HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 85
144.
van WOENSDAG 22 October 1890.
Nieuwsberichten
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Ouaegracht 8(5. Twaalfde Jaargang.
TELEPHOONNUMMER
TELEPHONISCHE VERBINDINB
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf,25.
franco p. post ,40. Prijs per Advertentie ran 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel
kfaonderljjke nommer» 3 centen per gtnk.meer 5 cents, groote letters naar plaatsrnimte.
Advertentien worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten ISt ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
VERSCHIJNT;
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Neord-Zuldhollandsche Stoomtramweg-MaatschappijHaarlem—Leiden. 15 Oct. 1890.
Hilleg.—Leiden 4.10-j-,: 615*. 8.25, 9.38*, 10.56, 's m„ 12.20*, 1.35, 2.55*, 4.20,
5.30*, 6.57, 8.15* 'sav. HaarlemHillegom 9.39, 11.— 'sav.
Alleen des Vrijdags. Verroert ook goederen.
Haarlemse he Tramway-Maatschappij. Van 't Station 7.30 's morgens tot 10.30 's avonds.
Uit den Hout 7.50 's morgens tot 10.50 's avonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 15 Oct. 1890.Naar Amsterdam6.35, 8.04*,
8,22. 9.—*, 9.28*, 10.15,11.17+, 11.49*,'sm. 12.29*, 12.58, 2.12*, 3.38,4.19*, 4.40*, 5.23,
6.17*, 6.42, 7.—+. 7.54*, 8.21", 9.23*, 9.34*, 10.2, 10.31* 's av.
Van Amsterdam: 6.8, 6.45*, 7.45f, 8.20*, 8.48, 9.17*, 9.50*,9.55*, 11.3,11.57*.'am. 12.55f
12.58, 1.14*, 3.20*, 4.13, 4.29*, 5.—*, 5.30', 5.50f, 7.30*, 8.20, 9.18* 10.5*,11.30'sav.
Naar Rotterdam: 7.12, 8.6f, 8.43*, 9.22, 10.13','a morgens, 12,19*, 1.16*, 1.41, 3.44*, 5.1,
6.11+. 7.53*, 8.51, 10.28* 's avonds.
Van Rotterdam: 6.—,7.55*,10.7+, 10.38,11.32*,'smorg., 1.2*. 2.53*, 3.35, 4.52, 5.50f, 6.56*,
7.28, 8.18*, 9.24* 's avonds. De met gemerkte treinen zijn sneltreinen. De met -f-
zijn exprestreinen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.40, 9.42, 'smorgens, 1.30, 4.57, 9.45 'sav.
Naar IJmuiden: 6.47, 9.5, 9.42, 's morgens, 1.1.30, 4.25, 4.57, 8.5, 9.45 's av.
Van IJmuiden: 7.49, 8.25, 11.16 's morgens, 12.20, 3.7, 3.45, 5.45, 7.20, 9.28,10.20'sav.
Naar Zandvoort: 7.—, 8.10, 10.24, 'smorg., 1.39, 3.51, 5.25, 8.53 'savonds.
Van Zandvoort: 7.34, 8.35, 11.8, 'smorgens, 3.11, 4.16, 7.31, 9.35, 'savonds.
rram-Omnibus-Maatschappij. Bloemen doolOverveenHaarlem. 15 October 1890.
■Vertrekuren van Bloemendaal (Hotel Kennemerland): 7.50*, 8.20, 9.30,10.40,11.40*,'sm.
12.15, 1.-*, 1.30, 2.20, 3.—, 3.30*, 4.—, 5.—, 6.20, 7.15, 8—, 8.46, 9.50,
10.'sav.
Van Haarlem (Station). 8.40*, 9.24, 10.10, 11.29, 'amorg., 12.16*, 1.26,1.37*,2.12,3.—,
3.40, 4.15*, 4.40, 6.9, 6.57, 7.50, 8.48, 9.39, 10.31, 10.31* 'sav.
De uren met een alleen op Zon- en Feestdagen
Telegraafkantoor. 15 Oct. 1890. Het kantoor is geopend op werkdagen van 'sm. 8 tot's av.
10 uur, op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen van 's m. 84 's av. 69 u
Binnenl. Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voor de eerste 10 woordenvoer
elk tweetal woorden daarboven 3 cents.
