heeft ook geen zekerheid, dat aanneming
van 't ontwerp een einde zal maken aan
den schoolstrijd, maar hij hoopt dat de
Min. zal kunnen verzekeren niet verder
te willen gaan. Mocht Spreker vóór stem
men, dan zal hij het doen om des lieven
vredes wil. Ma deze vrij zonderlinge ver
klaring van een kamerlid, dat des noods
over al wat naar zijn overtuiging verkeerd
is, wil heenstappen om des lieven vredes
wil, volgde een schitterend pleidooi van
den haer Kappeyne van de Copello voor
de ongrondwettigheid van de snbsidieën.
Bij schetste in keurigen vorm het doel,
dat Thorbecke met de liberalen, de Katho
lieken en de anti-revolutionairen zich in
1848 hadden voorgesteld bij het samen
werken tot het beginsel van vrijheid van
onderwijs, en zeer uitvoerig ontwikkelde
hij de wijze waarop sedert 1848 aan dat
beginsel uitvoering was gegeven. Met het
gezag van Groen van Prinsterer en Thor
becke bevestigde hij zgne meening. Tegen
over de overheidschool van vroeger en de
openbare school met den Bijbel, door Groen
gewenscht, werd de gemengde school aan
genomen, bij wijze van concessie aan de
Katholieken. Van subsidie voor de bizon-
dere school, merkte Spreker op, is nooit
sprake geweest, bij geen der staatslieden
uit het heldentijdperk van Thorbecke.
Aan onzen tijd is het beschoren, dit sub
sidie-stelsel te zien propaganda maken.
Indien men dat wil, zeide spreker, men
stelle eene nieuwe Grondwetswijziging
voor, doch men trachte het niet te dekken
door de Grondwet. De Katholieken zullen,
wordt het ontwerp wet, kunnen juichen,
maar de Katholieke provinciëen zullen
onbewoonbaar worden voor onders, die de
gemengde school verlangenDe openbare
school zal in het Zuiden onmogelijk wor
den gemaakt. En de antirevolutionairen,
de fiere zonen der Geuzen, van hunne
fierheid zal niets overgebleven zijn dan de
bedelnap Zij nemen subsidie aan, in strijd
met Groen's woord en wil.
De heer van Gennep poogde den heer
Kappeyne te bestrijden. Deze Spreker
scheen de eigenaardige, maar toch zeker min
wenschelijke methode van Grondwet-uit
legging voor te staan, dat elke politieke
partij „binnen de noodzakelijke grens van
de letter er uithaalt wat er uit te halen
valt, om zijn eigen partij zooveel mogelijk
te kunnen laten doen, en zijne tegenpartij
zoo weinig mogelijk." Hg achtte subsidie
aan bizondere scholen volstrekt niet on
grondwettig, maar zelfs zeer gewenscht.
Voor hem was 't een reden tot gerustheid,
dat de tocht naar Canossa toch altijd over
Dordt zal moeten gaan. De heer Pijnappel
verklaarde zich tegen het ontwerp, omdat
hg het in strijd achtte met de Grondwet,
en omdat het subsidie wordt verleend,
zonder dat de aanspraak er op kan worden
tegengesproken. Datstreed, meende Spreker,
met de onafhankelijkheid van den Staat
en met het algemeen belang. De heer van
Royen zou voor het ontwerp stemmen,
dat, volgenB hem, niet in strgd is met de
letter van de grondwet. Hij vreesde de
gevolgen eener verwerping van dit gema
tigd ontwerp. Verder meende hij, dat, als
deze grief wordt weggenomen, het parool,
waaronder nu de Katholieken en de anti
revolutionairen samengaan, zal zijn opge
heven. Het Klerikalisme, zeide Spreker,
moet alleen met geestelijke wapenen wor
den bestreden. Als de openbare school
moet ten ondergaan wegens een zak guldens,
aan de bizondere school toegekend, dan is
de openbare school ook niet in het hart
des volks gegrond. Spreker verklaarde nog
nevens vele politieke medestanders gespro
ken te hebben, toen hg zeide vóór het
wetsontwerp te zullen stemmen. Vrijdag
voerde eerst de Min. van Binnenl. Zaken
het woord. Hij begon met te verklaren,
dat hij ten volle de verantwoordelijkheid
gevoelde die op hem rustte, en betuigde
zijn dank voor de waardeerende wijze,
waarop in de Eerste Kamer de voordracht
was besproken. In een breedvoerig betoog
verdedigde hij het wets-ontwerp, en wees
er op, hoe deze wijziging het noodzakelijke
gevolg was van den toenemenden tegen
zin tegen de neutrale school en van de
zich meer en meer openbarende behoefte
aan bizonder onderwijs. Noodzakelijk was
ook de wijziging, omdat door den school
strijd de geheele politieke toestand werd
bedorven. Had de heer v. Swinderen het
betreurd, dat het onderwijs eene politieke
kwestie was geworden, welnu, door aan
neming van dit ontwerp kon dat anders
en beter worden. De Min. is overtuigd,
dat het openbaar onderwijs niet zal lijden
onder deze wet, die vele bepalingen bevat,
welke ten bate van dat onderwijs komen.
