HAARLEMSCH Eerste Blad. ISo. 15 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.' Tiende Jaargang. 144. met AMSTERDAM. van WOENSDAG 22 Februari 1888. TELEPHOON NU11MEK TELEPHON1SCHE VERBINDING ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf,25. franco p. post ,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. Prys per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsrnimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden, geplaatst. Mijnheer de Redacteur! Wat op eene officieuse samenkomst ver handeld wordt, is uit den aard der zaak niet voor openbaarmaking bestemd. Het is daarom niet kiescb van uwen bericht gever, dat hij het besprokene in de voor- loopige bijeenkomst van het kiescollegie mededeelt. Erger nog dan die openbaar making is evenwel de onwaarheid die hij vermeldt, alsof een beroep op Dr. Dau- banton ontraden zou zijn, om het mindere of verminderde tractement. Neen, wanneer u het precies wilt we ten, ik heb de keus van Dr. D. ontraden omdat hij pas voor Rotterdam en Utrecht had bedankt, en er dns al heel weinig kans zou wezen, dat hij nu een beroep naar Haarlem zou aannemen. Van eene vergelijking van het tractement was daar bij geen sprake, en kon geen sprake zijn, daar ik niet weet hoe hoog of hoe laag het traktement te Heemstede is. Wel is er later, maar in een geheel ander verband (dat hier niet ter zake doet) over het tractement te Haarlem ge sproken en gezegdmaar neen, ik wil uwen berichtgever in het bespreken van hetgeen niet voor openbaarmaking bestemd was, niet volgen. Het is trouwens ook een teêr punt, waarover ik groot gevaar zou loopen te zeggen, wat beter niet, al thans niet in eene Courant gezegd wordt. U dankende voor de plaatsing ben ik Uw dw. d. Haarlem, D. Cr. ESCHER. 18 Febr. '88. Derde Matinée Musicale van loh. STEENMAN. Met medewerking van de Heeren J. J. Rogmans, G. A. Michelsen en Mej. F. Bastiaans gaf de Heer Joh. Steenman Zondag middag zijne derde matinée met onderstaand programma. 1Sonate D minR. Schumann. viool en piano. 2. Lieder op 63J. Brahms. 3. Ballade voor pianoChopin. 4\ a. Des Heeren HuisVerhuist. b. Lenteliedde Mol 5. a. Andante CantabileMozart. uit het viool-concert D. maj. op 121. I Walthers PreisliedWagner- WiUelmy voor viool. Trots het minder gunstige weer en de belangrijkheid van den 19en Februari, mocht de Heer Steenman zich iu een goede opkomst verheugen, zeker een bewijs van de blijvende belangstelling in zijne matinees. Dat deze muziekuitvoeringen die belangstelling waard zijn, hebben wij by herhaling reeds vermeld en doen dat na deze matinée ook weder onvoorwaar- delgk. Het vioolspel van den Heer Steenman komt ons telkens schooner, telkéns meer doordacht voor. Vooral in gedragen mu ziek geeft hy ons veel schoons te hooren. Het Andante van Mozart werd ver- rukkeiyk gespeeld. Het weeke, het zwe vende, het etherische in de Mozartsche kunst trof ons in deze vertolking in hooge mate. Grootsch was daarnaast deindruk, dien Wagner te weeg bracht met zijn heerlyk, jubelend „Preislied" uit de Meistersinger van Nürnberg. Steenman bewees daarin, dat hy, indien het zijn moet, beschikt over een stouten toon eu nobele kracht. De zeer zware en hier en daar nog al duistere sonate van Schu mann vroeg op sommige plaatsen, naar11 onze meeningnaar meer gelijkheid in klankverhouding tusschen viool en pianohet laatste deel maakte daarin een goede uitzondering. Buiten de begeleiding van de viool-soli, speelde de Heer Michelsen eene Ballade van Chopin. Hy deed zich opnieuw kennen als een pianist met veel technische ontwikkeling. Wat meer kleur, wat meer poëzie zou den gnnstigen indruk van zyn spel hebben verhoogd. De Heer Rogmans werd by zyn op treden reeds luide toegejuicht. Zeker mag onze gevierde tenorzanger daarin de be wijzen van de groote sympathie zien, welke ook de Haarlemsche kunstvrienden voor hem gevoelen. Als altijd zong hy met gloed en warmte. De Brahmsche liederen klonken uitmuntend en de vrees, dat Rogmans nog onder den invloed was van zyne ongesteldheid, welke ons by het zingen van het eerste lied overviel, verliet ons heel spoedig. Met de Holland- sehe liederen had hy eveneens groot succes. De indruk van «des Heeren Huist van Verhuist was in hooge mate weldadig. De schoone woorden van Dr. Heije, al