Dienstregeling van het Postkantoor. 15 Oct. 1890. Openstelling van het kantoor: Dag
van 8 's morg. tot 9X uur 's av. Op Zondag van 's morg. 8 tot 10 en 's av. van 12 tot 3 uur.
Voor de storting en uitbetaling van postwissels, postbewijzen en de invordering van gelden
op kwitanties alleen op werkdagenvan 9 uur 's morg. tot 3 uurav. Voor de Spaarbank
van 'sm. 9 tot 9 uur 'sav., op Zondag van 9 tot lOure'sm. Voorde Postpakketten
alleen op werkdagen, van 'smorgens 8 tot 9}4 uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 7.30,9.45 's morgens, 1.3.7.8.45 'savonds.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen: 7.30 'smorgens, 3.'savonds.
Lichting der hulporievenbusserGedempte Oude Gracht, Groote Houtstraat, Zijlvest
Parklaan, Kaasplein: 6.45,10.— 's morg., 2.—, 6.45, 8.30 's av. Florapark,Kampersingel,
LeidscbevaartScbootersingel6.30, 9.45 'smorgens, 1.45, 5.30, 8.15 'savonds.
Des Zondags: buitenwijken 'sm. 6.30 en 's av.18.45, binnenwijken 's m. 6.45 en'sav. 1.
Lichting aan bet Station: Richting Amsterdam 7.59, 11.12'smorg., 2.7, 3.33*, 5.18', 6.12*,
6.55*'sav. Richting Rotterdam 7.59, 9.17 'smorg., 1.11, 4.52', 6.6,7.48*, 10.23* 'sav.
Richting den Helder, 6.35, 9.37 'smorg., 1.25*, 4.62*, 9.40* 'savonds. De met* worden
Zondags niet gelicht.
ii
Tweede Kamer. Dinsdag kwam nog
aan de orde de interpellatie van den
heer Cremer betreffende de expedities
op Flores. De interpellant vroeg, op
wat gronden twee gewapende expedities
naar Flores waren gezonden, en of er
onder de tegenwoordige omstandigheden
bet voornemen bestond, bet onderzoek naar
de aanwezigheid van tin nog verder voort
te zetten. De Min. van Kol. verklaarde
dat de eerste expeditie tot doel gehad had
een onderzoek in te stellen naar de aan
wezigheid van tin op [het eilanddie ex
peditie was wel gewapend geweest, maar
had toch niet een bepaald militair barak
ter gedragen, daar men geruststellende in-
liohtingen had ontvangen. De expeditie
was aangevallen door de Rokkanezen, en
toen was er terstond eene tweede -nn
bepaald militaire expeditie georgani
seerd, om de aanvallers te straffen. Die
expeditie was niet mislukt hoofden
hadden zich op genade of ongenade over
gegeven maar tin was er niet gevon
den. Thans wil de Reg. eene derde expe
ditie van de Noordkust doen nitgaan, die
ook tot doel heeft het onderzoek naar de
aanwezigheid van tin te bevorderen. Dit
schijnt te geschieden op voordracht van
den Commandant van het Leger, maar de
Goev.-Generaal wil niet, dat deze expeditie
zich aan de Zuider-expeditie zal aanslui
ten, wanneer de bezwaren te groot blijken.
De heer v. Honten verheugde zich over
de interpellatie, omdat het wellicht nu
mogelijk was de begane fonten te herstel
len. Spreker veroordeelde krachtig wat er
gedaan was als een onrechtmatige hande
ling en als een politieken misslag. Bij den
Min., die slechts mededeelde wat hem nit
Indië bericht was, miste Spreker het be
wustzijn van verantwoordelijkheid. Hij
drong aan, om alsnog verdere geweldda
dige maatregelen op Flores tegen te honden,
per telegraaf den Goeverneur-Generaal te
waarschuwen zich niet te laten leiden door
een valsoh begrip van prestige, 't Zou,
zeide Spreker, niet alleen een misslag,
maar eene misdaad zgn, deze zaak niet
nog in hare geboorte te smoren. De heer
Cremer sloot zich bij dien aandrang aan. Als
men op deze wijze voortgaat, en door mi
litaire expedities een onderzoek te laten
Instellen naar de mogelijke aanwezigheid
van minerale schatten, dan zal weldra
Indië aan alle hoeben in lichte laaie vlam
staan, die wij niet znllen kunnen blnsschen.
