom zag
en nu zij het zich eenmaal in hel hooid
had gezet dat er veel geld te verdie
nen zou zijnhad zij zich reeds
allerlei luchtkasteelen gebouwd zonder
anderen grond dan haar eigen sterke
verbeeldingskracht. Paquerette was
jong en zonder bepaald mooi te zijn
bezat zij toch hoedanighedendie,
onder de leiding eener ervaren leer
meesteres konden gebracht worden
tot de quintessence van chicnaïve
teit en vrijmoedigheiden dan kon
het niet anders of Paquerette zou
binnen drie jaar de geheele stad aan
hare voeten zien, zij zou die bij storm
innemen.
Voor eene populariteitzoo wis
selvallig als die eener primadonna van
een café chantantzouden de eerste
drie jaren den gouden oogsttijd zijn.
Terwijl Paquerette nog (risch, kin
derlij k en mooi was, zoude hel publiek
haar naloopen. Een chansonnette,
tant soit peu risquée, van die jeug
dige lippen, zoude iets piquants zijn
om het oververzadigd parijsche publiek
te lokkenom ondernemers van pu
blieke vermakelijkheden tegen elkan
der te doen opbieden om in het
bezit te komen van de laatste nieuwig
heid in chanteuses de canaille. Het
was boven allen twijfel verheven dat
Ishmael, met zijn provinciale begrip
pen, zich met kracht zou verzetten
tegen het plan dat Lisette geld zou
verdienen met Paquerette, die van
haar salariszelf slechts een klein
deel zou bekomen.
Vast besloten haar plan door ie
drijvengebruikte Lisette al hare
welsprekendheid om Paquerette te
overtuigen van de heerlijkheden en
goede kansen achter de voetlichten,
zoowel van een café chantant als van
een theater. Zij hamerde steeds op
hetzelfde aanbeeld, uitwijdende over
de zonnige zijde van het leven der
caboline. De toejuichingen, de feesten,
bloemen, prachtige japonnen, paarden,
rijtuigen en diamanten colliers, die
als '1 ware uit den hemel komen
vallen beschreef zij, maar van de
keerzijdedonker als de nacht, sprak
zij niet.
De arme kleine Paquerette was
bezig met het keeren en verstellen
eener winterjapon die zij van Madame
Mogue had gekregen en was in hare
verbeelding in een tooverland vol
geluk en licht en prachtige bloemen,
zooals zij die gisteren gezien had in
een winkel op den hoek der rue
Gastiglione. In die feeënwereld zou
zij, Paquerette, kunnen leven als zij
slechts naar den raad van madame
Mogue wilde luisteren en leeren zin
gen. Hare stem was erg zwakmaar,
zooals madame haar zeide, deed
oefening alles en madame was bereid
zichuit louter goedhartigheidge
heel te wijden aan de taak om van
Paquerette eene zangeres te maken.
In het salon van madame Mogue
stond een oude rammelkast van een
pianoen hierop accompagneerde
zij een Palais Royal-chansonnelle
die toen veel succes had hel was
een echt palois-liedje afgewisseld door
dans tusschen de coupletten. Na drie of
vier repetities zong Paquerette uit
stekend. Het was als of het voor
haar gemaakt waszeide Lisette. De
zachte kristal heldere stem de kin
derlijke vrijmoedigheidde coquette
voordracht en het lieve figuurtje
dat zoo goed uitkwam als zij walste,
alles was uitstekend.
„Als ik er mij mede belast om u
te kleeden dan zoudt gij de aanval-
ligste ingénue in Parijs zijnzeide
Lisette, verrukt.
Zij nam Paquerette dien avond
mede naar het Palais Royal en plaatste
haar in een armoedig kamertje, waar
zij het zingen kon hooren. Alles zag er
daar even vuil uitwant er was
sedert een vierde van eene eeuw
niets aan gedaan, om de smeer en
aanslag van tabaksrook, te verwijde
ren. De nieuwe ondernemer had wel
den voorgevel gerestaureerd, maar
aan kleedkamers en hetgeen zich
verder achter de schermen bevond,
had hij hoegenaamd niets gedaan.
Hij had een scherpe lijn getrokken
tusschen het publiek en de acteurs.
Om eenige kosten te maken voor
het gemak der laatsten zou eene
dwaasheid geweest zijn.
Paquerette zal naast de openstaande
deur, en luisterde naar het zingen, het
gelach en hel applaudisseeren van het
publiek; zij keek van tijd tot tijd eens
om het hoekje, en zag dan de lichten,
de kunstbloemende kanten en
de draperiën vol klatergoud op het
tooneel en verderaan de andere
zijde der schitterende voetlichten,
een menigte volks dat lachte om de
vulgaire aardigheden die vertoond
werden. De atmosfeer was benauwd
door den rook van gemeene tabak
en de lucht van allerlei slechte cog
nac of andere sterke drankenmaar
toch maakten die lichten en muziek
en die vroolijke menigte een indruk
op Paquerette even verblindend als
het operagebouw in de rue Le Pel-
leiier op een meer beschaafd persoon
zouden gemaakt hebben. Zij had
immers nimmer nog zooveel vroolijke
gezichten en schitterend licht bij
elkander gezien, alles was haar nieuw.
