HAARLEMSCH
PREDIKBEURTEN
No. 85.
Negende Jaargang.
van ZATERDAG 15 October 1887.
op ZONDAG 16 Ocl. 1887.
N ieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86:
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf,25.
franco p. post ,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 uredie alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Groote Kerk.
Voorm. 10 nre, Koog. Avondmaal.
Nam. 2 ure, Burger. Dankzegging,
's Avonds 6 urezie Janskerk.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ure, Moeton.
Jans-Kerk.
Voorm. 10 ure, Smeding. Avondmaal,
's Avonds 6 ure, Snetlilage. Dankzegging.
Woensdag 's avonds 8 ureMoeton.
Donderdag 'sav. 8 ure, Bidstond voorde
Zondagscholen, voorgangers Ds. Burger
en de Heer T. M. Looman, v. Amsterdam.
Pluatsen vrij.
Bakenesser Kerk.
Voorm. 10 ure, Escher. Vrije beurt.
Waalsclie Kerk.
Voorm. 10 ureDebry.
Christelijk Gereform. Gemeente.
(Ged. Oudegracht).
Voorm. 10 nre, Mulder.
's Avonds 5 ureBother,
pred. te Görlitz (Silezie).
(Klein Heiligland).
Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Schotel.
Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, Poolman.
Kerk der Vereenigde Doopsgezinden
Voorm. 10 ureOraandijk.
Itemonstrantscke Kerk.
Voorm. 10 ure, Dr. Oort,
Hoogleeraar te Leiden.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Weiss.
Donderdag 's av. 6 ureWeiss. Psalm 42.
Bloemendaal.
Voorm. 10 ure, J. D. van Ar kei.
Avondmaal.
Nam. 2Vs «re, J. D. van Ariel.
Dankzegging.
Hillegom.
Voorm. 30 ure, M. Bitchli Pest.
Houtrijk en Polanen.
Voorm. 10 ure, G. J. Brulel de la Bivière,
Voorbereiding.
Nam. 2 ure, G. J. Brutel de la Rivière.
Sandpoort.
Voorm. 10 ure, J. de Vries,
pred. te Haarlem.
Chr. bewaarschool, L. Heerenvest.
Maandag 'sav. 8 ure, Moeton. Bijbellez.
Lucas 1 57 vv.
Lokaal in de Oranjestraat.
Dinsdag 's av. 8 ure, Hoog. Bijbellezing.
Lokaal der Jongelings-Yereeniging.
Lylnnastraat.
Donderdag 'sav. 8 ure, Green Bybellez.
De Heer H. Bremer kan wegens ongesteldheid
deze week nog niet eatechiseeren.
Nederd. Herv. Kerk.
Bennebroek.
Voorm. 10 ore, J. 11. Gunning J.Hz.
Bevestiging van nieuwe leden en
Avondmaal.
Beverwijk.
Voorm. 10 ure, J. V. Boon,
Evang. Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, K. A. Gonlag.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, J. Sepp.
Spaarndam.
Voorm, 10 ure, geen dienst.
Nam. G ure, H. J.
Velsen.
Voorm. 91/2 ure, D. J. O. Heldring.
Nam. 61/3 ure, D. J. C. Heldring.
Zandvoort.
Voorm. 10 ure, L. Heldring.
Nam. 2 ure, L. Heldring.
Heemstede.
Voorm. 10 ure, P. E. Daubanton.
De Letterlievende Vereeniging
„J. J. CREMER"
gaf Donderdag haar eerste uitvoering in
dit seisoen met het drama in vijf bedrij
ven Karei Eduard. Het stuk behoeft
de volgende toelichting.
Toen in 1688 onze Stadhouder 'Wil
lem III tot den Engelschen troon werd
geroepen, verklaarde het parlement koning
Jacobus II, uit het hnis Stuart, verval
len van den troon. Met hem viel het
huis Stuart. Schotland volgde weldra het
voorbeeld van Engeland, vooral omdat
Willem III verklaarde ook daar te lande de
presbyteriaansche kerk te willen herstel
len. Niettegenstaande dit bleef toch nog
in Schotland eene party bestaan, die het
huis Stnart hartelijk genegen was en deze
party deed van tijd tot tijd soms in 't
geheim, soms in 't openbaar het hare om
den zoon van Jacobus II, mede Jacobus
geheeten, en den zoon van dezen, Karei
Eduard, tot koning te doen uitroepen en
dus de dynastie der Stuarts te herstellen.