We znllen dan gaan doen zooals Spanje,
de aller Christelijkste natie, in Peru gedaan
beeft. Het schijnt aan onze Christelijke
regeering voorbehouden, dat voorbeeld te
volgen. Tin behoort dan ook tot het De
partement van Nijverheid en „Eeredienst,"
merkte Spreker geestig op.
Hij stelde eene motie voor, waarin het
vertrouwen werdt uitgesproken, dat de
Reg. eiken gewelddadigen aanval op Flo
res, zoowel ten behoeve van een vernieuwd
onderzoek naar tin, als ter zake van 't
geen heeft plaats gehad bij vroeger onder,
zoek, zal weten te beletten. Woensdag
werd de geheele zitting nog gewijd aan
het debat over deze interpellatie, en over
de door den interpellant voorgestelde mo
tie. De heer van Nunen achtte het optre
den in het Rokkagebied in strijd met den
tot dusver gevolgden rechtsregel, om in
onafhankelijke landen geen rechten uitte-
oefenen, tenzij een traktaat is gesloten.
De heer Levyssohn Norman zegt, dat men
over deze treurige zaak in de geschiedenis
weldra zal spreken als over het Flores-
sohandaal. Hij kritiseert scherp de hou
ding van den Min. die doodbedaard ver
slag gaf aan het gebeurde, zonder zich
rekenschap te geven van de diepe veront
waardiging en de schaamte over ons rnw
optreden tegen een volk, waarmee wij niets
te maken hebben. Er was gesproken over
het beschavend karakter der eerste expe
ditie, maar 't was te doen geweest om tin,
niets anders dan tin. De eerste expeditie
maakte de tweede onvermijdelijk. De resi
dent van Timor heeft, volgens spreker,
de eene fout na de andere begaan. De der
de expeditie is nu reeds een feitspreker
hoopt, dat de motie eene vierde expeditie
zal voorkomen. De heer Kenchenins juich
te de bespreking der zaak en de edele
bedoelingen van den interpellant toe, al
kon hij niet toegeven dat het optreden
op Flores gelijk te stellen is met het werk
van Pizarro. Ware in 1873 maar evenveel
voorzichtigheid betracht tegenover den
Atjehnees, als thans gepredikt werd tegen
over den Rokkanees! Hij achtte het op
treden op Flores met het oog op de be
schaving gerechtvaardigd, daar, volgens
Prof. Veth de bewoners mensoheneters,
zeeroovers en slavenhandelaars zijn. Daar
bij komt, dat men, in dien men van Duit-
sohe zijde pogingen had aangewend, om tin
op Flores te vinden, het stilzitten van de
Reg. zeker zon hebben gelaakt. Rechts
krenking kon de Reg. niet bedoelen, daar
de onafhankelijkheid van het Rokka-ge-
bied onbewijsbaar is. Expedities in 't be
lang van partikulieren waren meer uitge
zonden o.a. naar Deli en Langkat. Spreker
bestreed niet de partiknliere industrie. Hij
verheugde zich over den bloei der Delische
tabaks-onderneming, vooral nu de heer
Cremer mensoblievende pogingen aanwendt,
om de zegeningen van het Christendom
ook aan de bewoners van Deli en der
Baltaklanden te brengen. Maar de Reg.
had ook bevoegdheid, om een onderzoek
naar de aanwezigheid van tin op Flores
te bevorderen. Spreker stelde eene motie
voor van dezen inhoud!" De Kamer, vertrou
wen stellende in het beleid der Reg. tot
beëindiging van de geschillen met een
deel der bevolking van het eiland Flores,
gaat over tot de orde van den dag." Spre
ker achtte deze motie wenschelijk ook
met het oog op ons prestige naar buiten.
Hij verklaarde zich bereid haar in te trek
ken, als de heer Cremer hetzelfde deed.
De heer Goeman Borgesins zag in al wat
er gedaan was niets dan fouten, 't Was
hem onverklaarbaar, dat een man als Mr.
Kenchenins, die jaren geleden zoo krach
tig zioh uitgelaten had over den Atjeh-
oorlog, nu optreedt om dezen oorlog te
verdedigen.