De Min. ging daarna de verschillende be
palingen na, welker heilzaamheid hij poogde
aan te tooaen, terwijl hg de tegen sommige
bepalingen geopperde bezwaren ongegrond
achtte. Zoo geloofde hg, in strgd met het
door de Liberale Unie uitgesproken ge
voelen, dat het premiestelsel zeer nut
tig zou werken. De opleiding aan de
Rijkskweekscholen verdient ongetwijfeld
de voorkeur, maar elke kweekeling kost
5 h 6000 aan het Rijk, en ook de nor
maallessen kosten veel geld. Ook de veel
goedkoopere opleiding door één onderwijzer
kan goede vruchten opleveren. Van leerplicht
zagen zelfs vele tegenstanders van het
ontwerp het praktiesch belang niet in.
Ook zonder leerplicht kan veel gedaan
worden om schoolverzuim tekeeren. Kleine,
slecht georganizeerde scholen zijn niet te
verwachten. De wet geeft waarborgen
genoeg, dat de snbsidiëen goed bestreed
zullen worden. De Min. bestreed den heer
Vlielander Hein, die de kwestie der reohts
persoonlgkheid in het debat gebracht had.
De eisch der reohtspersoonlgkheid is in
het ontwerp opgenomen, alleen om het
verwerven van bijdragen moeilijker te
maken. Diezelfde spreker had het ontwerp
een wissel genoemd ja, zeide de Min.,
maar met den houder er van hebben we
niet te makenwel met den trekker, de
besturen; zijn deze solied, dan kan de wis
sel geakcepteerd worden. Volgens den heer
Kappeyne zijn de antirevolutionairen afge
weken van hun Btreven, om den Bijbel op
de openbare school te brengen. Alle po
gingen daartoe waren mislukten nn restte
ons, zeide de Min. maar eene zaak: de
nadeelige gevolgen der wet van 1878 te
verminderen door krachtige bevordering
van het bijzonder onderwijs. En zegt de
heer Kappeyne, dat den antirevolutionairen
slechts de bedelnap rest, welnu, zij hebben
die steeds met eere gedragen, en met dank
baarheid zullen zg eene bijdrage nit 'sRgks
kas aanvaarden. Zg wenschen de kinderen
niet dom te honden, maar het geestesvoed
sel, dat zij ontvangen, ook te doen strek
ken tot heil hunner ziel. Aan den wensch
van den heer Kappeyne, om liever wijzi
ging van art. 192 der Grondwet voor te
stellen kan de Min. niet voldoen. De heer
Fransen van de Putte had na rijpe over
weging besloten vóór het ontwerp te
stemmen, dat hg niet in strijd met de
Grondwet achtte. Hij was het eens met
Heemskerk, dat subsidie door de Grondwet
noch geboden, noch verboden worden. Hij
erkende het bestaan van den toenemenden
tegenzin tegen de neutrale school, duchtte
geen gevaren, en vertrouwde, dat de Min.
zich verder niet zwak zou toonen tegen
over diens vrienden. Ook de heer v. Wei
deren Rengers wilde, door dit ontwerp te
helpen aannemen, meewerken aan de op
lossing van een strgd, die wel niet zal
ophouden, maar toch met mindere ver
bittering zal gestreden worden. De heer
Alberda van Ekenstein verdedigde zijn
in zgn eerste rede uitgesproken gevoelen.
