HAARLEM, 15 October 1889.
Gisteren avond trad in eene buiten
gewone vergadering van de Ned. openb.
onderwijzers- en hoofdonderwijzersveree-
niging alhier als spreker op de beer
Gerhard uit Amsterdam. Ofschoon de heer
Gerhard in het algemeen meer bekend is
op politiek terrein, als volksleider, toonde
hij toch in deze vergadering van onder
wijzers ook een uitstekend paedagoog te
zijn. Het onderwerp, dat hg behandelde,
was „de opvoeding in het huisgezin."
Door talrijke voorbeelden, die dikwgls
de lachspieren der hoorders in beweging
brachten, doch ook zeer dikwijls ernstig
stemden, toonde spreker duidelijk aan,
dat in het algemeen nog steeds de regel
kon gelden, dat de kinderen meer de op
voeders der onderen zijn, dan omgekeerd.
Ernstig spoorde hij de aanwezigen aan,
toch steeds in al hunne handelingen en
woorden waar te zijn, opdat de kleinen
steeds een goed voorbeeld voor oogen
hebben. Het is gemakkelijker over het
goede te spreken, dan goed te doen. Met
de keurige voordracht van een paar ideeën
van Multatuli eindigde de heer Gerhard
zijne boeiende, leerzame voordracht, die
van het begin tot het eind door alle aan
wezigen, waaronder verscheidene dames,
met de grootste aandacht gevolgd werd.
Bij monde van den voorzitter, den heer
J. B. A. Saeijs, werd den spreker namens
de vereeniging dank gezegd voor al het
schoone, dat hij ten gehoore had gebracht
en werd hem een welgemeend „tot weer
ziens" toegeroepen.
- Zondag 1.1. had de jaarlijksche on
derlinge wedstrijd plaats tusschen de ad-
spirant-leden der Haarlemsche Cricketclub
„Rood en Wit". Vier prijzen, bestaande
in kunstvoorwerpen, waren beschikbaar,
twee voor batten en twee voor bowlen.
Om de eerste twee prijzen werd door
zeven leden gestreden. De eerste prijs werd
behaald door den heer J. H. Meyer; de
tweede door den heer H. Menten.
Vier leden hadden zich aangemeld voor
het bowlen.
De heeren J. H. Meyer en H. L. Gerth
van Wijk behaalden hiervoor reap, den
eersten en tweeden prijs, terwijl nog een
aanmoedigingsprijs voor batten te beurt
viel aan den heer G. Wiarda.
Maandagavond trad Herr Friedrioh
Mitterwiirzer op in de titelrol van „Kean,
oder Leidenschaft nnd Genie", schauspiel
von Alex. Dumas. We kunnen niet zeggen,
dat de keus van het stuk gelukkig was.
Als comédie uit den tijd der romantiek,
van 1836, vol van de onmogelijkste ver
wikkelingen, opgeschroefd en onsamen
hangend in de handeling, als stukken van
dien tgd kunnen zgn, gelooven wij niet,
dat het stuk zelf bijzonder in den smaak
van het publiek viel. Het verdienstelijk
spel van Herr Mitterwiirzer en zijne col
lega's kon nu eenmaal van een' draak
van 1836 geen aantrekkelijk en boeiend
schouwspel maken. We achten het hier
de plaats niet om in eene nadere beoor
deeling van ,het tooneelstuk van den onden
Dumas te treden, noch om na te gaan
in hoeverre deze den historischen Kean
in zijn stuk heeft recht gedaan. Liever
willen wij enkele woorden wijden aan
het spel der acteurs. Herr Mitterwiirzer
toonde zich overal den actenr van groote
gaven, die de situatie weet te beheer-
schen. De verwachting, welke wij bij zijn
eerste optreden van hem koesterden, heeft
hij vervuld. Toch gelooven wij niet, dat
zijn optreden zulk een kunstgenot heeft
geschonken, als het geval was bg zijne
kunstbroeders Ludwig Barnay en Possart.
