HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 92 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Dertiende Jaargang. 144. met AMSTERDAM. van WOENSDAG 18 November 1891. Nieuwsberichten. VEl.EPHOONNUMMEK TELEPHONISCHE VERBINDIN8 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenT ,25. franco p. post ,40. Prijs per Advertentie yan 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel Afzonderlijke nommera 3 centen per stnk.meer 5 cents, groote letters naar plaatsrnimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan too mogelijk nog worden geplaatst. SINT NICOLAAS. Het jaarlijks terngkeerende St. Ni- colaasfeest is weer ophanden. Reeds be ginnen er in de bewegelijke gemoederen van onze kinderen verschijnselen van aan staande hooge spanning zich tevertoonen en de periodieke aanvragen om tijdelijke verhooging van zakgeld is een der ken merken, dat er op de eene of andere wijze wat moet geschieden, dat nog in de Ineht zweeft. Later dan gewoonlijk verschijnen ze in de woonvertrekken, vroeger dan anders loopen de maaltijden af, en de ouderen Och, de drnkte is aanstekelijk; tegen wil en dank worden ze meegesleept in den maalstroom van geheimzinnigheden, doch we kennen de oorzaak en zwijgen. Een pessimist heeft eens beweerd: De wereld is bevolkt door twee soorten van menschen, bedriegers en bedrogenen. Tot welke soort hij zelf behoorde liet hij in 't midden en dit pleit voor het bestaan van eene derde orde, die de zwartgallige pruttelaar niet ontdekken kon, en die jnist tot de gelukkigsten behooren. Zi) zien het leven niet te donker in, nemen deel in vreugde en leed, trachten door het eerste het laatste te verdrijven, weten te geven en te nemen, zijn als de leven wekkende zonnestralen, het ideaal van het geen men mensch belieft te noemen. Deze laatste, bevoorrechte categorie van gevoelsmensehen zijn het eigeniijk die het St. Nieolaasfeest eene wijding geschonken hebben, hooger zelfs dan waar een der andere zieh op beroemen kan, om op bet voetspoor van den ietwat legendarischen Sint vreugde en gelnk te verspreiden, daar waaroveral. Op de meest kiesche manier weten zij eene kleine, niet ongewenschte attentie binnen te smokkelen, daar, waar eene minder onbedekte weldaad afgewezen zou wordenelders weet de onbekende vrien din of vriend te voldoen aan kleine kin- derwenscben, zóó klein, dat door de prak tische ouderen aan de voldoening er van niet gedacht wordt; dan weer brengen zij eene kleine uitkomst in een gezin, dat zonder hen een vrengdeloozen feestavond zon beleven, in het algemeen, zij zijn als de weldoende feeën en de bedrijvige gnomen, de lichtpunten in het leven. In de eerste plaats beschikken deze gelukkigen over veel goeden wil; geld hoewel onmisbaar is geen eerste vereischte, wie dat meent, weet bet niet. Onze winkeliers en verdere neringdoen den zullen natuurlijk dit laatste niet zoo grif toestemmen en wel om de verklaar bare reden dat zij er zich op behooren toe te leggen te verkoopen, te meer, daar de afgeloopen zomer zich kenmerkte door meer dan gewone stilte in de meeste za ken. Natuurlijk is nu hunne hoop geves tigd op St. Nicolaas en zal de uitkomst van deze bij menig neringdoende moeten beslissen of, en in hoeverre het jaar 1891 gunstig of niet gunstig was. Waar men thans de oogen heen- wendt in onze goede stad, overal duide lijke merkteekenen, dat men zich meer dan gewoonlijk inspant om de winkeluit stallingen zoo smaakvol mogelijk te doen zijn, wat bij de dikwijls veelsoortige ar tikelen lang niet altijd gemakkelijk is. Terwijl sommigen met veel overleg op een of ander bijzonder de aandacht willen doen vallen, bederven zij soms den totaal indruk, door geen rekening te houden met kleur en vorm der goederen en hierdoor bont en smakeloos blijven. Anderen, doch 't zijn er niet veel, hebben een aangeboren zin voor goeden toon, zoeken kleuren die stemmen en weten dan met veel inzicht hier of daar leven en beweging in de ten toonstelling te brengen met een piquant kleurtje of een glinsterend voorwerp, dat hierdoor tot zijn recht komt en na tuurlijk verkocht wordt, al blijkt later ook, dat de nieuwe eigenaar zijn nieuw- koopje in eene andere omgeving niet half zoo mooi vindt. Dat doet de kunst van étaleeren. Moeielijk is zij, doch loonend. Dat men in de laatste tijden ook op dit pnnt is vooruitgegaan pleit voor het ontwikkeld gevoel voor het schoone, terwijl men, door de noodige verwisseling te brengen, den beschouwer voor verveling bewaart. Waar zulke