BRIDE VAN SCHOTLAND.
Uit het Engelsch van Oharlotte Yonge.
64)
Maar Cicely moest blijven, en ver
vuld van medelijden met haar, die
zij vroeger altijd als eene vijandin
beschouwd had, kon zij niet nalaten
te zeggen: „wees getroost, waarde
mevrouw ik ga een verzoek van de
gevangen vorstin overbrengen aan
Hare Majesteit de Koningin, en als zij
mij gehoor wil verleenen, zal alles
nog wel goed afloopen."
„Hoe! Wat? Hoe! Gij, klein pop
ken Begrijpt zij zelve wat van 't geen
zij zegt, Susan Talbot?"
Susan antwoordde, dat zij voorals
nog geen tijd gehad had, om bizon-
derheden te vernemen, maar dal Ci
cely beweerde, dat zij naar Londen
ging met haars vaders toeslemming,
waarop Richard onmiddellijk terugge
roepen werd om opheldering te geven.
De Graaf en de Gravin konden
nauwlijks gelooven. dat hij zijne toe
slemming er toe gegeven had, dat
zijne dochter met zoo iets belast werd,
en hij moest zich verontschuldigen
met iets dal, naar zijn eigen over
tuiging, niet meer dan halve waar
heid was.
„Men heelt," zeide hij, „aan die
arme dame 't onmogelijk gemaakt,
eenig schrijven te richten tot de Ko
ningin, behalve door tusschenkomsl
van hen, die zij als hare vijanden
beschouwt, en daarom verlangde zij
ernstig, óf een persoonlijk onderhoud
met Hare Majesteit te mogen hebben,
óf briefwisseling te mogen voeren
met haar, door tusschenkomsl van een
persoon, van wiens oprechtheid en
welwillende gezindheid zij overtuigd
is."
„Ja," zeide de Gravin, „ik had dat
wel voor haar kunnen bewerken, als
ik maar met haar had kunnen spre
ken. Of zij had Bes Pierreponl kun
nen sturen, die zeker eene meer ge
schikte zaakgelastigde zou geweest
zijn."
„Behalve dal zij in den laalsten
tijd niet bij de Koningin der Scholten
toegelaten is," merkte Richard op.
„Terwijl bovendien haar vader
waarschijnlijk niet had willen toe
staan, dal zij gevaar zou loopen, zich
de ongenade der Koningin op den
hals te halen," zeide de Graaf.
„Zijt gij bereid u er aan bloot te
stellen, Mr. Richard vroeg de Gra
vin, „ofschoon het bij slot van
rekening u weinig nadeel zou kunnen
berokkenen." En de toon, waarop
zij dit zeide, deed uitkomen, hoe on
eindig groot in haar oog de afstand
was tusschen hem en Sir Henri
Pierrepoint, den echtgenoot harer
dochter.
„Dat is waar, mevrouw," zeide
Richard; „en bovendien kan ik hel
niet voor mijn geweien rechtvaardi
gen, elke mogelijke kans op behoud
voor de arme vorstin buiten lesluiten."
„Ge zijl een goed man, Richard,"
sprak de Graaf, en toen openbaarden
hij en de Gravin beiden eene zeer
groote, bijna lastige begeerte, om de
onderneming der smeekelinge te steu
nen en te bevorderen. Als men hen
dien avond hoorde spreken, dan had
den zij wel willen hebben, dat zij
zoh gaan als een afgezante van het
huis Shrewsbury, en alleen de be
staande oneenigheid met Lord Talbot
en zijne vrouw hield hen er van
terug om voor te stellen, dal zij door
Gilbert zeiven tot den voet van den
troon zou geleid worden.
Cicely begon zich wat te veront
rusten over plannen, die al wat haar
opgedragen was in verwarring zouden
gebracht hebben, en alleen de eer
bied haar van ouds eigen deed haar
het stilzwijgen bewaren, toen zij
meende, dat Mr. Richard niet spoedig
genoeg voor al deze aanbiedingen
bedankte.
