Tweede Blad. van WOENSDAG 2 Juli 1890. T£ HUUR. JOHN TREVERTON'S KRUIS. Anegang No. 19, Gem.Kamer ra. Alkoof, 10 p.m. terst. Bakensssergracht. No. 2fBovenhuis, 325 per jaar, terst. Barre voetstraat. No. 8rd. 2 Ongem. Kamers, ƒ2,50 p.w terst. No. 8rd. Gein. Zit- m. Slaapk.,/15 p.m., terst. Bleekerstraat- No. 3c. Vrij huis, 1.25 per week, terstond. Boogaardstraat. No. 5. Bovenhuis, 1,60 p. w., terstond. Burgwal. No. 16. Onder- en Bovenkorenzolders, ƒ15 en 20 p. m., terstond. No.2G. Benedenaehterkamer, 1.25 p.w., terst. No. 42. Pakzolder, 1.50 per week, terstond. Drappenierstraat No. 13. Bovenhuis, 1,70per week, terstond. Prankestraat. No. 9. Slaapk. m. kost en bed. f 25 p. m. terst. No. 29. Bovenhuis 1,75 p.w., terst. Gasthuissingel. No. 44. 2 Gem. kamers en suite parterre, 30 p. m. Gasthuisstraat. No. 3. Flink Pakhuis m. besch. zold. /200 p.j. Ged. Oudegracht. No. 12. Winkelhuis, ƒ220 p. j., Mei. No. 22.Gem. kamers m. bedien, 25 p.m., terst. No. 47. Heerenhuis m. tuin, 325 p. j., terst. Ged. Zijdgracht. No. 37rood. Bovenhuis, ƒ200 p. j. terstond. No. 51. Gem. zit- e» slaapk. 20p.mterst.. Gierstraat. No. 76rood. Bovenhuis, 2.75 p. w., terst. Groote Houtstraat No. 10. GemZit- en Slaapk., 25 pmterst. No. 36rood. Bovenhuis, 500 p. j. terst. No. 46. Bovenhuis, ƒ400 per jaar, direct. No. 108. Bovenhuis, ƒ350 p. j., terst. No. 159. Gem. Kamer, 25 p. m, terst. Harmenjansweg. No. 57. Huis, ƒ1.80 per week, terstond. Hasselaarstraat, No. 30. Huis met Tuin, ƒ400 p. j., 1 Aug. Te bevragenHasselaarstraat 22. Heerensingel. No. 41zwart. Benedenhuis, ƒ2.25 p.w.,terst. No. 71c. Benedenwoning'2,p.w., terst. Houtplein. No. 28. Bovenhuis, ƒ225 p. j., terstond. Jacobijnenstraat. No. 20. Bovenhuis, 250 per jaar, 1 Aug. Jansstraat. No. 62. Bovenhuis, 200 per jaar, terstond. No. 87. Gem. Kamers, ƒ30 p. m., terst. Kampersingel. No. 14. 2 Kamers, geheel of gedeeltelijk ge meubileerd, 16,of 20 p. m. No. 44. Benedenhuis met tuintje m. waterlei ding, ƒ350 per jaar, tegen Mei. Kerksplein. No. 7. Bovenhuis, /2,50 p. w., terst. Klein Heiligland. No. 7. Kelder, voorz. van duinw. ƒ35 p j. terst. No. 34. Bovenvoork., 1.25 p.w., terst. No. 34. Gem. Kamer in. kost en bed., 25 p.m terstond. No.G3. Gem. Kamer m. alkoof 35 p. m. terst. No. 63. Slaapkamer, ƒ1,p. w. terst. No. 80. Benedenachterk, ƒ0,75 p. w. terst. Kinderhuisstraat. No. 9. Vrij Huis, ƒ2.25 per week, terstond. Kleine Houtstraat-. No. 19. Gem. Kamer, 12 per maand, terst. No. 22. Gcm. Kamer, ƒ12 p m, terstond. No. 43. Gem. Voork. met vrije Slaapk., kost en bediening, 30 per maand, terst. No. 49. Gem. Voorkamer, ƒ14 p. m. terst. No. 68zw. 2 Kamers, 20 p.m., terstond. No. 132. Huisje, 1.25 per week, terst. No. 132. Gem, Zit- en Slaapk., /lip. m., terst. Kleine Houtweg. Klein-Zorg, Villa m. gas- en waterl., ƒ1000 per jaar, terstond. Koningstraat. No. 4. Gem. Zit- en Slaapk., ƒ35p.m. 1st. No. 6. 2 net Gem. Kamers, ƒ32 p. m. lerst No. 12. Gem. Slaapkamer, ƒ10 p.m., terst. Korte Annastraat. No. 5. Werkplaats, 1,75 p. w., terstond. Korte Dijk. No. 19. Huis in. 5 k.waterl. enz. 325 p.j.terst. Korte Jansstraat. No. 6. Gem. kamers, ƒ15 p. m., terst. Korte Poellaan. No. 29. Pakhuis en Erf, 0,75 p.w.,terst. Korte Zijlstraat. No 6. Gem. Kamer m. Slaapk., 12 p.m„ terst. Koudenhorn. No. 14. Bovenhuis, ƒ300 per jaar, terstond. Krocht. No. 10. Bovenhuis, ƒ350 p. j., terst. Krom No. 43. 