Terwijl zij zat te luisteren naar
een quartet uit „Rigoletto" dat
door de versleten sopraan en den
erg schorren bas werd voorgedragen,
met behulp van een tenor en eene
altzangeres van minstens zeer twij
felachtige zuiverheid van slem, werd
de deur verder geopend en trad een
jongmensch binnen. Paquerettedie
vol aandacht naar het tooneel keek
had er niets van bemerktzoodal
zij schrikte toen opeens een zachte
stem haar influisterde:
„Goeden avondmademoiselle
Paquerette."
Zij keek om en herkende den
vriend van Ishmael, het jonge mensch
wiens elegante manieren zoo door
Madame Mogue waren geprezen. Zij
was te veel ontsteld om te kunnen
spreken en antwoordde dus slechts
door even te glimlachen.
„Luistert gij naar hel quartet?"
„Ja. Is het niet mooi?"
„Welluidend als eene sloomzaag.
Die ongelukkige bariton heeft een
geluid als een misthoorn. En om zulke
muziek zoo te hooren vermoorden!"
„Zijl gij nooit in de opera geweest?"
„Neen nooitzeide Paquerette
verwonderd.
Zij wist niet eens wat hel woord
beteekende.
„Dan moet gij er eens op een
avond heen gaan om dal quartet te
hooren zingen zooals het behoort."
„Wat is een quartet en wat betee-
kend het vroeg Paquerette.
„Een quartet is een vierstemmig
lieden datwat gij nu gehoord
hebt, beteekent que diablehet be-
teekent van alles: jalousie, wraak,
moord, het vereenigt alle hartstoch
ten van een geheel menschenleven
in zichhel bevat stof voor een
roman. En daarbij te denken dat gij
die heerlijke muziek in een hol als
dit, voor 't eerst moet hooren!"
„Is het hier erg gemeen?" vroeg
Paquerette schuw.
„Het is eene concert-zaal van den
laagsten rangmaar toch altijd veel
beter dan een klooster," zeide Hector.
„Is een klooster zoo vreeselijk
„Het is levenslange gevangenis,
zonder de genoegens van een misdadi
ger te hebben genoten. Maar uw vriend,
monsieur Ishmaelheeft beloofd dat
hij u niet in een klooster zal opsluiten."
„Daar ben ik blij om," zeide
Paquerette. „Ik zou alles doen wat
hij van mij verlangt, maar in een
klooster gaanneendaar zou ik
veel tegen hebben."
Toen het quartet was geëindigd,
was er pauze en daarna trad Lisette
op, met haar gemaaklen glimlach,
links en rechts kijkende om bewon
dering en applaudissement uittelokken
voor het zingen van op zijn minst
gezegd, zeer triviale liedjes. In wer
kelijkheid bevielen die niet aan Pa
querette maar toch had zij een flauw
begrip, dat de bijval van het publiek
voor eene actrice een genot moest zijn.
Monsieur de Valnois geleidde ma
dame Mogue en hare protegée huis
waarts, en gedurende die wandeling
bestond het geheele discours van den
kant van madame uit niets dan lof
tuitingen over het schitterende levens
lot van eene zangeres of tooneel-
speelster, en over het bespottelijke
besluit van Ishmael om Paquerette
te verbieden te débuteeren.
„Ik zou haar een handje kunnen
geven zooals niemand in Parijs dat
zou kunnen doen," zeide Lisette. „Ik
wind den directeur van het Palais
om mijn pink. Hij weigert mij niets."
Vol ijver om Valnois voor haar plan
te winnen noodigde zij hem om bij
haar te soupeeren, en te middernacht
bevond zich de laatste alstammeling
van een patricisch geslacht aan den
disch van een varkensslachter, zich
te goed doende aan gras double a
la Lvonnais en pieds de mouton a
la Sainte Ménéhoulde, met een glas
zeer gewonen wijn. Na afloop hoorde
hij Paquerette haar nieuwe lied zin
gen hetgeen zij nu met de noodige
chic deed, alsof zij voor het vak gebo
ren was. Hector had, naar zijne mee
ning nooit betooverender verschijning
gezien; dat kleine bleeke gezichtje
met de fijn geteekende wenkbrauwen
en groole blauwe oogen, dat slanke
figuurtje gekleed in een oude zijden
japon, de prachtige blanke zwanenhals
heerlijk uitkomende boven de omge
slagen boord en kersroode das.
„Gij hebt gelijk," riep Hector uit;
„binnen een maand zal zij furore
maken. Het zou wreed zijn haar geen
kans le geven."
