Eerste Blad.
PREDIKBEURTEN
No. 17
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Dertiende Jaargang.
144.
met AMSTERDAM.
van ZATERDAG 28 Februari 1891
op ZONDAG 1 Maart 1891.
Nederd. Herv. Kerk.
PELEPHOONNUMMER
TELEPHONISCHE VERBINDIKG
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandent —,25.
franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 35 cents, elke regel
afzonderlijke nommers 3 eenten per stuk.meer 5 cents, grooto letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT;
Dinsdag- en Vrijdagavond
Advertmtiën, worden aangmomm tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 13 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Sandpoort.
Voorna. 10 ure, J. van Loenen Martinet.
Groote Kerk.
Voorm. 10 nre, Dr. M. F. van Lennep
pred. te Dieren. (Voor Knottenbelt).
Nam. 2 ure, Moeton. 14e Lijdenstekst.
■*8 Av. 6 nre, Swaan. 15e Lijdenstekst.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 nre, Hoog. 13e Lijdenstekst.
Jans-Kerk.
Voorm. 10 nre, Boonpred. te Beverwijk.
Woensdag 's av. 7 ure, Barbas.
16e Lijdenstekst.
Bakenesser Kerk.
'Voor de Kinderen).
Voorm. 10 ure, Moeton.
Waalscke Kerk.
Voorm. 10 nre, Hebry.
Christelijk Gereform. Gemeente.
GedOudegracht).
Voorm. 10 nre, 's Av. 5 ure, Mulder.
Woensdag 's av. 8 nre, Mulder.
Klein Heiligland).
Voorm. 10 ure, 's Av. 5 ure, Schotel.
Donderdag 'sav. 7Va nre, Schotel.
Lnthersehe Kerk.
Voorm. 10 nre, Poolman.
Donderdag 's av. 8 ure, A. D. Wempe,
Luth. pred. te Monnikkendam.
Lydensprediking.
Kerk der VereenigdeDoopsgezinden
Voorm. 10 nre, S. Putsch Lojenga,
Doopsgez. pred. te Leiden.
Remonstrantsche Kerk.
Voorm. 10 ure, Dr. E. Laurillard,
pred. te Amsterdam.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Weiss.
Woensdag 's avonds 8 ure, J. van der Steur
en J. Klein. Mededeeling over de zen
ding onder militairen te Harderwijk.
€hr. Bewaarschool, L. Heerenvest.
Maandag 's av. 8 ure, Moeton. Bijbellez,
Lucas 28 44 vv.
Lokaal in de Oranjestraat.
Dinsdag 's av. 8 ure, Swaan. Bijbellezing.
Met dank ontvangen voor de
school voor On- en Minvermogenden bij den
penningmeester den Heer J. Bierens de
Haan f 12.25, zijnde de netto opbrengst
der Zanguitvoering door kinderen van de
Chr. school v. d. werkenden stand alhier.
Bennebroek.
Voorm. 10 nre, W. Beekhuis,
Predikant te Uitgeest.
Beverwijk.
Voorm. 10 nre, geen dienst.
's Avonds 7 ure, J. O. Boon.
Evang. Lnthersehe Kerk.
Voorm. 10 ure, K. A. Gonlag.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 nre, J. Sepp.
Bloemendaal.
Voorm. 10 nre, JD. van Arkel.
Nam. 21/2 ure» 9een dienst.
Heemstede.
Voorm. 10 nre, J. Kuyï
Hillegom.
Voorm. 10 nre, M. Buchli Pest.
Spaarndam.
Voorm. 10 nre, H. J. Bergsma.
Doopsbediening.
Veis en.
Voorin. 10 ure, H. Waardenburg.
Doopsbediening.
Zandvoort.
Voorm. 9V2 ure, P. E. Barbas
Pred. te Haarlem.
Doopsbediening.
Houtrijk en Polanen.
Voorm. 10 nre, O. van Koetsveld QEz.
De Nutslezing.
De vierde buitengewone vergadering met
dames van het Haarlemsehe Nntsdepar-
tement had Dinsdag plaats in den Schouw
burg, waar als spreker optrad Prof. Dr.
J. Ten Brink, met een boeiende voor
dracht betreffende den bekenden Russi-
schen dichter, denker en dweeper, Graaf
Tolstoï, den man die zich tevens voelt
geroepen om als godsdiensthervormer
werkzaam te zijn.
Als inleiding vertelde de Professor in
zijn gemakkelijken verhaaltrant eene no
velle, welke de algemeene strekking van
's schrijvers geestesrichting aangeeft, eene
novelle nit zijne laatste periode, getiteld
Wat den mensoh doet leven, waarin met
eene niet alledaagsche frischheid de toe
standen van een Russisch handwerksman
in verband met diens gedachtengang wordt
voorgesteld. In het licht dezer novelle
verwijlde Spreker bij den levensloop van
den thans vier en zestigjarigen Graaf.