2 Gem. kamers m. Alcove, 25 p.m. No. 52. Gem. Zit- en Slaapk., 25 p. in., terst. Kruisstraat. No. 15. Kelder, ƒ100 per jaar, terstond. Kruisweg. No. 13, Gem Voork. m. Slaapk.,/ 20 p. m terst. No. 26rd. Twee Ongem. Kamers, 12 p. in. No. 54.2 ruime net gem. Kamers,/ 30p m. terst. Lange Bagijnestraat. No. 1. Gestoft. Kamer, ƒ13 p. m., met kost 30 p. m.terstond. Lange Lakenstraat. No. 27. Benedenhuis, ƒ4.p. w., terstond Lange Raamstraat. No. 11, Bovenhuis, ƒ1,50 p. w., terst. Lange Veerstraat. No. 36. Bovenhuis, 35'J per jaar. Leidschestraat. No. 62. Huis met tuin, ƒ3,— p. w„ terst. (67 door Miss M. E. Braddon. (Slot.) Hij overlegde hij zich zeiven, dat hij een soort van uitrusting voor zijne reis moest hebben. Deze en zijn over tocht zouden tenminste vijftig pond kosten. Van de honderd pond, die John Treverlon hem gegeven had, had hij maar zestig over. „Daar zal niet veel van over zijn, legen den tijd, dal ik naar hel Zuiden vertrek," sprak hij bij zichzelven. „Maar ik denk niet, dat Laura me in den steek zal laten. Bovendien, als het voor mij bestemde geld in Shep herd's Inn betaald wordt, dan behoe ven de Trevertons nooit te weten, waar ik me ophoud." Hij besloot eindelijk de reis te on dernemen met La Reine Blanche liet stoomschip, dal het eerst vertrok. Hij begaf zich naar de Belle Jardinière, besteedde daar tien pond aan kleede ren, en kocht zich een reiskoffertjen, om zijne nieuwe kleederen in te pak ken. Hij ging bij de kargadoors aan, om zich als passagier aan te geven, en de vereischte som te betalen om zich eene hut te verzekeren. Hij had zich voorgenomen, naar de Nieuwe Wereld te vertrekken onder een nieuwen naammaar zijn uitge put gestel had een goede dozis prik kelenden drank vereischl, nadat hij zijn uitrusting aangekocht had, en dientengevolge was Mr. Desrolles, toen hij aan het kargadoors-kanloor kwam, om zijn eigen uitdrukking te gebrui ken, een heel eind heen. Hij was haast niet in slaat zijn geld te be rekenen, toen hij een handvol los goud- en zilvergeld uit zijn zak gehaald had. De klerk moest hem helpen. Toen de klerk naar zijn naam vroeg, antwoordde hij zonder zich te bedenken Desrolles; maar bijna op hetzelfde oogenblik brak er een lichtstraal door de duisternis van zijn beneveld brein heen, en verbeterde hij zijn antwoord. „Vergeef me," liep hij met beven de stem uil. „Desrolles is de naam van een vriend van me. Mijn naam is Mowbray Kolonel Mowbray, burger van de Vereenigde Staten. Ik ben zoo juist teruggekeerd van eene grooie reis door Europa. Amerikanen hebben veel op met Parijs. Bekoor lijke stad. Er is daar vrij wat veran derd, sedert mijne vorige reis twintig jaar geleden, 't Is er niet beter geworden." „0, uw naam is dus niet Desrol les, maar Mowbray," zeide de klerk, die met eenigen argwaan de oogen opsloeg naar den Amerikaanschen kolonel. „Ja, Mowbray. M-o-w-b-r-a-y," ant woordde Desrolles met