FRISCH BLOED. it liet Engelsch van Johh\ Habberton, Schrijver van „Helen's Kleintjes", enz. 14) Handelaars in andere artikelen, die ook gedrukt waren, begonnen de ijzerhandelaars te raadplegen, die de stormen getrotseerd en de nog ver woestender windstilten van het lange tijdperk van gedruktheid doorgestaan hadden. De bankiers begonnen de ijzerhandelaars hartelijker te groeten dan laatst. Aankondigingen van groote orders op ijzer, die door zekere spoor wegen gegeven en door zekere fabrie ken aangenomen waren, begonnen op de lijsten van de duizende ellècten- blaadjes in de stad te prijken. Het natuurlijk gevolg hiervan was, dat mijnheer Marge, voor wien de bovenbedoelde „lijsten'' als 't ware de adem des levens waren, zich be gon af te vragen, of hij niet, om de taal van Wall-Street te spreken, een „fonds" had, dat hij nu zou kunnen „realizeeren". Indien de opwaartsche beweging van het ijzer blijvend en algemeen werd, zou Tramlay ongetwij- leld tot hen behooren, die er voordeel van trokken. Zou het resultaat onmid dellijk te zien zijn, of zou Tramlay eerst moeten likwideeren, op de wijze van vele kooplieden, die gedurende een lan gen tijd van gedruktheid een schijn van handelsdrukte ophouden, die te niet gedaan wordt door de eerste de beste gelegenheid lot werkelijke handels- operatiën Marge had lang geleden, wegens eigen zaken, eenige kennissen gekregen in de bank, waarmede Tram lay handelde, maar hij durfde niet al te rechtstreeks naar het debet en credit van zijn vriend vragen. Daar enboven had Marge uit de openbaar gemaakte opgaven van de verplich tingen van tallooze insolvent-verklaar- den, geleerd, dat sommige kooplieden eene manier hebben, om in't geheim, en dan nog wel in 't groot, van ver wanten en vrienden te leenen. Hij zou, in elk geval, niets op 't spel zetten door eene vriendelijke en nette ver meerdering van oplettendheden jegens Lucia. Hij vleide zich, dat hij vol komen bevoegd was, een recht- streeksch aanzoek te vermijden, tot tijd en wijle, dat het hem best zou pas sen. Wal Lucia betrof, zij was te zeer verzot op de vermaken van het seizoen, dat juist geopend zou wor den, dan dal ze hem rekenschap zou vragen, indien hij er haar eeni ge van aanbood. De gedachte, dat zijne plannen veel van eene speculatie hadden, kwam wel bij hem op, want zelfs een slaaf van de fondsenlijst kan er nog wel wat geweten en eer bied voor zichzelf op nahouden. Hij hield zichzelf' dan voor, dat hij Lu cia niet alleen achtte om 't geen zij mogelijk te wachten hadzij was goed, aardig, levendig, bevallig, wer kelijk schrander voor een meis je ten minste, en hij koesterde eene oprechte teederheid voor haar als de dochter eener vrouw, die hij vóór vele jaren werkelijk had bemind, en die hij misschien tot de zijne had kunnen maken, ware hij maar niet al te berekenend geweest. Maar zijn inkomen was niet groot genoeg, om de huishouding, die hij als getrouwd man zou moeten hebben, op te hou den, zoodat hij tot op een zeker be drag van zijne vrouw, of van den vader zijner vrouw, zou moeten af hangen. Alleen met dit doel, zeide hij tot zichzelf, had hij zorgvuldig in andere richtingen rondgezien; dat sommige voor hem aannemelijke da mes Miss Agnes Dinon bijvoor beeld niet in staat waren geweest, zijne verdiensten als huwelijkskandi daat naar waarde te schatten, dat was, naar zijn stellige overtuiging, jammer voor haar, zoowel als voor hem. Zooals de zaken nu stonden, was Lucia zijne eenige zichtbare kans in den kring, waartoe hij behoorde, en waarin hij liefst blijven wilde. Zijn voornemen, om zijne hofmakerij wat ernstiger te maken, werd binnen weinige dagen versterkt door de aan kondigingen op de lijst, dal eene ijzer fabriek, waarbij hij wist, dat Tram lay in groote mate betrokken was, eene zeer groote order op spoorsta ven had gekregen, en dus terstond zou geopend worden. Maar de kenteekenen, dal het ijzer stijgende was, bleven niet beperkt tot dat gedeelte der stad, waar zaken gedaan worden. Tramlay, die, gelijk vele andere hard werkende kooplie den, alleen voor zijn gezin leefde, had zijne vrouw en dochters in verruk king gebracht, door haar Ie vertellen, dat zij het volgende jaar eene heele poos naar het vasteland zouden kunnen gaan. En op zekeren morgen aan het ontbijt nep hij uit „"Weet iemand van u ook, waar die jonge Hayn toch steekt Ik heb hem noodig." „Waarvoor, Edgar?" zeide me vrouw