LADY GRAGE. EEN ROMAN TAK Mevrouw HENRY WOOD. Uit het Engelsch. 8) „Het zal u gaan gelijken," zei zij, terwijl ze het gezichtje bekeek „pre cies uwe oogen, zoo diep, zoo don ker" en „zoo mooi" had zij er bijna bijgevoegd. Het kind strekte de hand uit naar hare hermelijnen boa. „Een dot van een jongen 1" riep zij bewonderend uit. „En hoe heet hij „Gyras. Het was Edith's verlangen, dal hij naar haren vader zou worden genoemd." „Die arme Edith 1" zuchtte Lady Avon, terwijl zij het kind weer aan Dina overhandigde en opstond. „Niet wei nig wordt de treurigheid van uw ver lies door het plotselinge van dat sterf geval verhoogd. Het spijt me zoo, dat ik geen afscheid van haar heb kunnen nemen." In antwoord daarop slaakte de heer Baumgarten een diepen zucht, terwijl hij andermaal Lady Avon den arm bood. „Dat is waar," zei ze, toen hij haar in het rijtuig hielp. „Ik moet u nog altijd gelukwenschen in deze, uwe nieuwe woning. Is het zoo, dal gij zelf de reparatie hebt moeten bekostigen „Ja. Ik kreeg onverwacht eene kleine erfenis, en die heb ik daarvoor maar besteed." „Van uw vader?" „0 neen, van een verwijderd bloed verwant Kolonel Baumgarten. Mijn vader is reeds jaren dood. Hij was ook predikant en stond ergens in Kent." „Het doet me werkelijk pleizier, dat gij hier nu zijt. Nu, adieu." „Goeden dag, Lady Avon. Naar huis, James," voegde hij den Jockey toe. Reeds des anderen daags loog de heer Baumgarten naar Avon House, in hervatting zjjner bezoeken. In het vertrek, waar hij toegelaten werd, be vond Lady Grace zich alleenzij wist niet, dat hij verwacht werd. Zichtbaar ontstelde zij dan ook, toen ze hem zag. Ze mocht zich moeite gegeven hebben, om Ryle Baumgarten uit haar hart te verbannen, alles was, tot nog toe, vruchteloos geweest: spijt, ja- loerschheid hadden haren hartstocht eer nog aangewakkerd. Het bloed steeg eerst naar hare wangen, doch liet die dadelijk daarna doodsbleek. Vol medelijden, bij de vrees, dat zij onwel was geworden, stak Baumgar ten haar de hand toe. „vVat scheelt er aan?" vroeg hij belangstellend. „0 niets, niets," antwoordde zij, op nieuw blozende. „U komt zeker voor mama: ik zal haar waarschuwen." „Ja, ik had het Lady Avon beloofd." Juist trad de Gravin binnen en uit hare woorden kon Grace opmaken, dal dit bezoek wel spoedig door meer dere bezoeken zou wordeD gevolgd. Verheugde Grace een dergelijk voor uitzicht? O, Lezers, zoo ge ooit hebt liefgehad als zij, zoo vurig, zoo harts tochtelijk, waartoe dan die vraag? Is het samenzijn met iemand, dien men liefheeft, dan niet verkwik kend als hel morgenlicht? Zou zijne komst niet altijd den donkersten nacht in heerlijken zonneschijn doen ver- keeren? Werden vroeger door Grace de bezoeken van Baumgarten op hoo- gen prijs gesteld, thans zou hij haar minstens even welkom zijn, al had hij intusschen aan een andere toebehoord. Zij zag hem dus bij herhaling we der; en, streed Lady Grace al met kracht tegen het haar meer en meer overmeesterend gevoel, te vergeefs riep zij daarbij adeltrots, spijtigheid en meer andere bondgenooten te wapenhare hartstocht was te sterk ook hier ver koos de liefde naar geene rede te luisteren. En hij nu Gaf hij zich maar zoo dadelijk over aan de zachte bekoring van die liefhebbende jonge vrouw? Van werkelijke genegenheid mocht misschien aanvankelijk nog geen spra ke zijn, maar toch meer en meer gevoelde hij zich gelukkig, wanneer zij bij hem was en eene behoefte toon de om hem te troosten. Om haar voor al werden zijne bezoeken op Avon House gebracht. Hij had zijne vrouw te lief gehad, om haar zoo spoedig te kunnen vergeten; maar nu was zij dood en begraven; en hoe weinig mannen zijn er, die in alle opzichten aan de nagedachtenis eener betreur de echtgenoote getrouw blijven P Gra ce kon even lieftallig zijn als zij schoon was, hoe zou zij dan nalaten, op den duur diepen indruk te maken op het hart van den man, dien zij liefhad? Zij was, by vroeger vergeleken, veel veranderdzij was meer bedaard en voorzichtig gewordenzij had haar eigen hartzeer gehad, en dit gaf eene groote overeenstemming van gevoe lens. Ditmaal dacht zij er niet aan, handelend op te treden, bij overrom peling, als 't ware, zijn hart te win nen. Zy had lief, maar hoopte slechts en wachtte. Intusschen naderde de Meimaand. De adellijke en eerwaarde heer Wilfred Elliotsen, wiens vader den grafelijken titel had gevoerd, die thans op zijn oudsten broeder was overge gaan, behoorde niet tot hen, die hun licht onder een korenmaat verschui len, vooral niet nu een zijner naaste bloedverwanten eene belangrijke plaats in het Kabinet bekleedde. Het verwon derde dan ook niemand, hein, by het overlyden van den algemeen beminden Bisschop van Barkaway, wiens myter aan een gelukkig Domheer ten deel viel, door opschuiving, op een