HAARLEMSCH
No. 70.
Elfde Jaargang.
144.
van WOENSDAG 4 September 1889
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
'TBLEPHOONNUMMER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
■Per drie maandenf ,25.
franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
Afzonderlijke nommers 3 centen per stok. meer 5 cents, groote letters naar plaatsmimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Kinderfeest in de „Vereeniging."
Mochten de oitstekend geslaagde Volks
feesten door den „Volksbond", j.l. Vrijdag
aan de „Phoenix" gegeven, eeneschoone in
leiding heeten tot den beteekenisvollen nati-
onalen feestdag van 31 Angs., het Kinder
feest van Zaterdagavond, ter eere van
Prinses Wilhelmina in de Sociëteit, mag
er een vraardig slot van genoemd worden.
Met opgewekten zin werd er door ruim
450 kinderen aan deel genomen.
Tegen zeven unr vnlden deze, met hunne
geleiders, die steeds met de grootste
vreugde de pret van de kinderen gade
slaan, den tuin en de groote Concertzaal.
Overgoten met een stroom van licht, ge
stoffeerd door veelkleurige zomertoiletjes,
leverde het geheel een recht feestelijken
aanblik op. De smaakvol, kwistig met
groen en bloemen versierde zaal maakte
een aangenamen indruk.
De leiding van het feest was toever
trouwd aan de H.H. Martin en Meyerinck
«n men weet, hoe deze Heeren er uitnemend
slag van hebben, het jonge volkje bezig
te honden. Steeds gelukte het hun, door
aangename afwisseling gang te houden in
de feestvreugde en groot en klein te ver
mak^ Dat de kinderen dat ook heel goed
gevoelen mag blijken uit de verklaring
van een der jongens, die stellig verzekerde,
dat de tijd van zeven tot elf uur hem
omgevlogen was en veel korter had ge
duurd dan eene morgenschooltijd van 9
tot 12, en ook uit de naïve vraag van een
meisje: Of het nu heusch nog een jaar
duurde voor de Prinses weer jarig is.
Het voor deze gelegenheid samengesteld
programma bestond nit twaalf nummers.
Muziek, zang en dans wisselden op aan
gename wijze elkaar af. Als intermezzo
werden er een viertal tableaux gegeven,
die misschien wat te ernstig waren voor
het oogenblik, doch overigens zeer schoon
gedacht waren en kenrig werden voor
gesteld.
Met het zingen ging het minder goed.
Het goed gedichte liedje n't Prinsesje
leef!" op de bekende wijze „de Koning
leef!" klonk heel flauwtjes. Het „Vlagge
lied" een beetje beter, maar geestdrift
wekte het niet. 't Sohijnt, dat onze kin
deren niet meer kunnen zingen. De vader-
landsche liederen met hunne kostelijke
wijzen zijn hun onbekend zelfs ons schoone
Volkslied wordt met moeite ten einde
gebracht.
Men zou er aan gaan twijfelen, of er op
onze scholen nog wel gezongen wordt. De
verwaarloozing van het zangonderwijs zou
zeer te betreuren zijn en ons een belang
rijke factor bij de opvoeding, bij de vor
ming van geest en gemoed doen ontglip
pen. Wij willen er nu niet verder over
spreken, omdat we over een vroolijk feest
schrijven. Toch komt ons de zaak gewich
tig genoeg voor, er op te wijzen en ern
stig op verbetering aan te dringen.
Onder het dansen werd voor de kinder
tjes onder de kinderen in de kleine zaal
de poppenkast vertoond. Met veel pret
werden de verschillende artisten in hunne
verrichtingen gevolgd. In de groote zaal
werd voortdurend lustig gedanst. De bons,
den kinderen bij het binnenkomen aange
boden, kwamen in de pauzen tusschen de
dansen goed te pas en werden dan ook
met graagte voor limonade en gebakjes af
gegeven. Zoo werd het onder velerlei ge
not spoedig laat en moesten de kleinen
er
op
aan herinnerd worden, dat er ook
Prinsessedag een tijd van komen
en gaan is. Dit laatste geschiedde niet
vóór men het keurige slottableau had
bewonderd en toegejuicht. Daar zag
men als hoofdfiguren de nu negen
jarige Prinses omgeven door hare ouders.