Hij bestreed de motie vau dien heer,
konstateerde, dat alleen winstbejag in de
Flore8-zaak voorzat, en verdedigde de mo
tie van den heer Cremer, om verdere po
gingen tegen te honden. De heer Cremer II
wijzigde zijne motie, door daarnit alle
politieke beweegreden te doen vervallen,
zoodat zij aldus luidde„De Kamer, van
oordeel zijnde, dat in de gegeven omstan
digheden alle verdere mjjnonderzoekingen
op Flores behooren te worden gestaakt,
gaat over tot de orde van den dag." De
heer Schaepman bestreed die motie, waar
door de verantwoordelijkheid op de Kamer
zou komen, en Indië door de Kamer zou
worden geregeerd, door middel van de
spreekbuis op het Plein. Het had dezen
spreker geërgerd, dat men gespot had met
het woord „beschaving" door de Reg. ge
sproken, en gelaohen had over het zoeken
naar tin onder den Directeur van Eere
dienst. Men moest niet vergeten vooral
wij niet, die de geschiedenis van Jan
Compagnie in ons verleden trekken
dat alle koloniale beschaving het Btoffelij-
ke, winstgejag tot prikkel had. De heer
van Nunen had wel gezegd, maar niet
bewezen, dat Rokka een onafhankelijke
staat ie. De heer v. d. Kaay brasht in
herinnering de rede van den vorigen spre
ker by de Indiësche Begrooting van het
vorige jaar, toen hg het belang van den
inlander den grondslag had genoemd van
de latere Koloniale politiek. De Min. van
Kol. zelf had gisteren erkend, dat de
Rokkanesen een onafhankelgk volksbestuur
hadden. De heer Farncombe Sanders ver
dedigde de motie van den heer Cremer,
omdat daarin goedgekeurd werd eene ver
keerde interpretatie van het beslnit van
1873 omtrent de mgnontginningen. De
heer v. Nunen stelde als am. op de mo-
tie-Cremer voor, te lezen„het Rokka-ge-
bied op Flores," welke am. door den heer
Cremer werd overgenomen. De Min. van
Kol. verdedigde de Reg. tegen de verwg-
ten van lichtzinnigheid en onregelmatig
heid. Hg wentelde de verantwoordelgkheid
op de Indiesche Reg. Hg zou gaarne een
einde zien gemaakt aan het tin-onderzoek,
maar de staking bracht ook eene groote
verantwoordelgkheid mede, die de Reg.
hier te lande niet kon aanvaarden. De heer
Kenchenins trok zgne motie in, nadat de
heer Roël eene derde motie had voorge
steld, luidende„De Kamer, akte nemen
de van de verklaringen der Reg. omtrent
't geen haar wenschelijk voorkomt met
betrekking tot mgn onderzoekingen op Flo
res, gaat over tot de orde van den dag."
De heer van Honten bleef de bonding
der Reg. bestrijden. Hg achtte de toestand
op Flores zoo bedenkelgk, dat het behoad
van een Min. of Goev.-Generaal, daarbg
vergeleken, voor hem oneindig kleine be
langen zgn. Terecht en eenvoudig had de
heer van Nunen de rechtsvraag uiteenge
zet. De verdedigingszncht ging tegen
woordig zoover, dat men daarvoor alle
beginselen van moraliteit op publiek-reoh-
terlijk gebied verzaakte. Hoe kan men den
gouddorst der Reg. nog verdedigen Spre
ker noemde het Katholicisme de bron van
de rechteloosheid, die in de buiten-Euro-
peesche landen heersoht. Het hoofd toch
der Katholieke Kerk gaf weinig rechten
aan hen, die buiten het Christendom staan.
Spreker blijft deexpeditieën schending noe
men van de rechten van den inlander, en
in strgd met ons politiek beleid. De heer
van Nunen protesteerde tegen 't geen de
vorige spreker gezegd had over de be
krompen opvatting der Katholieke Kerk,
en verklaarde nooit, in der eeuwigheid
niet, voor de motie-Cremer te znllen stem
men, indien daarin de bedoeling werd ge
legd te zeggen, dat de Katholieken nooit
voor rechtvaardigheid kannen zgn. De
motie-Cremer werd daarna verworpen met
59 tegen 26 stemmen. Onder de tegen-