Hij is de zoon nit eene voorname fa
milie en bezitter van een uitgestrekt
landgoed ten Zniden van Moskon en ge
noot eene uitstekende opvoeding. Op
veertienjarigen leeftijd vertrok hij naar
de militaire akademie te Kasan, werd op
den bestemden leeftijd benoemd tot lui
tenant en onderscheidde zich in dien tijd
door een aan woestheid grenzenden levens
last, waaraan bij te danken had, dat hij
op drie en twintigjarigen leeftijd naar
den Kaukasus werd verplaatst, of liever
verbannen. Hier schreef hij zijn beroemd
werk „Oorlog en Vrede", steeds strevende
naar waarheid, immer zoekende naar het
middel tot verheffing van zijne natnurge-
nooten. In 1859 trad hij uit den mili
tairen stand en werd landheer. Zijne
denkbeelden om geluk om zich te ver
spreiden, de harten zijner boeren te win
nen, bleken niet de geschiktste te zijn;
na veel teleurstellingen ondernam hij eene
reis naar Europa om met elders heer-
schende toestanden kennis te maken. Te
Zurich komt hij in aanraking met Engel-
schen; hunne levensbeschouwing leert
hij verfoeien, terwijl hij zelf bespot werd
door degenen, die hij tot zich wilde op
heffen. In zijn vaderland teruggekeerd,
zette hij zijn letterkundigen arbeid voort
en aan de hand van zijne pennevrnchten
doet spreker een blik slaan in zijne ont
wikkeling tot profeet en evangeliepredi
ker.
Hij daalt af tot zijne boeren, kleedt
zich als zij, weidt zelf de schapen zijner
onderhoorigen en door woord en ge
schrift tracht hij zijn denkbeelden om
trent godsdienst en staat ingang te doea
vinden, zeer tegen de bedoelingen der
Grieksch orthodoxe kerk, die niet alleen
zijne geschriften verbiedt doch ook be-
slag legt op zijne handschriften.
De leer door Tolstoï verkondigd, ligt
volgens hem opgesloten in de drie eerste
evangeliën, en meer bepaald in het Mat-
thens-evangelie (M. V.39) waar gezegd
wordMaar ik zeg 17, dat gij den booze
niet toedei staat. Geen eeden, geen belof
ten, geen overheden, geen staat. Van de
onsterfelijkheid wil hij niets weten. Zijne
grondstellingen komen dus geheel overeen
met de Russische toestandenhij leer-
aart pesimisme en nihilisme, doch Tolstoï
ijvert ook voor de opwekking van het
gevoel van menschenwaarde, en de toe
standen leiden er wel toe, dit gevoel aan
te kweeken. Het lijfeigenschap, thans af
geschaft, is vervangen door een toestand
van vrijheid, die tot geheelen ondergang
van den Russischen boer leidt. Belastin
gen waren den lijfeigenen onbekend. Klee
ding en voedsel werden hen door den
landheer verstrektnu deze bron niet
meer vloeit, komt de boer in de handen
van woekeraars en het weinige gevoel
van menschenwaarde, dat hem daarna nog
overblijft, wordt verzwolgen met den
brandewijn. Een kleine, doch treffende no
velle wees de strekking in deze voldoen
de aan.
Na de panze zette de Spreker zijne
beschouwingen omtrent Tolstoï voort en
wel met het algemeene karakter van jhet
werk Oorlog en vrede.
Als schrijver staat Tolstoï zeer hoog.
Aan een grooten rijkdom van denkbeel
den paart hij groote oorspronkelijkheid
van stijl en ongemeene frischheid van
opvatting, gepaard aan een onpartijdig
oordeel, waardoor hij zelf Napoleon, den
indringer op Russischen bocemdrecht laat
wedervaren en in hem nog het mensche-
lijke weet te waardeeren.
Sedert een paar jaren schrijft Tolstoï
niet meer en is van den genialen man
overgebleven een dweeper en een mysti
cus, wat hem beletten zal zijn daden in
overeenstemming te brengen met de eisohen
der samenleving.
Voordrachten in Teylers Stichting.
Dr. E. van der Ven vervolgde Woens
dag j.l. zijn cnrsus over de verschijnselen
die zich voordoen bij den overgang der
stofien in de verschillende aggregatietoe-
standen.