We schrijven dit evenwel niet toe aan
zgne mindere gaven, maar wel aan den
onzes inziens minder gelukkigen greep
in zijn repertoire. Men zij in 't vervolg
erop bedacht ons Haarlemsch publiek niet
alleen voortreffelijke artisten, maar ook
goede, degelijke stukken te geven.
Van de medespelers voldeden ons bg-
zonder Herr Lüpschütz, die als souffleur
van het Drury Lane theater onverbeter
lijk was. Herr Pittmann beviel ons den
vorigen keer in de Posse beter dan nu.
We gelooven dit evenwel geheel op reke
ning van het stuk te mogen schrijven.
De verdere rollen waren in goede handen.
Men heeft ervan gemaakt, wat er van te
maken was. In de Hamiet-scène voldeed
ons Frl. Sokolska als eene bijzonder lieve
Ophelia-figuur.
Maandag avond had in de groote zaal
van „Felix Favore" de eerste jaarverga-
gadering plaats van de Middernachts-
Zendingsvereeniging. Het doel dezer Ver-
eeniging mogen wij bekend veronderstellen;
toch zal het velen aangenaam zijn het
een en ander te hooren mededeelen om
trent haar werken, voornamelijk, daar
Ds. H. Pierson, directeur der Heldring
gestichten, de vriendelijkheid had hij deze
gelegenheid zich beschikbaar te stellen tot
het beantwoorden der vragen
Is de wijze van werken der Middernachts-
Zending aan te bevelen
Is reglementeering der ontucht ge-
wenscht V
Reeds vroeg was de zaal meer dan ge
vuld.
Te ruim acht uur werd door den heer
G. Post de vergadering met gebed geopend,
waarna door dezen doel en werking der
Middernachts-Zending werd uiteengezet.
Voornamelijk op Zaterdag en Zondag
avond zendt de Vereeniging na eene korte
godsdienstoefening hare posten uit naar de
plaatsen waar het kwaad der ontucht wordt
bedreven. Door woord en geschrift tracht
men den man of den jongeling terng te
houden. In vele gevallen treft men doel,
doch dikwgls betoont men zich onver
schillig, terwijl het ook voorkomt, dat
beduchtheid tot het bekend worden anderen
weerhoudt.
De houders der bordeelen zijn, 'tis
natuurlijk, de M. Z. niet gunstig gezind
en ook het publiek betoont niet altijd
de gewenschte medewerking.
In de houding der verschillende partijen
ziet de Vereeniging echter een bewijs, dat
haar werk niet vruchteloos is.
Na deze inleiding beantwoordde Ds.
Pierson de volgende twee vragen
Is de wgze van werken der Midder
nachts-Zending aan te bevelen?
Spreker begon met de verklaring, dat
de Nederlandsche Vereeniging tegen de
prostitutie na een elfjarig bestaan, hoewel
zich bewegende op een maatschappelijk
standpunt, de zaak der M. Z. niet vijandig
is, al beweegt deze zich op een positief
christelijk terrein. In tegendeel de M. N.
verdient de algemeene belangstelling. Als
zoovele goede dingen was die Ver
eeniging zoo van zelf gekomen; vanwaar
is niet te zeggen. Soms gebeurt het dat
zaden nit Brazilië overwaaien om in Europa
te ontkiemen, zoo ook is't zaad der M. Z.
in 't Noorden tot rijpheid gekomen, hier
op vruchtbaren bodem overgeplant. Spre
ker ziet in de M. Z. den ontbrekenden
schakel in het werk tegen de prostitutie;
het vond hier een omgewerkten bodem,
doordat reeds het optreden van anderen
tegen de ontucht het volksbewustzijn had
wakker geschud.
In de M. Z. zit beteekenishet is een
krachtige volksuiting bewerkt door chris-
telijken geest.
Juist deze uiting moet de regeering
noodzaken tot het bestrijden der ontucht.
