Nieuwsberichten.
eene ondergeschikte plaatszij is als
meisje gekocht, en betaald met tempajongs,
een soort van groote pottendie soms
drieduizend galden gelden of hoofden
van verslagen vijanden. Om deze hoofden
te knnnen machtig wordenhiertoe dienen
de overvloedige oorlogen tnsschen de
Papoea's onderling. Spreker deelde iets
omtrent deze schedeljacht mede en deed
de afschuwelijke manier kennen waarop
de „koppensnellers" van Borneo te werk
gaantevens in herinnering brengende
dat de godsdienst van den Papoea dit
ruwe oorlogsgebruik bevordert.
Mahatara is de opperste godheideen
menigte goden van lageren rang staan onder
zijn bevelen.
Hij ontvangt de zielen der afgestorve
nen en deze leven hun nieuwe leven in
ongeveer denzelfden toestand als op aarde.
Bedienden kan de gestorvene dns ook ge
bruiken en zoo komt men tot het afgrij -
selijke koppensnellen. De uitvaarten of
doodenfeesten worden gevierd met den
meest mogelijken lnister, doch tevens gaat
er mee gepaard ongebondenheid van de
ergste soort. De industrie van onze Pa-
poeasche medebroeders wij gehoorzamen
toch met hen dezelfde regeering staat
niet op hoogen trap, doch zij vervaardigen
uitstekende prauwen en zijn uitmuntende
metaalwerkers, getuigen de wapenen die
Spreker ter bezichtiging stelde.
Vervolgens verplaatste Spreker ons naar
Sumatra onder de Maleierszij het ook
niet onder de volbloed Maleiers, welke
het Noordwesten van het eiland bewonen
bekend onder den naam vanAtjeh. Ook
hier traden wij een dorp of Kampong
binnenen hieraan knoopte zich de op
merking vast, dat het bezit van eigen
huis en hof hier het teeken was van
meerdere beschavingdan bij 't eerstge
noemde ras, en welke ook bleek uit de
betere kleeding. De hoofdtrekken van het
volkskarakter, als dapperheid en sluwheid
gepaard aan groote matigheid, werden in
breede lijnen bepaalddoch tevens werd
er bij aangestipt, dat zij geduchte opuim-
schnivers mochten genoemd worden, als
ook dat hunne zucht tot het dobbelspel
hen soms alles doet verliezen. Hun gods
dienst is de Mahomedaansche, waarvan
voornamelijk de geloofsartikelen op Chris
tenhaat en Veelwijverij betrekking heb
bende door hen met de meeste overtuiging
worden beleden. Hun uitvoerartikel is
voornamelijk peper. Hun nijverheid bestaat
voor een goed deel uit geweven goederen.
Na deze kennismaking met de zeden en
gebruiken van het merkwaardige volk
van Atjehdat ons Vaderland reeds zoo
veel bloed en goed en tranen kost, bracht
de spreker de veelbesproken Atjeh-krijg
ter sprake; hoe wij reeds in 1857 met
den Sultan van Atjeh een traktaat sloten
waarbij hij zich verbond zooveel mogelijk
te zullen waken tegen zeeroof en slaven
handel, en dat de niet-naleving van dit
traktaat ons in 1873 naar de wapenen
deed grijpen om hen tot de rede te bren
gen. Met welken uitslag het dappere volk
had gestreden tegen onze krijgsmacht is
bekend duizenden menschenlevensmil-
lioenen achats zijn opgeofferd, waar te
genover luttele voordeelen zijn aan te
wijzen. Doch die kleine lichtpunten zijn
in hunne gevolgen reeds merkbaar door de
meerdere welvaart van de bevriende Atjeh-
ers en hunne ingenomenheid om te genieten
van de voordeelen die hunne onderwerping
aan Nederland hen aanbiedt.