Reeds den vorigen keer had hij ons
doen opmerken, dat niet alleen de tempe
ratuur, maar ook de drukking van invloed
is bij het overgaan van den vasten in den
vloeibaren toestand. Het bleek ons toen,
en spreker herhaalde deze proef, dat het
smeltpunt van ijs bij sterken druk wordt
verlaagd, zoodat een vierkant stuk ijs
daardoor alleen kan gemodelleerd worden
zooals men wil, en de beweging der glet-
schers, door dezen invloed geheel wordt
verklaard.
Veel beteekent echter deze temperatuurs-
veilaging bij het smelten niet. Om een
graad te verkrijgen zon men 120 atmos-
pheren noodig hebben.
Bij den overgang van vloeibare stoffen
in gasvormige daarentegen komt de lucht-
drnkking wel degelijk te pas. 't Is alsof
de vloeistoffen hun bestaan geheel aan den
luchtdruk te danken hebben.
Om dit duidelijk te maken neemt men
vier bnizen met kwik gevuld wier bovenst
gedeelte luchtledig is. De kwikkolom stond
dien avond 765 millimeter hoog. In drie
bnizen werd nn achtereenvolgens een weinig
water, alcohol en ether gebracht, welke
vloeistoffen, zoodra ze in 't luchtledige kwa
men, verdampten en daarna door hun span
ning een druk te weeg brachten,die het kwik,
bij het water het minst, bij den alcohol
iets meer, en bij den ether aanzienlijk deed
dalen. De rnimte boven het kwik was nog
voldoende om dien damp op te nemen,
zoodra toch de rnimte verzadigd is, gaat
de vloeistof niet meer in damp over. Is
de damp juist genoeg om de rnimte te
vullen dan wordt de damp verzadigd ge
noemd.
Er bleek uit dez6 proef reeds voldoende,
dat de drnkking van de lucht noodig is
om vele vloeistoffen te verhinderen in
damp over te gaan. Deze luchtdrnkking
voert als 't ware een aanhoudenden strijd
met de warmte, die de vloeistoffen in
gassen wil doen overgaan.
Over dezen strijd der beide natuur
krachten, zouden we thans nadere inlich
tingen verkrijgen.
Vermindert de lnchtdrnk, we zagen het
reeds by den proef der kwikkolommen,
dan vervluchtigt de vloeistof. Ook onder
de gewone luchtpomp werd dit ten dui
delijkste aangetoond.
Vermindert daarentegen de temperatuur,
dan gaat de damp weder in vloeistof
over.
Niets is voor ons van grooter belang
dan het proces waarbij water aan het
koken gaat. Al onze spy zen worden daar
door gaar gemaakt, dat wil zeggen, dat
planten- en diereneiwit daardoor gestold
wordt, en al onze dranken worden door
het kokend water gedrongen in hoogere
mate hnn aroma af te scheiden.
Spreker stond daarom iets langer by
het koken stil, waaraan hy gaarne als
het kon een geheelen avond zon willen
wyden.
In water boven een gasvlam geplaatst,
zag men eerst luchtbellen omhoog gaan.
Daarna rezen enkele waterdamp-bellen
omhoog maar verdwenen weder voor ze
de oppervlakte hadden bereikt omdat de
bovenste lagen van het water nog niet
genoeg verwarmd waren. Toen begon het
water te zingen of te razen en toen ook
de bovenste lagen genoeg verwarmd waren
kwamen de damp'oellen tot boven op de
oppervlakte en kookte het water.
Niet altyd is hiervoor een warmtegraad
van 100 graden noodig. Dit hangt af van
de drukking.
Op de hooge bergen, waar de lnchtdrnk
zooveel geringer is, kookt het water veel
eer, maar daardoor is men ook niet in staat
daar visch of eieren gaar te koken. Wa
ter, dat by de gewone drukking van de
lucht niet kookte, begon onder de lucht
pomp terstond geweldig te borrelen.
Water, dat niet kookte werd in een kolf
gegoten, en deze omgekeerd. Zoodra daarop
de bovenste rnimte verkoeld werd, begon
het water te koken. De spanning van de
verzadigde waterdamp werd hier door de
afkoeling minder dan de drukking van de
atmosfeer.
Bij het koken valt voorts nog op te
merken, dat verschillende vloeistoffen bij
zeer verschillende warmtegraden verdam
pen. Terwyl water eerst by 100° kookt,
kookt ether reeds by 30°.
Andere vloeistoffen, als olie b.v., koken
in het geheel niet.
De projectietoestel deed by dit alles
weder goede diensten. Het thermometer-
tje voor de lamp geplaatst toonde aan
niet alleen dat water by 100° kookt, maar
ook dat hoe lang het kookt de warmte
graad niet verhoogd wordt.
Wordt er zont bij het water gedaan,
dan is 104° noodig om het water aan de
kook te brengen. Deze eigenschap wordt
in het dagelijksch leven toegepast by het
koken van visch.