Nieuwsberichten.
zeggen", nog steeds voor velen op kunst
gebied een orakel is.
Edoch, wij vonden ons deerlijk bedrogen.
Het einde moest den last dragen. Hoewel
uw verslaggever, naar hij zegt, in com
posities niet van stormen houdt, in zijn
verslagenstijl is hij er niet wars van, ja,
hij laat ze zelfs zoo snel opkomen, dat
den lezer van schrik het blad uit de
hand valt.
In 't begin is alles mooi weerwe
mogen met recht zingen: „il fait beau
temps, riant soleil", bij het „Standchen"
staat de zon nog hoog aan de lucht;
daar op eens klinkt het als een donder
slag „bepaald jammer vonden we het,
dat een lor als ,,Le Tyrol van Thomas
het programma ontsierde."
Als uw verslaggever, die toch zonder
twijfel veel mannenzang gehoord moet
hebben, met zoo'n aplomb eene compositie
voor een „lor" uitmaakt, ver beneden de
naturalistische muziek van „Jantje zag
eens pruimen hangen"dan heeft hij
daarvoor natuurlijk zijne gegronde redenen.
Want deze uitdrukking treft vooreerst
den componist (die er echter waarschijnlijk
niet veel hinder van zal hebben) ten 2e
den Heer Robert, die het stuk uitkoos,
ten 3e de zangers, die dit nummer (ik
weet het bij ondervinding) het meest
„con amore" gezongen hebben en eindelijk
het publiek, dat, behalve de verslaggever
en misschien andere autoriteiten, opge
togen over „zoo'n aardig slotnummer",
naar huis ging.
Naar de bewijzen, die de geachte ver
slaggever dus nog in petto gehouden heeft
voor zijne stelling: „Le Tyrol is een
lor", wachten wij met te meer ongeduld,
daar, zooals hem natuurlijk als deskun
dige op het gebied van mannenzang be
kend zal zijn, het nummer reeds bijna
20 jaren (sedert '68) om zoo te spreken
niet van de programma's is geweest.
„Dat is ook met aplomb gesproken",
zal Uw verslaggever zeggen. Zeer zeker,
Mijnheer, maar de bewijzen liggen ook
voor me en zijn voor U ieder oogenblik
ter inzage. Ik heb hier nl. negen tekst-
boekjes van concoursen te Amsterdam,
Rotterdam, Gent en Verviers en den
feestwijzer van het 10e Nationale Zan
gersfeest, waarin het door u zoo gewraakte
nummer niet minder dan dertien maal
voorkomt. Hoe vaak het bij andere ge
legenheden nog gezongen is, kan ik niet
beslissen, maar wel weet ik, dat Laeken
er in 1879 te Rotterdam een 2en prijs,
vlv J jDiooi|.lt,u au OiJtij" bv Ouiibj vluu
prix-international en les Orphéonistes
beiges te Parijs in Verviers den len prijs
in de Division d'Excellence mede be
haalden.
Vele autoriteiten op muzikaal gebied
schijnen dus „Le Tyrol" niet voor een
lor gehouden te hebben (te Verviers ïyas
b. v. Verhulst in de jury), terwijl het
publiek op de meeste plaatsen toch zeker
niet minder van vroolijke, lichte muziek
zal houden dan te Haarlem.
Uw verslaggever zal daarom velen ver
plichten, als hij ons en anderen, die ook
wegens de genoemde feiten nog niet met
hem van de „lorrigheid" van Le Tyrol
overtuigd zijn, de oogen wil openen, door
ons, de verschrikkelijke fouten aan te
wijzen.
Met de meeste hoogachting heh ik de
eer te zijn, M. de R.,
Uw. Dw. IJ.,
C. tel.intum
werkend lid van „Z. en V."
Kindervoeding.