goede etalages te vinden zijn, alle zijn nog niet gereed zal waarschijnlijk wel aangetoond worden wan neer, als naar gewoonte, eene kleine ont dekkingstocht in deze ondernomen wordt. Onze straten worden steeds rijker aan fraaie winkelhuizen, en dan denkt men niet in de laatste plaats aan het schoone gebouw in Hollandsche renaissancestijl opgetrokken in de Groote Houtstraat, waar sedert menschenhengenis eene bakkerij ge vestigd is, thans daar nog gedreven door den Heer Kalb. Zelfs het oude uithang bord, de Geldcrsche Korenmolen, heeft eene verandering ten goede ondergaan, en draait weer even rustig op hare nieuwe haken als het oude ooit gedaan heeft. Op gelijke wijze is men thans doende een fraai, mede stijlhoudend gebouw te doen verrijzen hoek Zijlstraat en Bartel- jorisstraat. De oude tabakswinkel, tot den grond afgebroken, staat herschapen te worden in eene parfumeriezaak en blijft dns aan hare bestemming beantwoorden. In de groote Houtstraat, het kleederen- paleis van den Firma Peek en Cloppen- bnrg, is mede een deftig woonhuis in winkel omgeschapen. Goede vitrines en veel licht doen hier de werkelijk schoone toonkasten zeer aantrekkelijk zijn voor een groot publiek. In de laatste dagen heeft de herope ning plaats gehad van den nienw ver bouwden vischwinkel van de Firma Broek- meijer, hoek Lange Veerstraat en Ane- gang. Solide en met smaak heeft men de verandering bewerkstelligd, hierin bet voorbeeld volgende van den dusdanigen winkel in de Groote Houtstraat van den heer Van Broekhuijse, die een groot jaar geleden verfraaiing van zijn huis noodig keurde. Vrijdag ving de behandeling van de Indische begrooting aan. De eerste spreker was de heer Bool, die verklaarde, met ingenomenheid vernomen te hebben, dat de Min. ten aanzien van hervormingen in Indië niet met overijling te werk wil gaan. Hervorming in zake de opium-kwestie en de kofliekultuur is wenschelijk, maar zij moet geleidelijk plaats hebben. Spre ker juichte eene leening voor buitenge wone Indische uitgaven toe, maar bestreed het vestigen eener Indische schuld. Daar na bracht de heer I'ijnacker Hordijk zijn maiden-spech ten gehoore, die een uitne- menden indruk maakte. Hij is van oor deel, dat het financieele vraagstuk het belangrijkste is van allen, en het optre den van dezen Minister versterkte sprekers vertrouwen in de toekomst van Indië, daar de heer v. Dedem door eigen aanschouwing Indië kent, en steeds van zorg over de Indische finaneieën blijk heeft gegeven. Nu wilde hij met den Min. wel bezuini gen, maar veel meer verwachtte hij van versterking der middelen, in verband met bevordering van het produktief vermogen in Indië, door spoorwegen en irrigatie-wer ken, waarvoor geleend mag worden. Ook de lieer van Nunen verwachtte veel goeds van het optreden van dezen Minister op grond van zijn verleden, niet op grond van deze begrooting, die al de gebreken heeft van de vorige. Er worden allerlei kleine zaken voorgesteld, die het te kort vergrooten, zonder dat groote hervormin gen worden overgedragen. Spreker wees er op, dat bezuinigen hoognoodzakelijk is, dat beheerscht alle andere kwestieën, en spreker achtte de uitzending van een Kommissaris-generaal voor dat doel wen schelijk. De heer Kielstra, die overigens tegenover dezen minister met vertrouwen een afwachtende houding aannam, vroeg eenig meer licht aangaande Atjeh, en kwam krachtig op tegen het verregaande denigrement van den tegenwoordigen Goe- vernenr. Spreker noemde dat denigreeren onvaderlandslievend, 't Is, zeide hij, trou wens niet vreemd, dat de uitnemende man nen in Indië aan intrigue bloot staan, en hij noemde tal van voorbeelden, om dit oordeel te streven. Hij waarschuwde tegen elke gemotiveerde verandering van tabtiek tegenover Atjeh. Zijns inziens is de blokkade eene politieke fout geweest, maar toch moet men, meent hij, die blok kade niet verzwakken, of opheffen, voor dat het daarmee beoogde doel is bereikt dat zou stelselloosheid bewijzen. De heer Guijot, die ook verklaarde dezen Min. met genoegen te hebben zien optreden, ver- eenigde zieh met veel van 't geen de vo rige spreker betreffende Atjeh had opge merkt. De heer Levysshon Norman noem de zichzelf vervelend omdat hij als spe cialiteit telken weèr op't zelfde terugkwam. Met veel zaakkennis zette hij opnieuw niteen wat voor hem 't eerst noodige was: beperking van heerediensten, invoering van individueel grondbezit en beteugeling van den invloed van vreemde Oosterlingen, met name van Chinezen. Spreker