BRIDE VAN SCHOTLAND.
Uit het Engelsch van Charlotte Yonge.
24)
„Mijn man dacht, dat het de
Bride van Dunbar moest geweest
zijn, een vaartuig, dat heen en weêr
voer tusschen Dumbarton en Har-
fleur."
„Hoe is het mogelijk! Gezegende
St. Bride!" mompelde Jean Kennedy,
met een uitdrukking van diepe ont
roering op het gelaal, en daarop,
zich weder bedwingende, liet zij er
op volgen: „waren er geen andere
teekens, behalve deze, bij de kleine,
waaraan hel mogelijk zou zijn haar
te herkennen?"
„Zij had een gouden ketting met
een kruis en met wat gijlieden een
reliek noemt om haar halsjen, en
tusschen hare zwachtelbanden een
strook perkament, met geheim schrift
beschrevenmaar die voorwerpen zijn
te Bridgefield, waar ik ze heb weg
geborgen."
'l Was een uiterst moeilijke toestand
voor deze eenvoudige en oprechte
vrouw, en aan den anderen kant
was Jean Kennedy op hare manier
niet minder edelmoedig en oprecht,
eene goede, eerlijke vrouw, maar van
nature en door opvoeding sluwer,
en niet zoo nauwgezet, wat het
spreken van de volle waarheid be
treft.
Te midden van al hare verlegenheid
bleef Susan de overtuiging bij, dat
zij, door ook maar eenigszins te
laten blijken, dal zij wist, wie hare
Cis in werkelijkheid was, het geheim
haars echtgenoots verraden zou; maar
ook merkte zij, hoe Mrs. Kennedy,
ofschoon zij blijkbaar vurig begeerde
alles te ontdekken, en zonder twijfel
er van overtuigd was, dat het meisjen
het kind barer Koningin was, bezwaar
maakte, dat feit aan de pleegmoeder
te openbaren.
Met blijkbare bezorgdheid vroeg
zij, of Miss Cicely hel wist, dat zij
maar haar aangenomen kind was, en
Susan antwoordde, dat zij voornemens
geweest waren, haar nooit mede te
deelen, dat zij een kind van andere
ouders was, maar dat hel aan den
dag gebracht was door den ouden
zeeman, die haar aan boord van de
Bulhond gebracht had, alhoewel nie
mand het hem had hooren zeggen,
behalve de jeugdige Humfrey en het
meisjen zeil, en zij, voor zoover zij
wisten, zich nooit iets betreffende
deze aangelegenheid hadden laten
ontvallen.
Jean Kennedy vroeg nu, hoe het
kind aan den naam Cicely gekomen
was, en of het kind zoo volgens
Proleslantsch Kerkgebruik gedoopt
was.
„'t Is u wellicht bekend, wie het
meisjen is, Mrs. Kennedy?" waagde
Susan thans te vragenmaar de Schol-
sche vrouw liet zich niet van haar
stuk brengen en antwoordde
„Hoé zou ik dat kunnen weten,
zonder dat ik de herkennings-teekens
gezien heb? Kreeg ik die te zien,
dan zou ik misschien eene gissing
kunnen wagen, maar er zijn zooveel
Schotten in de dienst van Hare Ma
jesteit geweest, die kinderen had
den."
Cis bewoog zich thans even in haar
slaap, en de beide vrouwen waren
in een oogenblik bij haar bed, maar
zij werd niet wakker.
Jean Kennedy stond daar op het
kind te staren met eene belangstelling,
die zij niet poogde te verhelen, en
zij bestudeerde eiken gelaatstrek van
het meisjen in 't bizonder; maar Cis
vertoonde in haar slaap maar zeer
weinig van hare koninklijke afkomst,
die zich veel meer openbaarde in baai-
gang en houding, dan wel in hare
gelaatstrekken. Susan kon niet nalaten
te vragen aan de hofdame, of zij mis
schien eenige gelijkenis opmerkte,
welke aanduidde, tot welke familie
het meisjen behoorde.