Zoo vormden enkele Schotsche edelen een
legertje, dat in het begin eenige voor-
deelen behaalde, doch den 27 April 1764
totaal verslagen werd. Karei Eduard moest
zijn heil zoeken in de vlucht. Met dit feil
als uitgangspunt begint het drama van den
Franschen dichter Francois Coppée, dat
tot titel voert „Les Jacobites" en door
een Nederlandseh letterkundige onder het
psuedoniem T. A. Melick in Nederland-
sche verzen is overgebracht en verder
voor het tooneel is geschikt gemaakt.
Kracht en frischheid ademen de gespierde
strophen en „Cremer" geniet voor zooverre
ons bekend is de primeur van de opvoering,
waarvan de korte schets hieronder volgt.
Angus, een tachtigjarige blinde, ver
schijnt met zijne kleindochter Marie te
midden van eene groep bergbewoners, die
den toestand van het vaderland, in ver
band met de landing van Karei Eduard,
bespreken. Den moedeloozen Schotten weet
hij nieuwen moed in te spreken, Marie
ondersteunt zijne pogingen. Hij heeft de
plechtige gelofte afgelegd, dat geen vast
verblijf door hem begeerd wordt, voor
eerst de Stuarts, met Karei Eduard aan
het hoofd, meester zullen zijn in zijn
vaderland. Het Schotsche vaandel beves
tigt hij aan zijn bedelstaf; de Schotsche
dapperheid ontwaakt.
Karei Eduard, jong en beminnelijk,
heeft intusschen de ijdelheid weten op te
wekken van Lady Dora, de jonge vrouw
van Lord Fingall een der Schotsche stam
hoofden, die ook deelt in de algemeens
geestdrift door den blinden Angns opge
wekt. Daar verschijnt Karei Eduard, hij
maakt kennis met Angus en met de schoone
Marie, welke hij een kus op het voorhoofd
drukt in den naam van Schotland. Lady
Dora ergert zich daaraan, doch hare ver
houding tot den prins wordt met den
dag inniger en reeds spreekt het volk er
over; zelfs Lord Fingall wordt medege
deeld, dat de prins heimelijke samen
komsten heeft met eene vrouw, wier naam
en stand te weten door den Lord met
behulp van een paar stamgenooteu wordt
ondernomen. Marie, die volkomen op de
hoogte is omtrent de dame in kwestie
voorkomt door haar moedige zelfopoffering
de ontdekking; zij stelt zich in de plaats
der schuldige Lady Dora. Angus, vloekt
haar, doch wordt later in kennis gesteld
van de waarheid. Het lot van den prins
wordt van dag tot dag hachelijker. En-
gelsche troepen zoeken hem, doch de edele
Lord Fingall misleidt hen, wordt zelf
gevangen genomen en geeft hem hierdoor
de gelegenheid een schip te bereiken, dat
hem naar veilige haven, naar Frankrijk,
zal brengen. Even voor 't vertrek ver
schijnen weder Angus en Marie. Het
meisje is ten doode toe afgematde be
delaarsmantel van den grootvader is haar
eenige bescherming. Een treffend afscheid
heeft plaats en de arme Marie sterft. Het
verscheurde, met bloed bevlekte vaandel
v-a Sehutland is haar lijkwade, maar de
prins is gered. Arm en verlaten staat
daar de blinde, doch hij wenscht nog zóó
lang te leven tot een zerk haar graf be
dekt, waarop in onuitwisbaar schrift te
lezen staat „Getrouwe".
De wijze van opvoering verraadde de
hand van den meesterde in tooneelzaken
alleszins bevoegde bewerker had de lei
ding der repetities op zich genomen en
er was blijkbaar party getrokken van
zijne ervaring en van zijn ontwikkeld
kunstgevoel. De hoofdrollen, die van Marie,
Lady Dora en Euth, die van Angus, Lord
Fingal en Karei Eduard bewezen dit ten
volle. Menig schoon tooneeltje was er het
gevolg van. Ik denk hierbij aan het laatste
tooneel van het derde bedrijf; de vervloe-
kingsscene. Het stil spel van Marie was
daar werkelijk schoon, en de oude bede
laar was daar werkelijk de tot in de
diepte van zijn gemoed geschokte blinde.
Ook de 8tervensscene werd goed weerge
geven. De costumes waren overeenkomstig
den toestand en de verschillende tooneel-
groepen doelmatig gevormd. Met reden
zouden er, voornamelijk waar het de uit
spraak betreft, enkele aanmerkingen in
het midden te brengen zijn. De uitvoe
renden gevoelen die zelf het best. Doch het
volmaakte is niet te bereikenniemand
zal dit betwisten, maar waar een Ver
eeniging van tooneel-liefhebbers zich zóó
boven het gewone peil van de gewone
liefhebbers der kunst weet te verheffen
als „Cremer", daar heeft men alle redenen
tot dank en lof. Een hartelijk woord van
een der werkende leden tot den bewerker,
tevens den talentvollen leider van de vele
moeielijke, voorafgaande studiën, was vol
komen op zijne plaats en van harte zien
wij den bestaanden band met den dag
inniger worden.