De heer van Tienhoven kon den raad niet
volgen, in tal van adressen gegeven, om
deze wet te verwerpen, omdat door deze
het grondwettig recht op het openbaar
onderwijs, dat niemands godsdienstige over
tuiging krenkt, niet wordt krachteloos
gemaakt, evenmin als, zijns inziens, het
algemeen belang er door wordt geschaad.
De heer Vening Meinesz zou ook vóór
stemmen; ook hij achtte het ontwerp niet
strijdig met de Grondwet. De heer van
Swinderen verklaarde ook namens vele
medestanders, tegen te zullen stemmen uit
plichtgevoel, advienne que pourra. Het
ontwerp werd daarna aangenomen met 31
tegen 18 stemmen. Tegen stemden de H.H.
Six, Kappeyne v.d. Copello, Doedes Breu-
ning, Vlielander Hein, Muller, Bultman,
Pijnappel, Prins, Donker, Alberda van
Ekenstein, v.d. Goes van Dirksland, Moo-
lenburgh, v. Swinderen, van Lier, Coenen,
de Vos van Steenwijk, Welt en v. Eysinga.
Een kassier van de Amerikaansche
schatkist, C. Edw. Sillcott, is met doll.
72,000, die hij aan parlementsleden te
Washington moest uitbetalen, verdwenen
en naar Canada gevlucht. Het hnis van
afgevaardigden heeft eene commissie be
noemd om de zaak te onderzoeken.
j .1. Zaterdag morgen brak er brand
uit in de openbare school te Houtrijken
Polanen. De leerlingen ontvluchtten in
allergl de lokalendoor spoedige hulp
werden de vlammen in den aanvang ge
stuit, zoodat de inmiddels aangekomen
brandspuit geen water behoefde te geven.
De oorzaak moet in de nok van het ge
bouw gezocht worden, waardoor een
kachelpijp liep.
j.l. Zondag hebben reeds onderschei
dene jongelieden de reis op schaatsen van
Amsterdam tot Halfweg gemaakt, ofschoon
eenige malen moest worden afgestapt en
een viertal een nat pak opliepen. De vaart
van Halfweg tot Haarlem was wegens
latere scheepvaart, nog niet te berijden.
HAARLEM, 10 December 1889.
LI. Zaterdagavond, omstreeks IOV2
uur, is brand uitgebroken in het Volks
logement van W. A. J. van der Kamp,
gelegen aan den Jansweg, No. 20, alhier,
en wel op de 2de verdieping, ingericht
tot verblijfplaats der logeergasten. Ver
moedelijk is de brand ontstaan door on
voorzichtigheid met licht. Het bovenhuis,
bestaande uit veertien kamertjes, is
bijna geheel uitgebrand. De brand is al
leen door de politie met brandbluschmidde-
len van de H. IJ. S. M. en met den slangen
wagen, onder toezicht van den staf der
brandweer, geblnscht. De schade is nogal
belangrijk, maar alles was verzekerd.
Gisteren avond omstreeks 6 ure is
door een voorbijganger aan den Kamper
singel gevonden een pasgeboren levend kind
van het mannelijk geslacht, behoorlijk ver
zorgd en van kleeding voorzien, dat door
de politie in beslag genomen en daarna
in het Buiten Armhuis is opgenomen. Een
doek op het kind gevonden was voorzien
van de letters A. O.
„Weldadigheid naar Vermogen".
Bij het Bestuur der Vereeniging hebben zich
de volgende personen voor werk aangemeld
Een voor koetsier.
Twee voor oppasser.
Een voor ziekenoppasser.
Drie vo*r kantoorlooper.
Een voor portier.
Een voor schrijfwerk.
Een voor schoenmaker.
Een voor schildersknecht.
Twee voor metselaarsknecht
Een voor timmermansknecht.
Een voor koper- en metaalgieter.
Twee voor tuinmansknecht.
Een voor opzichter.
Een voor loodgietersknecht.
Acht voor aardwerkers of los werkman.
