BRIDE VAN SCHOTLAND.
1*
Voordrachten in Teyler's Stichting.
Dr. E. van der Yen vervulde de spreek
beurt van jl. Woensdag.
Sprak J nies Yerne van bet zwarte
goud, hij begon met het blanke goud of
het ijzer tot onderwerp zijner beschouwing
te nemen.
Niet alle eigenschappen daarvan, maar
hoofdzakelijk ééue die eerst in onze eeuw
bijzonder bestudeerd was, zou hem de
inleiding verschaffen tot hetgeen hij
zijnen hoorders heden avond wenachte
duidelijk te maken.
Deze eigenschap was het vermogen om
het magnetisme gemakkelijk op te nemen
en weer te verliezen. Reeds voor eeuwen
wist men, dat zich bij Magnesia, eteenen
vertoonden die het vermogen hadden ijzer
aan te trekken.
Een dergelijke steen werd ons vertoond,
en hierbij de merkwaardige bijzonderheid
medegedeeld dat onze voorvaderen bij
hunne stoute tochten naar het Noorden
en om de Kaap de Goede Hoop, met
behulp van dezen steen hun weg op de
Oceaan wisten te vinden.
De kompasnaald was toen ter tijd niet
zoo blijvend krachtig te maken, dat hij
niet na eenigen tijd geheel onbruikbaar
werd en de schippers namen daarom altijd
zulk een steen mede aan boord om bij
gelegenheid hun kompas weer in orde te
maken.
Vandaar dat onze dichter Cats dan ook
met volle recht, aan dien steen den naam
van zeilsteen toekende.
Zulk een steen heeft evenals onze mag
neten 2 polen, en in het midden een
zoogenaamde indifferente streek. Hij is
ontstaan uit een verbinding van ijzer
met zuurstof, welke verbinding echter,
in het laboratorium vervaardigd, noch geen
magneetsteen is.
Toen men het magnetisme door wrijving
met dezen steen op het ijzer had over
gebracht, bemerkte men al zeer spoedig
dat week ijzer het veel spoediger verloor
dan hard ijzer of staal. Naarmate dit
metaal dus met meer koolstof was ver
mengd, kon het beter dienst doen als
magneet.
Aan den Haarlemmer Logeman gelukte
het omstreeks 1850 magneten te vervaar
digen die, zelf een Va K. G. wegende, 14Va
K. G. konden dragen. Dit is daarna nooit
weder mogen gelukken.
Om nu verder te bewijzen dat een mag
neet in alle deelen magnetisch is, werd
een magnétisch staafje doorgebroken, en
ook hieraan weder de aantrekkende en
afstootende kracht der ongelijknamige en
der gelijknamige polen aangetoond.
De vooronderstelling der geleerden is,
Uit het Engelsch van Charlotte Yonge.
24)
Zij hadden geen gelegenheid met
elkander te spreken, tot niet slechts
de vroegmelten, maar ook het ontbijt
was afgeloopen, en toen na het
nog al stevige maal moesten de
dames zich voor builen kleeden, om
dat zij zich bij koningin Maria hadden
te vervoegen, als deze hare dage-
lijksche lichaamsbeweging nam. Daar
het midden in den zomer was, be
hoefden zij niet veel aan haar toilet
te doen, alleen een losse sluier over
hel gesteven mutsjen, en een waaier
in de rnet handschoenen bedekte han
den, om dienst te doen als parasol.
Het gaf echter aan Cicely gelegenheid
om te zeggen: „0 moeder, zij heelt
hel mij gezegd!" en toen Susan haar
armen naar haar uitstrekte, wierp het
aangenomen kind zich op de knieënzij
verbergde haar gelaat aan den boe
zem, waar, zoo oud zij was, steeds
haar toevluchtsoord geweest was, en,
eindelijk haar ontroering niet langer
meester, barstte zij, zonder te weten
waarom, in snikken uit, totdat zij
zenuwachtig opschrikte bij het bin
nenkomen van Richard, die zeide:
„de Koningin vraagt naar u beiden.
Maar hoe staat het er mede? Weet
zij alles?"
„Ja," fluisterde de vrouw.
„Zoo! En waarom deze tranen?
Zeg me, mijn lief meisjen, was zij niet
lief voor u? Wil zij misschien zelve
zich met de zorg voor u belas
ten V'
dat in het ijzer het magnetisme steeds
aanwezig ie, maar dat door de inwerking
van den magneet, de moleculen zich allen
met denzelfden poolbaar dezelfde zijde
richten. In week ijzer zouden die mole
culen, nadat de magnetische invloed ge
weken was, gemakkelijker terugkeeren tot
hun oorspronkelgken toestand dan in hard
ijzer.