De oude dame liet een soort van
Scholsch keelgeluid hooren, dat te
leurstelling uitdrukte en zeide„ik
kan 't niet zeggen, maar ik heb wel
meer zoo'n donker gezicht gezien.
Doch, we zullen met ons gepraat het
kind wakker maken. Ik zal nu heen
gaan. Mailre Gorion zal vóór den
nacht nog eens naar haar komen
zien, maar 'l zou verkeerd zijn, hel
arme meisken in haar slaap te sto
ren."
Desniettemin kon zij niet nalaten
zich over de slapende heen te buigen
en haar te kussen, maar zij deed hel
zoo zachtkens, dat Cis er niets van
merkte. Daarna verliet zij de kamer,
en Susan bleef achter en wrong zich
de handen, terwijl zij zeide:
„Mijn kind, mijn kind! O, is uw
lijd nu gekomen? Zal men u van
mij wegnemen? 0, en wat zal uw
lol wezen! In wat handen zult ge
vervallen? Nimmer, nimmer zullen
ze u zoo innig liefhebben, als wij u
hebben liefgehad! 0 God, bescheim
haar, en wees Gij haar vader!"
En Susan knielde bij haar bed
neder, zoo overweldigd door hare
smart, dat haar echtgenoot, die op
zijn sokken was binnengekomen, ten
einde het meisjen niet wakker te
maken, dacht, dat de patiënt veel
erger geworden was.
Evenwel, zijn binnenkomen deed
haar ontwaken, en zij gevoelde zich
wel, en had lust om wat te praten,
alwaarom Mr. Talbot op een kist bij
het bed ging zitten en verhaalde wat
Dick hem had medegedeeld van het
weder verschijnen der vrouw met dien
korf met snuisterijen.
„Halssnoeren en armbanden," sprak
Cicely.
„Ja," zeide hij. „Wat weet gij
daarvan
„Alleen, dat zij die woorden zoo
dikwijls liet hooren; en de Koningin
vroeg me, even voordat die dokter
zijn aanspraak begon, of zij niet hals
snoeren en armbanden verkocht."
„'tls ongetwijfeld een herkennings
woord, en we moeten op onze hoede
zijn," zeide Diehard, terwijl zijne
vrouw vroeg, met wien Dick haar
had «gn spreken.
„Met Gorion," antwoordde hij. „Dal
wekte argwaan bij den knaap, daar
hij wel wist, dat de chirurgijn nauw-
lijks drie volzinnen in een andere
taal dan zijn moedertaal spreken kon,
en dan nog wel met zijn barbaarsch
Scholsch akcent. Ik ben er met den
jongen op afgegaan, en heb hier en
daar, en overal onderzoekingen in
gesteld, maar ik heb niemand aange
troffen, die haar of een dergelijk per
soon had gezien."
„Vertel me eens, Cis," riep Susan
uit, en blijkbaar kwam plotseling een
denkbeeld bij haar op, „geleek zij
ook wat op Tibbot, de marskraam-
ster, door wie de jonge Babington
drie jaar geleden zoozeer in ongele
genheid gekomen is?"
„Vrouwenhoofden klemmen zich
altijd aan één denkbeeld vast," merkte
Richard op. „Kunnen er dan geen
geheime agenten zijn behalve dien
armen Cuthbert, die vrij zeker aan
den overkant der zee is?"
„Ja, dat is zoo; maar laat ons
eens hooren, wat het kind zegt," zeide
Susan.
„Deze vrouw leek niet zoo oud
als Tibbot," antwoordde Cis; „ook
steunde zij niet op een stok, en zij
had niet van die grijzende zwarte
wenkbrauwen, die me zoo'n schrik
plachten aan te jagen."
„Maar was zij ook lang van gestal
te?" vroeg Susan weder.