De Tweede Kamer heeft een aanvang
gemaakt met de grondwetsherziening in
tweede lezing. De zitting van Dinsdag
was gewijd aan het algemeen debat over
deze gewichtige aangelegenheid, en 't werd
daarin nog niet geheel teneinde gebracht.
Drie konservatieve Katholieken men
weet, dat de Katholieke Kamerleden niet
eenstemmig zijn in deze zaak waren
de eerste sprekers. De heer Vermeulen
volhardde bij de door hem bij de eerste
lezing geopperde bezwaren. Hij zag niet
in, dat de bestrijding bij de eerste lezing
ongegrond was, en trachtte aan te toonen,
dat eene regeling van het kiesrecht door
de toekomstige Kamer ook tegenstanders
van algemeen stemrecht zal dwingen het
by stukken en brokken toe te kennen.
Ook de heer Ruys van Beerenbroek bleef
de herziening bestrijden, die volgens
hem een liberaal karakter draagt, en in
hoofdzaken, als daar zijn: troonsopvol
ging, defensiekiesrecht en eed geen ver
betering is. Wat de verwerping van
Hoofdst. X betreft, achtte hij, dat door
de diskussie in de Eerste Kamer aan art,
194 zijn wezenlijk karakter is terugge
geven. De heer van Baar bleef tegeu
een herziening, die alles overlaat aan den
gewonen wetgever. Daarna legde de
heer van Wassenaer Catwijk de ietwat
dubbelzinnige verklaring af, dat bij, of
schoon betreurende de afstemming van het
voorstel-Schaepman, vóór de reform-bill
en de additioneele artiekelen zou stem
men, bij en zijne vrienden.De heer
van de Eeltz wees er op, dat de vorige
spreker zich wel uitgelaten had over
Hoofdst. III en de add. artiekelen, doch
niet over de overige hoofdstukken. Dit
scheen een toepasssing te zijn van de
verworpen motie-de Geer.Spreker kon-
stateerde, dat mocht de rechterzijde dat
willen beproeven, de liberalen zich hunne
stem over de add. artt. zouden moeten
voorbehouden.De heer Donner betreur
de het niet zoo zeer, dat er van eene
wijziging van Hoofdst. X niets gekomen
was, maar wel betreurde hij het, dat
Hoofdst VI (godsdienst) ongewijzigd was
gebleven.De heer de Savornin Lohman
verdedigde het standpunt van het grootste
gedeelte der fraktie, waartoe hy behoort.
Het dreigement van den heer v. d. Feltz
noemde hy een middel om het gegeven
woord te knnnen verbreken. Volgens dezen
spreker mocht deze herziening geen grond
wetsherziening heeten, maar zoo eene was
onder deze Eegeering niet te verkrijgen.
Hij en velen zijner vrienden zouden echter
voor de meeste hoofdstakken stemmen,
juist omdat de herziening zoo onbeduidend
is alleen de reform-bill was noodzakelijk,
niet alleen om winst te behalen maar
om onrecht tegen te gaan.Spreker
hekelde de beweging, die vooral bniten
de Kamer, tegen de zeven liberalen was
op tonw gezet. Vooral Prof. Euys moet
het ontgelden. De heer v. Houten
motiveerde zijne stem omtrent het
Hoofdstuk betreffende troonsopvolging,
die nn anders zal zijn dan bij de eerste
lezing. De meerderheid der Tweede en de
overgroote meerderheid der Eerste Kamer
hadden anders gedacht over deze aange
legenheid, en Spreker gaf nu zijn opinie
voor beter. Hij verdedigde en verklaarde
verder het door den heer v. d. Feltz ge
sprokene. De Min. van Binnenl. Zaken
verdedigde de voorstellen, en wees er met
nadruk op, dat de Eegeering ze als een
geheel beschouwde. Mocht de Kamer het
onmogelijk maken, dat de zaak zoo tot
stand komt als zij nu luidt, dan zou even
tueel een andere Regeering de zaak ter
hand moeten nemen. Woensdag werd
het algemeen debat voortgezet. Generaal
Eeuther was de eerste spreker, maar le
verde slechts een herhaling van 'tgeen
zijn geestverwanten den vorigen dag gezegd
hadden. Ook de heer Keuchenins had