Nieuwsberichten.
Mijnheer de Redacteur!
In een van Uwe voorgaande nummers
las ik, op de vraag van een „kiezer" of
er nog eene liberale Kiesvereeniging zou
worden opgericht, Uw bericht dat er
ernstige pogingen voor in 't werk wer
den gesteld, en IT eerstdaags meer zon kun
nen inlichten.
In Uw nummer van 28 December j.I.
las ik, dat men U heeft medegedeeld dat
er eene bijeenkomst gehouden is tot op
richting van eene Kiesvereeniging in
radicale richting.
Eilieve! Heer Redacteur,! hoe is 't
mogelijk, dat het voormalig bestuur der
ontbonden liberale Kiesvereeniging, de
zaak zelve niet weder heeft aangepakt
Mij dunkt, dat de werkelijk liberale
kiezers toch hen wel zouden steunen.
Mocht het bestuur der ontbonden Kies
vereeniging zich onbevoegd achten tot
een handelend optreden, waarom hebben
dan de Heeren, die de candidatuur van
Mr. A. J. Farncombe Sanders voorstaan,
zich niet aan het hoofd gesteld, om de
liberale zaak in onze gemeente met die
err.gt aant;vatten, eene goede zaak waar
digzonder overteslaan tot uitersten,
die tot niets dan party verdeeling leiden,
van hen die feiteiyk in vele opzichten
de zaak in beginsel eens zijn, doch waar
van de bezadigde party tevreden is met
het goede, terwijl de andere party zonder
het goede te willen onmiddelyk het beste
wil hebben.
Ik vrees dat, zoo niet de liberale zaak
met ernst onderhanden genomen wordt,
by eene eventueele verkiezing verschillen
de kiezers niet zullen weten waarheen,
terwijl nu juist met het oog op de nieu
we kiesgerechtigden, eene aaneensluiting
zoo hoog gewenscht is.
A.
Weten en Werken.
Dat er Dinsdagavond veel toegang-
kaarten ongebruikt zijn blijven liggen,
gelooven wij niet, want de zaal kon nie
mand meer bevatten. De spreker, de heer
M. Cohen Stnart van Alkmaar, begon met
een complimentje te maken over den moed
van de mannen om het, slechte weèr te
trotseeren en een gezellig uurtje onder
zijn gehoor te komen doorbrengen.
Spreker had een ietwat taai punt van
bespreking gekozenDe toestand van het
Nederlandsche volk onder de Grondwet van
1848, maar zyn groote welbespraaktheid
en uitgebreide algemeene kennis, vereenigd
met eene klare betoogtrant wisten de
getallen en cijfers zóó by ons binnen
te smokkelen, dat er bepaalii mede bereikt
zal worden: een beter inzicht van zaken
en een hoogere waardeering van de voor
rechten van den tegenwoordigen tijd.
De heer Stuart schetste ons het nut
van het Amsterdamsch Peil; het geeft
één vaste werklyn, één onveranderbaren
maatstaf ter onderkenning van alle mo
gelijke hoogten en laagten in den bodem.
Verbeeldt men zich zulk een lijn, zulk
een grens, getrokken over de ontwikkeling
van ons volk, gedurende een kleine veertig
jaar, dan zal deze kunnen dienen als
maatstaf van vergelijking tusschen het
heden en het verleden en zullen wij kun
nen bepalen of wy rijzen, dan wel dalen.
Spreker wees ons in de eerste plaats op
het feit, dat op dezelfde ruimte waar in
ons land in 1849 honderd personen woon
den, er thans 141 leven en met dit als
uitgangspunt, toonde hy uit statistieke ge
gevens, dat deze belangrijke vermeerdering
der bevolking meerdere welvaart had ten
gevolge gehad, merkbaar byv. uit de
waarheid, dat er thans 13 op de 100
meer trouwen dan vroeger en dit ook op
de zedelijkheid gunstig werkt, zooals blijkt
uit de veel gunstiger verhouding tusschen
de echte en onechte geboorten. Dan ook
de gezondheidstoestand was vooruitgegaan;
dat de menschen langer leefden, is duidelijk
als men weet, dat het getal personen,
wier leeftijd van 50 tot 64 is, met 10%
is toegenomen, even als het getal dergenen
die op een leeftyd van 65 tot 80 jaar
gekomen zyn endooreengenomen
3 duim grooter waren dan in 1851.
