HAARLEMSCH
PREDIKBEURTEN
No. 84.
Achtste Jaargang.
van ZATERDAG 23 October 1886.
op ZONDAG '24 Oct. 1886.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf,25.
ji franco p. post ,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stnk.
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 uredie alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Groote Kerk.
Voorm. 10 ure, Smeding.
Nam. 2 ure, Brutel de la Rivière. Zond. 35.
'sAvonds 6 ure, Hoog.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ureBarger.
Jans-Kerk.
Voorm. 10 ure, Moeton.
Woensdag 's av. 7 ureSnethlage.
Bakenesser Kerk.
(Voor de Kinderen).
Voorm. 10 ure, Kasteingodsd.-onderw.
Waalsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Lacheret, past, a la Haye.
Christelijk Gereform. Gemeente.
(Ged. Oudegracht).
Voorm. 10 ure, 'sAv. 5 ure, Mulder.
(Klein Heiligland).
Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Schotel.
Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, Mees.
Kerk der VereenigdeDoopsgezinden
Voorm. 10 ure, Craandijk.
Remonstrantsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Joh. Hyserinck
pred. te Rotterdam.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Weiss.
Hond. 'e av. 7Vs ure, Graaf Benlinck en
Baron van Hoorn.
Chr. bewaarschool L. Heerenvest.
Maand, 's av. 8 ure, Moeton. Bijbellez.
Gen. 12 1 enz.
Lokaal in de Ridderstraat.
Hinsdag 's av. 8 ureSnethlage. Bijbellez.
Hand. 1.
Lokaal van Marumstraat.
Hinsdag 'sav. 8 ure, Smeding.
Hervatting der Bijbellezingen.
Lokaal der jongelings-Yereeniging.
Honderdag 's av. 8 ureBarger. Bijbellez.
2 Sam. 24 1 vv.
Ds. Escher hoopt deze week alle catehisatiën te her
vatten.
Do collecte 20 Oct. jJ. voor de Ned. Zondagschool-
vereeniging gehouden, heeft opgebracht f 53,87.
Ontvangen van de Haarlemsche Zustervereeniging
voor de Chr. School voor on- en minvermogenden fó,
Door ds. Weiss in de brievenbus gevonden f 20,
voor Suriname. Uit de collecte der Zanguitvoering op
7 Oct. ontvangen f 10,voor de Chr. School voor on-
en minvermogonden en f 10 voor Suriname.
Bij ds. Smeding is met hartelijken dank ontvangen van
Mej. v. L. van wege do Chr. meisjesvereeniging alhier
31,voor de Chr, School voor on- en minvermogenden.
Ds. Brutel de la Rivière zal dezo week zijne catehi
satiën van Donderdag houden op Vrijdag 29 Oct.
Eduard Potjes.
Het zoogenaamd kunstminnend publiek
hier ter stede lieeft nu eenmaal niet de
gewoonteom wanneer iemand voor eigen
risico een concert geeft, door eene volle
zaal een' zoodanigen tot eene tweede proef
uittenoodigen. Wij vreezen dan ook, dat
het den impressario Albert de Leur, die
zioh voorstelt op 2ö dezer alhier een
concert te doen geven door den pianist
Ed. Potjes met Mejuffrouw E. Heinrich,
concertzangeres uit Potsdamgaan zal als
zoovelen vóór hemnamelijkVéél moeite
en een nadeelig saldo.
Intusschen, zoovéél in ons vermogen
is, willen wij gaarne den Heer de Leur
ondersteunen, door iets aangaande onzen
landgenoot Potjes mede te deelenen door
te wijzen op het succes, 'twelk hij in
andere plaatsen behaaldede belangstelling
onzer kunstvrienden gaande te maken.
Wellicht, dat het menigeen opwektdezen
kunstenaar te gaan hooren.
Eduard Potjes werd den 13'1™ Augustus
1860 te Nijmegen geboren. Alhoewelreeds
op zeer jeugdigen leeftijd van bijzonderen
aanleg voor de muziek blijk gevende,
verwierf hij eerst op zijn 14dc jaar de
toestemming zijner ouders om zich aan
het pianospel te wijden.
Zijne theoretisch muzikale opleiding
ontving hij van een' Karmeliter monnik, en
vervolgde zijne studiën onder Rich. Hol
om ze verder te voltooien aan 't Conservato
rium te Keulen. Daarop vestigde hij zich
te Antwerpen, alwaar hij weldra in ie
muzikale wereld eene eerste plaats innam.
In September 1885 nam hij de hem
aangeboden betrekking als professor aan
het nieuwe „Padagogium für Musik" te
Straatsburg i/E. aan edoch slechts voor
korten tijddaar hem zijn afkeer van 't les
geven deed besluiten kunstreizen te maken.
Vóór ons liggen verschillende dagbladen,
waarin het spel van den Heer Potjes
wordt beoordeelden éénparig zijn zij
in den lof voor dezen jongen kunstenaar.