Tramlay. „Wat hebt gij hem te zeggen, pa pa vroeg Greta, die zag, dat Lucia het graag wou weten, maar niet in staat scheen te zijn, het te vragen. „Ik heb nog een klerk noodig," was het antwoord, „en ik geloof, dat Ilayn juist mijn man is. Ik kan hem gauw alles leeren, wal hij noodig heeft te weten, en ik moet iemand hebben van wien ik zeker ben, dat hij niet aan speculeeren denkt, of eenige andere slechte gewoonten heeft. Die jonge Hayn dwingt eerbied al bij mij ten minste; ik vond buiten al dat hij, evenals zijn vader, beter wist wat er in de wereld omging, dan ik. Ik geloof, dal hij een bovenst best koopman zal wordenin elk geval wil ik het met hem probeeren." Greta keek steelsgewijze naar Lucia: die jonge juffer keek zóó aandachtig naar een kuikencroquetje, alsof het behoorlijk behandelen van zulk een hapje eene verbazende oplettendheid vorderde. „Wat een ideeeen boerenknaap in hel kantoor van een New-Yorksch koopmanriep mevrouw Tramlay uit. „Ge schijnt te vergeten, vrouwlief, dat bijna alle welgestelde kooplui in New-York eens boerenjongens waren, en dat alle bekende mannen, die zich een weg tot lortnin banen, van overal elders dan New-York zijn." „Indien de jouge Hayn zoo ver standig is, als waarvoor gij hem houdt, dan zal hij denkelijk wijs genoeg zijn, om uw aanbod af te slaan, en naar de hoeve zijns vaders terug te keeren. Gij placht immers zelf te zeggen, dat gij liever in hun gedoe zoudt zijn dan in uw eigen." „O, die slimme vrouwen 1" ant woordde Tramlay, met een glimlach en een knikje; „maar zoo zou ik op zijne jaren niet gedacht hebben, en ik denk, dat Hayn het ook niet doen zal. Ik kan hem evenveel betalen als die hoeve in een jaar opbrengt, bijvoorbeeld vijftien honderd dollars en ik geloof niet, dal hij zulk eene som zal afslaan ze zal hein in staat stellen, als vrijgezel ruim te leven en ook nog wat over te leggen. Ik denk ook wel, dat hij graag in de stad zal willen blijven dat gaat altijd zoo met jongelui van buiten, wanneer ze er eenmaal den smaak van hebben." Weêr keek Greta naar Lucia, maar het kuiken-croquelje bleef maar lastig, en geen wederkeerige blik ontmoette den haren. „'I Was veel beter, dat hij maar weêr naar huis ging," hield mevrouw Tramlay vol, „daar, waar de Heer hem zijne plaats heeft aangewezen." „Wel, kijk," zeide Tramlay, ter wijl hij zijn kop koffie leegdronk, „als het de bedoeling des Heeren was geweest dat ieder blijven zou, waar hij geboren werd, dan geloof ik niet dat Hij aan ieder mensch een paar voeten zou gegeven hebben. En wat moet het dan eene zonde zijn, ijzer voor spoorstaven te maken, daar dit honderdduizenden verlokt en zelfs helpt, om van woonplaats te veran deren 1" „Wees niet oneerbiedig, Edgar," zeide de vrouw des huizes, „en wat meer is, doe niet uw best, om be lachelijk te worden. En als gij dezen jonkman later bedorven hebt en hij teleurgesteld naar huis terugkeert, vergeet dan niet, dal ik u bijtijds gewaarschuwd heb." „Bedorven Zoo'n jongen kan niet bedorven worden, of ik moest al een slecht menschenkenner zijn. Wel, als hij eens lust kreeg in den ijzerhandel, dan kan niets hem belet ten, eens een prins onder de koop lieden te worden een jonge Napo leon van de spoorslaven, of van kachelijzer, of zoo iets. 't Kan best wezen, dat ik nog eens blij zal we zen, als hij mijne wissels honoreeren wjl." Nogmaals zochten Greta's oogen die van Lucia, maar deze scheen bij ziende geworden te zijn bij dat cro- quetjewant Greta kon niets zien aan een fijn tipje van een neus on der een verwarden bos geel haar. „Mijne vatbaarheid voor scherts vermindert, naarmate ik ouder word," zeide mevrouw Tramlay. „Gij zult me wel willen excuseeren." En, met het voorkomen van eene onverwerk te handhaalster van deftigheid, verliet zij de eetkamer. „Ik moet ook weg," zeide haar man, een oogenblik later, terwijl hij op zijn horloge keek. „De conversatie is een tijddief in den vroegen morgen. Tot ziens kinderen." Greta sprong van haar stoel op en sloeg hare armen om den hals haars vaders. Zij was wel altijd eene leifhebbende dochter, maar zulk eene uitgelatenheid kwam slechts bij buien, en welk rechtgeaard vader kan bij zoo iets haastig wegkropen, zelfs al moet hij aan hel werk Toen Tramlay ten laatste losgelaten werd zeide hij: „Ik had vroeger toch twee doch ters, hè Lu Lucia stond op, naderde haar vader zacht en met gebogen hoofd, sloeg hare armen