Eindelijk gelukte het hem, vergun
ning te krijgen om te vertrekken,
en nauwelijks was Cicely weder met
Mrs. Susan in de draagkoets opge
sloten, of zij riep uit: „nu zal het
vrij wat moeite kosten, om de orders
der Koningin op te volgen, die wilde,
dat ik me eerst bij den Franschen
Ambassadeur zou vervoegen. Ik wilde
wel, dat Mylady de Gravin niet van
meening was, dat niets goed kan
slagen, zonder dat zij er zich mede
bemoeit."
„Ge hadt het aan vader moeten
overlaten op zijne manier mededee-
ling te doen van je voornemen,"
merkte Susan op.
„Achmoederik ben een onvoor
zichtig, onnoozel schepsel, niet ge
schikt voor eene taak als die, welke
ik op me genomen heb," sprak de
arme Cis. „Hier reeds heeft mijne
dwaze tong de zaak bemoeilijkt!"
„Maak je niet ongerust," zeide Su
san als iemanddie met den aard ha
rer bloedverwante wel bekend was;
„waarschijnlijk zal zij morgen wel
bekoeld zijn, te meer omdat vader
zich tegenover haar niet uilgelaten
heeft."
Susan was voor zich zelve on
gerust genoeg, en verlangde vurig,
in een vertrouwelijk gesprek alles
van haar echtgenoot te vernemen.
En dien avond nog deelde hij haar
mede, hoe hij maar zeer weinig hoop
had, dat de tusschenkomsl iets baten
zou. Hij geloofde stelligdat de The
saurier en de Slaalssekretaris vast be
sloten haddendal Maria zou ster
ven en dal zij vroeger of later daartoe
de toeslemming van de Koningin zou
den weten af te dwingenmaar moge
lijk bleef het altijddal Elizabeth op
eens van gevoelen veranderde en plot
seling op het denkbeeld kwam, dat zij
aan Maria de vrijheid wel schenken kon,
en dientengevolge haar buiten hun
bereik stelde.
„En wat er ook van komen
moge," vervolgde hij, „wanneer eene
dochter aanbiedt al het mogelijke te
doen voor hare moederdie in doods
gevaar 'verkeert, wat recht heb ik,
dat te verhinderen?"
„God bcscherme hen, die getrouw
zijn aan hun plicht!" sprak Susan.
„Maar o, waarde man, is zij, voor
wie hel kind u aldus aan zoo groot
gevaar gaat bloot stellen, is zij het
wel waardig?"
„Zij is hare moeder," herhaalde
Richard. „Had ik me aan verkeerde
handelingen schuldig gemaakt
„Dat zoudt ge nimmer kunnen
doen," viel zijne vrouw hem in de
rede.
„Ik ben een zondig raenschzei
de hij.
„Ja, maar er zijn handelingen,
waaraan gij u nooit zoudt hebben
kunnen schuldig maken."
Door Gods genade- vertrouw ik
van niet; maar laat me uitspreken,
vrouwMijne dwalingen, ol zells mis
daden, zouden toch nooit mijn zoons
kunnen ontheffen van 'l geen zij ten
mijnen opzichte verplicht zijn. En
zouden dan de zonden, waaraan deze
beklagenswaardige Koningin zich heeft
schuldig gemaakt, hare dochter mo
gen terughouden, om haar hulp te
verleenen zooveel in haar vermogen
is? En gij, gij zelve, Susan, hebt
haar te lang als uw eigen kind be
schouwd om haar de zaak alleen en
zonder hulp te laten ondernemen."
„Alleen en zonder hulp zou zij
zich wellicht er niet aan wagen,"
merkte Susan op.
Dat weet ik niet; maar ik zou
me aldus schuldig maken aan het
verijdelen van een voornemen, dal
eener brave dochter waardig is."
„En gelooft gij toch aan de schuld
harer ongelukkige moeder?"
„Heb ik dat gezegd NeenSusan,
ik twijfel meer dan ik ooit gedaan
heb ten dezen opzichte."
„Na hel verhoor te hebben ge
hoord?"
„Ik wil, omdat ik weel, dal ik je
volkomen vertrouwen kan, je iels in
't oor fluisteren, lieve vrouw. Het
verhoor heeft me, veel meer dan van
iets anders, hiervan overtuigd, dat
de politiek eerlijke mannen doet han
delen als wreedaardige schurken."