Dat het laatste bijzonder lang zijn aan
trekkingsvermogen behield werd mede
aangetoond door den bekenden magneet uit
Teylers Museum, die, voor 36 jaren be
krachtigd, nog heden een gewioht van
41 kilogram kan dragen.
Het bekrachtigen der magneten ge
schiedde vroeger alleen met deu zeilsteen,
later meest door het strijken van het
ijzer over magnetische staven. Men streek
eerst slechts met één magneet naar eene
zijde, daarna met twee staven naar legen-
overgestelden kant, eindelijk met twee
staven, wier tegengestelde polen weinig
van elkander lagen, naar denzelfden kant.
Dit was de zoogenaamde enkele, dubbele
en gescheiden streek.
Eerst in 1798 werd door van Marum
ontdekt, dat een electrische stroom, door
een naald geleid, deze laatste magnetisch
maakte, en deze wetenschappelijke ont
dekking, werd van het hoogste maat
schappelijk belang, toen Arago in 1820
de galvanische electriciteit voor dit doel
dienstig maakte.
De gemakkelijke wijze waarop deze
laatste kon worden toegepast, maakte
het voortaan mogelijk om overal waar
men dit verlangde het ijzer te magneti-
seeren door er eenvoudig een stroom om
heen te leiden door een geïsoleerde draad.
De uitvinding van de telegraaf, de
telephoon en de electrodynamische ma
chines, die ons het nieuwe licht bezor
gen en de grootste krachten langs elec-
tischen weg kunnen overbrengen op ver
ren afstand, zijn allen het gevolg ge
weest van de ontdekking der wederkeerige
werking van stroomen en magneten. De
magneten worden thans meest altijd met
behulp van de electriciteit vervaardigd, en
wel hoofdzakelijk door den zoogenaamden
ring van Eliasmede een Haarlemmer.
Tot het verrichten van proeven be
diende zich spreker aan het einde zijner
lezing, van eene groote electromagneet
(van Ruhmkorff) die de algemeene be
langstelling wekte van de hoorders.
Door de grootte der ijzerblokken en
de massa der omwindingen was het mo
gelijk, daarin plotseling een groote hoe
veelheid magnetisme op te wekken en
hierbij bleek bet, dat niet alleen ijzer, maar
ook nikkel en kobalt, magnetisch zijndat
is door de polen werden aangetrokken.
„0 neen, mijnheer, neen," ant
woordde Cis, nog altijd bij Susan's
knieën knielend, en zich inspannend,
om haar snikken te bedwingen. „Nie
mand zal het zelfs vermoeden. Ik zal
Cicely Talbot zijn en blijven, totdat
er betere dagen voor haai aan
breken."
„Zooveel te veiliger en gelukkiger
voor u, mijn kind! Hier zijn twee
eerlijke harten, die u niet verstooten
zullen, zelfs als, naar ik vermoed, die
dame daar ginder wel gaarne van u af
zou willen wezen."
„0 neenbarstte nu Cicely uit
maar daar het haar schier op 't zelfd#
oogenblik hinderde, dat zij hem op
ongepaste wijze in de rede gevallen
was, liet zij er dadelijk op volgen:
„vergeef het mij, mijnheer, maar wer
kelijk, zij is al teederheid en liefde
voor mij."
„Maar wat heeft dan deze harts
tochtelijke ontroering te beduiden?"
vroeg hij, beurtelings de eene en de
andere aanziende.
„Niels anders, dan dat het kind
overweldigd is door de laatste ge
beurtenissen," antwoordde Susan, „en
dat zij haast niet weet, hoe zich on
der deze ontdekking te houden. Is het
niet zoo, lieveling?"
„0, liefste moeder, ja, zoo is het
indedaad. Gij zult altijd werkelijk moe
der voor mij zijn!"
„Goed gezegd, kleine meid!" sprak
Richard. „Al zocht ge, de geheele
wereld af, ge zoudt nergens eene
tweede, aan deze gelijk vinden."
„Maar zij heeft verplichtingen te
volbrengen jegens hare ware moeder,"
merkte Susan op, terwijl zij haar
Andere lichamen, zooals biBmutb, zwa
vel en hout, worden diamaguetisch, d. i.
indien ze tusseben de polen worden op
gehangen plaatsen ze zich van zelf in
eene richting, die loodrecht staat op de
as, die de polen verbindt. Onze landgenoot
Brugmans merkte dit het eerst op by
bismuth.