Spreker wees er op dat reeds in de
zedelooze zestiende eeuw het volksbewust
zijn zich tegen de ontucht en hare gevol
gen begon aan te kanten en hoe reeds in
de zeventiende eenw tengevolge hiervan
de tucht veel verbeterd was, doch dat men
moet big ven waken tegen alles wat dient
om laagheid en onzedelijkheid te bestrijden.
De tweede vraag:
Is reglementeering der ontucht gewenscht
werd vervolgens beantwoord.
De Vereeniging tegen de Prostitutie
plaatst zich op een maatschappelijk stand
punt, omdat zij zich dan verzekert van
den steun en medewerking van allen die
meenen dat reglementeering der ontucht
een schande is, en tegen nationale zonden,
waartoe ook de ontucht behoort, door de
natie in haar geheel moet bestreden wor
den. Nog steeds vraagt het Nederlandsche
volk Wie bestrijdt Men behoort dus den
kring der werkzaamheden tegen de ontucht
niet te bepalen tot ééne richting, en juist
doordat de vereeniging geen kleur meer
heeft, kan de regeering in deze tot haar
plicht worden aangespoord. Reglementee
ring van ontucht is noodig, zegt spreker,
als kwaad geen kwaad meer is, en meer
en meer zal zich de overtuiging vestigen
dat reglementeering volstrekt het kwaad
niet verhelpt.
Spreker vervolgtMen spreekt van ge
vallen vrouwen, nooit van gevallen man
nen. Toch staan tegenover een gevallen
vrouw tien gevallen mannen. Zoolang in
Nederland nog zijn 4 i 5000 kinderen
per jaar in ontucht geboren worden heeft de
Nederlandsche man geen reden om zich hoo-
ger te achten dan de vrouw, en wordt
het tijd, dat men als éèn man opstaat
tot den strijd.
Vervolgens brengt de secretaris der ver
eeniging, de heer H. Stap, het jaarverslag
uit. Den 5 September 1888 ontstond de
V. Zij telt thans een twintigtal leden,
die door woord en geschrift samenwerken
om den man van het kwaad af te houden.
Bittere tegenstand, vooral van de zijde
der bordeelhouders, is vaak haar deel. De
arbeid gelukt het best bij jonge mannen
het geweten is bij dezen nog niet tot zwij-
gen gebracht. Onder ouderen is het werk
moeielijker. Toch worden velen terugge
houden, waartoe ook de vrees voor her
kenning medewerkt, terwijl het blijkt,
dat het bezoek aan de huizen van ontucht
reeds verminderd is.
Soms hebben de leden treffende ont
moetingen een paar voorbeelden strekten
hiervan ten bewijs.
Reeds hebben twee leden der M. Z. te
Amsterdam eene vereeniging die thans
veertig leden telt, terwijl ook te Utrecht,
den Haag en Rotterdam de M. Z. met
succes werkzaam is en in verschillende
plaatsen afdeelingen in wording zgn of de
belangstelling ontwaakt. Hnlde werd ge
bracht aan den steun der Nederl. Vrou
wenbond, de politie en de gemeente der
Zevendedags-Baptisten.
Na voorlezing van dit Verslag volgde
dat van den penningmeesterOntvangsten
ƒ359.725, uitgaven ƒ327.335; goed slot
33.29, waarna nog de heeren Van der
Steur en Müller een en ander mededeel
den omtrent den uitslag der M. Z. te den
Haag en te Amsterdam. De laatste uitte
den wensch, dat ook te Haarlem spoedig
een lokaal mocht tot stand komen als te
Amsterdam een toevluchtsoord voor ge
vallen vrouwen.
Aan de gelegenheid tot debat nam deel
de heer Verstraaten. Hoezeer ook ingeno-
mem met het werk der M. Z. meende
deze, dat deprostitutie haar oorzaak vond in
armoede. Uitroeiing der armoede, door het
verschaffen van eene onafhankelijke positie
aan de vrouw was dus aan te bevelen.
De heer Pierson kwam met kracht tegen
deze bewering op. Wel gaf soms armoede
aanleiding tot den val; in geen enkel
geval was armoede oorzaak.