Een tweetal lieve meisjes boden haar
bouqetten van veelkleurige bloemen aan,
terwijl de Nederlandsche Maagd zich op
den achtergrond vertoonde en het vrien
delijke tafereeltje met welgevallen gade
sloeg. Rechts en links werd deze hoofdgroep
geflankeerd door krijgslieden van verschil
lende wapens, dragende schilden en zwaar
den of ontplooiende Neêrlands geliefde
driekleur. Dit waarlijk schoon gedachte
slottableau, gekleurd door een stroom van
Bengaalsch licht, maakte veel indruk. Het
deed den ontwerper, den Heer Martin veel
eer aan.
Toen het doek viel was het feest ge
ëindigd. Men spoedde zich huiswaarts,
zeker met dank vervuld voor het Bestuur
der Sociëteit, dat het ook dit jaar voor de
kinderen der leden zoo goed heeft gemaakt.
Wij voor ons, wij verheugen er ons in,
dat er op dezen Prinsessedag voor allen,
voor arm en rijk, voor oud en jong gele
genheid is geweest in gepaste en bigde
vreugde getuigenis af te leggen van de
groote liefde en onkreukbare trouw, welke
het volk van Nederland gevoelt Voor en
bindt aan het dierbare Oranjehuis.
Het algemeen debat der Tweede Kamer
over het ontwerp tot schoolwetwijziging
is Donderdag voortgezet en ten einde ge
bracht. De heer Tak van Poortvliet was
de eerste spreker. Hij verklaarde in de
openbare volksschool een symbool der
maatschappelijke eenheid te zien, verwor
ven na verkrijging der staatsrechtelijke
eenheid. Dat een voorstel gedaan werd
tot wijziging de schoolwet, liet zich ver
klaren. Maar de vraag is, of daardoor een
einde zal komen aan den schoolstrijd. Hoe
wil men dienaangaande zekerheid verkrij
gen De tegenstanders van het openbaar
onderwijs kunnen geene bepaalde verkla
ringen afleggenzij meenen dat het afhangt
van de voorstanders van het openbaar
onderwijs. Het ontwerp geeft geen oplos
sing van het financieel bezwaar. De uit
gaven zullen met 1 miljoen vermeerderd
worden. Algemeene verbetering van het
onderwijs is er niet van te wachten. Het
ontwerp stelt de Staatskas open voor elke
school met 25 kinderen, en organiseert
konkurrentie tegen de Staatsschool, met
Staatsgeld. De strijd zal naar de Gemeen
ten worden overgebracht, met veel scher
per karakter. De burgerlijke overheid zal
door die konkurrentie gezag verliezen. Het
ontwerp tast aan den wortel van het gezag
en van onze geheele staatsrechtelijke in
richting. De Min. heeft het subsidiestel
sel in beginsel alleen verdedigd nit het
oogpunt van Staatsbelang en omdat er
niets anders op te bedenken was. Maar
zoo vroeg Spreker, en deze vraag wekte
hilariteit moeten de geopperde bezwa
ren den Min. niet overtuigen, dat de school
strijd niet zal eindigen, en zou de Min
niet beter doen, het ontwerp voorloopig
terug te nemen De beer Schaepman toon
de zich ontstemd door de vlijmend scherpe
oppozitie van den heer Rutgers van Rozen
burg, welke hij beantwoordde, of liever
niet beantwoordde, met eenige groote woor
den, meer boos dan scherp. Verder bestreed
de heer Schaepman de verschillende spre
kers, vooral de heeren Mees en Tak van
Poortvliet. Den eerstgenoemde antwoordde
hij, dat de Katholieken zich niet schamen
of over het mandement der bisschoppen, of
over het nomadenleven der rechterzijde.
