HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 97 Tiende Jaargang, 144. van WOENSDAG 5 December 1888. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86 ÏELEPHOONNUJ1MÏE TELEPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. Prijs per Adrertentie ran 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Ingezonden. In de raadszitting van ~2l Nov. werd de nieuwe regeling van het herhalingsonder wijs vastgesteld. Nn, de raad mag met voldoening op zijn werk terugzien, want den onvermogenden kin deren wordt flink onderwijs verzekerd, de gemeente ia erbij gebaat en de belangen ■der ambtenaren met dat onderwijs belast, worden niet nit het oog verloren. Gaan we maar eens na en beginnen we met het laatste. Nog in de aanstellingen, noch in de instructies der onderwijzers is er sprake van herhaling6onderwys. Dit onderwijs moge dan voor Haarlem niets nieuws zijn, voor de onderwijzers is de opdracht iets geheel nieuws. Trou wens uit de bepaling, dat de onderwij- xers, belast met het herhalingsonderwijs, ieder jaar door burg. en weth. znllen wor den aangewezen, blijkt, dat men hier niet te doen heeft met een gewonen derden schooltijd. En nu rijst de vraag, of het billyk is, dat den onderwijzers vier maal in de week de beste avonduren worden ontnomen, zonder dat ze konden vermoe den, hiervan gevaar te zullen loopen. Laat men niet zeggen, dat de belooningen, door den raad vastgesteld, voldoende zijn om het gemis van die nren te vergoeden. De stu- deerende onderwijzer mist nagenoeg den geheelen avond in het unr tooh van 9- 10 zal hij tot stndeeren geheel ongeschikt zijn. Mij dunkt, de onderwijzers, aan wie het herhalingsonderwijs wordt opgedragen, hebben recht niet op eene kleine beloo ning tot aanmoediging, maar op verhoo ging van jaarwedde. Nog zon men dit hieruit kunnen opmaken, dat in de oproe ping van sollicitanten voor de betrekking van hoofd eener school, gewag gemaakt wordt van de verplichting tot het geven van herhalingsonderwijs, terwijl daarvan geen sprake is in de oproepingen voor de betrekking van onderwijzer. Uit eene mis sive van den Min. van B. Z. van 24 Febr. '81 blijkt, dat deze er ook zoo over dacht. Volgens het gevoelen van dien Min. behooren de belooningen der onder wijzers aan de openbare, lagere scholen, die belast worden met het geven van her halingsonderwijs niet in den vorm van toelagen boven hunne jaarwedden plaats te hebben. Bij opdracht van dat onder wijs aan de onderwijzers behoort hunne jaarwedde te worden verhoogd met het bedrag voor het onderwijs aan de herha lingsschool bestemd, waarvan tevens het gevolg zal zijn, dat de verhoogde jaar wedde aan de goedkeuring van Ged. St. onderworpen wordt en de grondslag voor de pensioensbijdrage verhoogd. De gemeen te is erbij gebaat. Zeer zeker, maar zij kon er meer voordeel bij hebben, als ze „de kleine belooningen tot aanmoediging" introk, maar de opdracht afkoopbaar stelde. Menig onderwijzer zou 't f 25 waard zijn om van die moeielijke taak te wor den ontslagen en op die manier zou de gemeente zelfs nog eenig geldelijk voordeel behalen. 't Belang van 't onderwijs. De bedoe ling van art. 17 der wet op het L, O., waarin gesproken wordt van hen, die het gewoon schoolonderwijs genoten hebben, is zeker, dat het herhalingsonderwijs is voor hen, die de geheele lagere school hebben doorloopen. Dat deze eisch niet wordt gesteld is niet in het belang van het onderwijs op de dagschool. Immers Dn reeds gebeurt het dikwijls, dat kinde. ren op hun elfde of twaalfde jaar de school verlaten, als ze bijv. nog in de 4de of 5de klasse zitten. Hoeveel vaker zal dit niet voorkomen, als ouders en kinderen weten, dat het verzuimde later kan worden inge haald. Van de ambitie van de onderwijzers voor dit onderwijs behoeven we niet te spreken. Men kan geen maximum van toewijding eischen voor eene minimum belooning. Ten slotte nog eene vraag. Aan school C. wordt eene geheel nienwe sohool ver bonden n.l. een voor aanstaande militie- plichtigen, en deze school wordt heel eenvoudig bij het herhalingsonderwijs in gelijfd. Zon men om de kosten ook de