Te veronderstellen dat de vrouw zich
door armoede overgaf als prostituee wei
gerde spreker aan te nemen; dien smaad
verdienen de armen niet. De heer Verstra
ten gaf toe, dat armoede soms aanleiding
tot het kwaad gaf.
Vervolgens sprak nog iemand, die,
voor zoover verstaanbaar, zich bewoog op
het standpunt ingenomen door den heer
Verstraten. Het antwoord van den heer
Pierson bevatte in hoofdzaak het bewijs der
stelling dat rijkdom geen waarborg is
tegen de zonde.
De vergadering werd vervolgens met
gebed en dankzegging besloten.
Gedurende den duur der bijeenkomst
heerschte in de zaal, niettegenstaande de
groote opkomst en de drukkende warmte,
een goeden geest.
Te oordeelen naar het groote getal uit-
noodigingen was het vooruit te bereke
nen, dat velen niet konden toegelaten
worden. Bg hen die tegenwoordig waren,
heeft zeker de jeugdige, nuttig werkende
Vereeniging een goeden indruk achterge
laten,
In de vergadering van het Depar
tement Haarlem der Maatschappij „tot
Nut van 't Algemeen", Maandag avond
gehouden, is gekozen tot Commissaris voor
de Spaarbank de heer Mr. C. G. von Reeken,
en tot Commissarissen voor de Volksbi
bliotheek de heeren C. A. Honigh en W.
C. de Vos.
Bij Kon. besluit van 12 October is
benoemd tot ridder in de orde van den
Nederl. Leeuw de dirigeerende militaire
apotheker met rang van Luit-kolonel G.
C. W. Bohnensieg, van het personeel van
den geneeskundigen dienst der landmacht.
1.1. Zaterdag avond is door een In
specteur van politie de bierhuishouder en
slijter H., wonende Brouwerstraat, bekeurd
ter zake het verkoopen van sterken drank
in het klein zonder de daartoe vereischte
vergunning.
1.1. Zondag voormiddag hebben twee
schoorsteenbranden plaats gehad bij een
water en vuurverkooper in de Rozensteeg
en in de Amsterdamstraat, terwijl even
later begin van brand is ontstaan in eene
woning aan de Zomervaart door het vlam
vatten van een pan met vet, die op 't vuur
stond.
VERGADERING van den Raad der
Gemeente Haarlem,
op WOENSDAG 16 Oct. 's namiddags
ten een ure.
De volgende stukken en punten
zullen aan de orde worden gesteld:
1. Goedgekeurde besluiten.
2. Proces-verbaal keurmeester afkeuring
vleesch.
3. Voorstel B. en W. W. bestrating en
rioleering nieuwe wegen bewesten
Leidschevaart.
4. Idem idem afwijzing contractsverlen
ging gasfabriek.
5. Idem idem plan aanbouw Schoter
kwartier, met advies comm. ad hoe.
6. Idem idem plan aanbouw Heerensingel,
met idem.
7. Idem idem beschoeiing Heerensingel.
8. Idem idem bij rekeningen school C.
bewesten de leidschevaart.
9. Rapport comm. v. fin. begrooting 1890
St. Elisabeth's of Groote Gasthuis.
10. Aanbevelingen twee leden plaatselijke
comm. lager onderwijs.
11. Voorstel B. en W. W. uitdieping
Nieuwegracht.
MATIONALE MILITIE.
KENNISGEVING.
Be Burgemeester van Haarlem roept bij leze
op den milicienverlofganger Otto Willem de Nobel
uit de gemeente Haarlem, van de lichting 1887,
behoorende tot het 7e rigiment infanterie, om zicb
op Vrijdag, den 1 November aanstaande, des
namiddags vóór vier ure, te bevinden te Amsterdam
bij zijn korps, voorzien van al de voorwerpen vaa
kleeding er: uitrnstiug, door hem bij zijn vertrek
met groot verlof medegenomen, ten einde overeen
komstig art. 144 der militiewet, wegens overtre
ding van art. 143 der wet in werkelijken dienst
te worden gesteld.
