HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 59.
Uitgave van DE ERVEN L.OOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Tiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG '25 Juli 1888.
N ieuwsberichten.
1BLÏPHOONNUMMSE
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden,25.
franco p. posf ,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Noord-Zuidliollnmlsche Stoomtramweg-MaatschappijHaarlemLeiden. 1 Juni !8s8.
Haari., Hilleg. en Leiden 3.50+ 8.17, 9.37, 10.55', 'sm., 12.20, 12.57**, 1.35,2.58,1.20,
5.40*, 6.55, 8.15 'sav. HaarlemHillegom 9.37, 10.55 'sav.
■J- Alleen des Vrijdags. Vervoert ook goederen. Alleen Zondags.
Hanrlemsche Tramway-Maatschappij. Van 't Station 7.30 's morgens tot 10.30 's avonds.
Uit den Hout 7.50 's morgens tot 10.50 's avonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 1 Juni 1888. Naar Amsterdam: 6.53'
8.10», 8,31. 8.58', 9.25', 10.20* 11.46*, 11.56 11.32-j- 's morgens. 12.50, 2.40,* 3.35.
4.18*, 4.47*, 5.23', 6.15*, 6.46, 7.28+7.54*. 9.34*, 9.42', 9.16*, 9.52,10.18*, 11.04f 's av-
Van Amsterdam6.20, 6.50», 7.35+ 7.48*, 8.20*, 8.48,9.15*, 9.50', 11.01,11.52*,ll,57.'smorg.
1.05*, 1.15*, 3.25*, 4.10, 4.29* 5.—*, 5.33+ 6.30* 7.30*, 8.20, 8.55*, lu.02*, 11.15 's av.
Naar Rotterdam: 7.17, 7.57+ 8.43*, 9.21,10.13*, 's morgens, 12,15*, 12.35, 1.41*, 3.49*,4.59,
5.55+ 7.53*, 8.49, 10.25* 's avonds.
Van Rotterdam: 6.05, 7.55*, 9.45, 10.17+, 10.54 's morgens, 1,23*. 2.50', 3.354.50, 6.18+
7.39, 8. 8.50', 9.55+ 's avonds. De met gemerkte treinen zijn sneltreinen. De
met -J- zijn exprestreinen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.48, 9.41 's morgens, 1.30, 4.58, 9.20 's avonds.
Naar IJmuiden: 6.15, 6.48, 8.12* 9.41, 11.27*'s morgens, 1.30,3.53*, 4.58,5.57*, 9.20's av.
Van IJmuiden: 8.—, 9.23*, 11.13 'smorgens, 3.03, 4.17*, 5.46, 8.07*, 9.20, 10.10 'sav.
Stoppen aan de Kleverlaan, aan den Kruidbergerweg en te Driebuizen.
Naar Zandvoort: 7.19, 8.11, 8.45, 10.15, 11.31 'smorg., 12.32*, 1.32, 3.51, 4.55,5.23,6.30,
6.57, 7.55, 9.22 10.17* 's avonds.
Van Zandvoort: 7 50, 8.37, 9.06, 11.09, 's morgens. 12.24, 12.57*, 2.18, 4.25, 5.52, 6.22,
7 33, 8 54, 9.14, 9.55, 10 40* 's avonds. Alleen Zondags.
tram-Omnibus-Maatschappij. BloemendaalOverveenHaarlem. 1 Juni. 1888.
Vertrekuren van Bloemendaal (Hotel Kennemerlandj7.25, 8,15, 9.30,10.50,11.40 'smorg
12.15. 2.—, 3.—, 4.10, 5.35, 7.15, 8.30, 9.40, 'savonds.
Van Haarlem (Station). 8.09, 9.14, 10.10, 11.30, 's morgens, 12 27, 1.26, 2.40, 3,45
4.52. 6.54, 7.50, 9.16, 10.30 'savonds.
Bloemendaalsche Omnibnsdienst. (Ondernemer M. MAAS) 1 Juni 1888.
Vertrekuren van Bloemendaal (Kerk) 8.15,10.50'sm., 12.10,2.,3.40, 5.15,6.45,8.35 'sav
Van Haarlem (Station). 9.14, 11.25 'smorg., 12.50, 2,40, 4 35, 5.51, 7.50, 9.16 's av
Dienstregeling van het Postkantoor. 1 Juni 1888. Openstelling van hetkantoor: Dag.
van 8 's morg. tot 9)4 uur 's av. Op Zondag van 's morg. 8 tot 10 en 's av. van 12 tot 4 uur.