De kennismaking van de toehoorders en
den sprekerwij meenen met genoegzamen
grond te mogen veronderstellen, dat die
beiden aangenaam was. Een aandachtig
gehoor, genoegzaam ontwikkeld om een
verdienstelijke voordracht op den rechten
prijs te stellen en een spreker die vol
doende bekend is met de behoeften van
zijn auditorium waren hier vereenigd en
dit verklaart het verlangen de voorloopige
kennismaking bij gelegenheid voort te
zetten.
Aanstaanden Maandag zal de heer J. H.
Slangen eene spreekbeurt vervullen.
De Commissie van Enquête.
Onder de brandende vraagpunten van
den dag behoort in de eerste plaats de
kwestie van den arbeiden daarin nauw
betrokken zijn Handel en Nijverheid. Onze
tweede Kamer der Staten Generaal heeft
teneinde volkomen op de hoogte der toe
standen te komen, eene Commissie van
Onderzoek benoemdmet den last verschil
lende personen uit allen rang en stand en
van elke overtuiging uittenoodigen vóórhaar
te verschijnen om door deze ingelicht, de
diepte der maatschappelijke wonden te
leeren peilen enzoo mogelijkte genezen. j;
Genoemde Commissie vat hare lastgeving
breed op. Ettelijke personen, werkgevers
en werklieden verleent zij gehoor en wat
zeer te waardeeren is, de natie wordt op
de hoogte gehouden van hetgeen er
voorvalt.
Bij het doorlezen der verschillende ver-
hooren komen al wonderlijke zaken aan
het lioht en wat bijzonder opvaltis de
groote eenstemmigheid der gehoorden op
het punt van kinderarbeid.
Moet het bepalen van het getal werkuren
voor volwassenen (natuurlijk met inachtne
ming van bijzondere omstandigheden) aan
hen zelf worden overgelatenstaat het hun
vrij de grens te bepalen tussehen werken
en sloven, niet alzoo is het, wanneer
men in bedoeld stok verhalen leest van
overmatigen kinderarbeid en eene exploi
tatie van jeugdige werkkrachten, zóó
hardvochtig dat men tot de vraag komt
hoe men het dan toch stelt met de Wet
op den Kinderarbeid en hare toepassing.
Staat men verbaasd te vernemendat
een kind 15 a 17 uren per etmaal bezig
gehouden wordt met een zwaar en tevens
geestdoodend werk, onaangenaam verrast
hoort men de bekentenis afleggen, dat
in eene fabriek kinderen soms 36 nren
aaaneen aan het werk blijven met hoog
stens vier en een half rust, over dien
tijd verdeeld en dat wel zonder protest
van de zijde der oudersdie het toch in
hunne macht hebben zulke misbruiken te
keerenen zelfs de Wet ter beteugeling
van overmatigen Kinderarbeid een ingrij
pen noemen in hunne rechten als ouders.
Onwillekeurig komt men dan tot de
overtuiging, dat in dit opzicht veel te
verbeteren, of liever, nog alles te regelen is.
Wat de volwassenen betreft, beklaagde
men zich over slecht ingerichte werk
plaatsen, terwijl nog sommige zinsneden
betrekking hebben op de eigenaardige
bezwaren van enkele beroepen.
Bij al de zelfstandigheid, die sommige
werklieden aan den dag leggen, merkt
men met eenige bevreemding op, hoe
weinig geneigdheid er bestaat om voor
de Commissie te verschijnen. De vrees
van nadeelige gevolgen te zullen onder
vinden door het publiek maken van mis
bruiken of bestaande grieven, heeft na
tuurlijk wel grond, doch is in het belang
van het algemeen niet te rechtvaardigen.
Het is thans evenwel al gebleken, dat
men eenige behoedzaamheid behoort in
acht te nemen bij het'beoórdeelen van
Bommige verklaringenalzoo het reeds is
voorgekomen, dat eene firma, voor de
Commissie beschuldigd van weinig belang
stelling in het lot harer werklieden, door
een ongeroepen getuige in haar eer her
steld is.
Nog verdient opmerkingdat gedurende
de laatste twee jaren het in Noordhol
land ten eenemale ontbroken heeft aan
eenig staatstoezicht op den hygiénischen
toestand der fabrieken en werkplaatsen.