In het jaar 1885 vormde zich hier ter
stede eene commissie tot het verschaffen van
warm voedsel aan behoeftige schoolkinde
ren. De uitkomsten van hetgeen door haar
werd verricht in den winter van 1885/86
werden in dit blad medegedeeld, en aange
moedigd door de medewerking van vele
weldadige stadgenooten, gesteund door de
hoofden der scholen is de commissie op
het ingeslagen voetspoor voortgegaan. Zij
mocht de voldoening smaken, dat ook in
den winter van 1886/87, menig kind een
flinken maaltijd kon gegeven worden.
Woensdagavond hadden in het Nuts-
gebouw eenige belangstellenden gehoor
gegeven aan den oproep der Commissie
om kennis te nemen van hare bemoeiingen
gedurende het afgeloopen saizoen, en ook
waren de hoofden der kostelooze seholen
uitgenoodigd om, als vroeger, haar omtrent
de werking op de hoogte te stellen.
Zooals men zich zal herinneren, had het
Bestuur der Yereeniging van den H. Yin-
centius de Paulo weder welwillend hare
lokalen ter beschikking gesteld en zich
met het spjjzigen der 400 kinderen, door
de hoofden der scholen daartoe aangewezen,
belast. Het getal eetdagen was 51, zoodat
20400 portiën warm voedsel werden ver
strekt. Dit veroorzaakte, met inbegrip
van bediening enz. eene nitgaaf van ruim
f 1650, eene som, zeker gering te noemen,
wanneer men in aanmerking neemt welke
resultaten er door verkregen zijn. Het was
dan ook meer dan eene formaliteit toen
aan het aanwezige Bestuurslid der Vin-
centius-Yereeniging in hartelijke bewoor
dingen den dank der Commissie werd
gebracht, terwijl tevens de hoofden der
scholen, aan welke de Commissie terecht
voor een goed deel den gunstigen uitslag
harer bemoeiingen dankte, erkentelijkheid
werd betuigd. Het was vermakelijk, dooh
leerzaam, deze heeren verslag te hooren
geven omtrent hunne bevindingen in zake
kindervoeding. Was de klacht algemeen,
dat het aantal aanvragen dat der beschik
bare kaarten verre overtrof, algemeen was
de overtuiging gevestigd, dat de trouwe
opkomst en de leerlust der kinderen er
zeer door in de hand gewerkt werden,
zóó zelfs dat in enkele gevallen de vrees
voor het inhouden van een spijskaart een
afdoend tuchtmiddel bleek te zijn.
Had men enkele malen te klagen over
kunstgrepen om langs een omweg zich van
een plaatsje aan den algemeenen disch
meester te maken, dan pleitte zulks slechts
voor de nuttige werking der instelling.
In het geheel genomen had men, ook wat
de orde bij den maaltijd betrof, alleszins
redenen tot tevredenheid.
Voorts bleek, dat niet alle hoofden der
soholen zich aan een bepaald stelsel van
verdeeling der kaarten konden houden.
Het kwam der Commissie voor, dat meer
dere eenheid in deze zeker wensohelijk
was en met de meeste welwillendheid aan
vaardde men eenige opmerkingendie in
het belang der goede zaak werden ten
beste gegeven.
Nog een teêr punt, de reinheid, kwam
ter sprake, en hoewel hierin zonder hulp
der ouders niet veel verbetering te brengen
is, werd zoowel door de Commissie als
door de hoofden de noodige onderlinge
samenwerking toegezegd.
Een hartelijk woord van een der ge-
noodigde heeren besloot de bijeenkomst,
welke getuigde van veel onderlinge waar
deering en algemeene belangstelling.
In zake kindervoeding is reeds menige
hartstocht in beweging gesteld. Waar
evenwel de feiten spreken, behooren alle
vox wegingen ier zyde gesteld te Wofden,
en dan geldt slechts de vraag: Is het
goed of niet goed, dat eenigen honderden
behoeftigen kinderen, als de krachten der
ouders tekort schieten, eenige malen per
week een fermen maaltijd verschaft wordt?