Haarlem16 October 1S89.
De Burgemeester voornoemd.
E. A. Johdens.
Postkantoor Haarlem.
OPGAVE van brieven en verdere stukhen
geadresseerd aan onbekende personen,
welke stukken door de Afzenders
kunnen worden opgevraagd.
Brieven,
Wed, de Bruin, Amst.; Mej. J. Ilinze, id.;
G. Kemper, id.; Mej. M. E. Verheet, id.; Mej.
E. Dijken, id.; A. v. Rootsduur, id.; B. H. Zijs-
ling, id.; Eon, id.; M. Verkerk, id.; C. v. Tiju,
Haarlem.; Ligtvoet, Leiden.; W. v. Eden, Nieuwe-
diep,; Mej. J. C. Zandorp, Rott.; Lader, Vlieland;
Mej. L. Brugman,
Briefkaarten.
Mej. G. M. Wolf, Amst.; Mej. A. W. L. Hisr
sink, id.; H. v. Dijken, id.; Mej. A. Meinen, id.;
A. Snel, id.; J, Bouman, id.; Mej. Buismann, id.;
Mevr. L. Buys, s'-Hage.; Luther, Leiden.; J.
Heits, N. Amstel.;
Buitenlandsche Brieven,
v. d. Dool, New-York.; Huguenin, Keulen.
Mej. E. v. Keys, Yersen.; A. Snoek, Pretoria.
Verkorenid.
Verzonden geweest door het Hulpkantoor te:
Bennebroek
Limke, Elgersberg.
GRAAN- EN ZAADMARKT.
Marktbericht van 14 October.
Witte tarwe 7.7.10.
Rogge 4.95
Haver 3.30 3.375
Garst 3.10 4.50.
Buivenboonen 7.05
Groene erwten 10.
Capucijners 10.
Marktberiebt van 10 October.
Aardappelen. Aang. 980 verk 640 H. L»
L. pr. ƒ1.50 H. pr. ƒ3.50.
Appelen. Aang. 430 verk 360. H. L.
L. pr. ƒ2.50 H. pr. 7.00.
Peren. Aang. 160 verk. 120 H. L.
L. pr. ƒ3.00 H. pr. 7.50.
Boter. Aangev. 224, verk. 224, K.G.
L. pr. 1.25 H. pr. 1.50 p. K.G.
Biggen. Aangev. 79, verk. 63 stnks.
L. pr. ƒ7.00 H. pr. 19.00 p. stuk.
Sociëteit „VEREENIGING".
CONCERT op Woensdag 16 October des avonds
te 8 uur, door het strijk-orkest van het Gemeente»
lijk Muziekkorps, onder directie van den Luit.-»
Kapelmeester C. P. W. KR1ENS.
PROGRAMMA.
1. CommandeursmarschLatann.
2. Ouverture „Prometheus"Beethoven.
3Serenade (voor strijkinslrumcnten)Haydn.
4. Fantaisie voor Fluit-soloBÖhm.
Uit te voeren door den Heer George Smidt.
5Fantasieaus der Oper Tannhiiuser. Wagner.
6O uverture op Schubert's Liederen.Suppé.
7. a. TriiumereiWuerst.
Viool-solo door den Concertmeester
Martin Wolters.
b. Serenade des MandolinesDesormes.
8. Charlotten Walzer aus der Ope
rette „Casparone"Millöcker.
9. Potpourri aus der Operette „Der
Jungfrau von Belleville"Millöcker.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St. Bavokerk alhier, op
Donderdag 17 Oct. 1889, des namiddags van
23 uur door den Heer W. Ezerman.
PROGRAMMA.
1. Preludium en FugaA. Hesse.
2. AdagioC. A. Fischer.
3. Sonate No. 2A. Guilmant.
a. Allegro moderato.
Larghetto.
c. Allegro vivace.
4. Marche funèbre..Chopin.
5. Finale.