om hem heen, en liet haar hoofd op zijne borst rusten, zoo als zij in de laatste jaren niet dikwijls gedaan had, behalve na een twist en de daarop volgende verzoe ning. Haar vader gaf haar een har telijke omhelzing, streek eenige golfjes in heur hair, die zij er met moeite ingemaakt had, glad, en zeide ein delijk „Ik moet weg. Geef mij een kus, Lu." Het gezicht van het meisje kwam niet heel gauw te voorschijn, en dus hielp de koopman een beetje. Zijne handen waren sterk en Lucia's hals wat tenger, toch kostte het nog al moeite, om dal kleine gezichtje in zulk eene houding te krijgen, dat hij er een kus op drukken kon. Toen het den vader eindelijk gelukte, riep hij uil „Wat geeft de Ocloberlucht een prachtige lint aan een meisje, dat den zomer op het land heeft door gebracht I Daar I Dag, kinderen Weg ging Tramlay, naar zijn kan toor. Zoodra hij uit de kamer was, greep Greta Lucia vast, en het twee tal walste als dollen rond, zonder zich er aan te storen, dat er op den vloer van eene New-Yorksche eetka mer niet veel meer open ruimte is dan in de kleinste kamer van eene boerderij. HOOFDSTUK XIII. ZOO VER VAN HAAR Al dunner en dunner werd de rol banknoten in den zak van Phi lip Ilaynal nader en nader kwam de dag, dal hij de stad moest ver laten verlaten zonder de minste hoop, dat hij daarheen zou terug- keeren. Die gedachte was ondragelijk maar hoe zou hij ze verbannen Hij kon wel nu en dan een voorwend sel bedenken, om van huis, en voor een paar dagen naar New-York te gaan, misschien wel met de sloep van Sol Mantring, om zoodoende de ge maakte kennis aan te houden, maar er viel niet aan te denken, om weer voor eenigen tijd in de stad te blij ven, en zooveel geld te verteeren het geld kon thuis niet gemist wor den, evenmin als hij een middel kon bedenken, om wat op te sparen. 0, mocht hij maar eens speculee ren 0, als zij, die er over gespro ken hadden, op het land van zijns vaders hoeve een dorp van kleine villa's te bouwen, zich maar wat haastten, hel te koopen, zoodat de familie geld, in plaats van land zou bezitten land, dat niet uitgegeven kon worden0, kon hij toch maar werk vinden in New-Yorkhij zou zich alles wel willen ontzeggen, om zijne plaats op de boerderij te doen vervangen door een arbeider, die met zijne twee handen even nuttig kon zijn als hij, in geval hij in de stad mocht blijven. Waarom was hij nooit zoo wijs geweest, om nog iels anders te leeren dan het boerenbe drijf? Er waren te llaynton twee winkels en een handelskantoorhad hij in een van deze werk gezocht, zooals men hem al vaak gevraagd had, dan had hij misschien iels ge leerd, dat hem in New-York te pas had kunnen komen. Maar helaas, het was te laat. Hij moest naar de boerderij terug verre van Lucia. Hoe zou hij aficheid van haar nemen Kon hij haar vra gen, of hij haar nu en dan eens schrijven mocht en ol ze hem zou willen antwoorden Zouden de Trara- lay's den volgenden zomer weêr op Ilayn's hoeve wenschen te komen Als ze eens kwamen, en Lucia hem een emmer met peulschillen naar het varkenskot zag dragen, of hem in een geolied pak en met eene groote zwarte mand een dag uit visschen zag gaan, zou dan niet haar mooi lipje zich verachtelijk krullen Of, als de familie gaarne naar hel strand zou gaan, om een bad te nemen, zou hij dan in een verschoten katoe nen hemd en broek en met een ouden strooien hoed zonder lint van het land komen om ze er heen te rijden Neen; niets van dal alles zou ge beuren. Hij verkoos niet, dat de Tramlay's weêr kamers op Hayn's hoeve zouden huren, tenzij hij het zoo schikken kon, dat hij al dien tijd weg was. Hij zou er zich uit alle macht tegen verzetten. En toch, wat kon hij tot verklaring aan zijne ouders zeggen Er zijn zoo dingen, die men niet zeggen kan ten minste niet, als die men een jonkman is, wiens hoofd op hol is gebracht door eene verandering van looneel. Hij was er zeer verlegen meê, hoe hij afscheid van Lucia zou nemen, vooral, nu die tijd zoo aanstaande was. Haar zijne liefde te verklaren zou een man onwaardig zijn, zoo lang hij niet instaat was, haar tevens ten huwelijk te vragenmaar zou het, aan den anderen kant goed van hem zijn, een bloot vriendschappe lijk afscheid van haar te nemen, na dat hij zich verraden had, door hare hand aan het portier van het rijtuig te kussen Wordt vervolgd). Gedrukt btj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1891 | | pagina 6