Voor de storting en uitbetaling van postwissels, postbewijzen en de invordering van gelden
op kwitanties alleen op werkdagenvan 9 uur 's morg. tot 3 uur 's av. Voor de Spaarbank
van 'smorg. 9 tot 9 uur 'sav., op Zondag van 8 tot 10 en van 12 tot 4 ure.Voorde
Postpakketten alleen op werkdagen, van 'smorgens 8 tot 9)4 uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 7.30,9.45 's morgens, 1.15,3.30,7.,9.'savonds.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen7.30 's morgens, 1.4.'s avonds.
Lichting der bulpbrievenbusser Gedempte Oude Gracht, Groote Houtstraat, Zijlvest.
Parklaan, Kaasplein6.45,10.— 's morg., 2.30,6.8.30 's av. Florapark, Kampersingel,
Leidscbevaart, Schootersingel6.30, 9.45 'smorgens, 2.15, 5.45, 8.15 'savonds.
Des Zondags: buitenwijken 'sm. 6.30 en 's av. 3.15. binnenwijken 's m. 6.45 en 'sav. 3.30.
Lichting aan bet Station: Richting Amsterdam 8.5,11.27's morg., 2.35, 3.30*, 5.18', 7.23' 'sav.
Richting Rotterdam 7.52,9.16 's morg., 12.10, 4.53*, 5.50,10 20* 'sav.—Richtingden Helder
6.43, 9.36 'smorg., 1.25', 4.53, 9.15*'savonds. De met worden Zondags niet gelicht
Telegraafkantoor. 1 J uni 1888. Het kantoor is geopend op werkdagen van 's m. 8 tot 's av.
10 uur, op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen van's m. 84'sav. 6—9 u.
Binnen! Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voor de eerste 10 woorden, voor
elk tweetal woorden daarboven 3 cents.
Toen Donderdag in de Tweede Kamer
het algemeen debat over de Bankwet werd
voortgezet, was de heer van Baar het
eerst aan 't woord. Hij verklaarde zich vóór
verlenging van het Oktrooi, mits op voor-
deelige voorwaarden voor den Staat. Hij
verzocht de Reg. precies aan te geven,
tot hoever wijzingen konden worden aan
gebracht. De motie-Domela Nieuwen-
hui8 achtte hij onaannemelijk. De heer
Rntgere van Rozenburg was niet tegen
eene verlenging van het kontrakt, maar
het aandeel van den Staat in de winsten
moet grooter zijn dan het tegenwoordig
is. Hij zou het liefst willen kontraktee-
ren met de Nederl. Bank; mocht deze
echter weigeren de gewijzigde voorwaarden
aan te nemen, Spreker zou tegen een
Staatsbank niet opzien. Als de Reg. in
dat geval naliet daartoe te besluiten, dan
zou zij zich aan plichtverzuim schul
dig maken. Met kraoht kwam Spreker op
tegen landbouwkrediet door de Bank.
Persoonlijk krediet aan de boeren achtte
hij onmogelijk, niet omdat hij een boer
als minder eerlijk beschouwde dan een
koopmanmaar deze laatste heeft verstand
van krediet, de boer niet. Bovendien
noemde Spreker dat landbouwkrediet
overbodig, daar de boer voor zijn land
reeds krediet heeft. De eigenaar van on
bezwaard land kan hypothekeeren of een
wissel afgeven bij krediet-instellingen,
Schadelijk zelfs zon het landbouwkrediet
zijn. De gewone boer houdt geen boek.
Hij rekent zijn bezit naar zijn kas. Is
deze vol, dan leeft hij niet zninig. Krediet
zou hem tijdelijk overvloed van kas be-
zorgeD, maar hem op den duur doen ver
armen. De ondergang van den kleinen
landbouwer zou van het landbouwkrediet
het gevolg zijn. De heer v. Houten
bestreed den heer Domela Nienwenhuis,
die volgens hem, geheel voorbijzag de
groote verdiensten der Bank en de voor-
deelen door haar aan de nationale produktie
bezorgd. Erkennend, dat er in 1863 eene
fout begaan was, die verlies van nationaal
vermogen ten gevolge had gehad, ontkende
hij dat men in dat jaar roof bedoeld had,
dat de ministers Thorbecke en Betz bedoeld
zouden hebben de aandeelhouders te ver-
rijken. Spreker wees er op, dat, zoo al de
aandeelhouders miljoenen hebben verdiend, I
de nationale productie door den arbeid der
Bank met twintigtallen van miljoenen is ver
hoogd. Wat men te danken heeft aan de groots-
bekwaamheid en aktiviteit der Direktie
mag niet voorbijgezien worden, en eene
mime belooning was waarlijk wel verdiend.