Paquerette had alles gehoord en
haar uiterlijk teekende dan ook groote
voldoening. De lof, haar door Lisette
toegezwaaid, had haar reeds gevleid,
hoeveel te meer dan, die van dezen
jongen manmet zijn goede manieren
en gunstig uiterlijkzijn aristocrati
sche vormen en zijn nonchalance,
maar toch zoo elegante kleeding
onder de leiding van Madame Mogue
had Paquerette in korten lijd dit
alles leeren waardeeren zoodat zij
zich reeds veel meer te huis gevoelde
op de Champs Elysées en op de bou
levards dan in Sl. Antoine.
Van dit oogenblik af behoorde
Paqueretle's eenvoudigheid tot het
verledene. Zij had de verboden vrucht
geproefd en verlangde naar meer.
Zij stelde er het grootste belang in
om te hooren vertellen van de levens
wijze der groole wereld die voor
haar even vreemd wasals El Dorado
voor Raleigh. Lissette, die niets liever
wenschle dan hare wijsheid te luch
ten, deed allerlei ware en verdichte
verhalen, zooals zij zeide uit eigen
ondervinding omtrent de roués en
verkwisters die te Parijs een korten
tijd schitterden om weinige jaren
later, gebroken naar lichaam en geest
en doodarm, naar hunne provincies
terugtekeeren om daar te sterven, na
den naam hunner voorouders le heb
ben bezoedeld en ook sprak zij V3n
de financiers die, als 't ware op straat
gevonden, door allerlei zwendel en
bedrog schatrijk waren geworden ten
koste van hel groote, goedgeloovig
publiek.
Paquerette luisterde gaarne naar
zulke vertellingen die zoo vol vuur
werden voorgedragen, dat zij een
groote uilwerking hadden op de leven
dige verbeeldingskracht van het meis
je. Zij hield er veel van om door Parijs
te wandelen, op te zien naar de ra
men, waarachter jongelieden uit de
eerste standen vorstelijke fortuinen
hadden verdobbeldom mooie vrou
wen in prachtige equipages le zien,
vrouwen waarvan men haar de levens
geschiedenis had verteld. Hoe schit
terend scheen haar dat leven toe
niets dan grootheid en glans na
het armoedig en eentonig bestaan
in de rue Sombreuil!
Zoo gingen dagen en weken voorbij,
en hoewel Ishmael nog steeds bepaald
weigerde zijne toestemming le geven
dat zijne protégée als concert-zangeres
zou optreden, was hij hel nog niet
met zich zelf eens, wat er met haar
moest worden gedaan. Het was voor
hem gemakkelijker aan Lisette tien
francs per week kostgeld voor Pa
querette te betalen dan om een plan
vast te stellen waardoor het meisje
in staat zou worden gesteld, haar
eigen kost te verdienen. Hij meende
dat zij wel wat leerde in de menage
van Madame Mogue zij begon al vlug-
met de naald te kunnen omgaanzij
ging met Lisette naar de markt, hielp
in het huishouden en deed, nu en
dan, ook dienst in den winkel. Zij
was heel wat vooruitgegaan sedert
zij St. Antoine had verlaten. Ishmael
zag haar eiken Zondag, want dan
ging hij steeds met de familie Mogue
naar buiten of hij dineerde bij hen.
Maar, niettegenstaande Ishmael's
tegenzin in het tooneel en de concert
zaal, ging Madame Mogue voort met
Paquerette dagelijks zangles te geven
en wel met zulk een goed gevolg
dat de leerling, die een fijn gehoor
hadspoedig de meesteres dreigde
te overschaduwen zoowel in zang als
pianospel. Paquerette verlangde, neen,
smachtte naar het oogenblik, waarop
zij voor het eerst voor de voetlichten
zou komen en al de aandacht van
het publiek op haarop haar alleen,
zoude zijn gevestigd orn daarna in een
daverend applaus los te barsten.
Intusschen gevoelde Ishmael zich
niet weinig bezwaard door de nieuwe
verantwoordelijkheid die hij op zich
had genomen. Paquerette was hem
nooit uit de gedachten. Overal infor
meerde hij naar allerlei vrouwelijke
bezigheden het maken van kunst
bloemen van dames- ofheerenkleeding,
van matrassen, maar alles wat hij
hoorde was even slecht; hard werken
en slechte betaling. Vrouwen konden
wel werk vindenmaar er genoeg
meê verdienen om fatsoenlijk te kun
nen wonen en zich goed te kleeden,
dat waren er slechts enkelen, zoodat
voor de anderen niets overbleef dan
honger of vernedering en oneer.
Zijne berichtgevers stelden hem dat
alles zoo zwart voor, dat Ishmael
begon te wanhopen of hij Paquerette
wel van het klooster of hel tooneel
zou kunnen redden.
Wordt vervolgd).
Gedrukt bij DE ERVEN LOOSJES te Haarlem,
V