Ook het bondsvolk, de kinderen Israels,
voerde aanvankelijk een nomadiesch leven.
Waar voorstanders der openbare school
zoo weinig voor hun school geven, paste
het den heer Mees niet te onderzoeken,
welk gebruik de voorstanders der bizondere
school van subsidie zullen maken. Spreker
ontkende, dat de Katholieken Staats- en
Kerkrecht zonden verwarren. Den heer
Zaayer wees hij op de wijziging welke
't karakter van den schoolstrijd ondergaan
had. Vroeger gold de strijd het karakter
der overheidsschool (neutraal of konfessi-
neel), maar later is de vrije school het
hoofdbeginsel geworden. Ook sprekers
meeningen die hij erkende, dat niet vrij
waren geweest van overdrijving, hadden
zich gewijzigd. Toen deze bekentenis aan
de linkerzijde gelach wekte, zeide Spreker
j>het schijnt, dat de liberalen het zonder
ling vinden, als men eigen gebreken er
kent", en toen lachte men nog eens. Bij
aanneming van het ontwerp, verklaarde
Spreker, zal de schoolstrijd op politiek
terrein uit zijn, en alleen op maatschappe
lijk gebied zal voortduren. De rede van den
heer Tak van Poortvliet noemde Spreker zoo
caesaritiesch mogelijk. Nooit heeft hij de
hoogheid van den Staat zoo hoog zien ver
heffen. Als een geestig man, die toen niet
geestig was, het niet als revolutionair ver
boden had, zou Spreker zeggen, dat de
heer Tak van de hoogte van den Eiffel-
toren de majesteit van den Staat bezag.
De heer Schaepman verklaarde nog, ook
op het gebied van hooger en middelbaar
onderwijs de vrije school te zullen verde
digen. De heer Hartogh vroeg, of deze
wet versterking der Rijksmiddelen zon
noodig maken, en zoo ja, waarom die dan
niet is voorgesteld. Hij veidedigde de
ontwikkeling der openbare Staatsschool.
De heer de Meyier merkte op, dat de
rechterzijde het eerst van konkurrentie
had gesproken, en gemakkelijk haar on
derwijs kan betalen uit de bezittingen,
waarvan geen suksessie betaald wordt.
De heer van Houten kwam in zijne re
pliek nogmaals krachtig op tegen het
subsidiestelsel. Hij wil volkomen vrijheid
in zake godsdienst en onderwijs; maar
dan ook geen Staatssteun, want de Staat
beschermt alleen met een Staatsdoel, ter
wijl het wezen der vrijheid soevereiniteit
in eigen kring insluit. Die vrijheidsbegin
selen zijn steeds gehuldigd door alle dis
senters in Nederland. De immenging van
den Staat, in strijd met de vrijheid door
de klerikalen gemaakt, is ook door Spre
ker steeds voorgestaan. Die staatsvoogdij
wordt ook nu nog door de klerikalen be
streden, en Staats-subsidie voor bizondere
ongodsdienstige scholen is in strijd met
Pauselijke encyklieken. Spreker hield vol,
dat, zoolang de rechterzijde openbaar neu
traal onderwijs handhaaft, hare handeling
verkeerd is, of de bedoelingen verdacht
zijn. Bewondering verdient de heer Schaep
man, dat hij de antirevolutionairen tot
het vrgheid doodend subsidiestelsel heeft
kunnen bekeeren. In geen geval zou Spre
ker kunnen stemmen voor het ontwerp,
zonder afdoende financieele regeling tus
schen Rijk en Gemeenten. Hg eindigde
met te vragen, of de rechterzijde bereid
is grootere bgdragen te geven aan min
vermogende gemeente, dan wel of zij dit
afhankelijk maakt van meerdere subsidie
van bizondere scholen. De heer de Savornin
Lohman beweerde, dat de rechtergde zeer