De sociaal-demokrater, hechten veel te
weinig aan hersenarbeid mannen als Mees
vindt men niet in elke generatie bij tien.,
tallen, en zijn zeker niet goedkooper te
krijgen. Met de heer Rutgers van Ro
zenburg beschouwde Spreker eene Staats
bank als pis-aller, maar deed uitkomen,
dat znlk eene Staatsbank zeer nadeelig
zou kunnen zijn voor het krediet en het
ekonomiesch leven, bij gemis aan vertrou
wen op de ervaring en de kennis der
bankdirektie. De heer Haffmans droDg
bij den Minister aan, meegaand te zijn
ten aanzien van aan te brengen wijzigin
gen. Znlke operaties zijn voor een vader
hart altijd moeilijk, maar de Minister
behoeft voor dit grootendeels door hem
overgenomen ontwerp geen vaderliefde te
koesteren. De Min. van Pinancieën weeB
er op, dat in hoofdzaak het beginsel der
wet van 1863 proefhoudend is geblekeD.
Hij stelde in het licht het gewicht der
Bank, jnist met het oog op den toestand
van ons muntwezen. Eene Staatsbank zou
de Reg. in groote moeilijkheden brengen
en leiden tot een inquisitoriaal onderzoek
naar kredietwaardigheid. De winsten zon
den ook niet grooter wezen dan die nu
gewaarborgd zijn, daar een Staatsbank
zou moeten concurreeren met de Nederl.
Bank. De winstverdeeling is billijk in
verhouding tot de waarde der Bank en
de verplichtingen harer directie. Zij levert
meer voordeelen aan den Nederl. Staat,
dan eenig ander land, behalve Engeland,
geniet. De heer Domela Nienwenhuis
trok terug wat de heer Grleichman insi-
nneerends in zijne woorden mocht hebben
gevonden, maar bleef bij zijn gevoelen.
De heeren Schaepman en van Houten
hadden, beweerde hy, ten zijnen aanzien
te zeer uit de hoogte gesproken. De heer
Schaepman is geen censor. Indien Sprekers
toon te wenschen overlaat, dan komt dat
omdat hij aan een ander publiek gewoon
is. Wat ordelijkheid betreft valt het ver
schil niet ten gunste van de Kamer uit.
Spreker kon niet toegeven, dat de aris-
tokratiesche geest hooger beloond moet
worden. Ter verdediging van zijne opinie
beriep hij zich verder op mannen als A.
van Assen, Gerritsen e. a. Voor ƒ8000
kon men wel direktenren bekomen. Wat
Sprekers afwezigheid in de Sectie-verga
deringen betreft, hij zeide daarvan aan den
heer Schaepman geen rekenschap schuldig
te zijn, maar trachtte toch daarvan eenige
verklaring te geven. De heer van
Houten bleef de eenzijdigheid van den heer
Domela Nienwenhuis afkeuren, wees op
dfe biz'ondere beteekenis, welke sommige
woorden in den mond van den Schoter-
landsohen afgevaardigde hebben, en zeide
dat de namen van Assen en Gerritsen
voor de Kamer niet hetzelfde gezag heb
ben als voor den heer Nienwenhuis. Moest
een hunner optreden als direkteur, wie
weet of niet velen hun bankbiljetten zouden
laten verzilveren. Spreker stelt in het licht,
hoe het verschil tnsschen liberalen en so
ciaal-democraten is, dat eerstgenoemden
uitgaan van de heiligheid van verkregen
rechten, en de anderen niet, en hij hield
vol, dat het ekonomiesch kapitaal der
Bank haar toebehoort, krachtens haar
eigendomsrecht, op welke wijze zij dat ook
verkregen hebbe. De heer Domela
Nienwenhuis was natuurlijk niet overtuigd,
en bleef beweren, dat de rechten der Bank
zijn verkregen door onrecht. De Min.
van Fin. verzekerde te zullen trachten
faciliteiten te verkrijgen voor den land
bouw. Nadat de heer Clercx zijne motie
had ingetrokken, werd de motie-Domela
Nienwenhuis verworpen met 72 tegen 1
stem. Het algemeen debat was afgeloopen.