„Houdt gij haar dan voor onschul
dig
„Dal heb ik niet gezegd. Ik heb
al te lang geweten, hoe het smeden
van komplotten een deel van haar
bestaan uitmaakt. Ik weet niet hoe
het is, maar deze aanzienlijke perso
nen schijnen niet te meenen, dal
waarheid in woord en daad een deel
moet uitmaken van hun godsdienst.
Ik voor mij zou alle vro"omheid wan
trouwen, die niet tot waarheid leidt,
maar een eenvoudig, oprecht man weel
nooit wat hij aan hen heeft. Dal zij
en die ongelukkige Antony Babington
zich met elkander verbonden hadden,
om de Spanjaards hier te brengen
en het Pausdom te herstellen, ik twrj-,
fel er niet aan, want zij beiden hebben
het mij verzekerd; maar zij achtten
dat de Hemel zij hun genadig
eene voortreffelijke daad; en men kan
het in haar geoorloofd vinden, als
men bedenkt, dat zij zichzelve altijd
eene vrije Soevereine genoemd heelt,
die op onrechtvaardige wijze in hech
tenis gehouden werd. Waar hij voor
uitkwam, en wat zij loochent, 't is
het plan om Hare Majesteit de Ko
ningin te vermoorden."
„Dat was zeker de hoofdzaak van
de misdaad des jongen mans."
„Dat was het; maar hij is er niet toe
gekomen, dan nadat hij daartoe door
zijne priesters was aangezet, en hare
toestemming in een brief verworven
had. De Hemel vergeve het mij, als
ik iemand ten onrechte veroordeel,
maar mijn overtuiging is het dat
de brieven, van welke slechts de ont-
cijfeide kopieën voor den dag gebracht
zijn, niet zooals wij ze op Fothering-
hay hebben hooien voorlezen door
hen geschreven zijn. Dat zeide de
ongelukkige Babington, en dat zegt
ook de Koningin der Schotten, die
er krachtig op aandringtdat ze
in hare tegenwoordigheid zullen voor
gelezen worden ten aanhoore van Nan
en Curll, die dan zouden kunnen
getuigen aangaande die brieven. Cis
meent, dal de echte brief van Babington
in een pakjen is, 't welk de Koningin,
toen zij van Humfrey vernomen had,
dat er, naar hij vermoedde, verraad in
't spel was, haar ter hand gesteld
heeft, en dat zij te Chartlcy in een
put gesmeten heeft."
„Dat was jammer."
„Zeg dat zoo spoedig niet, want
had men den oorspronkelijken brief
in handen gekregen, dan zou men er
eenvoudig op dezelfde wijze mede
gehandeld hebben als met de kopie,
en wel gezorgd hebben, dat Elizabeth
hem nooit in handen kreeg."
,,'t Verheugt me, dat de schuld van
Cicely's moeder aan die misdaad niet
bewezen kan worden," zeide Susan.
„Ik ben te lang in hare dienst ge
weest, en ik heb te veel vriendelijke
bejegening van haar ondervonden, om
de gedachte te kunnen dulden, dat
zij zichzelve zoo vreeselijk zou ver
geten hebben."
„Met uw welnemen, mevrouw," zei
de Richard, „ik ben niet ten volle
er van overtuigd, dat zij er niets
van zou hebben afgeweten, dat hare
vrienden op een of andere manier de
Koningin uit den weg wilden ruimen,
en dat zij, indien het gebeurd ware,
het zeer onaangenaam zou gevon
den hebben; maar zij is veel te ver
standig ja, en ook te fijngevoelig,
om zich vooraf met de zaak te heb
ben willen afgeven. Zoo beschouw
ik haar niet als ten eenenmale on
schuldig, ofschoon hef onrecht, dal
men haar aangedaan heeft zóó groot
is, dat ik alles zou willen doen wat
bestaanbaar is met mijne getrouwheid
aan mijne Koningin, om haar te hel
pen recht te verkrijgen."