Negen voor werkster of schoonmaakster.
Een voor burgerwaschvrouw.
Drie voor burgernaaister.
Een voor breister.
Een voor kookster.
Een voor baker.
Een voor loopmin.
Particulieren en werkgevers, die van deze aan
biedingen wenschen gebruik te maken, worden
beleefd verzocht zich schriftelijk tot het Bestuur
der Vereeniging te richten, (bus Stadhuis of
Doelen)
EERSTE KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Haarlem.
Voldoende aan artikel 19 der Wet van den
19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72) betrek
kelijk de Nationale Militie, roepen bij deze op, alle
mannelijke ingezetenen, hunne wettige woonplaats
hebben binnen deze Gemeente, die op den lsten
Januari 1890 hun negentiende jaar zullen zijn
ingetreden, en mitsdien diegenen, welke in het
jaar 1871 zijn geboren, ten einde zich (voor zoover
zij niet binnen deze gemeente geboren zijn, onder
overlegging van eene geboorte acte, die bij het
gemeente-bestuur der geboorteplaats gratis is te
bekomen) voor de Nationale Militie te doen in
schrijven, waartoe zitting zal worden gehouden
ten llaadhuize dezer Gemeente {AfdeelingMilitie
en Schutterij), te weten:
Op Vrijdag, den 3 Januari 1890, voor hen,
wier namen aanvangen met een der letters A, B,
C en D
Op Zaterdag, den 4 Januari 1890, voor hen
wier namen aanvangen met een der letters E.
P, G en H.
Op Maandag, den 6, Januari, 1890, voor hen,
wier namen aanvangen met een der letters I, J,
K, L en M.
Op Dinsdag, den 7 Januari 1890, voor hen,
wier namen aanvangen met een der letters N,
O, P, Q en R;
Op Woensdag, den 8 Januari 1890, voor hen,
wier namen aanvangen met een der letters S,
T, U, V, W, X, IJ en Z, telkens van des voormid
dags 10 tot des namiddags 2 uur.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis
is, volgens art. 18 der wet, de vader, of, is deze
overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden,
de voogd, tot het doen van die anngifte verplicht
Zij, die eerst na het intredeu van hun 19de
jaar, doch voor het volbrengen van hun 20ste,
ingezetenen worden, zijn verplicht zich zoodra
dit plaats heeftop grond van artikel 20 der
wet ter inschrijving bij Burgemeester en Wethou
ders aan te geven.
Burgemeester en Wethouders brengen voorts ter
voldoening aan art. 15 van het Koninklijk besluit
van den 17den December 1861 (Staatsblad no. 127),
ter kennis van de belanghebbenden, de navolgende
bij bovengenoemde wet gemaakte, bepalingen, be
treffende de inschrijvingen voor de militie, te weten
Voor ingezetenen wordt gehouden
lo hij, wiens vader, of is deze overleden, wiens
moeder, of, zijn belden overleden, wiens voogd
ingezeten is, volgens de wet van den 28sten Juli
1850, (Staatsblad no. 44), luidende als volgt:
"Art. 3.
•Gevestigd of ingezetenen zijn, die binnen het
•Rijk in Europa hebben gewoond:
"1°. gedurende de drie laatste jaren;
"2°. gedurende achttien maanden na aan het
•bestuur hunner woonplaats het voornemen tot
"vestiging te hebben verklaard.
•Nederlanders ziju gevestigd of ingezetenen, die
"gedurende de laatste achttien maanden hunne
•woonplaats binnen het Rijk in Europa hebben gehad.
«Nederlanders, die ter zake van 's Lands dienst
•/in een vreemd land wonen, worden voortdurend
•als ingezetenen heschouwd.
De bepalingen van ingezetenschap, in bijzondere
//wetten voorkomende, gelden alleen voor zooveel
•betreft de onderwerpen in die wetten behandeld."
2°. Hij, die geen ouders of voogd hebbende,
gedurende de laatste aan den lsten Januari 1890
voorafgaande achttien maanden, in Nederland ver
blijf hield;
3° Hij, van wiens ouders de langstlevende in
gezetenen was, al is zijn voogd geen ingezeten,,
mits hij binnen het Rijk verblijft houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden:
de vreemdeling, behoorende tot eenen Staat, waar
de Nederlander niet aan de verplichte krijgsdienst
is onderworpen, of waar ten aanzien der dienst
plichtigheid, het beginsel der wederkeerigheid is
aangenomen.
