Eerste Blad.
No. 55.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Veertiende Jaargang
144.
van WOENSDAG 27 April 1892.
Nieuwsberichten.
T E L K P H O O N N U M M E R
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenr —,25.
p franco p. poet —,40.
Afzonderlijke nommers 3 eenten per etnk.
Prijs per Advertentie ran 1 tot 5 regale 25 eenta, elke regel
meer 5 cents, groete letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG de» middag» ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verschenen werken op aanvrage
ter bezichtiging te verkrijgen bij de boek
handelaars De Erven Loosjes.
Ds. M. J. MEES, Eert bundel preeken
ing. ƒ1.50. geb. ƒ1.90.
SULLY PRUDHOMME, De gerechtig
heid2.90
PIORE DELLE NEVE, Walter
ing. 1.90. geb. 2.50.
J. STAMPERIUS, Wilekracht en Genie
Tnfreelen uit het leven van Edison
ing. .76. geb. ,1.10.
E. ZU1DEMA, Hoofdpunten der Alge-
meene Geschiedenis,2.50.
STANTON COIT, De Ethiechebeweging
in onzen tgd,1.50.
Mr. N. CRAMER, Van Emderis Recht
spraak op de begraafwet en ziekenwet 12.5
Het Eervol Ontslag van den kapitein
C. Roelants.20.
J. V. DAM, Natuurkundige vraagstuk
ken .60.
AGATHA SNELLEN, Nieuwelingen op de
Kostschool, Tooneelatukje voor meisjes .50.
Bnitenlandscbe nieuw versohenen werken
PAUL DE ROUSIERS, Ia vie Amcri-
caine compl. en 44 iivraisons a.45.
GEORGES DUPLESSIS LesAndran.. ,1.90.
OTTO BUCHNER. Eührer durch das
Lahnthal1.30.
BAUMGARTEN, Arbeiter auf dem Ge
blete der Pathologischen Anatomie und
Bacteriologie3.25.
ERNST VON HESSE-WARTEGG, Die
Einheitszeit naeh Stundenzoneji, ihre
Einführung im Weltverkebr und im ge-
wöbnlicben Leben1.
Dr. EUGEN PAPPENHEI M, Johannes
Amos Comenius. (Denkrede).40.
Alle bovenstaande werken verkrijgbaar
bij de Erven Loosjes, boekhandelaars,
Ged. Onde Gracht, 86, te Haarlem.
Toonkunst-Programma.
Getrouw blijvende aan de gewoonte, de
werken, welke door de afd. Haarlem van
de Maatschappij tot bevordering der Toon
kunst worden ten geboore gebracht, met
een kort woord voor den belangstellenden
lezer van dit blad in te leiden, willen
wij over het programma van morgen
(Woensdag) avond een en ander in het
midden brengen, dat mogelijk dienen kan
tot beter begrip der uittevoeren werken
en iets tot verhoogiog van het mazikale
genot kan bijdragen.
Zooals bekend is, worden gemaaktDer
Triumph der Liebe van Henri Vink en
Bas Milrchen von der schónen Melusine
van H. Hofmann, beide voor soli, koor
en orkest. Het eerste werk is een lofzang,
eene hymne op de Liefde, naar fragmen
ten nit een gedicht van Schiller.
Gereedelijk laat zich de daarin behan
delde stoffe in vier deelen splitsen, die in
het toonwerk, zonder het jnist in zoovele
deelen te verdeelen, zijn terug te vinden.
Het eerste deel roemt in een korten
aanhef de liefde als het heerlijkste ge
schenk van God.
Selig durch die Liebe
G'óter durch die Liebe
Menschen Göttern gleich!
Deze gedachte wordt later af en toe in
het gedicht herhaald.
In het volgende gedeelte schetst de
dichter den mensch, toen deze de liefde
nog niet kende en de goddelijke hemelgave
nog niet zijn hart vervulde. Dan volgt
het ontstaan der liefde:
Und siehl der blauen Flut entquillt,
Die Himmelstockter sanft und mild.
om ten slotte hare kracht uit te drukken
in beelden en tafereelen, ontleend aan de
Grieksche mythologie.
De muziek is hoofdzakelijk voor koor
geschreven en verder voor twee solo-stem
men (sopraan en baryton), die nog dik
wijls door het Koor worden begeleid.
Het orkest heeft een zwaren taak te
vervullen, vooral in het Fnga-koor en het
Slotkoor.
Het werk van den heer Vink werd te
Dordrecht in December 1887 voor de eer
ste maal met groot succes uitgevoerd en
geprezen om de degelijke mnzikale bear
beiding.
Het tweede Opus, waaraan de avond
gewijd, wordt is aan velen bekendhet werd
hier reeds nitgevoerd in Jannari van 1886,
eveneens door de zangvereeniging deraf-
deeling.