Vrijdag ving de Kamer de behandeling
der artiekelen aan. Op art. 1, voor
stellende verlenging van het oktrooi met
20 jaar, en verder stilzwijgende verlenging,
telkens voor 10 jaar, behoudens opzegging,
waren amendementen voorgesteld, vooreerst
door den heer de Beaufort en zes andere
leden, om de verlenging op 10 jaar te
stellen, en om te bepalen, dat de onge
neigdheid tot verdere verlenging, wat den
Staat betreft, door eene wet moet worden
uitgesproken. De heer Verniers van
der Loeff lichtte het eerste deze amende
menten toe, en betoogde, dat 10 jaar rnim
voldoende was, daar de Bank geen ver-
bindtenissen heeft, die lang loopen, of zioh
nienw heeft in te richten, terwijl voor
alle eventualiteiten een korte termijn ge-
wenscht is. De heer Huber en drie
andere leden stelden voor de verlenging
te doen duren 15 jaar, daar anders, met
het oog op den opzeggingstermijn de eerste
verlenging slechts 8 jaar zou duren.
De heer Goeman Borgesius stelde voor,
de tweede alinea van het art. te doen
vervallen, geen stilzwijgende verlenging
dus; hij wil een vasten termijn, waarna
voor verlenging de wet zal moeten beslis
sen. Een paar leden voerden het woord,
o. a. de heer van Houten, die de tweede
alinea van het amendement-de Beaufort c. s.
verdedigde. De Min. van Fin. bestreed
daarop alle amendementea, behalve dat
van den heer Huber (verlenging van 15
jaar), dat hij aan de beslissing der Kamer
overliet, zijnde die termijn aanvankelijk
door de vorige Regeering voorgedragen,
doch toen door de Bank onaannemelijk
gevonden. De heer Patijn stelde nog voor
een amendement om het octrooi 15 jaar
te verlengen zonder stilzwijgende opzeg
ging. Het lot der amendementen was
als volgt: het am.-de Beaufort c. s. (10-
jarige verlenging) werd verworpen met
64 tegen 28 stemmenhet am.-Patijn
(löjarige verlenging zonder stilzwijgende
opzegging) werd verworpen met 48 tegen
43 stemmen. Het am.-Huber e. s.
(löjarige verlenging met stilzwijgende op
zegging) werd aangenomen met 87 tegen
5 stemmen. Het am.-Borgesius (geen
stilzwijgende verlenging, maar een vaste
termijn) werd verworpen met 52 tegen 40
stemmen. De tweede wijziging, door
den heer de Beaufort o. s. voorgesteld
(opzegging na elke periode krachtens eene
wet) werd verworpen met 76 tegen 16
stemmen. De beraadslaging werd daarna
verdaagd tot Maandag; de kwestie der
kapitaal vergrooting is dan het eerst aan
de orde.
In 1856 sloten Turkije en Perzië
een traktaat waarbij Turkije zich o. a. ver
bond geen verdedigingswerken op de grens
aan te leggen, binnen een bepaalde strook
lands. Toch heeft de Porte onlangs een
aanvang gemaakt met het boawen van
forten langs de oevers van den Euphraat
en den Tigris. Op Engelands klacht dien
aangaande werd geantwoord, datdie werken
noodig waren voor de rijksdefentie en dat
Perzië gerust op zijn gebied het zelfde kon
doen. De Britsohe regeering vond dit ant
woord onvoldoende en heeft de Porte ge
sommeerd den aanleg der forten te etaken
aangezien zij eene bedreiging waren voor
de Engelsche stoomhooten op de rivieren.
Waarschijnlijk zal de Porte toegeven, te
meer daar Engeland de zaak tot het uiterste
wil doorzetten.
Zondagavond is brand ontstaan in
de koninklijke stallen te Brnssel, die ge
legen zijn achter het paleis van den Graaf
van Vlaanderen, waardoor men meende,