Een bevestigend antwoord op deze vraag
zal natuurlijk niet uitblijven. Welnu, dan
ontsluite men opnieuw de koorden der
beurs, als de Commissie opnieuw komt
aankloppen om eene gave der liefde te
mogen ontvangen voor het behoeftige
schoolkind.
Die Jahreszeiten.
De Afdeeling „Haarlem" der Maatschap
tot bevordering der Toonkunst heeft Don
derdag eene uitvoering gegeven waarop
alle medewerkenden met groot genoegen
kunnen terugzien.
Het Oratorium „die Jahreszeiten" van
Haydn is een overbekend werkop
welks schoonheden wij niet behoeven te
wijzen.
Wel iedereen, die de toonkunst lief
heeft, zal wederom den indruk hebben
ondervonden van deze eenvoudige en toch
zoo innige muziek.
De kleine, steeds terugkeerende feilen
in 't oog houdendewelke bij eene samen
stelling van zoo verschillende elementen
moeten voorkomenwaren koren en orkest
uitstekendgaven goed acht op den direc
teur en zongen en speelden het geheele
werk door, met lust en entrain.
De salo-partijendie het leeuwendeel
in dit oratorium hebbenwaren in handen
van Mej. C...(Hanne) en de Heeren
Messchaert (Simon) en Rogmans (Lucas).
Wij behoeven slechts enkele der vele
schoone rects en aria's in herinnering te
brengen, b. v. „Dem Drach'erlieget die
Natur," „Nun zeiget das entblösste Feld
Hier steht der Wandrer nun," „Erblicke
hier, bethörtes Mensch," en niemand zal
het ons betwistendat Rogmans (de party
van Lucas is heel wat dankbaarder dan
die van Simon) en Messchaert als gewoon
lijk een' schoonen triomf behaalden. Me
vrouw C.heeft voor de vervulling
harer party alle aanspraak op onze waar
deering te meer, daar zij als dilettante
naast twee groote kunstenars had te
zingen. Het applaus, dat zij verwierf
moet haar het bewijs hebben geleverd,
dat „Hanne" de sympathie harer toehoor
ders wist optewekken.
Permitteeren wij ons eene opmerking,
dan is het dezedat het aanloopje naar
de noot, die zij heeft te zingen, dikwijls
hinderlijk was. Een voorbeeld. Bij het
Gütiger Gott, e-ies-g-e-f vóór het Alle
gro „Ehre Lob und Preis sei dir," moet
het hun, die geen partituur hadden zijn
voorgekomen, alBof voor elke noot een
lange doorslag e-dg-a enz. stond. Zoo
als gezegd, Toonkunst heeft eene uitvoe
ring gegeven, waarop allen, dames en
heeren Koorleden, orkest en solisten met
zelfvoldoening kunnen terugzien en zeker
niet het minst, de. Heer Robert, de ijverige,
bekwame Directeur. Meer nog, dan de
hulde hem door een krans bewezen, moet
hem het bewustzijn streelend zijn, dat
hij door zijn talent en ijver bij de voor
bereidende studiëen den leden van Toon
kunst een heerlijken, genotvollen avond
heeft bezorgd.
Maandag zette de Tweede Kamer het
debat over art. 122 der Grondwet voort.
De Reg. had voorgesteld het onderzoek
naar de wettigheid der rekenings-posten
op te dragen aan de Rekenkamer, en alleen
bij weigering van verevening de beslissing
der wetgevende macht in te roepen.
De heeren Yerniers v. d. Loeff en v.
Delden daarentegen wenschten te behouden
de verantwoording aan de Staten-Generaal,
en aan eene comptabiliteits-wet over te
laten, de wijze van verantwoording te
regelen. De Ministers van Binnenl.
Zaken en van Fin. bestreden dit amen
dement, evenals de heer Farncombe San
ders, terwijl de voorstellers en de heer
van Houten het amendement verdedigden
en het Regeerings-artiekel bestreden.
Het amendement werd aangenomen met
36 tegen 25 stemmen.