Das Marchen von der schonen Melusine
naar de Dichtung van W. Osterwald le
verde Heinrich Hofmann de stof voor eene
uiterst dankbare cantate, zooals het Men
delssohn reeds vroeger kon inspireeren
tot het scheppen van een zijner heerlijkste
ouvertuien. Geschreven in den volkstoon,
met friBsohe jagerskoren, schoone liederen,
teedere liefde-zangen, rijk aan zonnige,
idyllische tafereeltjes, mag het werk op
eene lijn gesteld worden met Gade's Erl-
königs Tochter, Hillers Loreleg, Bruch's
Schim Ellen en Frithjof, Erdmansdörfers
Prinzessin Ilse en zoovele andere schep
pingen der nieuwere muzikale romantiek.
De inhond van het gedicht komt in groote
trekken, neer op het volgende. Melnsine
die Herrin des Horn's toeft met de
aan haar ondergeschikte Nixen (waternim
fen) op een zonnigen morgen aan de boor
den van den stroom. Bij .het rijzen der
zon zoeken hare znsteren koeling in den
vloed. Melnsine kan ze niet volgen, daar
zij half-menscb, half-visch gedoemd is,
in eenzaamheid voort te leven. Treurend
aan den woud-zoom achtergebleven,denkt
zij aan graaf Kaimond, die menigmaal met
zijn jachtgezellen dit oord bezoekt en reeds
lang haar hart in vlam heeft gezethem
wijdt ze hare zoetste herinneringen, hare
schoonste zangen. Plotseling weerklinkt
het jachtsignaalRaimond verschijnt met
zijn gezellenhij ontdekt Melnsine en
waagt het, de scboone te naderen. Zijne
liefde bekoort haar dermate, dat zij toe
stemt Raimond te volgen naar het slot
zijner moeder, evenwel niet, voor dat Rai
mond gezworen heeft, de zevende dag van
elke week aan Melnsine aftestaan en zelfs
niet te onderzoeken, waar zij zich op dien
dag zal bevinden. In blijden optocht gaan
zij samen, vergezeld van den inmiddels
weder verzamelden jagersstoet, naar het
slot. Klothilde en Sintram, de moeder en
de oom van Raimond, zijn echter minder
ingenomen met de schoone bruidzij over
laden den jongen graaf met verwijten.
Daarby voegt zich de woede van het volk,
dat met luid en woest getier zich voor
het slot vereenigt om de heks te zien.
Raimond, ten einde raad, bezwijkt ten
lestehij zal Melnsine aan het volk ver-
toonen. Het is evenwel juist de zevende
dag der week, doch hij stoort zioh daar
niet aan en breekt den eens gezworen eed.
Zoekende vindt hij Melnsine met de Nixen
in het bad aan den zoom des woudshij
ontstelt over haar tweeslachtig bestaan
en gevoelt zich verloren. De koning der
watergeesten kondigt hem het verlies van
Melnsine aan nog eenmaal werpt hij zich
in de armen der geliefde, om door haren
laatsten kus te sterven. Melusine verlaat
daarna voor goed het rampzalig oord.
De solo-partij van Raimond in het toon
werk is toevertrouwd aan den heer Paul
Haase, die haar ook bg de vroegere uit
voering, dank zij zijne gloedvolle voor
dracht, uitnemend tot haar recht braoht
Melusine zal gezongen worden door Me
vrouw Lydia Holm uit Weimar (geb. te
Soerakarta op Java) terwijl de minder
dankbare party van Sintram in handen is
van den heer van Duinen uit Amsterdam.
Voegen wij hierbg het Koor der afdee-
ling eu het orkest uit het Concertgebouw,
te Amsterdam, dan is zeker het vermoeden,
morgen avond eeue mooie uitvoering te
hooren, gewettigd.
B.
De degen, welke Columbus droeg
bij de ontdekking van de „nieuwe we
reld", is thans, na 400 jaren, in Ame
rika terug. Hg behoort aan het museum
te Salzburg en is naar Chicago overge-
bracht voor de wereldtentoonstelling al
daar.
Te M'Kees-port in Pennsylvania
gaf dezer dagen een bekend schutter,
Frank Sergeant, voorstellingen. Hij schoot
een appel van het hoofd van zijn helper
en wel, terwijl hg met den rng naar hem
toegekeerd stond en door middel van een
spiegel zyn buks aanlegde. Vijf jaar lang
heeft Sergeant in verschillende steden
tallooze malen het gevaarlijke schot met
goed gevolg gelost. Op 19 dezer zag men
eohter na den knal den helper, een zekeren
Ferguson, waggelen en neerstorten. De
kogel was hem in het hoofd gedrongen.
De ongelukkige leeft nog, maar de ge-
neesheeren geven weinig hoop op zyn
behoud.
Op Goeden Vrijdag zyn tijdens den
kerkdienst uit de gevangenis te Larissa
22 gevangenen door een onderaardsche
gang, waaraan zij minstens 3 maanden
hadden gegraven, ontvlucht. De Grieksohe
regeering zond troepen naar de Tnrksche
grenzen om de vluchtelingen op de grenzen
tegen te houden.