„Ge doet veel, veel indedaad,"
zeide Susan; ,,maar nu hebben we
al zoo lang met elkander gesproken,
en ge hebt me nu nog niets meêgedeeld
aangaande mijn zoon, behalve wat
allen hooren mochten. Hoe is 't met
hem Heeft hij zijn hart nog altijd
gesteld op dit arme meisjen?"
„Dat zal hij altijd blijven doen,"
antwoordde Humfrey's vader. „Zijne
liefde is er niet eene, die zich alleen
maar in mooie woorden openbaart,
zooals het geval moest zijn met dien ar
men Mr. Naii, die, naar ze zeggen, zoo
opgewonden was, omdat hij zich met
Bess Pierrepoint in dezelfde stad be
vond, dal hij over niets anders spre
ken kon, en hoegenaamd niet scheen
te denken om zijn eigen gevaar en
om dat zijner Koningin. Neen, maar
hij heeft me gezegd, dal hij alles wil
ten offer brengen om baar van dienst
te zijn, zonder hoop op belooning;
want hare moeder heeft haar doen
zweren, dat zij van hem zou afzien;
en alhoewel hij haar naam niet altijd
op zijne tong heeft, zal hij doen zoo
als hij gezegd heeftals ik me niet
bedrieg, wat zijne standvastigheid
betreft."
Susan zuchtte, maar zij wist, dal de
liefde, die een aanvang genomen had,
toen de jongen toen nog een eenig
kind het uit de schipbreuk geredde
kindeken begroet had als zijn klein
zusjen, van een kalmen, maar onuit-
bluschbaren aard was, wat zij hem
ook brengen mocht, geluk of on-
spoed. Zij kon niet anders dan er
dankbaar voor zijn, dat hel nadruk
kelijk bevel van beide de ouders haar
zoon weerhouden had, het gevaar
te gaan deelen, dat ernstig genoeg
was, zelfs voor de voorzichtigheid
en de bezadigdheid haars echtgenools.
Den volgenden morgen was, gelijk
zij voorspeld had, de geestdrift van
den Graaf en de Gravin vrij wat be
koeld, en ofschoon zij nog bereid wa
ren de smeekelinge in haar onder
neming te steunen, gaven zij nu
toch hunne begeerte te kennen, dal
hunne namen niet genoemd zouden
worden in de zaak.
Zij deden evenwel een belangi ijk
aanbod. De Bulhond was kort gele
den de haven van Hull binnengeloo-
pen, en zij boden aan Richard het
gebruik van het vaartuig als vervoer
middel aan. Hij nam het met blijdschap
aan. Dc besparing van kosten, die
daardoor mogelijk werd gemaakt, was
iets van groot aanbelang; want hij
was volstrekt niet geneigd gebruik te
maken van het uitzicht, dat de Ko
ningin geopend had, om geld voor de
te maken kosten te ontvangen van
den Franschen Ambassadeur; en even
zoo achtte hij het mogelijk, dat het
vaartuig groote diensten zou kunnen
bewijzen, als middel om te ontvluch
ten, als er gevaar mocht dreigen.
De Bulliond, werd wel eens ge
bruikt door leden van de familie Tal
bot voor reizen naar Londen en had
eene tamelijk geriefelijk ingerichte
kajuit, altijd voor die dagenen of
schoon het laat in 't jaar was, en
de arme Cis zich waarschijnlijk ramp
zalig genoeg zou voelen op de reis,
was toch de meerdere veiligheid van
deze wijze van reizen een te waar-
deeren voorrecht, en Cicely zou onder
de hoede zijn van Goatley's vrouw,
die alle reizen met haar man mee
maakte. De Graaf belastte ook Richard
Talbot met pogingen tol verzoening
inhoudende brieven en boodschappen
aan zijn zoon Gilbert, wiens ver
vreemding een bittere grieve voor
hem was, terwijl zij eigenlijk niets
was dan een uitvloeisel van het ge
harrewar. der twee vrouwen, moeder
en dochter. Hij belastte zells zijn
bloedverwant met het voorstel, om
Sheffield aan Lord en Lady Talbot
af te slaan, terwijl hij YVingfield zou
betrekken, liever dan de vijandschap
te laten voortduren. Wordt vervolgd).
Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.