moeite. Hij verliet hel kantoor, en daar hij al te ver heen was, om bepaalde in zichten ten aanzien van zijne bestem ming te hebben, zeilde hij zondei eenige beweegreden naar liet Palais Koyal, waar hij voor anker kwam in hei Calé de la Rotonde; en daar be stelde hij de gewone dozis absinthe, die hij met bevende hand met een half glas water vermengde. Hij viel in slaap in het hoekjen bij de kachel, en sliep een gedeelte van zijn roes uit; of tenminste, hij was, toen hij wakker werd, genoeg opgefrischt, oin zich de afspraak te herinneren, welke hij met een zijner nieuwe vrienden uit het Quartier La- tin gemaakt had, om samen te di- neeien in een restaurant op de Quai des Grands Augustins. Hij had nog lijd in overvloed, en daarom zwierf hij nog wal bij hel Paleis Royal rond, en ging daar wal slaan kijken voor de winkelramen, totdat hij bij een winkel kwam, waar eene menigte diamanten tentoongesteld la gen; dit ziende, deinsde hij terug, alsol hij een adder gezien had, en wendde hij zich om, om zich met haastige schreden naar den mei grint paden doorsneden tuin te begeven, waar hij zich, trillende van het hoofd lot de voeten, op eene bank liet nedervallen. „Die vei vloekte dingen," mompelde hij, die vervloekte schit terende prullen! Ze zijn me ten verderve geweest naar ziel en lichaam. Ik was nooit aan den drank verslaafd zoo eig tenminste niet vóór die historie." Groote zweetdroppels vertoonden zich op zijn gelronst voorhoofd, ter wijl hij daar strak voor zich uit zat te staren, als zag hij een of andere vreeselijke verschijning. Daarop ver zamelde hij zijne krachten, deed zijn uiterste best om zijne geschokte ze nuwen in bedwang te houden, en verliet het Palais Royal met iets van dien zwaaienden gang, die hein twin tig jaar geleden eigen was geweest, toen hij zich Kapitein Desmond ge noemd had, en nog niet de dagen zijner jeugd vergeten had, toen hij officier was bij een regiment kaval- lerie. Hij voldeed aan de gemaakte af spraak, trakteerde zijn nieuwen vriend vorstelijk, dineerde weelderig, en dronk van de zwaarste Bourgogne, die er op de wijnlijst te vinden was, en eindigde met talrijke glazen Char treuse. Na den maaltijd begaven Mr. Desrolles en zijn gast zich naar een calé op den Boulevard St. Michel, waar een biljart was, en het overige gedeelte van den avond werd door gebracht met biljarten, waarbij Des roller drukker en lastiger werd, en minder duidelijk begon te spreken, naar mate het later werd. Er waren dingen, welke Mr. Des rolles niet wistvooreerst, dat zijn nieuwe vriend een voornaam lid van de Parijsche rinkelrooiers-bende was, en geregeld onder toezicht van de politie stond; in de tweede plaats, dat hij zelf in 't oog gehouden en ge volgd was door een bearable van de Engelsche dedektieve politie, van het oogenblik af, dal hij de Quai des Grands Augustins verlaten had, welke Engelsche politie-beambte volkomen bekend was met Mr. Des; olies'voor genomen reis met hel stoomschip La Reine Blanche. Desrolles ging, met een niet al te vasten gang, kort na middernacht naar huis. Hij had zich voorgesteld, dat het hem wel wat moeite zou kosten, met