De inschrijving geschiedt:
lo Van een oDgehuwde, in de Gemeente, waar
de vader, of is deze overleden, de moeder, of zijn
beiden overleden, de voogd woont;
2° Van een gehnwde en van een weduwnaar,
in de gemeente waar hij woont
3°. Van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buiteu 's lands gevestigd is, in de gemeente,
waar bij woont;
4°. Van den buiten 's land wonenden zoon van
een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst
in een vreemd land woont, in de gemeente, waar
zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de in een vreerad Rijk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is.
2°. de in een vreemd rijk verblijfhondende
ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn
voogd ingezeten.
3°. de zoon van den Nederlander, die ter zake
van 's lands dienst in Rijks overzeesche bezittingen
of koloniën woont.
Eindelijk brengen Burgemeester en "Wethouders
nog ter kennis van de belanghebbenden, dat volgens
art. 25 der wet, het register van inschrijving
voorloopig wordt gesloten op 3lsten Januari 1890,
des namiddags ten 4 ure, en dat volgens art. 22,
diegenen, die mochten hebben verzuimd, zich in.
den loop der uiaand Januari te doen inschrijven,
alsnog zullen worden ingeschreven, tot den 31sten
December 1890 mede des namiddags ten 4 ure
doch, dat deze volgens art. 183 der wet, worden
gestraft met eene boete 0.50 tot ƒ100.sub
sidiair hechtenis van ten hoogste twintig dagen..
Haarlem, den 5den December 1889.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,.
E. A. JORDENS.
De Secretaris,
A. A. LAND.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders van Haarlem bren
gen, ingevolge art. 5 der wet van 28 Juni 1881, (St.
no. 97), gewijzigd bij de wet van 23 April 1884-
(St. no. 54) en bij die van 16 April 1885 (Stbl.
no. 78,) ter openbare keunis, dat is ingekomen
een verzoekschrift van B. F. Opdam om ver
gunning tot het verkoopen van sterken drank in
het klein in de koffiekamer van het perceel aan de
Koningstraat no. 15.
Haarlem, 6 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
E. A. Jordens.
De Secretaris,
A. A. Land.
KENNISGEVING.
De Burgemeester van Haarlem brengt bij deze
ter keunis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat
het op den 6en dezer executoir verklaard 2e kwar-
taals kohier op de patenten dezer gemeente, dienst
1889/1890, op heden aan den ontvanger der directe
belastingeu is ter liand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens herinnerd, dat
de belastingschuldigen verplicht zijn hunnen aanslag
op den hij de wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem9 December 1889.
De Burgemeester voornoemd
E. A. Jordens.
Markt van 9 December 1889.
AardappelenAangev. 20, verk. 6, H.L.
L. pr. f 2.00 H. pr. 3.00 p. H.L.
Boter. Aangev. 152, verk. 104, K.G.
L. pr. 1.30 H. pr. 1.50 p. K.Gr.
Biggen. Aangev. 40, verk. 29 stuks.
L. pr. ƒ8.00 H. pr. 16.00 p. stuk.
GrRAAST- EN ZAADMARKT.
Marktbericht van 9 December.
Roode tarwe 6.50
Witte tarwe f 6.65 f 7.25.
Rogge 5.
Haver 3.50 3.70.
Gerst 4 90
Huivenboonen 6.90 7.10.
Paardenboonen 6.5.90.
Groene erwten 6.10 6.20.
Capucijners 8.
Karweizaad 9.80 per 50 K.Gr.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St. Bavokerk alhier, op
Donderdag 12 Dec. 1889, des namiddags van.
23 uur door den Heer W. Ezerman.
PROGRAMMA.
1. Preludium en Fuga,J. S. Bach.
2. Choral-AndanteJ.G. Bastiaans.
3. SonateCh Fiok.
a. Allegro moderato.
b. Andante.
c. Allegro resoluto.
4. Variatien op een origineel Thema.A. Hesse.
5. Finale.