Niemand zal ontkennen, dat deze voor-
deelen te danken zijn aan de betere wonin
gen, de meerdere gemakken die men zich
verschaffen kan, waardoor b.v.b. belasting
op het personeel 100% vooruitging en
door een en ander het getal kiezers steeg
van 80.000 tot 130.000dat in verband
hiermede het aantal bedeelden daalde van
494.000 tot 209.000. Het volk wordt
ook beter en meer onderwezen; het getal
van personen dat niet lezen of scliry ven kan
ueemt sterk af, doch onder de gevangenen
toe. Verschillende indirecte belastingen,
zoo als die op het gemaal, op de brand
stoffen, op het ton- en bakengeld en an
dere, tot een bedrag van 8 millioen zyn
afgeschaft. Bedenkt men nu, dat die af
geschafte belastingen juist het sterkst de
lagere klassen der maatschappij drukten,
dan zal men moeten toegeven, dat ook
in dit opzicht de tijden zijn voor
uitgegaan. Weet men nu nog dat in
1880 145.000 en in 1881 283.000 kin
deren kosteloos onderwijs ontvingen, dan
wijst dit feit op de meerdere zorg der
regeering in dit opzicht. Rijst vervolgens
de vraag, of de 2500 kilometers spoor
wegen, die Nederland thans bezit, tegen
176 in 1849 geen afbreuk gedaan hebben
aan stalhouders en schippers, dan beant
woordt spreker dit met er op te wijzen dat
er toen 3400, thans 9500 stalhouders
zyn en het aantal binnenschepen met
4000 is toegenomen, terwijl het goe
derenvervoer zeer belangrijk is toegeno
men evenals het brievenverkeer. De uit
voer van groenten is zelfs in 40 jaar
gestegen van 2 ton tot 16Vj millioen
per jaar en het zont, benoodigd voor de
vischzouteryen van 4 tot 6 millioen.
Waar men dus het oog ook wende, overal
vooruitgang; de menschen leven beter,
wonen beter, worden grooter, zyn beter
onderwezen; jammer, dat de spreker het
peil der zedelykheid niet in cyfers kon
voorstellen, wie weet tot welke gunstige
verhoudingen men dan zou komen.
Waaraan danken wy, vraagt Spreker,
al dit goede? In de eerste plaats aan de
Grondwet, die gedurende by na veertig jaren
ons in het goede spoor heeft geleid
en bovenal aan onzen Koning, aan wiens
verlicht bestuur Spreker in warme be
woordingen de meest welverdiende hulde
hracht. De geestdrift klom by de hoorders
en werkte aanstekelijk, zóó dat wy ons
werkelijk boven het gewoone peil verhie
ven en op verzoek van den Spreker eindig
den met het zingen van het eerste couplet
van onB volkslied.
Intusschen was het laat gewordeneen
uur later dan gewoonlijk. Wy bleven
toch luisteren, en kwamen ten laatste
tot de overtuiging, dat wy het in Ne
derland nog zoo kwaad niet hadden. Ge
durende den ganschen avond boeide de
Spreker door zyn soms geestige, soms
scherpe opmerkingen. Toch willen wij
van den heer Cohen Stuart wat hooren
1 zijne bewijsgronden ziju klaar en helder
en waar soms zyne ironie zou leiden tot
opmerkingen, weet hy de pil zoo aardig
te vergulden, dat wij die wezenlijk
zonder weerzin slikken, en daar nu onze
schoone wereld eenmaal niet uitsluitend
voor de mopperaars en de brommers is
gemaakt, al hebben zij ook hun aandeel
in den loop der zaken, willen wy, man
nen van Weten en Werken, ons scharen
aan den kant der lachers, die de heer
Cohen Stuart steeds op zijn hand weet
te krijgen. Wij hebben veel geleerd en
omdat het ons daarom te doen is, ge
looven wij geheel in den geest van allen
te spreken als wij den geachten Spreker
nog eens terug wenschen.
