HAA Eerste Blad. No. 97. Veertiende Jaargang 144. van WOENSDAG 7 December 1892. N ieuwsberichten. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. TELEPHOONNUMMER TELEPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenr ,25. franco p. post ,40. Prijs per Advertentie van 1 tot 5 regels 35 cents, elke regel Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. meer 6 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertmtiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags tm 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs versohenen werken, op aan vrage ter bezichtiging te verkrygen bij De Erven Loosjes, te Haarlem. LESSING. G. E. Nathan de wijze. Me trische vertaling door Taco H.de Beer 1.90. KALFF. S. Herinneringen en Schetsen geb. 3.35. BRINK. Dr. JAN TEN, De Bredero's. Eene novelle uit de geschiedenis der Nederl. Letterkunde 2 dln5. STURSBERG. J. J. Hudson Taylor en de zending iu de hiunenlanden van China1.50. CORA, Eén uit 't nestje1.60. HELM, CLEMENTINE, Tante Regina geb. 2.25. MEIJBOOM, Dr. H. U, De bewegelijk heid der Theologische Encyclopaedic. Redevoering bij de aanvaarding van het Hoogleeraarsambt aan de Rijks-Univer siteit te Groningen.50. -Champagne kalender par Jean qui rit geb. .50. Buitenlandsche nieuw verschenen werken 35NGELMANN, EMIL, DiePfingstfahrt. Ein lustiger Sang aus dem Schwarz- waldgeb. 3.30 Das Nibelungenlied für das deut- sche Hausgeb. 1.95. Das Gudrun Lied für das deut- sche Hausgeb. 1.96 BLUM HANS, Die Wahrheit über die Emser Depesche vom 15 Juli 1870. Vortrag.20. HAEUSELMANN'S Letzteszeichenta- scbenbuch für den Lehrer2.30. JVIedicinisches Hans-nnd Gesundbeitslexi- kon- Bearbeitet von einem bewiihrten Medizinergeb. 3.25. GRaTZER Dr. EU GEN, Recept Samm- lung in Westentaschenformat. 800 Re- cepte für die ta^liche Praxis1.20. MONTI Dr. ALVIS, UND Dr, EMIL BERGGRiiN, Die chronische Anamie im Kindesalter3.90. PHILIPPI, Botanische Abhandlungen. Aus deu „Anales del museo nacional de Chile"2.60. Der Guernul der ChileDcn. Aus deu „Anales del museo nacional de Chile"1.65. GAGNEBIN, Elle ou point d' autre.. 1.05. BENARD. CH. Platon. Sa Philosopbie 5.50. FLAMMARION CAMILLE. La planète Mars et ses conditions d' habitabilité 6.60. PICQUÉ Dr. L. Congres francais de Chi rurgie, 6e session Paris 1S928.80. "Tïgaro illustré, Numéro de Noël 1892.. 1.90. 1' Illustration, Numero de Noël1.40. The Graphic, Christmas number.70. Londen News, .70. Bovenstaande werken zyn voorhanden bij de boekhandelaars de erven Loosjes. Tweede Kamer. In de zitting van Woens dag vervolgde de Min. van Kol. zijne re de. Uitvoerig verdedigde hij de nieuwe scheepvaartregeling in Atjeh. De blok kade werkt schadelijk en er moest een einde aan komen. De Min. erkende, dat zij, die zich in de havens vestigden, verzekerd moeten zijn van onze krachtige bescher ming, wil de Atjeher vertrouwen op ons stellen. Bemoedigend is de meening van den vader der scheepvaartregcling, den Heer Sohorer. De Goeverneur van Atjeh is vrij in zijne bewegingen om buiten onze ge- koncentreerde postenstelling op te treden. Wat Lombok betreft, de Min. achtte die zaak niet zoo bezwaarlijk als de heer Levyssohn Norman. Met de beschouwing van den heer Kieletra over Sumatra's Westkust was hij het geheel eens. De heer van Houten bleef de invoering van uieuwe belastingen bestrijden, waar zoo veel koffie wordt gerezerveerd, en hij bleef het ook atkenren, dat de Min. de kwestie van de oentrallizatie zoo op den achtergrond stelde. Spreker erkende den heer Kenohenins niet als een liberaal op Koloniaal gebied, daar deze Dooit heeft medegewerkt met de liberalen om den ag- rarischen toestand te verbeteren. Heeft de Goev. Gen. met den Minister Kenchenius overlegd omtrent de zaak der deeentraliza- tie, dan is dat overleg gegrond geweest op eene zoo langzame beweging te dier zake, dat spreker er geen genoegen mee kan nemen. Wat de soheepvaartregeling in Atjeh betreft, vreesde hij, dat de ra ming van de kosten door den heer Sohorer veel te laag ie. De heer Guyot verklaar de, dat dee Ministers betoog hem niet over tuigd had, dat de blokkade ondeugdelijk zou zgn. De heer A3. Markay achtte het oogeublik voor verandering onge- wenscht. De heer Geertsema wees er op dat de bevolking van Sumatra's west kust niet, gelijk de Min. beweert, grooten- deels uit landbouwers bestaat, maar uit handelaars, zoodat de Min. bedrogen zal uitkomen, indien hij daar alleen grond belasting