„0 ja, moeder. Zij was zeer lang
zij kwam met groole stappen achter
Dick en mij aanloopen maar toch
kan het Tibbot niet geweest zijn
Susan meende reden te hebben
om er anders over le denken, maar
zij moest thans hel onderwerp laten
rusten, daar zij naar beneden moest,
om met haar echtgenoot den avond
maaltijd te gebruiken, en verder was
een vertrouwelijk gesprek zoo goed
als onmogelijk. Zelfs bij nacht niet
iedereen moest zich hier behelpen
en zij zou indien Cicely dit ongeluk
niet overkomen was, hebben moeten
slapen in gezelschap van Dyot, de
kamenier, die met de bagage aange
komen was, waaronder een rnstbank
voor hen begrepen was. De jonge
dame was nu echter gebracht in eene
kamer, die bestemd was voor iemand
van Koningin Maria's gevolg; en
daar zoo was 't besloten zou
zij dien nacht blijven, en hare moe
der zou in dit vertrek bij haar slapen,
terwijl vader en zoon zich naar het
vertrek begaven, dat vooraf voor de
familie was bestemd geweest. Slechts
onder voorwendsel, dal zij haars mans
kleederen uit de koffers moest halen,
wist Susan zich de gelegenheid te ver
schaffen, om een paarwoorden met hem
te spreken, nadat zij Dick, Dyot en den
kamerdienaar even builen de kamer
gestuurd had. Toen kon zij zeggen:
„Beste man, alles zal spoedig gedaan
zijn Mrs. Kennedy en Mr. Gorion
hebben de brandmerken op de schou
ders van het kind gezien, 't Is mijn
overtuiging, dat die vrouw van de
„halssnoeren en armbanden' den
chirurgijn verzocht heeft er naar te
zien. Waarom anders zou hij zijn
diensten zoo opgedrongen hebben,
terwijl toch de behandeling veel beter
aan vrouwen ware toevertrouwd
geweest? Welnu, die neel van je wist,
dat Cis geen eigen kind van ons was,
en hij heeft haar lang geleden dien
aangaande reeds een wenk gegeven
namentlijk, indien Tibbot die Cuthbei t
geweest is, en niet wat ergers nog.
Richard schudde hel hoold. „Laat
eene vrouw eens hooren spreken van
een verkleeden Roomschen priester,
dan is zij in staat een pasgeboren
kind daarvoor aan te zien. Ik heb
ik verzeker het u vernomen, dat
Cuthbert veilig en wel le Parijs is.
Maar, hoe dal ook wezen moge, ik
hoop, dal ge je nergens over uitgelaten
hebt?"
„Ik heb mijn best gedaan, dal niet te
doen," antwoordde Susan. „Mrs. Ken
nedy vroeg mij er naar, en ik heb
het haar gezegd."
„Wat?" vroeg haar echtgenoot op
scherpen toon.
„Niets dan de waarheid,' ant
woordde zij, „behalve dat ik het deed
voorkomen, alsof ik er niets van wist,
wie hel meisjen werkelijk is, en ook
heb ik haar niet laten vermoeden, dal
gij het geheime schrift van de peika-
menten strook ontcijferd hebt."
„Dat is goed ook. Frank Talbot
deed eigentlijk meer dan hem veroor
loofd was, toen hij mij den sleutel
op dat geheime schrift toevertrouw
de, en 't zou mij 't hoofd kunnen
kosten, als men te weien kwam, dat
ik van de zaak afgeweten heb." Susan
stemde dit toe, maar kon niets meer
zeggen, daar zij gestoord werden dooi
den kamerdienaar, die om orders
kwam vragen ten opzichte van de
bagage.
Dit korte gesprek had haar ietwat
gerustgesteld, maar 't was een treu
rige nacht voor haar, dien zij slape
loos doorbracht, terwijl Cicely naast
haar lag le slapen. Hare liefde was
te waarlijk moederlijk, dan dat het
haar niet zeer verontrusten en be
droeven moest, dat iemand, die tot een
andere natie behoorde en een andere
godsdienst beleed, aanspraak zou doen
gelden op het meisjen, en dat nog
wel iemand, die aan haar kind slechts
zulk een onzekere en gevaarlijke toe
komst had aan te bieden. Ook kwelde
haar het bewustzijn, dat al wat haar
het liefst was, haar oudste zoon ook,
gewikkeld was in een net van intrigues
met personen die veel aanzienlijker
en veel minder nauwgezet waren dan
zijzelvendat het bun, hoezeer zij
ook hun best deden, om trouw en
eerlijk te blijven, zeer moeilijk zou
vallen argwaan en gevaar le vermijden.