De vlam eener waskaars werd aan deze
proef onderworpen, en vertoonde hetzelfde
verschgnsel als de laatstgenoemde voor
werpen.
Na deze belangrijke mededeelingen en
proeven, eindigde de Heer van der Ven
zgne verhandeling.
Mocht iemand vragen wat nu eigentlijk
het magnetisme was, dien moest bg on
bevredigd laten. Die kracht, magnetisme,
dus de kracht te noemen, die in een steen
soort voorkomt, welke bg Magnesia het
eerst werd gevonden, is niets meer dan
woordenspel. Ook met betrekking tot bet
wezen en werken geldt van haar ten slotte
„ins Innere der Natur dringt kein erschaff-
ner Geist."
Maria van Utrecht.
Onder de bladzgden die wg Nederlanders
gaarne uit de geschiedenis van ons roem-
rgk verleden zouden willen doen verdwg-
nen, omdat zg als met bloed geschreven
zgn, behooren stellig óók die, welke het ge
boekstaafde bevatten aangaande de gebeur
tenissen van het jaar 1619 en wel meer be
paald dat wat voorviel op den 19en van Mei
maand in dat jaar. Wie kent niet de treurige
gebeurtenissen van die dagen, toen Prins
Maurits den trouwen vriend zg ns grooten
Vaders, den grgzen Oldenbarneveld, het
schavot deed beklimmen om te boeten voor
hetgeen hg gedaan had volgens zijne op
vatting tot heil des vaderlands, evenals
de Prins meende den loop van het recht
niet te mogen stuiten, zgnde hg dit vol
gens zijne opvatting aan het vaderland
schuldig. Staatkunde en godsdienst stel
den hunne eischenOldenbarneveld viel,
doch als man van karakter had hg niet
anders kunnen handelen, wilde hg aan zgn
beginsel getrouw big ven. De nasleep deed
zich evenwel gevoelen. De Prins rees er
niet door in aanzien en de party van
Oldenbarneveld werd er niet veel zwakker
door, alleen was zgn dood het begin slechts
van het vreeselgke familiedrama, dat af
gespeeld werd met de voltrekking van het
doodvonnis van des Staatsmans oudsten
zoon, Reinier van Groenveld, misschien
de minst schuldige in het komplot tegen
deu Prins, maar toch schuldig. Naar aan
leiding van het bovenstaande schreef N.
Donker zgn tooneelspelMaria van Utrecht,
dat, hoewel niet nieuw, Woensdag door het
Hoilandsch Tooneelgezelschap, Directie A.
hand op het hoofd van het meisjen
liet rusten.
„Dat weten wij wel," antwoordde
haar echtgenoot, „en ik geloof, dat
de eerste dier verplichtingen is, dat
zij dit alles goed geheim houde."
„Ja, mijnheer," zeide Cis, die nu
weder lot bedaren kwam; „niemand
behalve de zeer weinigen, die te
Lochleven in dienst der Koningin
waren, welen, wie ik waarlijk ben.
Zij, die er getuige van waren, dat
het kleine kindeken te Dumbarton
aan boord van het schip gebracht
werd, hielden mij voor het dochtertjen
van een Schotschen boogschutter,
een zekeren Hepburn en zij, de
Koninginmijne moederwilde,
dat ik daarvoor zou doorgaan,
totdat ik zou zijn aangekomen bij
hen, die noodzakelijk moesten weten,
dat ik niet degene was, voor wie ik
doorging."
„Ge kunt er op aan, dat zij, als
een enkel web van listen en streken
niet voldoende mocht blijken, een
dubbel web zal spinnen;" mompelde
Richard, maar zóó, dat het meisjen
hem niet verstaan kon.
„We behoeven niet te vreezen, dat
thans iemand wal er van afweet,"
haastte Susan zich te zeggen, mis
schien daartoe gedreven door denzelf
den afkeer van listig bedrog; „maar
ik zou haast die vrouw, die waarzeg
ster vergeten!"
Cis, fier omdat zij in 't geheim
ingewijd was, deelde nu mede, dat
Tibbott indedaad Cuthbert Langston
was, maar niet de persoon, wier
wachtwoord: „halssnoeren en arm
banden" was, alsmede, dat geen van
vau Lier, in den Schouwburg werd gegeven.