Woensdag was eerst aan de orde het
bekende voorstel van den heer Godin de
Beaufort, om de additioneele artiekelen
betreffende het kiesrecht op te nemen in
het ontwerp tot wijziging van Hoofdst.
III. De voorsteller lichtte zijn amen
dement toe en beweerde, dat het voorstel
geen andere bedoeling had dan te voor
komen, dat, in Btrijd met de wenBehen
der Regeering en der linkerzijde, id tweede
lezing Hoofdst. III mocht worden aange
nomen, en de additioneele artiekelen ver
worpen. Bij aanneming van het amende
ment zou hij voorstellen de afzonderlijke
additioneele artiekelen in Hoofdst. IV op
te nemen, betreffende het kiesrecht voor
de Prov. Staten en de Gemeenteraden.
De heer Goeman Borgesius bestreed het
amendement. Hij herinnerde, hoe de Min.
van Binnenl. Zaken terecht opgemerkt
had, dat de rechterzijde reeds de sleutels
van het tenhalve voltooide huis wilde
hebben, terwijl de Reg. het huis eerst
wil voltooien. Het laatste achtte ook hij
het best, en hij legde de verklaring af,
dat de liberalen de moreele verplichting
op zich nemen om tot de additioneele
artiekelen mede te werken. De heer
Schaepman wilde met den voorsteller van
het amendement de geheele zaak van het
kiesrecht in eens afdoen de groote afstand,
die nog moet worden afgelegd, alvorens
men aan de addit. artt. toe is jaagt hem
vrees aaner kan nog zooveel geteuren,
en vóór 't einde kan nog wel eens meer
de bedreiging komen, dat dit of dat in
de Eerste Kamer niet kan worden ver
dedigd, en dan zou men aan de moreele
verpliohting der liberalen niet veel hebben.
Spreker wil daarom tijdig bergen wat te
bergen is. Moge al door aanneming van
het amendement de tekst wat lijden, de
wet behoeft niet te zijn de Minerva, vol
maakt uit Jupiter's hoofd te voorschijn
gekomen, als zij maar berust op de volks
overtuiging. De heer v. d. Biesen zou
verwerping van het am. gelijk achten
met de dood eens dokters, die een patiënt
slechts half wilde genezen, en de verdere
genezing tot een verre toekomst verschoof.
1 De geheele herziening hangt aan een
zijden draad; daarom zorge men vooral,
dat de reform-bill ten spoedigste tot
stand te brengen. De heer de Savornin
Lohman ontkende, dat zijne partij den sleu-1
tel van het half voltooide huis in handen
begeerde te hebben; wel begeerde zij te
wetenhoe het hnis er uit zou zienen dat
kon slechts geweten wordenals over de
add. artt. en Hoofdst. III gelijktijdig ge
stemd werd. In geen geval zou de rech
terzijde een herziening willen aannemen
indien de linkerzijde niet duidelijk zegt,
welke add. artt. zij dan verlangt. De
Min. van Binnenl. Zaken ontried op tech-
niesche en politieke gronden de aanneming
van het amendement, dat van te grootmis-
trouwen uitgaat. Zeker om angstige leden
gerust te stellen, verklaarde de Min., dat de
Reg. zich niet aan de verdere diskussie zou
onttrekken, indien het amendement mocht
worden aangenomen. Nadat de heer
v. Houten den heer Godin nog had aan
geraden zijn voorstel in te trekken en de
voorsteller nog eens verzekerd had, aller
minst obstructionisme te bedoelen, werd
het am. verworpen met 45 (al de liberalen
en de heer Oorver Hooft) tegen 32 (al de
anti-liberalen) stemmen. Hoofdst. III
werd daarna aangenomen met 49 tegen
28 stemmen, nadat de heer de Savornin
Lohman zijne stem tegenen de heer v. d.
Biesen zijne stem vóór het Hoofdst. uit-
tebrengen hadden gemotiveerd. Bij
de behandeling van Hoofdst. IY (Prov.