gemeen bekend door de compositie van Boers, voor mannenkoor, leenen zich uit stekend voor eene muzikale bewerking voor ëéne stem. Indien niet Verhulst de componist was, zouden wij bedenkingen hebben tegen het accompagnement van het eerste conplet: «Uit den grijs bemosten toren« enz. en dat te drnk, te bewegelijk noemen voor dezen eenvoudigen stillen tekst. Het overbekende «Lenteliedje» van Willem de Mol: «Over het klein gehucht «Zeeg 't eerste duister.enz. gaf den aanwezigen veel genothet werd stormachtig toegejuicht en herhaald. Dit suoces gold zeker meer de geestige, sohalk- sohe wijze van voordracht, dan het lie deken als muzikaal product. Mej. Bastiaans begeleidde dezen keer alleen den zanger. Zij deed dit op eene wyze, die zeer de aandacht trok en de Heer Rogmans gelegenheid gaf, vrij en genuanceerd te zingen. De kunst van geven en nemen, welke by de hegeleiding alles beheerscht, begint meer en meer haar eigendom te worden. B. Openbare vergadering van „Volksbelang." Onder presidium van den Heer J. H. Krelage hield de vereeniging «Volksbe lang» Vrijdag avond eene openbare ver gadering in de bovenzaal van de Sociëteit »Vereeniging«. Als spreker voor deze bijeenkomst was, met het oog op de candidatnnr voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, uitge- noodigd de Heer Farneombe Sanders, welke zich tot een optreden voor de kiezers bereid had verklaard, na het schrappen van het punt, vroeger gesteld op de agenda van „Volksbelang," «nationalisatie van den bodem«. Nadat de Voorzitter de vergadering had geopend met een woord van hulde aan de oprichters van «Volksbelang» en met eene betuiging van sympathie voor deze jonge vereeniging, welke zoo nuttig kan werken voor de ontwikkeling en in standhouding van een gezond politiek leven, trad de Heer Sanders op. Hy begon met te getuigen van zijne blijdschap, dat «Volksbelang door het wegnemen van zyn «gemoedelijk beletsel» hem instaat had gesteld voor de kiezers te verschijnen, iets dat zeer nuttig was om hel zoo noodige vertrouwen tusschen deze en de vertegenwoordigers te verkrijgen. De punten door „Volksbelang" op haar pro gramma gebracht n.l: a. Kiesrechthervor ming, b. leerplicht, c. wetten op den arbeid, d. regeling van het vakonderwy s, e. defensie, f. belastinghervorming, g. verhouding tus schen Kerk en Staath. koloniale poli tiek, zonden door hem achtereenvolgens besproken worden, niet in hun gan sehen omvang, daartoe zou de tijd te kort zyn, maar in hoofdtrekken. Spreker bracht het tot punt f, zoodat, tot veler spijt, de drie laatste punten onbesproken moesten blijven. Vóór de Heer Sanders overging tot de behandeling van het bovengenoemde, gaf hy eerst, by wyze van inleiding, zyne meening over: 1. den werkkring en de organisatie der politieke partijen hier te lande en 2. over den algemeenen politieken toestand in Europa. In de eerste jaren na 1848 was er, zeide Spr., eenheid en organisatie en daar door werd er veel tot stand gebracht. Later is dat veranderd en thans is er van die eenheid al heel weinig meer te merken. Men Ijtte slechts op den vloed van pro gramma's, welke bij de voorbereiding van de a. s. verkiezing geboren worden. Overal locale vereenigingen met eigen leuzen. Alles goed en wel, indien men er maar by bedenkt, dat de eerste conditie is, dat de man, die er voor staat, de dingen, die men wenseht, kan uitvoeren. Spreker houdt alleen rekening met be reikbare eischen. Welke partij straks in de kamer van honderd ook moge boven dry ven, hij hoopt, dat het eene ernstige party moge zyn met een leider, die weet hoever hij gaan kan en die het oog zal hebben op het bereikbare, afgescheiden nog van de onbekookte eischen, die opkomen in het hoofd van deze of gene en maar onnadenkend op het program worden ge bracht. Iedere party, ook die der oppo sitie, moet goed georganiseerd zyn; moet hebben haar natuurlijken leider en klaar zyn, indien zij geroepen wordt tot regeeren. Den algemeenen politieken toestand van Europa vindt Spr. zeer ernstig. De horizont der toekomst is voor hem niet helder. Misschien wachten ons moeielyke tijden. Wij moeten ons daarvan meer overtaigen en niet te veel opgesloten leven in ons zeiven en in onze gesohiedenis. Wij zullen ook als kleine natie den terugslag gevoelen van eventueele