Naar aanleiding van het ongeluk
in Hampsteadstation, waarbij twee vrou
wen en zes kinderen doodgedrongen wer
den, schrijft iemand in de Times:
„Het rampzalige gedrang zou nooit
plaats hebben gehad, indien de Engelschen
even inschikkelijk, m. a. w. even ordelijk
en goedgemanierd, waren als de Franschen
en andere volken op het vastenland. Te
Parijs kan er geen menigte zoo talrijk
bijeenkomen, hetzij om in den spoortrein,
in de tram, in de rivierbootjes, in den
Fiffeltoren of in den schonwbnrg toegang
te krijgen, of ze rangschikken zich zon
der dat de politie een woord zegt, uit eigen
beweging in een enkel of dubbel gelid,
alle aohter elkaar, teneinde ieder op zijne
benrt geholpen te worden, naar den ouden
regel: „wie 't eerste komt, het eerste
maalt." Zyn Engelschen te zelfzuchtig,
of zyn zij ten onbeschoft van natnnr, dat
dat hetzelfde hun niet geleerd kan wor
den?"
Volgens officieele inlichtingen is
tot einde Maart 125 millioen roebel nit
de Rnssische schatkist gelicht voor de
slachtoffers van den hongersnood. Er wer
den 8 millioen pud graan uitgedeeld en
2,300,000 pud zaaikoren. Er ligt 17
millioen pud graan in voorraad, terwyl
2 millioen pud beschikbaar is voor het
zaaien.
Volgens officeele mededeeliegen uit de
zuidelijke gouvernementen is daar in de
laatste dagen een warme regen gevallen,
die goed is doorgedrongende stand der
wintergranen is goed.
De scherpe koude in de nachten
van 17, 18 en 19 April heeft in de
wgnbergen van het Gironde departement
veel schade aangericht. Dinsdag nacht daal
de de thermometer tot vgf graden onder
nnl, waardoor bijna alle wijnstokken be
vroren. Geheel Bas-Mèdoo kan als verloren
beschouwd worden en het overige gedeelte
van Mèdoo is zwaar aangetast, behalve
de gemeente Saint-Julien, Saint-Estéphe
en Pauillac, die het minst getroffen zijn,
zonder geheel gespaard te zyn.
In les Graves is bijna alles verwoest;
vooral heeft le Hant-Baion veel geleden.
Te Sauterne en te Barsao valt op geen
goeden oogst meer te rekenen.
In korte woorden: minstens de helft
van den oogst kan als verloren beschouwd
worden.
Woensdag middag zaten alB gewoon
lijk tal van bezoekers hun tweede ontbijt
te gebruiken in het café Riche op de
boulevard des Italiens te Parijs, toen plot
seling drie spiegelrniten met groot geraas
in stukken vlogen, zoodat men verschrikt
opsprong, natuurlijk aan niets anders den
kende dan aan dynamiet. De zaak was min
der erg, want op straat hadden een paar
agenten, geholpen door voorbijgangers,
een jong man gearresteerd, die eenvoudig
door met kracht werpen van drie stukken
asfalt de glazen verbrijzeld had. Hij riep
luidkeels, dat hij tot Ravachol's bende
behoorde. Bij zijne ondervraging gaf hg
op Albert Dutall te heeten en omtrent 27
jaar oud te zijn.
Hg beweerde geen thnis en geen werk
te hebben, en daar hy hongerig was had
het gezicht van al die overdaad genie
tende menschen hem geweldig geërgerd.
De sociale onrechtvaardigheden wilde hg
niet langer dulden.
Op de vraag of hg anarchist was,jzeide
hg „ja". Over zijn vroeger leven weigerde
hij inliohtingen te geven, hij is in arrest
gehouden.
Een der bedienden van het café is door
de glasscherven lieht gewond.
Te Blois heeft de huisknecht der
echtgenooteu Morean, Zaterdagavond thuis
komende, zyn heer en vrouw in hun bloed
badende op den grond gevonden. Mevr.
Morean kon nog worden bijgebraoht, zoodat
zij de twee moordenaars en dieven kon
beschrijven. Haar toestand is echter wan
hopig. Haar man was reeds dood.
Te Turin viert Lndwig Kossüth, da
voormalige dictator van Hongarije, wiens
gloeiende welsprekendheid in de stormach
tige jaren 1848 en '49 't geheele Hon-
gaarsehe volk tegen Oostenrijk in de wa
pens riep, eerstdaags zyn 90en verjaardag.
Onbuigzaam en fier weigerde hg steeds ge
bruik te maken van de amnestie der re
geering, zoodat hy ook nimmer de keuze
tot lid van de rijksdag aannam, daar hg
volstandig bleef weigeren den eed van
trouw aan 't regeerend stamhuis af te
leggen.
Talrijke deputaties uit zijn geboorteland
maken zich op om den grijzen volksman
op zgn jaarfeest te Tnrin de hnlde te bren
gen van de velen, die de herinnering aan
zgn vaderlandsliefde, toewijding en dap
perheid ongeschonden bewaard hebben.