Het is jammer, dat er weer moet bggevoegd
worden opgevoerd werd voor een klein pu
bliek, en hoe weinig bemoedigend dit ook
moge zgn voor de personen die het stuk
vertolkten, toch werd er flink gewerkt.
Wg noemen als voorbeelden van goeden
smaak het treffende verhaal omtrent den
dood van den Lands-advokaat door Dominé
Slatius, den heer van Hilten,terwgl door het
geheele stuk de heer Potharst als Rei
nier Groeneveld boeide door zgn welluidend
Nederlandsch, voorgedragen opeenewgze
geheel overeenkomende met het karakter
van den meegaanden weinig ergdenkenden
huisvader. De heer Veltman in de rol van
Maurits, punctueel, zooals men dat van
de mannen der oude school gewoon is.
De kranige figuur stak gunstig af bg
den Frederik Hendrik, die naar ons voor
kwam veel minder op historische juist
heid in grime en in vrgheid van spreken
uitmuntte.
De titelrol was in handen van mevrouw
Ellenberger. Met passenden ernst en waar
digheid werd deze moeilgke partg door
haar vervuld. Als zg uiting geeft aan
baar onverzoenlgke vgandschap tegen
Oranje, als zg het trotsche hoofd buigt
voor den Prins, als zij vergiffenis vraagt
voor den schuldigen zoon, als zg later
vernederd is en zwaar getroffen in alles
wat haar dierbaar is, dan brengen wg
onze hulde aan haar fijn gedacht spel.
Naast Reiuier van Groeneveld is Anna
van Weitze, zgne echtgenoote, zeker wel
de persoon die in het stuk de meest sym
pathieke rol heeft. Zg werd door mevrouw
Holtrop vervuld op zeer innemende wgze,
beschaafd en zonder effectbejag. Haar stil
spel was hier en daar zeer gelukkig. Me
juffrouw F. van Biene had de bekende
Aagje-partg. Haar vroolgk, levendig spel
was soms niet vrg van zucht tot op den
voorgrond treden, doch dit belette niet,
dat de geestig gedachte kibbelpartgen
goed tot hun recht kwamen. De overige
rollen moeten onbesproken big ven, hoewel
ook die medewerkten tot een goed geheel.
Het tooneeldecoratief was goedgekozen.
De costumes, stemmig van kleur, boei
den minder door praoht dan door waar
heid. Het kleed van de Schevening-
sche kasteleinsdochter had wat minder
opzichtig kunnen zgn. Het uitgebreide
stuk was te half elf afgeloopen, een be
wijs dat er vlug gewerkt werd. Dit is
altijd een buitenkansje voor hen, die den
Schouwburg bezoeken om het stuk en niet
om de pauzen. Nog moet medegedeeld
worden dat de tooneelverlichting Woens
dag avond bgzonder gelukkig kon ge
noemd worden.
die beiden meer kon welen, dan de
historie van den Schotschen boog
schutter en zgne jeugdige echtge
noote. Maar terwijl zij bezig was,
deze mededeelingen te doen, werd
zij daarin gestoord door het binnen
komen van Dick, die door Mylord
zeiven op aandrang van de Koningin
gezonden was, om de dames te ver
zoeken, niet te lang op zich te laten
wachten. Mr. Richard liet den
jongen met zijne moeder vooruitgaan,
onder voorwendsel, dat Cis haar iet
wat in wanorde geraakt hair en kap
sel eerst wat in orde moest brengen,
en dat hij haar dan bij de Koningin
zou brengen.
„Beste meid," zeide hij op ernstigen
toon, „ik heb je wat te zeggen. Ge
verkeert in een vreemder geval dan
eenig vrouwelijk wezen van je leeftijd
lusschen de vier zeeën, ja, misschien
wel in de geheele Christelijke wereld.
Het zal je bitter veel moeite kosten,
geen verraad te plegen, door je maar
een enkel woord te laten ontvallen
tegen je eigen moeder, of anders
tegen je Koningin. Daarom zeg ik
dit, eens vooralzie zoo weinig, hoor
zoo weinig, en bovenal, zeg zoo weinig
als je mogelijk is."
„Niet tegen moeder?" vroeg Cis.
„Neen, niet tegen haar, en vooral
niet tegen mij; en, beste meid, bid
God dagelijks, dat Hg je oprecht
en trouw doe blijven, en behoed je
zeiven en ons overigen tegen hinder
lagen. En nu, laat ons gaan; we mo
gen niet langer dralen!"
{Wordt vervolgd.)
Gedrukt bg DE ERVEN L003JES, te Haarlem.