wil hebben. De heer van Löben Seis wees op de vermoedelijk hooge kos ten der soheepsvaart8regeling. Na re pliek van den Minister werd het algemeen debat gesloten. Art. 1—4 werden goed gekeurd. Bg art. 5. besprak de heer Levyssohn Norman de wensohelgkheid, om de directeuren, hoofden der departementen van bestuur meer in direkte aanraking te brengen met den Goev. Generaal, en alzoo te komen tot eene beperking van omvang en macht van den algemeenen Se cretaris. De heer v. d. Velde besprak den rechtstoestand der inlandsehe christenen, en wees op verschillende onbillijkheden ten hnnnen aanzien. Bg art. 16 protes teerde de heer Levyssohn Norman tegen het recht, dat aan chefs bg het spoor wegwezen wordt gegeven tot het opleg gen van disciplinaire straf der dwang arbeiders, werkzaam bij de spoorweglij- nen. De heer Geertsema zou een amende ment voorstellen op art. 28 (keuring voor Indische ambtenaren met verlof). De heer Levyssohn Norman besprak de kwestie van de verlenging van den tering n voor de huur van in erfelgk individueel bezit door iolanders bezeten gronden, drong aan op afzonderlgke regeling van de uitgifte van woeste gronden, en behandelde de landrente De heer Pgnacker Hordgk klaagde over de gebrekkige politie in de Vorstenlanden. Op alle deze opmerkingen antwoordde de Minister. Daarna kwam in behandeling art. 47. {Koffie met een amendement van de Komm. van Rapp. om het art. uit te trekken op f 10.710.309 in plaats van op 11.710.309 zooals door de Regeering is voorgesteld, alsmede met een motie van den heer van Houten, waarvan de bedoeling is geleide- lgk te streven naar de opheffing van het koffie-monopolie. De Heer Levyssohn Norman lichtte het amendement toe. De heer Kielstra etelde voor en verdedigde een amendement, om het art. te vermin deren met f 286.400, met het doel om het koffie-monopolie in de Minehassa (Menado) te doen vervallen. De heer van Honten richtte eenige vragen tot den Min. bet rellende de meerdere of mindere geneigdheid der Begeering, om een begin te maken met de opheffing van het mo nopolie. Mocht spreker op die vragen een bevredigend antwoord ontvangen, dan zou hg er toe kunnen komen, eene principi eels beslissing omtrent de koffie-kultuur thans niet uit te lokken. Donderdag werden de beraadslagingen voortgezet. De Heer Hintzen was van oor deel, dat de motie-van Houten geen rekening hondt met de belangen der schatkist. Hg achtte den tgd ook nog niet gekomen voor de volks koffie-kultuur. Het stelsel van bgslag door den Minister wensehte hg als proef in te voeren in éen of twee rezidentiën, en, slaagt zg, voor te berei den de partikuliere knltnur. De heer Le vyssohn Norman bestreed, namens de Kommissie van Rapporteurs, het am. Kiel stra, om de koffieknltnur in de Minehas sa op te hefien, dat de grenzen van een amendement te buiten gast. Bovendien had de Min. een onderzoek toegezegd, In privé bestreed de heer Norman het denk beeld, dat de volks koffie-knltnur onmo- gelgk zou zgn, en wil hij wel medegaan met de motie- van Houten, mits aangevuld en uitgebreid. De Min. van Kol. bestreed den heer Hintzen en meende, dat niet enkel het belaDg van partikulieren, maar bovenal dat van den inlander moet wor den behartigd, en warm pleitte hg voor bescherming van den Javaan, die door den voorgestelden maatregel zal worden gebaat. Zonder dien maatregel kan men de goevenements-kultnur wel prijs geven. De Min. bestreed het amendement der Kommissie om het krediet van U/s mil joen tot Vs miljoen te verminderen, omdat daardoor de beteekenis van het voor stel zou verloren gaan, om den arbeider zgu loon toe te kennen. Ook bestreed hij het am. Kieletra, om het koffie-monopo lie in de Minehassa op te heffen. Veel beter is, het voorstel van den Goev. Gen. af te wachten. Ook de heer Pynacker Hordgk bestreed het am. Kielstra als ontijdig. Hij ontkende, dat de heer Hint zen de partiknliere nijverheid op deD voorgrond zou hebben gesteld. De heer Hintzen zelf sloot zich daarbij aan. De heer van Houten verdedigde zgne motie. Hg was n!6t in Indië geweest, en hij zou zich zeker niet op den voorgrond stelleD, als hg de verdedigiug zgner beginse len veilig kon overlaten aan hen die er wel geweest zgn. Hg betreurde, dat alle Indische specialiteiten mank gaan aan Konservatieme, niet in opvatting, maar in uitvoering. Hg wilde trachten een duidelgker verklaring nittelokken van de eensgezindheid tnsschen den Min. en hem. Zijne motie bevat, zeide