Door ongesteldheid van den Spreker
kon de lezing van 2 Januari geen voort
gang hebben. Den 9 Januari zal optreden
de Heer W. C. Goteling Vinnis.
Lodewijk XI,
het door Schimmel vertaalde Drama van
De la Vigne, was door den heer Louis
Bouwmeester gekozen om opgevoerd te
worden ter gelegenheid van de herdenking
van zijn vijf en twintig jarige tooneel
loopbaan. Het Haarlemsche kunstminnende
publiek had het genoegen Donderdagavond
dit stuk te zien met den jubilaris voor
den titelrol.
Lodewijk XI was koning van Frankrijk
gedurende de jaren 14611483. Hy was
de eerste die den titel van allerchristelijkste
majesteit droeg, evenals als zijn opvolgers
behalve Lodewijk Filips dien later behiel
den. In hoeverre hij dien weidschen titel
waardig was, leert ons de geschiedenis.
Hij was een trotsch, wraakgierig, maar
ook zeer devoot vorst. Het belang van zyne
positie verloor hij nooit uit het oogzijne
staatkunde bewoog zich steeds om het
uitbreiden van zijne macht; hy als mach
tig leenheer deed de leenmannen die hem
te lastig waren, uit den weg ruimen.
\an al zijne staatkundige moorden gaf
die van den Hertog van Nemours wel den
meesten aanstoot. De koning, van nature
wantrouwend van aard, zag zich niet be
mind, door ieder gevreesdhet gevolg
was, dat hij zich meer en meer van zijn
volk afzonderde en zich steeds omringd
waande door verraders. Zijn zielstoestand
leed er zeer onder; angst en vertwijfe
ling vergezelden en pijnigden hem. De
groote koning kreeg niet eer rust voor
de dood een einde maakte aan zyne kwel
lingen.
De heer Bouwmeester, de meester in
het voorstellen van hevige, schokkende
karakters, had tot kenschetsing van zyn on
betwistbaar talent in dit opzicht, geen beter
keus kunnen doen. De sluwheid van den
huichelaar, de trotsche majesteit van den
koning, de noodelooze wreedheid van den
tiran, maar ook het beeld van ware ziels
angst, van onmannelijke zelfsvernedering
tot kruipende laaghartigheid, al deze
toestanden worden weergegeven door één
kunstenaardoor Louis Bouwmeester. Hy
beheerscht alle toestanden, weet iedere
aote belangrijkheid by te zetten, dwingt u
tot de erkenning van het feit, dat hij
hoog staat als dramatisch acteur.
Het komt ons zoo voor, dat De la Vigne
zyn stuk schreef met het doel om één
persoon bepaald te doen uitkomen, m. a.
w. alle handeling, die niet van den titel
rol uitgaat, is slechts by werk. Wij hebben
by het „Nederlandsch Tooneel" evenwel
te doen met eene keurbende; elk lid der
Vereeniging vat zyn rol ernstig op. Van
daar een samenspel zóó treffend schoon,
zóó waar tot in alle bijzonderheden. Als
men bijv. den heer de Jong als Nemours het
verhaal hoort doen van den dood zij ns vaders
den hertog van Nemours, het stervensuur
meer en meer ziet naderen tot eindelijk
de slag valt, en ge merkt dan de waar
heid op gelegen in die opklimming der
gewaarwordingen, als hy later als wre
ker voor den ontzenuwden Lodewijk ver
schijnt en ge hoort de hartstocht woelen
in den boezem van den jongen hertog,
dan zal niemand hem een eereplaats by
het Nederlandsch tooneel willen ontzeggen.
