HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 8.
Negende Jaargang.
van WOENSDAG 26 Januari 1887.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES Gedempte Oudegracht 8G.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden,25.
franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
Afzonderlijke nommera 3 centen per atuk. meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertmtiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Koord-Znldliollandsche Stoomtramweg-MaatschappijHaarlemLeiden. 1 Jan. 1887.
Haarl., Hilleg. en Leiden4.—f8.21,9.—, 10.51,11.50' 's m., 1.48,3.5,4.32,6.22*, 7.5 'a a.
Haarlem—Hillegom 9.35, 10.45 's avonds.
-j Alleen des Vrijdags. Vervoert ook goederen.
Haarlemsehe Tramway-Maatschapplj. Van 't Station 7.30 's morgens tot 10.30 's avonds.
Uit den Hout 7.50 's morgens tot 10.50 's avonds.
Vertreknren der Spoortreinen van Haarlem. 1 October 1886. Naar Amsterdam: 6.52,
8 10*, 8,31.8.55', 9.26', 10.29* 11.57, 11.30+, 11.46* 'smorgens, 12.55,2.40', 3.36',
4.16', 5.34, 6.37',6.47, 7.28+, 7.55', 9.03', 9.51*, 9.57, 10.21', 10.59+ 's avonds.
Tan Amsterdam6.15, 6.50*, 7.35+, 7.45*, 8.20', 8.45, 9.15', 9.43', 9.50', 11.05,11.50*, 11,55.
'smorg. 1.05', 1.20', 3.25', 4.25, 4.37', 5.33+, 7.30', 8.20, 8.40', 10.—*, 11.— 'sav.
Naar Rotterdam: 7.17, 7.57+, 8.43', 9.18, 10.13', 'smorgens, 12.13', 12.33, 1.46', 3.49',
4.57, 5.56+, 7.53', 8.49, 10.23' 's avonds.
Tan Rotterdam: 6.-, 7.55', 9.45, 10.15+, 10.58 'smorgens, 1.23', 2.45', 3.354.50,6.18+
7.32", 7.55, 8.50* t 9.50+ 's avonds. De met gemerkte treinen zijn sneltreinen. De
met zijn exprestremen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.44, 10.15 'smorgens, 1.32, 5.04, 9.06 's avonds.
Naar IJmuiden: 6.15, 6.44, 10.15 'smorgens, 1.32, 5.04, 9.06 'savonds.
Tan IJmuiden: 8.01, 11.13 'smorgens, 3.04, 6.05, 9.12, 9.50 'savonds.
Naar Zandvoort: 8.11, 10.17,11.33 'smorg., 1.34, 3.51,4.52,5.58,8.51'savonds, tot 14Oct.
Van Zandvoort: 8.34,11.08 'smorgens, 12.32, 3.13,4.18, 5.11,6.23,9,27'savonds, tot 14Oct.
Tram-Omnibus-Maatsehappij. BloemendoalOverveenHaarlem. 17 Oct. 1886.
Vertrekuren van Bloemendaal (Hótel Kennemerlandj8.15, 9.30, 10.50 's morgens;
12.15, 2.—, 3.25, 4.10, 6.50, 8.—, 9.40, 10.15 'savonds.
Van Haarlem (Station). 7.55, 9.11, 10.10, 11.30, 's morgens, 1.28, 3.4.05, 4.50'
7.50, 9.03, 10.30 'savonds.
Het omrijden van de Kerk te Bloemendaal zal blijven plaats hebben.
Dienstregeling van het Postkanteor. 1 Oct. 1886. Openstelling van hetkantoor: Dag.
van 8 's morg. lot 9& uur 's av. Op Zondag van 's morg. 8 tot 10 en 's av. van 12 tot 4 nur.
Voor de storting en uitbetaling van postwissels en de invordering van gelden op kwitantiën
alleen op werkdagenvan 9 «nr 's morg. tot 3 uur 's av. Voor de Spaarbank van 's morg. 9
tot 9 uur 's av.op Zondag van 8 tot 10 en van 12 tot 4 ure. Voor de Postpakketten
alleen op werkdagen, van 'smorgens 8 tot 9}i uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 7.30,10.— 'smorgens, 1.15,3.30,7.9.'s avonds.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen7.30 's morgens, 1.4.'s avonds.
