antwoordde de Miü. dat hij den heer Land niet geschikt achtte voor bevordering, en hij verzekerde, dat hij eerst na lang wik ken en wegen tot die overtuiging was gekomen. Hij mocht niet zwak genoeg zijn, om tegen zijn overtuiging te handelen. De heer Fransen van de Pntte merkte op, dat dit antwoord eenigszins afweek van dat wat aanvankelijk was gegeven, en vroeg of het niet voorzichtiger ware geweest den heer Land voor bevordering voor te dragen, en zich voor te behouden hem bij zijn uittreden uit de kamer te pensioneereD. Spreker vroeg ook nog, of de Min. deze zaak in den Ministerraad had ter sprake gebracht, waarop de Min. antwoordde, dat hij wel geraadpleegd had, maar zelf uitsluitend de verantwoordelijk heid droeg. Hoofdst. VI werd aangenomen met 30 tegen 11 stemmen. Bij floofdBt. VII Financiënkwam de heer Fransen van de Putte terug op zijne bezwaren te gen het financieel beleid van den Min. en op diens vrijgevigheid ten aanzien van zijn ambtgenooten voor Oorlog en Marine. Hij verweet den Min. een luchthartig op timisme; ook kon deze zeggen wat hij wilde, doch niet aangedaan makeD, dat hij eene gunstige gelegenheid om de leening voor de spoorwegkontrakten tegen 95 pet te sluiten had laten voorbijgaan. Hij handhaafde ook de beschuldiging, dat, in- strijd met de Grondwet, gelden waren uitgegeven vóór de vaststelling der be grooting. De Min. trachtte zich te verde digen, en antwoordde op een opmerking van den heer van Lier, dat een inkomsten belasting slechts mogelijk zou zijn op het roerend vermogen, naast de grondbelasting, die volgens hem reeds een inkomsten belas ting is. De heeren Yening Meinisz en Moolenbargh spraken hunne meening uit over de kwestte, of de herziening der on gebouwde eineodommen al of niet wen- schelijk geweest was. Hoofdst. VII werd aangenomenevenzoo Hoofdst. XI (onvoor ziene uitgaven). Aangenomen werd ook Hoofdst. VIII (oorlog). Naar aanleiding van de Vestingbegrooting heeft de Min. van Oorlog tegenover eenige opmerkingen van den heer Wertheim de verdedigbaar heid van de stelling Amsterdam betoogd. Daarna was aan de orde het ontwerp tot vaststelling van de bepalingen omtrent de Rijks waterstaatswerken. De heer Moolenbnrgh had verschillende bezwaren tegen het ontwerp. Zoolang deze Min. aan 't roer was, had hij geen vrees voor de uitvoering, maar wel vreesde hij de toe passing door anderen. Zaterdag morgen werd het debat over het ontwerp tot vaststelling van de bepa lingen omtrent de Rijks-waterstaats wer ken voortgezet. De heer Vlielander Hein betwistte de levensvatbaarheid dier wet, daar daarin het Regeeringsgezag wordt vastgesteld over de in de wet genoemde objekten. De heeren L. van Nispen, Melvill van Lijnden, van Swinderen en Insinger opperden verschillende bedenkin gen. De Min. van Waterstaat enz. Kon- stateerde, dat deze wet feitelijk den be- staanden toestanden sanktioneert, geen verscherping van strafbepalingen beoogt, en verzekerde, dat zij mild en ruim zal toegepast worden voor dijkvallen en oever- afsthuivingen. In Zeeland zal de moge lijkheid van exceptioneele by palingen wor den nagegaan. Het ontwerp werd aange nomen met 28 tegen 5 stemmen. Generaal Roca (gewezen president der Argentijnsche republiek, thans een der partij-hoofden) is, terwijl hij een pleizierrit in een rijtuig deed, te Bueno3 Ayres het voorwerp geweest van een moordaanslag. De dader was een knaap van vijftien ja ren, die op eenige schreden afstands een pistool op den generaal afschoot, dat ge lukkig slechts een onbeduidende wond veroorzaakte. De generaal sprong uit het rijtuig en ranselde den deugniet met zijn rotting duchtig af. In verband hiermede hebben eenige ar restaties plaats gehad, terwijl nog geen kekerheid bestaat of de knaap al dan niet voor anderen handelde. Te St. Denis nabij Parijs vergader den Donderdagavond een vijftig anarchisten in een café ter organiseering van een de monstratie tegen den militairen dienst. Er heerschte een onbeschrijfelijke wanorde. De commissaris van politie trad tnsschen- beiden en ontbond de vergadering. Allen haastten zich te vertrekken, doch een twintigtal konden zich niet snel genoeg uit de voeten maken en werden gearre steerd. Een goede