De heer Morin, in zyn rol als genees
heer des Konings, schenkt in verschillende
tooneelen veel te genieten. Zijn onver
stoorbare kalmte, zijn fraai spel toonen
den man van goeden smaak.
Mevrouw Róssing Sablairolles als Ma
ria Commines, bekoorde ook thans door
haar lieftalligheid en mejuffrouw Chr.
Poolman door haar schalkschen eenvoud.
De overige rollen afzonderlijk aan te
roeren, laat de gelegenheid niet toe. In
een woord allen samenvattend, mogen
wy dankbaar zijn voor de wijze waarop
zij medewerken tot een goed geheel.
Toen de heer Bouwmester in 't tweede
bedryf optrad, werd hij door de muziek
met fanfares, door het publiek met luide
toejuichingen ontvangen, toen was het
eene plichtpleging aan den jubilaris.
Op het eind van het laatste bedryf
evenwel, toen men zyn voortreffelijk spel
opnieuw had genoten, bracht men nog
eens zyne huldethans gold het den
kunstenaar. Van die hulde ontving de
heer Bouwmeester als blijk twee schoone
kransen benevens nog een ander bewijs van
waardeering, hem bij monde van den heer
Morin door de gezamelijken bezoekers aan
geboden. In eenige welgemeende bewoor
dingen bedankte de heer Bouwmeester
voor de betoonde belangstelling en eindig
de de Jubileum-voorstelling.
Het publiek was goed opgekomen.
Plaatsen, die bij andere gelegenheden
worden afgewezen, waren nn bezet. De
gezellige schouwburgzaal leverde alzoo
een prettig contrast met menig anderen
tooneelavond.
De gerechtelijke instructie tegen
den heer Wilson wordt nog steeds voort
gezet, en dreigt een voor hem zeer on-
gunstigen loop te nemen. Dagelijks wordt
hij uren lang in het verhoor genomen.
Iemand, die hem ontmoette, toen hy juist
het kabinet van den rechter van instructie
Vignaux verliet, herkende hem ternauwer
nood, zoo bleek en ontdaan zag hy er
uit. In den loop van het laatste verhoor
zijn drie personen, die als getuigen wa
ren verschenen, in hechtenis genomen.
De Rail Mall Gazette verzekert, dat ook
Wilson stellig binnen weinige dagen zal
worden gearresteerd.
De lord-mayor van Londen heeft
een plan gemaakt tot het verschaffen van
werk aan werkloozen. Volgens dit plan
zullen binnen Londen op versohillende
plaatsen parken aangelegd worden en tot
dit werk zullen alleen personen worden
toegelaten, die volle zes maanden te Lon
den gewoond hebben en van goede ge
tuigen voorzien zyn. In hoeverre het plan
ondersteuning geniet wordt niet gemeld,
wel dat het zeer wordt toegejuicht.
In zake den vredestoestand begint
aan den horizont meer en meer licht te
komen. Heeft keizer Wilhelm reeds in
vredelievendeu geest een brief aan den
Czaar gezonden, Oostenrijk gaat nog ver
der de Oostenrijksche Aartshertog
Albrecht zal eerstdaags naar Rusland ver
trekken om daar de meest geruststellende
verzekering te geven omtrent Oostenrijks
houding. Als Rusland nu maar verkiest
zich hierbij neder te leggen, dan is voor-
loopig, althans van dien kant, het ge
vaar geweken. De Duitsche Kroonprins
schijnt in beterschap toe te nemen. Zelf
koestert hy voortdurend de beste hoop en
drukt die zeer duidelijk uit in een door
de pers openbaar gemaakt scliry ven.