Lichting der hulpbrievenbussen Zuiderstraat hoek Oudegracht, Gr. Houtstraat, Zijlvsst,
Parklaan, Kaasplein7.—, 10.'s morg., 2.30,6.8.30 's av. Florapark, Kampersingel,
Leidschevaart, Schootersingel6.45, 9.45 'smorgens, 2.15, 5.45, 8.15 'savonds.
Des Zondags: buitenwijken 's m. 6.45 en 's av. 3.15. binnenwijken 's m. 7 en 's av. 3.30.
Lichting aan het Station: Richting Amsterdam 8.5,11.25's morg., 2.35,3.31', 5.29', 7.23* 'sav.
Richting Rotterdam 7-52,9.13 'smorg., 12.8, 4.52', 5.51,10.Ï8* 'sav.Richtingden Helder
6.39, 10.10 'smorg., 1.27", 4.52, 9.1* 'savonds. De met worden Zondags niet gelisht.
Telegraafkantoor. 1 October 1886. Het kantoor is geopend op werkdagen van 's m. 8 tot 's av.
10 uur, op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen van 's m. 8—4 's av. 6—9
Binuenl. Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voor de eerste 10 woordenvoor
elk tweetal woorden daarboven 3 cents.
iosua van Hiindel,
uitgevoerd door de afdeeling Haarlem
der Maatschappij t. h. d. Toonkunst.
Toen de gewone verslaggever tot mij
het verzoek richtte, ditmaal zijne plaats
te vervangen, daar hij door omstandig
heden hiertoe verhinderd was, gaf ik
aarzelend een toestemmend antwoord. Nn
eohter, na den afloop van het concert zet
ik mij met ingenomenheid aan den arbeid,
omdat het mij aangenaam is met lof te
mogen spreken van deze uitvoering der
Josua.
Laat ons beginnen by het voornaamste
deel; n. 1. de koren. Zeer veel genot
gaven ons die ernstige, goed uitgevoerde
koren. Bizonder zg vermeldNo. 32
34, 51 en 56 die uitmuntend werden
gezongen. Ook No. 27 werd zeer goed
gezongen, maar de begeleiding der trom
petten, die zeer ongelgk was, bedierf wel
wat van den goeden indrnk.
Ook de overige koren liepen behoudens
enkele vlekjes, zooals in No. 8 b. v. niet
te ontkennen waren, zeer goed van stapel.
Zg getuigden allen van ernstige studie
onder eene uitstekende leiding.
Het orkest, de groote steun in zulk werk,
gaf niet zooveel reden tot tevredenheid.
Er waren nogal vlekjes op te merken
vooral liet de zuiverheid der cellen bg
de begeleiding der recitatieven nog al wat
te wenschen over en werd er aan dui-
delgkheid en gelgkheid nog al eens te
kort gedaan. Ware het orkest, meer speciaal
het strgkorkestin gelgke gunstige ver
houding met koor en solo geweest, hoe
uitstekend zou de uitvoering dan geweest
zijn.
Als versiering van het oratorinm kan
men de soli aanmerken, door het viertal
solisten aan wie die partgen waren toe
vertrouwd tot een waar sieraad geken
merkt. De heer Eogmans, die de titelrol
(Josua) vervulde, maakte als altgd een
machtigen indrnk.
Wg zgn trots op dezen heldentenor,
die ons telkens opnieuw boeit door voor
dracht en stem. Elke solo die hg zoo
schoon vertolkte aan te halen zou te
lang ophouden, het zg genoeg het „Auf,
Yölker, auf", en het „Auf, mit neuer
Mutli zur Schlacht" in herinnering te
brengen.