bestreed twee redevoeringen van den heer Cre- mer, omdat hij die door de versprei ding van wege de Liberale Unie min of meer tot liberaal program gestempeld achtte. De heer Geertsema achtte een al gemeen debat praematruur. In de enquête zag hij weinig heil, en bij meende, dat men nu reeds in Indië een eipde kan ma ken aan de geldverspilling voor materieel, als men maar wil. Spreker sympathiseerde ten volle met 's Ministers oordeel betref fende decentralisatie. De heer Land be weerde dat door de blokkade van Atjeh aan onze marine een slag is toegebracht, waarvan zij zich in de eerste jaren niet zal herstellen. In twee jaren tijds is door sterfte meer dan 55 pet. van de sterkte verloren, en oorzaak dajirvan waren gemis aan goed logis, te zware dienst, te strenge tucht. Hij erkende echter, dat we thans op een goeden weg waren, we krijgen betere schepen en betere voeding. De heer van Vlijmen waarschuwde ook tegen den tonemenden invloed der Chinezen. HAARLEM, 17 November 1891 In de bijeenkomst van'de Haarlem- sche Vereeniging „Weldadigheid naar Ver mogen", Maandag avond gehouden, trad als spreker op de Voorzitter der Vereeni ging, Jhr. Mr. A. J. Retbaan Macaré, met het onderwerp: De beginselen van Armen zorg en de wijze waarop ze in praktijk behooren te worden gebracht. Na een woord van dank aan allen, zoo die door hnnne opkomst als op eenige andere wijze W. n. V. flnantieel of moreel ge steund hadden, constateerde Spreker, dat gedurende het driejarig bestaan de erva ring fouten in bare organisatie heeft aan het licht gebracht. Zoo b.v.b. werkt zij te lang zaam en beschikt de Commissie van huis bezoek niet over genoegzamen tijd tot gron dig onderzoek, redenen om na te gaan hoe gehandeld behoort te worden. Onder alle soorten van regeeringsvor- men zijn armen en armoede. Zij zal onuit roeibaar zijn zoolang er maatschappelijke zonden bestaan, want in zeer veel gevallen ontstaat armoede door eigen schuld. Men komt er toe, de armen te verdeelen in vijf klassen: Armoede ontstaan buiten eigenschuld. Deze armoede verdient alle sympathie. Armoede ontstaan door onbe dachtzaamheid. Hier moet getracht worden den arme de gevolgen van zijne zorgeloos heid te doen te boven komen. Armoede door eigen schuld. Verdient geen sympathie, doch moet met heel wat overleg geholpen. Armoede die het gevolg is van laatstbe doelde. Geveinsde armoede. Zij moet ont maskerd. Blijkt uit een en ander, dat de armen niet op eene lijn gesteld kunnen wordeD, dan is ook duidelijk dat in de hnlpver- schaffing verschil moet bestaan. De armen die lijden door eigen schuld zijn overge laten aan de politiezorg; ze op te heffen is eene zaak van partikuliere zorg. Doch hoe de slachtoffers van deze categorie te helpenaangezien de uitwerking der hulp indirect verkeerd is! Men zorge voor de kinderen, hunne opvoeding behartige men, opdat zij niet vervallen in het kwaad hun ner onders. Alle weldadigheid, die geen onderscheid maakt in de soort van armen werkt schadelijkmen scheide het kaf van het koren, wat heel moeielijk is, daar velen hun toestand gedeeltelijk verzwijgen Om de ware armoede bij te staan zijn vele wegen ingeslagen b. v. b. in Engeland het stelsel van werkhuizen, vastgesteld bij de wet van 1834, in 1871 gewijzigd. De toe stand dier inrichtingen werd echter zoo, dat zij veranderden in een soort rasphuizende ware armen wilden er niet heen, terwijl bij het stichten van vele Vereenigingen van Weldadigheid jnist de veelheid het kwaad in de hand werkte. Ten laatste ontstond eene Vereeniging in Engeland die het kwaad wilde bestrijden door samenwer king en dit is de goede weg. Na de Engelschen de Duitschers, die de meening verkondigen, dat de armen in de eerste plaats behoefte hebben aan toe wijding, aan liefdepersoonlijke aanraking der minder en meer bedeelden kan niet anders dan heilzaam werken. Inmiddels is men overal doende de vraag: Hoe moeten wij onze armen verzorgen te beantwoorden. Spreker ziet slechts heil in centralisatie, want zie, de staat heeft te zorgen voor hen die door niemand geholpen worden; de kerkgenootschappen hebben hnnne ar men en de verschillende fondsen van wel dadigheid even zoef en alle drie werken naar verschillende beginselen, gevolgen van verschillende reglementen. Het doel van Weldadigheid naar Vermogen is ze allen samen te brengen, zij verzamelt met zorg de gegevens en is bereid in te lichten, maar ontvangt ook gaarne inlichtingen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1891 | | pagina 1