Zijn techniek moet tot een weinig geë
venaarde hoogte zijn gekomen, terwijl
zijn voordracht zijnen toehoorders een
buitengewoon genot moet verschaffen.
Zoo zegt o. a. ,tBa Federation ArtistiqueF
„Ce jeune artiste possède nn méeanisme
„remarquable et nne main gauehe
étonnante."
He Koophandel van Antwerpen. „Wat
„vooral het groote talent van den Heer
„Potjes deed uitkomen was het 3de n° van
„het programma „Harmonies du soir" van
„Liszt, een der moeilijkste gewrochten
„van den grooten meester. De uitvoering
„er van was zoo meesterlijk, dat Liszt
„zelf, ware hij tegenwoordig geweest, den
„jongen artist warm zoude hebben toege
juicht."
Journal cTAlsace. „M. Edouard Potjes
„possède son clavier en pianiste rompu a
„toutes les difficultés du méeanisme, et
„saus imprimer a son jeu un caractère bien
„personnel, le soliste sait intéresser
„l'anditoire au différents genres de son
„répertoire."
Wij waren nog niet in de gelegenheid
dezen pianist te hoorenen bekennen dan
ook volgaarne, dat wij al de opgedischte
wijsheid uit vóór ons liggende gegevens
hebben geput. De beoordeeling der pers
benevens het zeer veel belovende program
ma kwamen ons echter belangrijk genoeg
voor om onze stadgenooten op het aan
staande concert van den Heer Potjes
attent te maken.
Aangaande Mejuffrouvp E. Heinrich
schrijven verscheidene bladen mede veel
goeds en wij vertrouwen ten volledat de
impressario deze zangeres niet tot eene
tourneé met de Heer Potjes zoude hebben
uitgenoodigdwanneer zij hem op hunne
concerten niet waardig ter zijde stond.
Z E 0 JSTI E K
Zoo eene, is het de moeite waard de
laatste raadsvergadering in het blad der
kronijken op te teekenen. Aan een zijden
draad hing het bestaan van het aloude
Hollandsche volksvermaak, de kermis, die
hier in Holland's hoofdstad zich als 't
ware in hare laatste verschansing heeft
teruggetrokken. Hier kwijnende, elders
voor goed verdreven, verheugt zij zioh
in Haarlem, waar zooveel oud en eer
biedwaardigs, met piëteit voor het nage
slacht wordt bewaard, en waar ten allen
tijde bijzonder veel zorg is gedragen voor
oude matronen, in een voor haar doen
en leeftijd bloeiend bestaan. In aanmerking
nemende de vrij drukke levenswijze die
zij vroeger heeft geleid moet men hare
taaiheid en levenskraoht bewonderen.
De Heer Macaré kon het dan ook niet
over zich verkrijgen het doodvonnis over
haar uit te spreken, en meende, zooal»
van een officier van justitie te verwachten
was, dat wat er nog van den ouden mensoh
in haar was overgebleven, zeer wel met
behulp van het immer wakend oog der
wet, was uit te roeien. Evenals zoovelen
uit vroeger en later tijd meende hij onze
patiënt nog wel op haar ouden dag te
kunnen bekeeren.
De Heer de Kanter betoogde, dat zij uit
den aard zoo kwaad nog niet was. De zucht
tot vermaak is eene der eigenschappen van
de menschelijke natuur, waarvoor de kermis
van de dagen van ouds iets aantrekkelijks
heeft gehad. Min of meer spinozistisch, ver
klaarde hij deze neiging tot vermaak niet
te willen goed of afkeuren, maar er alleen
rekening mede te houden (op de wijze der
wiskunstenaars.)Ontzag voor de eerwaardig
heid der rekwestranten tot afsohaffing, zoo
wel als hoffelijkheid tegenover de 665 bur
geressen, die het op het bestaan der kermis
hadden gemunt, leidden hem er toe B. en W.
te verzoeken, bij bet antwoord aan adres
santen kennis te geven, dat men wel
is waar niet geneigd was, tot uiterste
maatregelen over te gaan, maar dat de Raad
toch in alle opzichten gezind was, om uit
spattingen van allerlei aard met kraoht
te breidelen.
De Heer 't Hooft verbeeldde zich dat
de kermis was ontaard en vroeger een
nobeler karakter had gedragen. Uit dien
droom werd hij eenigzins onzacht wakker
geschud door den Heer Krelage die hem
wees op de tooneelen van Brouwer en
Ostade, en toen hij zich nu de ideale
kermis in nog vroeger tijden meende te
kunnen voorstellensloeg de Heer Macarè
een oude kroniek op, waaruit bleek dat er
reeds kort na de geboorte van de gedaagde
op St. Lucas 1355, kwade noten van haar
werden gekraakt. Het was dan ook trou
wens wel te verwachten dat zij, die op
haar onden dag nog niet alle losse haren
verloren had in haar jengd zeker geen
heilige kon worden genoemd. De Heer
't Hooft werd door dit een en ander zeer
geschokt in zijn hoop op definitief herstel.