In dit lijdelgk verblijf alen de huis
houding van de Koningin en die van
den Graaf gezaraentlijk in de groote
zaal, en zoo vond Jean Kennedy, ter
wijl zij 's morgens ontbeten, gelegen
heid om Richard Talbot te onder
vragen naar al de omstandigheden
van het wrak van de Bride of Dunbar
en van het vinden van het kind. Zij
was veel meer op haar hoede dan
den vorigen dag, en zeide, dat zij
wel eenig vermoeden had betreffende
de ouders van het kind, maar dat zij
voor zich dienaangaande geene zeker
heid kon hebben, tenzij zij het reliek
en de perkamenten strook te zien
kreeg. Richard antwoordde, dal die
voorwerpen thuis waren, maar hij
bood haar niet aan, er om te sturen.
„En ik ben ook niet van plan dat
te doen," zeide hij tegen zijne vrouw,
„tenzij men openhartig met mij spreke,
en de dame zelve er om vraagt. Dan
zou ik het recht niet hebben, ze lan
ger te behouden."
Mailre Gorion wilde zijne patiënte
niet veroorlooven dien dag hare
kamer te verlaten, en zij moest daar
dus blijven, terwijl Susan dienst deed
bij de Koningin, die het haar niet
liet blijken, dat zij van de ontdek
king gehoord had, en begon zoo
nauwgezet mogelijk de leefregels van
de plaats in acht te nemen, waar Dr.
Jones beschouwd mocht worden als
de opperste wetgever.
Elke afdeeling van de groote bad
zaal had eene droogkamer en eene
kleed-kamer, zeer geriefelijk ingericht,
in overeenstemming met den rang van
de personen, die er gebruik van moes
ten maken. De koninklijke gast had
natuurlijk eene voor haar bestemde
afdeeling alléén in gebruik, en na
het warme bad, dal de Koningin nam,
onmiddellijk nadat zij was opgestaan,
ontbeet zij in haar eigen vertrekken,
en daarna kwam zij, overeenkomstig
den leefregel der badplaats, deelne
men aan het destijds daar in zwang
zijnde balspel. Eene plank, waarin
boogvormige openingen waren ge
maakt, juist groot genoeg om de ballen
door te laten, waarmede men placht
te spelen, was op het grasperk ge
plaatst, op een belamelijken afstand
van den speler. Elke dier boogvor
mige openingen was genomraerd, van
één tot dertien, maar de nommers
waren onregelmatig gerangschikt, en
het spel bestond hierin, dat men de
ballen naar volgorde door de openin
gen wierp, waarbij ieder speler op
zijn beurt maar éénmaal gooien mocht,
terwijl hij, die 't eerst het hoogste
cijfer bereikte, het spel gewonnen had.
't Geheele spel was dus niets dan
eene weinig beteekenende aardigheid.
Dr. Jones beval het spel aan, als goed
om de rheumaliesche ledematen zijner
patiënten lenig te maken, en Koningin
Maria, die ingewijd was in alle moge
lijke soorten van spelen, zoowel in
die welke binnen's huis, als in die
welke buiten's huis werden gespeeld,
vond het heel prettig, ofschoon zij
bedankt had voor een aanbod, om
een grasperk te Sheffield voor dit
spel in te richten, zeggende, dat daar
door slechts het genot om hel te
Buxton te spelen zou bedorven wor
den. Zij was nu nog le stijf, om
zelve aan hel spel deel te nemen,
maar zij vond er een onbeschrijfelijk
vermaak in, aan de pas aangekome-
nen onderricht le geven in het spel,
en de arme Susan, wier gedachten
ver afdwaalden, was eigentlijk geen
leerlinge, geschikt om door eene Ko
ningin onderricht le worden in een
spel, voaral daar zij Mrs. Kennedy on
der de aanwezigen miste.
Wordt vervolgd).
Gedrukt bij DE EKVEN LOOSJES, te Haarlem.