Burgeravondschool niet bij het herha lingsonderwijs kunnen inlijvendoor haar in de uren van 79 in school E te doen houden en haar te verdoopen in School voor aanstaande burgers U dankzeggend voor de mij toegestane plaatsruimte, ben ik, Mijnh. de Redacteur. Uw dw. dien. X. De Volksbond. Werd de vijfenzeventigjarige gedenk dag van Nederlands onaf hankelykheid op verschillende plaatsen feestelijk herdacht, hier met optoohten daar met muziekuit voeringen, elders met kinderfeestente Haarlem had men, naar het scheen, geen opgewektheid om naar aanleiding van den gedenkdag iets op 't getouw te zetten, dat wat leek naar openbaar vreugdebe toon, met uitzondering van de offlcieele vlaggen. Tooh had de afdeeling Haarlem van den Volksbond reeds het plan gevormd om in haren kring het feit te gedenken en daartoe uitgekozen den laatsten Novem ber. Zoo was het, dat op den avond van dien dag in de groote zaal van de Socië teit Vereeniging ruim zestienhonderd per- soDen bijeen waren, om onder gezellig samenzijn, het vaderlandsche gevoel op te frisschen. De ruime feestzaal, haast nog te klein, vertoonde een vroolijk aanzien. Vlaggentrofeeëo, wapenschilden, met in reuzencijfers de jaartallen 1813 en 1888, versierden de wanden. Het orchest was met levend groen versierd en de nis prijkte met de namen van het drieman manschap, dat in 1813 optrad om in naam van den prins het bestuur op zich te nemen en er door zijne ernstige handelingen in slaagde in weinige dagen de gemoederen zonder botsingen tot één te brengen. Ver der prijkte in den Dis de bnste van den Prins omgeven van groene planten. Het Bestuur van de Afdeeling had voor dit feest de welwillende medewerking ver zocht en verkregen van Orohest, een koor van Dames en Heeren, de Onderofficieren van het 3e Bajaljon, 4e Regiment Infan terie, de familie Van Maas en de lieder tafel „Haarlems Zanggenot." In deze volgorde noemt het programma de mede werkende eorporatieën, en ik zou niet goed weten welke der vijf eigenlijk het eerst moest genoemd worden. Vijf gezelschap pen, meer dan honderd en veertig per sonen, werkten mede om, ieder op zijne wgze, het feest te doen slagen. Pleit dit misschien ook voor de populariteit waarin de Bond zich mag verheugen? Na eene muzikale inleiding van het Orchest zong een gemengd koor Onder directie van den heer J. de Koek twee liederen, die al dadelijk dé feestelijke stemming verhoogden, waarna de H.H. Onderofficieren eenige fraaie proeven gaven van hunne geoefendheid in het schermen en de gymnastiek, welke luide werden toe gejuicht. Vervolgens droeg mejuffrouw en de heeren van Maas voor: Noveletten van Niels W. Gade voor piano, viool en violoncel, welke voordracht getuigde van veel goeden smaak en zeer dankbaar werd ontvangen. Toen als No. 6. van het pro gramma de Onderofficieren eenige atlethi- sche standen te zien gaven, waarvan het laatste gedeelte vooral door zijne toepas selijke attribnten en het fraai aange brachte lichteffect zeer de aandacht trok, barstte een luid gejubel los. Hierna betrad het Bestuurslid, de HoogEdelgestrenge heer C. J. M. de Wilde, de estrade. In krachtige mannentaal gaf deze eene schets van den loop der gebeurtenissen in 1813 vermeerderd met het verhaal van menig treffend bewijs van Oranje-liefde in die dageD. Hij wees op de voorrechten van den Nederlandschen burger onder Oranje, die te meer uitkwam tegenover het dwang juk van den bnitenlandschen dwingeland en spoorde ieder aan om door woord en daad te blijven medewerken tot behoud der onafhankelijkheid van het lieve Va derland. Dat zijne improvisatie pakte bewezen de luide bewijzen van instemming. Intnsschen stonj „Zanggenot" gereed om hetschoone „Blijf één" van Heyblom te ge ven. De heer de Wilde had medegedeeld dat' de directeur, de heer Hazevoet, ver hinderd was te dirigeeren. Dit speet ons, te meer daar ook voor het vervolg „Zang genot" verstoken zal zijn van zijne mede werking, aangezien hij, naar werd mede gedeeld, de directie heeft nedergelegd. Wat hiervan ook de oorzaak zij „Zanggenot" verliest in hem niet alleen een directeur, die geschiktheid bezit voor