Hij gaf den moed evenwel niet op, maar
meende dat door afschaffing van draaimolens,
draaiorgels, etc., wel eenige verbetering was
aan te brengen.
Waren de vorige sprekers eenigzins scep
tisch gestemd, de Heer Krelage, had goeden
moed voor de toekomst. Al liep hij niet
zoo hoog met de deugd onzer erenfeste voor
vaderen hij waardeerde hen om de stijlen
het karakter dat zij aan alles wat zij wrocht
ten, ook aan hunne vermaken wisten te hech
ten en bij te zetten. In de kermis wist hij
dit eigenaardige op te merken dat het
geheele volk, alle standen te zamen er
aan deel konden nemenen dit kwam
hem piquant genoeg voor, om de aan
geklaagde de hand boven het hoofd te
houden niet alleenmaar ook te trachten
haar een verjongingskuur te doen onder
gaan, op dat zij even als zooveel ouds,
uit het stof aan het lioht gebracht, in
haar passend negentiendeeeuwsch gewaad,
meer iu overeenstemming met de hooge
eischen van den tegenwoordigen tijd, van
uit Haarlem een zegetocht zou kunnen
ondernemen over het gansche land. Zoo
zou men nog de renaissance van de kermis
kunnen beleven. Met zekeren nadruk wees
hij er op dat de tijden vooruitgaandat
toen de kermis veel woester van aard
was, van adressen niets was vernomen.
Dit moest echter juist een spoorslag zijn
om het vermaak te veredelen, niet om
het af te schaffen.
Het einde dezer discussie was dat de
kermis, zonder hoofdelijke stemming zelfs,
werd in 't leven gehouden. Wel een bewijs
voorwaar, hoezeer zij door de Hollanders
op prijs wordt gesteld. Hoe geducht ook
de aanval was der adressanten, die haar
in de zwartste kleuren afschilderden, als
één man werd hij afgeweerd door den
Senaatin wiens oogen de kermis genade
vond.
Om tot minder dramatische onderwerpen
over te gaan, vermelden wij nog dat in
deze zitting is besloten tot het maken
van een steenen walmunr aan de Melk-
brugdat op de reclames werd beschikt
overeenkomstig het advies der Commissie,
dat de bewaarder van het stadhuis voor
het schoonmaken, en de blaasbalgtreders
voor het trappen, een hooger salaris ont
vingen, en dat de benoeming van een on
derwijzer aan school B werd uitgesteld
omdat men vreesde dat aldaar te veel
onderwijskrachten voorhanden waren.
Het belangrijke vraagstuk der Spoorweg
overgangen zal in de verschillende Raads-
commissiën worden onderzocht.
De Heer van Eijk nam in deze zitting
afscheid van de vergadering en werd door
den Voorzitter in hartelijke bewoordingen
vaarwel gezegd, en daarmede nam deze
zitting een einde.
Groot zijn de veranderingen, welke
te Haarlemmerliede en nabij Spaardam iu
den laatsten tijd, van wege de werken der
genie, hebben plaats gehad.Groote, van zand
opgeworpen batterijen hebben de plaatsen
vervangenvroeger door landerijen of
tuinen ingenomen. Een aaneengeschakelde
rij van batterijen loopt thans van het
fort „De Liede," naar den Haarlemmer
straatweg. Als bijzonderheid verdient ver
melding dat de batterijen voor een groot
deel zijn opgeworpen van zanduit de
ondiepe plaatsen van het Spaarne gebag
gerd. Hoewel de werkzaamheden nog
lang niet afgeloopen zijnzoo zijn zij nu
gestaakt om, naar wij vernemen, in het
voorjaar van 1887 hervat te worden.
HAARLEM, 22 October 1886.
Donderdag avond had in hetNutsge-
bouw de voortgezette bespreking plaats
van de pakket-vaart in Ned. Indië in
een druk bezochte buitengewone ver
gadering van het Departement der Ned
Maatschappij ter bevordering van Nijver
heid.
Nadat door den voorzitter de wensche-
lijkheid was betoogd om de vier vragen
van het Hoofdbestuur te gelijk te be
handelen gaf de Heer van Coeverden
eenige beschouwingen over de wijze,
waarop de Ned. Ind. Stoomvaart-Maat
schappij liare taak opvat, wees op de
hieraan verbonden nadeelen en leidde
er de wenschelijkheid uit af om de
I pakket-vaart geheel in Nederlandsclie
j handen te brengen.
De Heer Gijsberti Hodenpjjl weerlegde
eenige bedenkingen, in de vorige ver
gadering tegen zijne militaire beschou-
I wingen ingebracht, doch werd op dit