De heer en mevrouw Haase zgn zeer
goede bekenden hier ter stede, die men
steeds met warmte begroet. Ook nu hand
haafden zg dien goeden naam. Hoe heerlgk
o. a. wsrd door Mevrouw Haase het
„Horoh, horch auf der muntern Vogel
Lied" voorgedragen. Hoe boeide ons het
„Seht die Flamme, wie sie ras't" en later
„Soll ich auf Mamre's Fruchtgefild",
zooals de heer Haase die aria's met zgn
welluidend basgeluid vertolkte.
Mejuffrouw Gerda Reinders hoorden
wg slechts ééns te voren hier ter stede,
maar die enkele maal was voldoende om
met vreugde haar wederkomen tegemoet
te zien. Liefelgk en frisch, diep en vol
klinkt haar stem. Haar voordracht is
waar en ernstig, en getuigt van goede
vorming en veel muzikaliteit. Aan haar
zeggenskracht herkent men den meester
onder wiens leiding zg aan 't conserva
torium 'te Amsterdam hare studies vol
tooide. Men denke slechts aan hetO, welch
ein PreisDen Kampf wag ich allein,
Begeisternd Wort, Caleb, die Stadt is
deinDaarin herkende men Messchaert's
voordracht. De aria's No. 12 (naar mgn
inzien had het tempo iets vlugger knnnen
zgn) en 38 werden vooral zeer schoon door
haar ten gehoore gebracht. Ook wil ik
tevens met een enkel woord het duet
No. 22 vermelden, dat door de beide
dames solisten zoo heerlgk werd vertolkt.
De heer Robert kan met vreugde aan
deze uitvoering terug denken; waren er
ook enkele zwarte stipjes, het geheel liep
zoo goed van stapel als men met beschei
denheid kan wenschen.
Gaarne besluit ik dan ook met een woord
van hulde en dank voor den directeur,
zoowel als voor de medewerkenden, die deze
uitvoering hebben tot stand gebracht.
Sapho,
tooneelspel in vgf bedrgven, naar den
roman van A. Daudet, vrg vertaald door
H. P. Boudier, werd Vrgdagavond voor
het eerst hier te Haarlem opgevoerd door
het Hollandsche tooneelgezelschap van de
heeren Gebr. A. van Lier.
Sapho, Fanny Legrand, is een Fransch
meisje. Dit beduidt met Fransche zeden,
zorgeloos en zinnelgk. Op vgf en-twintig-
jarigen leeftgd heeft zg reeds eene ge
schiedenis achter zich, die zoo bg gedeelten
aan het licht komt en geen gunstig licht
werpt op haar karakter.
Den naam Sapho dankt zg aan eene
schoone statne van den beeldhouwer
Cadoual, waarvoor zg als model gediend
heeft.
Niettegenstaande al deze donkere plek
ken weet zg nog indruk te maken op
Jean Gaussin, een jong ambtenaar, die
zich tot voltooiing zijner studiën te Pargs
bevindt.
Onweerstaanbaar voelt hg zich tot haar
aangetrokken. Of zgne vrienden hem waar
schuwen, of Dechelette en Cadoual en andere
artisten met wie hg in aanraking komt,
hem voorspellen wat het eind zal zgn
van de geschiedenis, of oom Césaire en
tante Divonne hem trachten te onttrekken
aan de toovermacht der gevaarlgke vronw,
mag niet hater- Zelfs als het blgkt, dat
zg de geliefde is geweest van een mis
dadiger, vergeeft hg haar dit terwille van
zgn hartstocht.
Beloont zg zooveel aanhankelgkheid
met standvastige wederliefde De waardige
jonge dame keert terug naar den inmid
dels ontslagen misdadigerhaar eerste
liefde, om Jean Gaussin in de grootste
wanhoop achter te laten.
Het stuk is, als zoovele andere van
de Fransche school, niet in overeenstem
ming met de eischen, die men het leven
stelt. Slechts twee der handelende per
sonen, tante Divonne en hare dochter
Irène, zijn solide, en zg zgn niettegenstaan
de dit, tóch niet bg machte het kwade
in hunne omgeving te stuiten.
Gebrek aan eigen tooneel-literatuur
alléén en niets anders, doet natuurlgk de
Nederlandsche Schouwburg-directiën naar
de producten uit den vreemde uitzien,
men behelpt zich er meê tot.betere
tgden.