zijn werken zelf zijne zangers vormde, maar die óók altijd met de meeste toewijding, belangeloos zijne krachten beschikbaar stelde, en als zoo danig zijne troepen zelfs eenmaal ter over winning voerde. In zijne plaats dirigeerde het lid de heer H. C. Hirdes. Ondanks deze verwisseling werd er schoon gezongen en bleek des te meer de goede leiding van den afgetreden directeur. Het „Omhoog" van Heinze is zeker niet dikwijls zóó goed uitgevoerd. Het programma bevatte vijftien num mers geen wonder, dat slechts het een en ander kan worden aangestipt. Maar met ingenomenheid noemen wij nog het slotnummer „Fantasie Geweer", uiigevoerd door de H.H. Onderofficieren, die door hnn gracieus werken en hunne groote vaardigheid in het behandelen van het zware infanterie-geweer, de algemeene be wondering wekten. Toen zong het ge mengd koor een Oranj elied waarvan het refrein door allen werd meegezongen. Zoo eindigde het feest, dat zich kenmerkte door voorbeeldige orde en een uitmunten den geest. Het Bestunr heeft opnieuw getoond voortreffelijk te zijn opgewassen tegen de bezwaren verbonden aan het organiseeren van algemeen in den smaak vallende fees telijke byeenkomsten en het verdient dus de algemeene ondersteuning van allen, die meeneD, dat, daar de boog toch niet altijd kan gespannen zijn, soms ontspanning noodig is, en het dus te loven is als de vermaken geleid worden in eene richting die, als hier, even aantrekkelijk als doel treffend blijkt te zijn. Question brülante. Lang kwynde Kenau's grijze vest Beklemd in hare wallen, Lang teerde zij op d'ouden roem Eertijds haar deel, vóór allen. Maar allengs vlood haar levenslust, Zg waagde zieh niet buiten, En wist elk denkbeeld onzer eenw Zorgvuldig nit te slniten. Ond-Hollandsch was haar gevelpraal, Oud-Hollandsch hare zeden, Zij won geen andre wegen, dan 't Begane pad betreden. Totdat ook in de hofjesstad Ten slotte revolutie, Omwenteling en beweging kwam En hieruit evolutie. Zie Haarlem sloopt haar wallenreeks, En zij 't dan ook in tranen, Ze weet zich door reactie heen Met moed een weg te banen. De poorten vallen. Men begint Een stel van hnn portretten In 't groote oude kabinet Zorgvuldig bij te zetten. VerjoDgd treedt thans de stedemaagd Een schrede of wat naar buiten Totdat zg op een onvoorzien Bezwaar haar tocht ziet etuiten. Daar staat de Hont, het heiligdom Van zooveel voorgeslachten, Zal zg thans ook dit heilig woud, Verjongen naar haar krachten. Mag zij in dartlen overmoed Vervuld van 't jonge leven, Dat thans haar aderen doorstroomt, Ook hier naar hooger streven. Zij aarzelt nog. Zg wijkt naar rechts Zg richt naar links haar schreden, Maar waagt nog niet, vol heilgen schroom Het bosch zelf in te treden. De Meer, Het IJ wordt drooggelegd, De spoorweg trekt zijn iyneD, En doet den afstand meer en meer Van stad tot stad verdwijnen. Met Amsterdam, met 't spoorwegnet Wordt Haarlem thans verbonden, En hoor daar klinkt ep eens de lens „Vooruiluit aller monden. Vooruit in school, in kerk, in staat, Vooruit in alle kringen, Is 't wachtwoord dat op elk gebied Met kracht komt binnendringen. Het nest van d'oude pelikaan Moet voor een nieuw thans wyken, En Teylers schatten, ziet men plots Met praal en luister prgken. Frans Hals in 't Raadhuis opgetast Bestoven en vergeten, Wordt fraai omlyst, wordt scherp ver licht Hg durft zich thans vermeten. Voor 't oog van ingewyde en leek Zijn kunBt ten toon te stellen, En van zijn roem weet Oost en West Straks wondren te vertellen. Nog hnivert Haarlems stedemaagd Den Hout zich in te lijven, Zij durft hier niet den stouten stap Maar ook niet staan te blijven. De Hout, half park, half bosch, half weg, Half Haarlem en Heemstede, De Hout ook, hoe vermaard van onds Moet bukken voor de rede. Bouwkunstenaars, tot een bond vereend Zg durven d'aanval wagen, Aanvaarden 't plan, en 't kort ontwerp, Waarnit de dag zal dagen. Hun eerste poging thans gereed Moet eindelijk zegepralen, Wie is het die 't ten uitvoer brengt Wie die 't er door zal halen. O gydie van den ouden tijd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1888 | | pagina 1