zijn huissleutel de deur te openen, en hij was zeer in zijn schik, toen hij merkte, dat een andere nachtvogel, die een weinig vroeger naar zijn nest was teruggekeerd de deur op een kier had gelaten, zoo dat hij haar maar had open te duwen en binnen te gaan. Daarbinnen was alles donker, be halve in één hoek bij hel karaertjen van de portierster, waar men, hij het licht eener kleine gaspit, een ge- nommerd bord zag, waaraan de sleutels hingen, waarmede de bewo ners van hel huis hunne verschillende kamers konden openen. Maar Des rolles kende eiken draai van de smal le wenteltrap. Hoe dronken hij ook was, hij wist veilig naar boven te komen, zonder ander ongemak, dan dat hij nu en dan eens tegen den muur aanzwaaide, en maer dan eens strompelde, 't Gelukte hem de deur zijner kamer open te krijgen, nadat hij met moeite den sleutel in het sleutelgat gesloken had. Hij slaagde er ook in een lucifei aan te strijken en zijne kaars aan te steken. Hij leunde tegen den schoorsteenmantel, terwijl hij dit deed, en liet een dron- kemanslach hooren, toen hij het ge daan had. Maar zijne zenuwen wa ren zeker geheel van streek, want toen een man, die zachtkens achter hem de kamer binnengeloopen was, eene krachtige hand op zijn schou der legde, scheelde het weinig, of hij viel op den grond. „Wat wilt ge?" vroeg hij in 't Fransch. „'l Is me om u te doen," ant woordde de indringer in 't Engelsch. „Ik arresteer u, als verdacht van betrokken te zijn bij den moord van La Chicot. Ge weet er alles van. Gij zijl verhoord bij het gerechtelijk on derzoek. Alles wat ge nu zegt, zal als getuigenis legen u te berde ge bracht worden, 't Is u geraden, stil met me meê te gaan." „Ik begrijp u niet," zeide Desrol les, nog altijd in 't Fransch. „Ik hen een Franscliman." „0, het heeft er veel van. Ge hebt hier drie weken gewoond, 't Is bekend, dat ge een Engelschman zijl. Ge hebt vandaag plaats geno men naar Valparaiso. Ik ben een uur na u aan het kargadoors-kantoor geweest, om daar mijn onderzoek in te stellen. Verkoop maar geen onzin, Mr. Desrolles. 't Beste wat ge doen kunt, is bedaard met me meê te gaan." „Ge hebt zeker een helper daar huiten slaan, niet waar?" zeide Desrolles, en hij wierp een woesten blik op de deur. De uitdrukking van zijn gelaal was op dit oogenblik duivelsch; een wild beest een beest van '1 lagere soort, niet de koninklijke leeuw of de vorstelijke tijger op 't punt een sprong te wagen, wetende dat ontkomen onmogelijk is, kan er zoo uitzien: de dunne lippen opgetrok ken boven de lange haaie-landen, de grijze wenkbrauwen saamgelrok- ken, terwijl de oogen lonkelden met een akeligen gloed. „Natuurlijk," antwoordde de man, doodbedaard. „Ge zult me niet voor zulk een dwaas houden, dat ik me zonder helper in een hol als dit zou wagen. Mijn kameraad staat daar buiten op het trapportaal, en we zijn beiden voorzien van revolvers. 0 neen, niet zulke grappen," riep de politiebeambte op eens uit, toen Desrolles zijne magere hand in zijn borstzak slak. „Laat dat daar zitten. Is liet een mes?" 't Was een mes, en wel een ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1890 | | pagina 5