Door de Eerste Kamer is in hare zitting
van Maandag aangenomen de begrooting
voor de Landsdrukkerij en die voor het
Burgerlijk Pensioenfonds. Tegen de
provinciale hondenbelasting in Limburg
openbaarde zich nog al verzet. Evenwel
werd het wetsontwerp, na verdedigd te
zijn door de heeren Regout, Molenburgh
en den Minister van BinnenL Zaken,
aangenomen met 18 tegen 11 stemmen.
Woensdag is het algemeen debat over
de Staatebegrooting aangevangen. De
heer Elout van Soeterwoude trad in al
gemeens beschouwingen over den toestand
des lands, en drong aan op erkenning
van de beginselen der zedelijkheid, van
recht en godsdienstzin, om het aanzien
des lands te verhoogen. De Min. van
Binnel. Zaken wees zijnerzijds op de vele
teekenen van vooruitgang in de laatste 60
jaar. Hij betreurde het socialisme als een
gifplant, doch meende, dat het slechts
bestreden moet worden, als het zich in
het openbaar uit ten nadeele van het
algemeen. De Min. van Financieën kon-
stateerde, dat de fiuantieele toestand zeer
verbetert.De heer Fransen v. d. Putte
drong aan op een Regeeringsvoorstel tot
herziening van art. 194 der Grondwet,
daar hij vreesde, dat, zonder herziening
van dat artiekel, eene tweede lezing zou
mislukken. „Overtuigd als hij is gewor
den, dat een groot deel des volks geen
genoegen meer neemt met de openbare
school, die door overdrijving van het
neutraliteitsbeginsel een e'cole laigue is
geworden, wenschte hij dat de Reg. alsnog
art. 194 wijzige. De heer van Naamen
van Eemnes bestreed dien aandrang als
een onmogelijke eiech voor deze Regeering
Ook zonder wijziging van art. 194 zou
Grondwetsherziening kunnen slagen.
De heer de Brnyn, ofschoon hij de wet
van 1857 niet af keurde, sloot zich bij den
aandrang om wijziging door de Reg. van
art, 194 aan. De heer Pijnappel was
het eens met den heer Fransen v. d. Putte.
Zal de Grondwet een nationale kracht
zijn, dan moet art. 194 gewijzigd worden,
zóó, dat het bizonder onderwijs hoofdzaak
zij, en de Staat zich terugtrekke. Het
openbaar onderwijs heeft groote bezwaren^
Ook de heer Wertheim wenschtdat
de Reg. art. 194 wijzige, maar bestrijdt
den aandrang om het openbaar onderwijs
achteraf te schuiven. Het neutraal onder
wijs blijft onmisbaar. De Min. van
Binnenl. Zaken konstateerde de onmoge
lijkheid voor de Reg. om zich nu uitte-
laten over het bij de Tweede Kamer
aanhangige voorstel, over wat mogelijk
is op den weg van verzoening, en wat
zonder opoffering van beginselen zal ge
schieden. Het algemeen debat werd
daarna gesloten. Hoofdst. II werd
met algemeene stemmen aangenomen;
Bij Hoofdst. III BuitenlZakenbestreed
de heer Tak van Poortvliet o. a. de
ontheffing door België verleend aan de
booten van de Noordduitsche Lloyd van
loodsgelden op de Schelde, als in strijd
met ons traktaat met België. De Min.
van Buitenl. Zaken wees er op, dat reeds
vroeger soortgelijke ontheffing is verleend
dat de Belgiesche Regeering onze opvat
ting kent, maar toch op andere wijze
begunstiging zou kunnen verleenen.
Hoofdstuk III werd goedgekeurd.
De Eerste Kamer heeft Donderdag met
algemeene stemmen goedgekeurd de rui
ling met de Gemeente Zutfen. Ver
volgens werd aangenomen Hoofdst. IV
Justitiena een kort debat, waarin de
Min. erkende, dat de rijksveldwaeht alleen
voor de beteekening van vonnissen moet
gebruikt worden, als er tijd over is.