Nu meene men niet, dat de „Sapho"
het opvoerend personeel geen hooge eisohen
stelt. Integendeel; de Sapho-rol, vervuld
door Mej. de Groot, is misschien wel een
der zwaarste dameB-rollen en de artistieke
wgze waarop zg die opvat, zooals men
van deze begaafde jonge dame gewoon is;
levendig, volkomen rolvast, uiterst be
schaafd en toch ongedwongen, zich geheel
meester in alle moeielgke toestanden,
m. a. w. geheel Sapho. Waardig wordt
zg bggestaan door den heer Malherbe,
die als Jean Gaussin ettelgke bewgzen
gaf van goeden aanleg. Zgn samenspel
met Mej. de Groot was meestal fraai te
noemen.
De ondergeschikte rol van tante Di
vonne, vervuld door Mevr. Albregt, werd
met veel hartelgkheid en goede smaak
ten gehoore gebracht. Irène, nog onbe
duidender, stelde Mej. Roos uiterst be
vallig voor.
Behalve de rollen van Sapho en Gaussin
als hoofdpersonen, loopt de rol van Deche
lette door het geheele stukde heer Moor
vervulde die. Zijn frisch spel, zgn veelbetee-
kenende mimiek, zgn pittige humor, zgn
aangename toon en waar het te pas komt zgn
diep gevoel, werpen een prettig licht op
de niet altgd verkwikkelgke toestanden
van het oogenblik.
Wanneer wg slechts enkele rollen be
spreken, bedoeïen wg hiermede niet eene
kleinachting der overige. Met genoegen
verklaren wg, dat ook deze in goede
handen waren, en dat allen samenwerkten
tot daarstelling van een goed geheel be
wees het publiek, dat verschillende too-
neelen luide toejuichte, terwgl Mej. de
Groot een mandje met bloemen en den
heer Moor een lauwerkrans werd aange
boden.
De opkomst van het publiek was ta-
melgk, behalve op de hoogste rangen,
't Was wel jammer, want een minder
goede opkomst werkt natuurlgk op den
duur niet gunstig op de ambitie.
„Weten en Werken."
„Toen in 1595 de Maatschappg van
„verre vgf scheepjes uitrustte en onder
„bevel van Houtman naar Indië zond om
„specergen te halen", ongeveer op dezewgze
was de aanhef tot de interessante voor
dracht van den heer Saeys, Maandag in
Weten en Werken.
Het is opvallend hoe Indië en wat
ermeê in betrekking staat steeds de belang
stelling opwekt van al wat Nederlander
is en dit verschgnsel, of lie ver deze waar
heid sprong bg de Maandagavond-bgeen-
komst van 24 Januari weer duidelgk
in 't oog.
Onmiddelgk na het hooren van het
onderwerp zette men zich tot aandacht.
Het spreekt van zelf dat wg van de
zaakrgke voordracht slechts een kort
overzioht geven.
Met eenige trekken werd de vestiging
van het Nederlandsch gezag in den Indie-
schen Arohipel in herinnering gebracht,
om langs geleidelgken weg te komen tot
de beide hoofdrassen, die de bevolking
uitmaken van onze Overzeesche bezittin
gen de Papoea's en de Maleiers. De
onderscheidende kenmerken der beide rassen
werden duidelgk aangetoond, naar aan
leiding van een paar afbeeldingen.
De Papoeade bewoner van het eiland
Borneo had de eer het eerst aan de toe
hoorders te worden voorgesteld in zgne
zeden en gebrnikenen met belangstelling
volgde men den Spreker naar een hunner
dorpen. Zoo'n dorp bestaat meestal uit één
huis op palen gebouwd met een groote
veranda, die men natuurlgk slechts langs
een trap kan bereiken en eene rg van
vertrekken soms een paar honderd zielen
herbergende.
De bouwmaterialen zgn zeer primitief;
houtbamboe en boombladeren zgn de
hoofdbestandeelen. In dit familie-logies
bekleedt de vrouw, als meestal in 't Oosten,