verwikkelingen tnsschen de drie groote rijkenRusland, Dnitsohland en Frankrijk. Wij zullen worden mede- gesleept in den strijd, die naar Spr's. meening zoo gevaarlijk kan worden, omdat het geen strijd der vorsten maar der volken zal zijn. Hij herinnert aan het woord van den grooten Zwijger„Bewaart uwe Unie wel." Het doel van iederen volksvertegen woordiger zij, ook met het oog op deze dingen, alles te vermijden wat verdeelt en te zoeken wat vereent en sterk maakt. Aan dit laatste punt knoopte Spr. zyne denkbeelden over defensie vast. Ons doel moet zijn onze onzijdigheid te handhaven. Daartoe kan niet dienen het tegenwoordige vestingstelsel met zijne forten, die mil- lioenen kostendaartoe hebben wy noodig levende strijdkrachten aan de grenzen. Omdat wij eene koloniale mogendheid zijn, moet ons leger eene aanbrengsohool be zitten voor soldaten, die overgaan tot het Indische leger. De schutterij moet een brnikbaar deel van ons leger worden. Vrijstelling van dienstplicht voor eenige zoons van gegoede ouders aoht Spr. ver keerd. Persoonlijken dienstplicht wordt door hem voorgestaan, 'tls billijk, dat allen waken voor aller belang. Ook de hoogere klasse heeft, misschien meer dan andere klassen, belang bij de onafhanke lijkheid van ons land. Toch zou Spreker geen vrijheid hebben, eene organisatie waarin nummerverwisseling werd toege laten, af te wijzen. Wetgeving op den arbeid. Spr. hecht daaraan meer waarde dan aan belasting hervorming. Zij kan betere evenredigheid brengen in de verdeeling van den opbrengst van den arbeid tnsschen werkgevers en werklieden. Met den Heer Heldt meent hij evenwel, dat de vertegenwoordiging nog geen bouwstoffen genoeg bezit voor zulke wetten. Dat is ook de ervaring der enqnête-commissie. Spr. heeft tegen deze enquête gestemd, omdat hij eene enquête wettelijk geregeld wilde zien, zooals dat in Engeland het geval is. Hij wenseht in die commissie opgenomen te zien werk gevers en vooral ook werklieden. Wen- schelyk zyn kamers van arbeid tot betere waardeering van belangen van patroon en werkman. Inzichten en eischen kunnen daardoor aan het licht gebracht, geschillen uit den weg geruimd worden. 'Ook hier deden zich evenwel nog belangrijke vragen voor. Moet elk land zelfstandig bij de wetgeving op den arbeid te werk gaan, of moet zij worden opgetrokken op inter nationale grondslagen? Moet het toezicht op den arbeid eveneens internationaal zyn? Zal een zoodanig geregeld toezicht niet drukkend zyn voor een klein land? Onderwijs. Vakscholen, practisch inge richt, met teekenonderwijs en onderwijs in het vak zelf, moeten worden opgericht. Geen wet moet daartoe dwingen, maar de wet kan de mogelijkheid der oprichting openlaten. Eene fout in ons onderwijs is overlading. De kinderen worden daarbij te vroeg naar school gezonden. Voor het zevende levensjaar wenseht Spr. de kin deren niet op de schoolbanken. Spelen in de vrije natuur, in de open lncht aeht hij vóór dien tyd nuttiger. Voor leerplicht en schoolplicht zijn wij nog niet klaar. Wanneer wij kinderen van het platteland willen dwingen school te gaan en geregeld school te komen, moeten er eerst in ge meenten met zeer verspreide bevolking op schillende punten scholen gebouwd worden. Op vele plaatsen moeten kinderen vijf kwartier loopen om eene school te berei ken. Buitendien zon op vele plaatsen school plicht neerkomen op het bezoeken der open bare school. Men moet luisteren naar godsdienstige bezwaren. Dat er 80000 kinderen niet schoolgaan is schromelijk overdreven. Laat ons, zegt Spr., over dien schoolplicht eens praten als in de bezwa ren is voorzien. Dat er hier en daar kin deren hoven de 12 jaar van de school verwijderd worden, noemt Spr. een publiek schandaal. De oplossing van den school strijd zou Spr. zeer wenschelijk achten; de weg ter oplossing schijnt evenwel niet te vinden. Tot slot sprak de Heer Sanders met een enkel woord over kiesrecht. Het thans aangenomen stelsel is afgekeken van En geland en door Spr. voorgesteld. Met een voorstel tot verdere uitbreiding zou hij meegaan, vooral ook omdat deze wijzi ging minder kiezers had opgeleverd dan men had vermoed. In de pauze lieten zich vijf der aanwe zigen inschrijven voor het debat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1888 | | pagina 1