Ook Hoofdst. V BinnenlZaken) werd
aangenomen, nadat de Min. aanvulling
der Kieswet beloofd had, met het oog
op de Hattemsche kwestie, en verklaard
had eene nieuwe grensregeling tussehen
Amsterdam en Nieuwer-Amstel noodig te
blijven achten. De krediet-wet voor
Marine werd met algemeene stemmen
goedgekeurd. Evenzoo Hoofdst. VII
Financieënnadat de heer Verheyen
den Minister lof had gebracht voor het
herstel van het evenwicht in de financieën,
en zijne tevredenheid had betuigd over
het niet voorstellen eener nieuwe direkte
belasting. De. Min. kon nog geen
tijdstip bepalen van de indiening eener
nieuwe regeling van het pensioenfonds
van ambtenaren. De Vestinglegrooting
werd aangenomen met 32 tegen 3 stem
men, nadat de Min. verklaard had, dat
onze forten, evenmin als welke ook in
1 Europa, bestand zijn tegen de kracht der
moderne projektielen. Hoofdst. VIII
Oorlogwerd daarna aangenomen met
30 tegen 5 stemmen. De Spoorweg-
begrooting werd goedgekeurd, nadat de
Min. van Waterstaat enz. aan den heer
Fransen van de Putte verzekerd had, dat
eene regeling tot exploitatie der lijn
AmersfoortKesteren niet zal geschieden
zonder wettelijke bekrachtiging. Bij
Hoofdst. IX Waterstaat enz.) wees de
heer de Sitter op het slechte Spoorweg-
materieel op de lijn GroningenLeeuwar
den. De heer Tak van Poortvliet
drong aan op eene spoedige aanbesteding
van de Spaarndammer sluis-aanleg,
op een korten termijn van een tweede
schutsluis te IJmuiden, op een zuiniger
gewoon waterstaatsbeheer, en op bevor
dering van de totstandkoming van een
board af trade, samengesteld uit leden
van alle handels- en nijverheidsorganen.
De heer Wertheim drong aan op eene
spoedige overkapping van het Centraal
station te Amsterdam, en op wegneming
van de verzakking bij het viaduct aldaar.
Deze spreker en met hem de heer
van der Breggen beveelt krachtig
verbetering van den waterweg Amster
damRotterdam aan. De heer de Vos
van Steenwijk achtte bevordering van
koncessie voor kleine verveeningen in
Drenthe wenschelijk, en de heer Huyde-
coper van Maarseveen zag gaarne het
brakke water in Amstelland gekeerd.
De Min. van Waterstaat enz. antwoordde
op de verschillende gemaakte opmerkin
gen. Hij erkende, dat het materieel op
de lijn Groningen-Leeuwarden onvol
doende was. Buitengewone spoed bij den
aanleg van eene tweede sluis te IJmuiden,
die veel geld zou kosten, achtte de Reg.
onnoodig. Het onderzoek naar de over-
kapping van het Centraal-station is af-
geloopen, maar de Min. weet nog niet,
of hij zich bg de voorstellen zal neder-
leggen. Eenstemmigheid in zake den
Waterweg Amsterdam—Rotterdam is nog
niet te wachten. De heeren Fransen
van de Putte en Tak van Poortvliet
drongen nogmaals aan op grooter spoed
bij den aanleg eener tweede sluis te
IJmuiden. Hoofdstuk IX is aange
nomen met 32 tegen 2 stemmen. De
begrooting voor Suriname, en Hoofdst.
X Kolonieënzijn aangenomen, het laatst
genoemde nadat de Min. van Kol. ver
klaard had niet te weten, of de benoe
ming van den Kolonel van Teyn tot
goeverneur van Atjeh tijdelijk dan wel
blijvend is. Ook verzekerde de Min., dat
spoedig een wetsontwerp omtrent de ver
leening van hulp aan de suiker-industrie
in de Vorstenlanden zal worden inge
diend. De Kamer is op reces uiteen
gegaan.