bekende der politie ver dedigde zich wanhopend en wilde op den commissaris schieten doch werd tijdig ont wapend. De arrestatie van den matroos Tho mas Sadler, in wien de Londensche poli tie Jack the Ripper meent te zien, blijft te Londen veel belangstelling wekken. Of men den rechten persoon te pakken heeft, valt nog niet te beoordeelen, aangezien enkele tegen hem sprekende feiten behoor lijk zijn opgelost, o.a. het aanwezig zijn van bloed aan zijne kleeren, wat ontstaan is bij eene worsteling met arbeiders, doch er zijn ook tegen hem pleitende getuige nissen. Zoo was bij juist na een afwezig heid van 18 maanden, den zelfden tijd sedert den vorigen vrouwenmoord in Whi- techapel, met zijn schip teruggekomen. Naar men verzekert moeten ook de vorige moorden evenals deze met de linkerhand zijn uitgevoerd. In zijn bezit is een groot mes gevonden. Door deze ontdekkiog werd hij zeer geschokt. Hij verklaarde tot 11 uur met de vermoorde vrouw samen te zijn geweest, haar toen verlaten te hebben en naar de doks te zijn gegaan, waar hij door de doksarbeiders werd mishandeld. Zijne vrouw, van wie hij gescheiden leeft, moet ook getuigenissen tegen hem aan gevoerd hebben die niet in zijn voordeel zijn. Te Londen is nog steeds sprake van het jongst ontdekte baccarat-schandaal. De prins van Wales moet zeer ontstemd zijn over de begane indiscretie. Men schrijft hem het ernstige voornemen toe, dat hij geen spel meer in zijn omgeving zal dulden en voortaan geen gezelschap zal bezoeken, waar gespeeld wordt. Te Amsterdam zijn Zaterdag nacht onder den last van zwaren ij zei eenige telephoonpalen .bezweken, waarbij een ijzeren aan het centraal station en waar door tevens alle intercommunaal verkeer was verbroken. Het ijs in de Zniderzee zit, van uit Elburg gezien, nog altijd vast, waardoor de spieringvisschers nog hun beroep op het ijs kunnen uitoefenen. De scheepvaart is er gestremd en die toestand kan nog wel eenigen tijd duren, omdat de wind niet medewerkt om den dooi te be vorderen. Het is nu reeds dertien weken, dat aldaar de scheepvaart stil staat, heel anders dan te Rotterdam, waar door den Burgemeester aan vijftien stoombooten verlof moest gegeven worden om des nachts te lossen, ten einde hen in staat te stel len op den bestemden tijd te vertrekken. De kunstschilder Cornelis Springer is Woensdag nacht te Hilversum over leden. Hij was 73 jaar. Volgens het N. v. d. D. zal de Kon. fabriek van stoom- en andere werk tuigen te Amsterdam binnenkort overgaan in handen der firma Stork te Hengeloo, die haar geheel zal inrichten voor de levering van spoorwegmateriaal. Door de politie te Rozendaal is een wisselwachter, tegen wien heden rechtsingang is verleend, in arrest geno men en naar Breda overgebracht. Hij wordt verdacht verschillende goederen uit de spoorwagens te hebben ontvreemd, welke bij opsporing te zijnen huize zijn teruggevonden. Huiselijk ongenoegen was, naar men verneemt, de oorzaak dat zijne vrouw den diefstal aan het licht bracht. Ds. A. de Vlieg predikant bij de Chr. Ger. Gemeente te Halfweg, heeft voor de tweede maal een beroep ontvangen naar de doleerende gemeente te Renkum. Van wege de Chr. Ger. gemeente te Halfweg worden pogingen aangewend tot oprichting van eene school met den bij bel, te plaatsen aan den ringdijk der Haar lemmermeer; a. s. Vrijdag zal over deze plannen, die zeer veel kans van Blagen hebben, eene nadere bijeenkomst worden gehouden. HAARLEM, 24 Februari 1891. Met heel veel genoegen woonden wij Maandagavond eene lezing over La- fontaine's fabelen bij, die door den Heer van Loenen Martinet gegeven werd in het genootschap „Oefeningin Wetenschappen." Is een onderwerp als dit nit den aard der zaak onuitputtelijk, het wordt aan trekkelijk en boeiend, wanneer het behan deld wordt op de wijze, als de Heer v. L. M. deed. Na eerst een oogenblik verwijld te hebben bij Lafontaine's levensomstandig heden, roerde Spreker ook de bekende „Contes" aan. Hierbij is van toepassing het „Glissez, mortels et n' appnyez pas". Dit bracht spreker dan ook in practijk door zijne aardige caracteristiek. In plaats van de Dekende spreuk kon van deze Contes gezegd worden „Le fils en interdira la lecture