Den Kroonprins nog eens op den troon te
zien is het hartelijk verlangen van menig
Duitscher, vooral omdat de oudste zoon
van den Prins sterk overhelt naar de
zoogenaamde jonkerparty.
-• Een handelaar in sterke dranken te
Lyon is tot een geldboete ten bijdrage
van 184.000 francs veroordeeld, wegens
442 thans ontdekte gevallen van smok
kelarij.
De vraag of en in hoeverre de
schedelvorm en de grootte der hersenen
in verband staan met de geestesgaven van
den mensch is tot heden onopgelost ge
bleven. Deskundigen in dit opzicht weer
spreken elkaar zoo menigwerf, dat een
gewoon mensch van de uiteenloopende
gevoelens in deze ten laatste niets meer
begrijpt. En toch zou het niet kwaad
zyn als men tot klaarheid kon komen;
I van mislukte genieën stel dat die er
zyn zou men dan geen last meer heb
ben. Het is daarom te prijzen, dat de ge
leerden hunne schedelstudien voortzetten.
In het aanstaande voorjaar, als de stoffelijke
overschotten van vier eminente toondich
ters, Gluck, Mozart, Beethoven en Schu
bert naar het Centraal kerkhof te Weenen
zullen overgebracht worden, biedt zich
het uitzicht aan om de schedels van deze
kunstenaars te onderzoeken en dan zal het
anthropologisch genootschap te Weenen
ervan gebruik maken om zyne studiën
in deze voort te zetten.
Men schat het aantal musschen in
de Vereenigde Staten op ruim 273 mil
joen. Nu wordt er wel niet by vermeld
hoe men tot dit getal gekomen is, maar
dat doet er niet toe; genoeg zij het te
weten, dat die vogelsoort zoo veel schade
veroorzaakt, dat men tot verdelgingsmaat
regelen moet overgaan. Als men nu be
denkt, dat vóór zeven en dertig jaar nog
geen musch in de Vereenigde Staten ge
zien was, maar dat men in 1850 haar
uit Europa invoerde, moet men verbaasd
staan over zulk eene nakomelingschap.
Een boom vellen, van het hout pa
pier maken en er eene courant van fa-
briceeren, doet men tegenwoordig in 36
uren. Om den boom zelf spoediger dan
tot heden te doen groeien is voorioopig
nog een geheim gebleven.
De heer Paul Kruger heeft, ten
gevolge van den aandrang zijner land-
genooten, besloten op nieuw de candi
datuur voor het presidentschap voor de
Transvaal aan te nemen. Een aanzienlijk
getal adressen met 4165 handteekeningen
waren hiertoe ingediend.
Joubert heeft verklaard, dat hij voor
de hem aangeboden candidatuur terng
deinst, maar hij voor het geval dat
hy verkozen mocht worden op de onder
steuning der natie zou rekenen.
Thans gaat weer het gerucht, dat
Rusland heeft voorgesteld een congres te
houden over de Bulgaarsche kwestie.
In Constantinopel heersoht in de arse
nalen groote bedrijvigheid. De recrutee-
ringen worden bespoedigd en al de reernten
worden naar Konstantinopel opgezonden.
De zaak Wilson is nog in geenen
deele afgeloopen. Hij is weer driemaal
door den rechter in verhoor genomen.
Allerhande verhalen omtrent hem zijn in
omloop, zooals van eene actrice die tegen
betaling van eene groote som afzag van
haar plan om tien minnebrieven van Wil
son aan mevrouw Wilson te geven en
dergelijke.
In tegenstelling van Grevy, die erg
vasthoudend was, heeft de President Carnot
het plan gemaakt om een aantal officieele
feesten te geven, waartoe de leden uit
politieke kringen, de officieren, kunste
naars en nij verheids- en handelsmannen
znllen genoodigd worden. De lijsten, be
vattende de uitnoodigingen, worden aan
de ministerien gereed gemaakt en er wordt
van tyd tot tijd het mogelijke gedaan
om eene uitnoodiging meester te worden.