Op verzoek van de hoofdcommissie
der tentoonstelling van voedingsmiddelen
te Amsterdam zijn door de spoorweg
maatschappijen hier te lande, bijzonder
gunstige voorwaarden toegestaan voor het
vervoer van voorwerpen naar de tentoon
stelling.
Met de stoombootmaatschappijen en
andere dergelijke ondernemingen in betrek
king met de hoofdstad worden onderhan
delingen gevoerd, die gunstige uitkomst
beloven.
De werkzaamheden aan het gebouw
worden met grooten ijver voortgezet. Alles
vordert tot heden goed en tussehen de
verschillende werkkrachten heerscht de
beste harmonie.
Een heer informeerde eens bij een
der jongens van een kostschoolhouder
naar een honddie hij dezen ten geschenke
had gegeven. De jongen toonde hem een
mageren hazenwind. „Neenneende
hond dien ik uw meester gaf, was een
Newfoundlander, geen hazewind," waarop
de knaap terstond antwoordde„Och wat
alle honden worden hazewindhonden als
ze hier een poosje geweest zijn."
De hardlooper-schapendief, die onlangs
te Arnhem wist te ontsnappen en daarna
in Duitschland werd gearresteerdzal niet
weder worden uitgeleverd doch daar hij
Duitscher is, in zijn vaderland andermaal
voor hetzelfde feit tereohtstaanwaarvoor
hij te Arnhem werd veroordeeld.
Tengevolge der waarschuwing van
den officier van justitie te Maastricht be
trekkelijk het verbod om in die gemeente
vreemde koperenbronzen en nikkel mun
ten in betaling te geven, ziet men thans
veel minder van die munten in omloop
dan vroegerzoodat mag gezegd worden
dat die waarschuwing ten volle haar doel
heeft getroffen.
Een gouden horloge, dat voor het
raam van een sigarenwinkel in de Toren
straat te 's-Hage lag tentoongesteld en
dat onder de klanten zou worden verloot,
is gestolen.
Te Schoonebeekin het zuiden van
Drente, is dezen winter een ooievaar over
gebleven. Hij had het in de laatste dagen
hard te verantwoorden, doch werd door
de dorpelingen gedurig van voedsel voor
zien. Na eenige kleine uitvluchten, die
hij dagelijks maakte, keerde hij eiken
avond naar zijn nest terug.
De Haagsche Cricket- en Football-
vereeniging Olgmpia heeft besloten in den
loop van den aanst. zomer de volgende
Cricketclubs uit te dagen 9 April de
Wageningsche Cricketclub; 11 April de
Delftsclie Sport; 17 April de Gorkumsehe
C.-C. Hermes1 Mei de Amsterdamsche
C.-C. Sport; 15 Mei de Amsterdamsche
C.-C- Progress; 19 Mei het 2e elftal van
de Haarlemsche C.-C. Bood en Wit30
Mei de Amsterdamsche C.-C. R. U. N.
5 Juni de Haarlemsche C.-C. Rood en Wit
12 Juni de Utrechtsche C.-C. Spherinda
19 Juni de Haagsche C.-C. Concordia
26 Juni de Delftsche C.-C. Concordia
8 Juli Amstels C.-C.; 10 Juli de U-
trechtsche C.-C. Hercules; 13 Juli de Am
sterdamsche C.-C. Quick; 14 Juli de
Schiedamsche C.-C. Hermes; 15 Juli de
C.-C. van de Kon. Mil. Academie; 17
Juli de Leidsche C.-C. Sixteen; 20 Juli
de Rotterdamsche C.-C. Victoria.
Bij een der overwegen over den
lokaalspoorweg te Terborg kwam Vrijdag
een rijtuig met eene locomotief in aan
raking, zoodat het grootendeels vernield
werd. Koetsier en paard kwamen er goed
af, doch de geneesheer V. uit Terborg,
die achterin zat, werd gewond en ver
keert in zorgwekkenden toestand.