a sa mère." Wat verder de fabels aangaat, het hoofdwerk van den Franschen dichter; het werk, dat onsterfelijk is en hem een klassieken naam bezorgde, deze vergeleek spreker heel aardig aan de hand der Hollandsche vertaling van ten Kate met de voorbeelden van Esopus en Phae- drus. Duidelijk werd aangetoond, waarin Lafontaine's verdienste gelegen was, toen hij deze eeuwenoude fabels in modern Fransch ging bewerken. Het schilderend teekenend talentde levendigheid der voor stelling de actie en het dramatischehet doorschijnende, klare Fransch, alle om het zeerst hebben tot den roem dezer poëzie meegewerkt. Den moralist in Lafontaine te willen zien, is volgens spreker gansch en al verkeerd. Neen, teekenaar van men- schen en dingen om hem heen, scherp opmerker van het ridicule en dwaze in den mensch, is deze droomer, deze „Bon- homme" gebleken te zijn een der grootste menschenkenners. De menschen te sohil- deren in hunne dwaze eigenaardigheden, zoo als de landbouwers der Champagne den voorbijgangers aan hunne juiste, maar toch zoo goedige critiek onderwerpen, dit was het werk van Lafontaine. Wij kunnen den Heer van Loenen Mar tinet hartelijk dankzeggen voor zijne even boeiende als leerrijke voordracht, over tuigd, dat menigeen nog weer eens bij zijne thniskomst naar die oude fabels heeft gegrepen en zich terugdacht in den tijd toen men van buiten leerde het „Maitre corbeau sur un arbre perohé" of „La cigale ayant chanté" ten tijd onzer gulden kinderjaren. De aandacht der beminnaren van zang wordt op nieuw gevestigd op de ge legenheid tot aansluiting bij „Haarlemsch Gemengd Koor, eene jonge Vereenigiog, waarin de zang met ernst wordt beoefend en waarvan de hoop bestaat, dat ook zg een gunstigen invloed zal uitoefenen op het muzikaal leven hier ter stede, te meer daar gebleken is, dat deze Vereeniging nu reeds over goede krachten beschikt. L.l. Zondag namiddag heeft de koetsiers knecht H. v. d. Wal, oud 60 jaren, wo nende in den Rozenstraat, in den stal van zijn patroon in de Baljuwslaan, van een der paarden een trap tegen de borst ont vangen, aan de gevolgen waarvan hg bijna onmiddellijk is overleden. Iu den afgeloopen nacht is wederom ingebroken, thans ten huize van den Heer H. J. Vonk, geps. hoofdambtenaar, woon achtig aan de Hazepaterslaan no. 4. Aan de achterzijde van het perceel heeft de dief of dieven met een centerboor een gat gemaakt in de keukendeur, waarna deze is geopend. Door de keuken is men in de woning gekomen en uit een achterka mer medegenomen twee kandelaars en zes nikkelen lepeltjes en uit den kelder een stuk gebraden kalfsvleesch en eenige eie ren. In een aangrenzenden tuin heeft men de doppen der eieren teruggevonden waar om vermoedt wordt, dat men aan de Mees terlottenlaan den tuin heeft verlaten. Door den Heer F. Lünow, photograaf te dezer stede, is een photografiscb portret vervaardigd van wijlen Z. M. den Koning op marmer in lijst van peluche en dit eerbiedig aangeboden aan H.M.de Koningin Regentes. In een vleiend schrijven heeft genoemde photograaf bericht ontvangen dat zijn geschenk door H. M. is aanvaard. „Weldadigheid naar Vermogen". Bij het Bestuur der Vereeniging hebben zich de volgende personen voor werk aangemeld: Een voor stalknecht. Twee voor oppasser. Een voor ziekenoppasser. Een voor schrijver. Drie voor kantoorlooper. Een voor portier. Twee voor schilder. $en voor behanger. Een voor schoenmaker. Een voor metselaarsknecht Een voor broodbakkersknecht. Twee voor tuinmansknecht. Een voor opzichter. Een voor stoelenmatter. Vijf voor aardwerkers of los werkman. Tien voor werkster of schoonmaakster. Een voor burgerwaschvrouw. Een voor hulpkookster. Drie voor burgernaaister. Drie voor breister. Twee voor mangelwerk. Een voor strijkster. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen gebruik wenschen te maken, worden beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te richten bus Doelen of Stadhuis. KENNISGEVING. Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Gezien art. 9 van het Koninklijk besluit van den 17den December 1861 (Staatsblad No. 127). Roepen bij deze op, de ingezetenen die verlangen als vrijwilliger bij de nationale militie op te treden, om zich daartoe vóór het einde van de loopende maand Februari aan te melden ten Raadhuize dezer Gemeente, van des morgeus 10 tot des namiddags 4 ure. De vereischten om als vrijwilliger bij de militie op te treden, zijn vervat in de artikelen 11 en 13 der wet van den löden Augustus 1861, (Staats blad No. 72), luideude als volgt: „Art 11. Om vrijwilliger bij de militie te zijn,- „moet men ougehuwd of kinderloos weduwenaar „en ingezetenen wezen, voorts lichamelijk voor de „dienst geschikt, ten minste 1.56 el lang, op den „lsten Januarij vau het jaar der optreding als „vrijwilliger het 20ste jaar ingetreden zijn en het „35ste jaar niet volbracht hebben, tot op het tijd- „stip der optreding aan zijue verplichtingen ten „aanzien van de militie, fcoover die te vervullen „waren, voldaan en een gbed zedelijk gedrag heb- „ben geleid. „Art. 13. Hij, die bij de zeemacht, bij het leger „hier te lande, of bij het krijgsvolk in 's Rijks „overzeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet- ,,als vrijwilliger bij de militie toegelaten, tenzij bij „bij het verlaten vau de dienst, behalve een be- „wijs van ontslag, van den bevelhebber, onder „wien hij laatstelijk heeft gedieud, een getuigschrift „hebbe ontvangen, inhoudende dat hij zich gedu rende zijn diensttijd goed heeft gedragen. „Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot datziju „40ste jaar volbragt is, als vrijwilliger bij de raili- „tie worden toegelaten." De bewijsstukken over te leggen door hem die als vrijwilliger bij de militie wenscht op te treden zijn de volgende: Een getuigschrift, af te geven door den Burge meester der woonplaats. Het bewijs, van aan zijne verplichtingen ten aanzien van de militie te hebben voldaan, bedoeld bij art. 11 der wet. Een bewijs van ontslag en het getuigschrift vaa den bevelhebber vau het korps waarbij hij beeft gediend, bedoeld bij art. 13 der weten eindelijk, voor zooveel een minderjarige betreft, een bewijs- van toestemming van zijn vader of voogd. Eindelijk wordt nog ter kennis van de belang hebbenden gebracht, dat vóór het einde dezer maand op eiken werkdag van 10 tot 4 ure ten Raadhui- ze dezer gemeente, onder overlegging van stukken^ aanvraag kan geschieden ter bekoming van het door den Burgemeester af te geven getuigschrift. Haarlem, den 19 Februari 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd,. E. A. Jorden8. De Secretaris, A. A. Land. KENNISGEVING. Nationale Militie. Burgemeeester en Wethouders van Haarlem, Gezien Art. 87 der Wet van den 19den Au gustus 1861 (Staatsblad No. 72) en Art. 26 vaa Z. M. besluit van den 8sten Mei 1862 (Staatsblad No. 46). Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat d& eerste zitting van den Militieraad in 1891, voor deze gemeente zal gehouden worden in den Doelen alhier, op Maandag den 9 Maart aanstaande, voor hen, aan wie bij de loting No. 1 tot en met No» 300 is ten deel gevallen, en op Dinsdag den 10 Maart aanstaande, voor hen, aan wie bij de loting No. 301 tot en met No. 435 is ten deel gevallen, telkens des voor middags ten 10 ure, en dat die zitting bestemd is tot het doen van uitspraak om trent De verschenen vrijwilligers voor de militie; De lotelingen, die redenen van vrijstelling heb ben ingediend; De lotelingen, in de Aitt. 55 en 56 der Wei bedoeld, en eindelijk Alle overige lotelingen. Haarlem 19 Februari 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd,. E. A. Jordens. De Secretaris, A. A. Land. Markt van 23 Februari. Aardappelen Aangev. 90, verk. 80 H.L. L. pr. 2.00 H. pr. ƒ4.25 pr. H.L» Appelen Aangev. 60, verk. 48 H.L. L. pr. 5.H. pr. f 9.p. H.L. Peren Aangev. 20, verk. 12 H.L. L. pr. f 4.H. pr. 6. BoterAangev. 128, verk. 128 K. G. L. pr. f 1.55 H. pr. 1.70 p. K. G. Biggen Aangev. 104, verk. 91 etaks. L. pr. 6.H. pr. 19.00 ORGELBESPELING in de Groote- of St. Bavokerk alhier, op Donderdag 26 Febr. 1891, des namiddags van 23 uur door den Heer W. EZERMAN. PROGRAMMA. 1. Preludium en FugaJ. S. Bach. 2. Andante uit de 4de Symphonie. Mendelssohn. 3. Sonate No. 2S. de Lange. aMaestoso, h. Andante, c. Finale. 4. Mélodie.A. Guilmant. 5. Finale.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1891 | | pagina 2