eenstemmig is. De schoolstrgd en de strgd
voor de vrije sohool zullen niet eindigen,
maar bij eerlijke uitvoering van dit ont
werp zal rechtskrenking ophouden en
rechtsgelijkheid gehuldigd worden. Ver
der bestreed deze spreker de meening van
den heer Tak, dat het ontwerp het open
baar gezag zou ondermijnen. De strijd zal
voortduren, maar met eene vrije keuze
tusschen de openbare en de bizondere
school. Subsidie verdedigde Spreker als
middel van gelijkstelling, het eenig moge
lijke, als men de openbare school wil
laten voortbestaan. Wordt het ontwerp
verworpen, dan zal de schoolstrgd de ge
heele politiek big ven beheerschen. De heer
Mntsaers ontkende, dat de Katholieken in
het Zuiden des Lands geen behoefte aan
bizonder onderwijs zonden hebben, en ver
zekerde, dat de schuld eener eventueele
verwerping niet op de rechterzgde kan
geladen worden, als zij onredelijke eischen
weigert in te willigen. De heer de Beau
fort blijft na het antwoord der Ministers
vreezen, dat volledige beëindiging van den
schoolstrijd niet staat op het program der
Reg., terwijl hg volhoudt, dat het ont
werp geen voldoende waarborgen biedt,
dat het gesubsidieerde bizonder onderwijs
voldoende zal zijn. Hg waarschuwde tegen
een kompromis zonder medewerking der
linkerzijde. De Min. van Binnenl. Zaken
repliceerde en hield vast aan zijne ver
klaringen. Van hem zijn geen wijzigingen
ten aanzien van 't karakter van het open
baar onderwijs te wachten. Zijn Excellen
tie lokte bravo's van den rechterzgde nit
door zijne verklaring, dat hij, mocht men
waarborgen vragen, die de vrgheid der
school in gevaar brengen, die onverbid
delijk zou moeten afwijzen. De laatste
spreker bg het algemeen debat was de
heer Tak van Poortvliet, dié herhaalde,
dat de weg, door de Regeering ingeslagen,
den schoolstrgd zou doen voortduren, door
konkurrentie te openen tegen de openbare
school. Wij staan, zeide spreker, aan het
ziekbed, gereed op voorschrift van den
dokter een drank toe te dienen, maar zal
die drank lafenis schenken Neen, op
grond van 't geen hij dezen morgen ge
hoord heeft, zegt hij het remedie is
erger dan de kwaal.
Vrijdag ving de beraadslaging over de
artiekelen aan. Op voorstel van den Voor
zitter werd besloten elk der voorgedragen
wijzigingen der schoolwet in art. 1 afzon
derlijk te behandelen met de daarop voor
gestelde amendementen, teneinde aan het
slot het hoofd van art. 1 te behandelen,
en daarna over dat art. in zijn geheel te
stemmen. Art. 2 leervakkenwaarin
door de Reg. is opgenomen de gymnastiek,
kwam nu in behandeling. Een amendement,
voorgesteld door de heeren Goeman Bor-
gesins, Fabius en Vermeulen, om de be
ginselen der vormleer te doen vervallen,
maar op te nemen als verplicht leervak
de eerste oefeningen in het handteekenen,
werd door den heer Vermeulen toegelicht.
De Kommissie voor voorbereiding ried het
amendement niet af. De heer Th. Heems
kerk opperde eenige bezwaren en meende,
dat bet onderwijs in het handteekenen
voor het platteland niet dienstig was.
De heer Zaayer zou niet tegen het amen
dement stemmen, maar brak een lans voor
de zijns inziensonrechtvaardig veroordeelde
vormleer. De heer Fabius verdedigde het
am. tegen de bezwaren van den heer Heems
kerk. De heer Roëll verzette zich niet
tegen het amendement op zich zelf; hij