Staten en Gemeenteradenwijzigde de Reg.
art. 123, zoodat de wijze van verkiezing
van leden voor de Prov. Staten door de wet
zal geregeld worden en nam zij over een
amendement van den heer Rooseboom op
art. 123 en 139, om van het Kiesrecht
uittesluiten de militairen onder de wapenen
beneden den rang van officier. --Opart.
131 stelde de heer Goekoop voor, aan de
toekomstige wet over te laten de bepaling
van waarborgen voor juistheid der pro
vinciale verordeningen. De heer Huber
vroeg, naar aanleiding van dit voorstel,
waarvoor de Grondwet dient, als alle»
aan den gewonen wetgever moet worden
overgelaten. De Min. van Binnenl.
Zaken achtte het amendement-Goekoop
zeer ingrijpend. Moeten er waarborgen ge
geven worden dan moet de Grondwetgever
ze geven. Wil men hooger gezag dan de
Wetgevende macht, dan kan men geen
ander gezag aannemen dan de uitvoerende
macht. Evenzeer als voor het hooger wet
gevend gezag der Staten-Generaal is voor
het lager wetgevend gezag der Prov.
Staten de medewerking des Konings noo-
dig, om wetten te maken. Autonomie
hebben de Staten, in zoover niemand hen
dwingen kan te regelen wat zij niet regelen
willenmaar die autonomie uittebreiden
tot volledige vrijheid zonder kontröle, zou
ons terugbrengen tot de treurige tijden der
Republiek. De heer v. d.Kaay steunt
het am. Hij vat niet, waarom aan Prov.
Staten minder zelfstandigheid moet wor
den toegekend dan aan de Gemeenteraden.
De heer Huber stelde nu als amendement
voor, de geheele Koninklijke goedkeuring
van de Prov. verordeningen te doen verval
len. Ook ditvoorstel werd door de Min.
bestreden.
Een zeventienjarig inwoner van
Bergumerheide is door de rechtbank te
Leeuwarden veroordeeld tot een maand ge
vangenisstraf wegens dierenmishandeling.
Het jonge mensch had zijn hond den staart
afgekapt.
De regen heeft in korten tijd velden
en landerijen een geheel ander aanzien
gegeven. De kou blijft echter aanhouden
en de nachtvorsten zijn soms nog zoo
streng dat zij de opkomenden planten met
een wissen ondergang dreigen. Het aard
appelgewas in de polders bij Haarlem zal
spoedig boven den grond zijn en veel
landbouwers o. a. in Aalsmeer zitten nog
met kuilen vol ouden.
De marktprijs in't najaar, zijnde/2.50
per Hectoliter waste laag om dit product
te verkoopendoch 't is waarschijnlijk
j- dat men door ze nog langer te bewaren
later slechts fl. per H. L. ontvangt,
zooals verleden jaar in Friesland het ge
val was.
De bewerking van den grond voor den
augurkenteelt is in genoemde gemeente in
vollen gangmaar er zijn ook al weer
vele tuiniers die zich met dezen wissel-
valligen teelt niet meer inlaten en meer
groenten voor Amsterdam gaan teelen.
De politie heeft een streng onder
zoek ingesteld naar de oorzaak der aan
de Lijnden te Haarlemmermeer bij den
kastelein S. plaats gehad hebbenden brand,
die bijtijds gebluscht werd. Men houdt
het er algemeen voor, dat hier kwaad
willigheid in 't spel is.
HAARLEM, 29 April 1887.
Den heer W. Robert, directeur der
afdeeling Haarlem van de Maatschappij
tat bevordering der Toonkunst, is Woens
dag avond bij de algemeene repetitie door
de werkende leden der Orkestvereeniging
„Euterpe" en de li den van de Zangver-
eeniging der afdeeling een fraai bureau
aangeboden, als erkenning van zijne vele
verdiensten in betrekking tot den toene-
menden bloei der afdeeling.