hij, niets vgandigs tegen de Regeering, maar be oogt haar douce violense aan te doen in haar eigen richting, en de Kamer te ontheffen van de verantwoordelgkbeid ten aanzien van de koffie-kultuur. Hg is overtuigd, dat er meer koffie zal geteeld worden in vrgheid, en dat. wie de kof fie-kultuur wil in stand honden, van etelsel moet veranderen. Bg aannemiDg zgner motie zal men nog lang de goe- vernements-knltnur behouden, maar achter deze eene bloeiende vólks-kuituur krggen. Hg bestreed ook de bezwaren tegen het amendement-Kielstra ingebracht. De heer Kieletra handhaafde en verdedigde nader zgn amendement. De heer Hintzen stelde nu voor om art. 47 te verminderen met 1 miljoen, uitsluitend om de stemming over het am. der Komm. van Rapp. zui ver te houden. Namens de Komm. bestreed de heer Levyssohn Norman het voorstel van den heer Hintzen. Na repliek van den heer Pynacker Hordgk werd besloten een avond zitting te honden. In die avondzitting verklaarde de Min. van Kol. dat hg zich reeds bereid had verklaard, de verplichte kuituur los te laten, waar dit mogelgk blijkt. Hg meende echter voorzichtig te werk te moeten gaan en rekening te moeten houden met het standpunt, waarop de Indische volks-plan- ter nog staat. De Min. handhaafde zgn bezwaar tegen het am. Kielstra. De heer Hintzen wgzigde zgn amendement, en stel de voor vermindering van het art. met f 1.1.90.080. De heer Tgdens sprak de hoop uit, dat de motie-Van Houten en het am.-Kielstra met groote meerderheid zouden aangenomen worden. Hg verklaar de den Min. en den heer Levyssohn Nor man niet als specialiteiten ie erkennen, daar zg niet hoog genoeg stonden, om do belangen van den inlandschen landbouwer te kunnen beoordeelen. De heer Geertse ma etelde als motie voor: „De Kamer, van oordeel, dat het wenechelgk is, het koffiemonopolie in de Minakasea te laten vervallen, gaat over tot de orde van den dag." Na nog eenige replieken en de ver klaring van den Minister, dat hg, als de motie v. Honten maar niet dadelgk toe passing eischt, de toekomst voorziet, waarin die motie werkelgk toepasselgk zal wor den, en dat hg de motie Geertsema voor barig acht, werd tot stemming overge gaan. De motie van Honten werd aan genomen met 35 tegen 29 stemmen, en de motie Geertsema met 42 tegen 24 stem men. Het amendement der Komm. van Rapp. werd aangenomen met 46 tegen 18 stemmen. Daarna werd art. 47 zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, evenals artt.48-53. Bg de 5de afdeeling (Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid) besprak de heer Donner de wenschelgke reorganizatie der Protestantsche Kerk in Indië, en bg art. 61 de heer Bool de subsidiën voor Wees huizen. De heer van Beerningen vroeg bg art. 66 naar nadere rapporten betref fende de Ombiliës-eteenkolen, waarop de Min. beloofde de stukken omtrent de kolen ontvangen aan de Kamer te znllen over- Vrgdag werd het debat voortgezet. Uit een, naar aanleiding van een opmerking van den heer van Kerkwgk, door den Min. gegeven antwoord bleek, dat de aan leg van den Spoorweg op Sumatra meer zal kosten dan geraamd was. De heer v. Kerkwgk kwam op tegen de tuohtiging van dwangarbeiders op last van een sectie- ingenieur. De Heeren Kielstra en Geert sema bestreden die afkeuring, die gedeeld werd door den heer Levyssohn Norman. De Min. verwees naar de toekomstige regeling en bevoegdheid tot strafoplegging. Goedgekeurd werd de post van ƒ30.000 voor proefneming met het opium-regie. De Min. nam over een amendement van den heer Geertsema, om ÏO'OOO uit te trekken voor de kosten van keuring van ambtenaren en officieren. Bg de 8ste af deeling Marinedrong de heer Guyot op eenigen spoed met het onderzoek naar de beste wgze van versterking der zee macht in Indië. Bg art. 46 van Hoofd stuk I. uitgaven in Nederland) wenscht de heer Kielstra, dat aan de Koninkl. Milit. Akademie, evengoed ale aan den hoofdkursus te Kampen, de opleiding voor offioieren in Indië meer op Indiesohen leest werden geschoeid. Bg art. 47 werd door den heer de 'Ras de Koloniale Ka zerne zeer geroemd, en op uitbreiding daarvan aangedrongen; blijkbaar etelde deze afgevaardigde er hoog belang in, dat een gedeelte van deze rezerve te Maastricht in garnizoen werd gelegd. De behandeling van het defensieplan op Java in geheime zitting werd uitgesteld tot aan het win- terreces. Bij art. 22 beloofde de Min. van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1892 | | pagina 1