veel voordeeliger post te zien komen. Andermaal kwam dus Groot Whit- ton vaoant. Nu wilde het toeval wat was hetgeluk of iets anders P dat Lord Avon zich juist voor enkele dagen by zgne moeder bevond, toen hy van die belangrijke promotie van den heer Elliotsen hoorde. „Als gij nu toch weer zoo iemand, als dien Elliotsen, benoemt," merk te de Gravin tegen haren zoon op, „dan krijgen we zeker een godsdienst- oproer in ons dorp." „Heeft hij dan zijne kudde niet tot zgne zienswijze welen te bekeeren vroeg zijne Lordschap. „Neen, zij hebben wel eens geprut teld, maar meestal gezwegen, omdat er toch niets anders opzat, en gingen, als het te erg werd, naar Klein Whit- ton hun troost in de kerk zoeken. Zul ke handelingen in een geestelijke moes ten niet geoorloofd zijn, Henry; ik beschouw die nieuwigheden als eene zonde, die de Kerk moest uitroeien. Ben ik orthodox, omdat ik zoo spreek P" „Och neenieder moet vrij biyven in heigeen hg denken wilmisschien geloof ik wel juist zoo als u, moeder. Als ik maar wist, naar welke kerk of naar welken predikant ik het liefst ging luisteren maar zoover heb ik het nog niet gebracht," voegde de Graaf er kuchend bij „dan zou ik er ook niet mede op hebben, dat iemand mg opgedrongen werd, die allerlei te genovergestelde en mij hinderende leerstellingen verkondigde. De Schotten zijn verstandig op dit puntdie kie zen hun eigen predikant, geloof ik." „Na hem eerst eens te hebben hoo- ren preeken," stemde Lady Avon toe. „En onze wgze van benoeming geelt den Patroon, bij het openvallen van een voordeelige plaats, heel wat hoofdbre kens, dat verzeker ik u," vervolgde de jonge man. „Ik heb van morgen waar lijk al zeventien brieven gehad, ver zoeken om en aanbevelingen voor Groot Whitton. Ik denk er hard over om eene advertentie in de Times te doen opnemen, die voor algemeen ant woord geldt." Lady Avon stond van de sofa op en zag haren zoon aan. „Zijt; ge.om een candidaat verlegen, Henry?" „Dat juist niet," antwoordde hij: „zeventien aanzoeken binnen geko men en nog misschien wel een zeven tig achter de hand!" „Henry, laat mij, als ge nog nie mand op het oog hebt, ditmaal den Rector aanwijzen. Dit is zeker wel de laatste maal, dat ik u dergelijk ver zoek kan doen." „De benoeming is mij vrg onver schillig, moeder. Er is laatst genoeg onaangenaamheid om geweest, toen iedereen, buiten den benoemde, zich benadeeld achtte. Wilt u er ditmaal iemand mede begunstigen, zeg hel dan slechts, en dadelijk benoem ik hem; ik zal blij zgn, wanneer het uitge maakt is en een eensluidend bericht aan de sollicitanten kan worden ge zonden„Hel spijt mij welde plaats is begevenjammer, dat ik niet eer der met uwe aanspraken bekend ben geweest." „Maak er dan mijnheer Baumgarten gelukkig mede. Hij verdient het, Hen ry hij zal weer rust en vrede in de gemeente brengen; en als prediker staan er maar weinigen boven hem." Glimlachend zette Lord Avon zich op de sofa neer. „Wel, moeder, Baumgarten is juist de man, om wien ook ik dacht. Uwe inleiding bracht mij een oogenblik in den waan, dat u een ander bedoel de!. Ik gun het juist hem zoo van har te. Nog altijd doet hel me leed, dat wij l| hem laatst zoo benadeeld hebben. Laat het dan Baumgarten zijnwe kunnen hem zoo nog de beste schadeloosstel ling geven." En dienzelfden dag bood de Graat, waarschgnlijk bevreesd, dat er weêr iets lusschen mocht komen, in persoon, Groot Whitton den heer Baumgarten aan, en bezegelde met een handdruk de aanneming, Het nieuwtje vond spoedig zijn weg. Groot Whitton met zgn negen hon derd 's jaars en zijn mooie pastorie, was den eerwaarden heer Ryle Baum garten aangeboden. De kerkvoogden wierpen hunne hoeden in de lucht, en maakten er dadelijk werk van, naar het schoollokaal te gaan, ten einde door de juffrouw ten spoedigste de wit te kruisen van de meisjesmantels af te laten tornen. Dienzelfden avond maak te de heer Baumgarten zijne opwach ting op Avon House. Grace Carrael stond bij een rozenperk wanneer de avond alles in schemering hulde, was zij buiten te vinden, dan keek zij naar de sterren en dacht slechts aan hem. Haar witte kleed verried haar van ver re. Hij stak dwars het grasperk over om bij haar te komen. „Een laat bezoek, Lady Grace, waar voor ik vele verontschuldigingen maak. Op weg naar hier, werd ik bg een zieken vriend ontboden, en deze hield mij langer dan een uur aan de praat," zei hg„maar ik mocht niet verzui men, Lord Avon nogmaals mijn dank te betuigen. Toen hij van morgen bij mij was, gunde hij me daartoe geen tgd, door ineens weg te loopen, na dat hij me dat prachtige aanbod had gedaan." Hij voelde hare hand in de zijne beven, en zag de andere haastig op slaan naar haai hart, waarvan zij de te sterke kloppingen wilde bedwingen. Glimlachend antwoordde zij: „Dan spijt hel me waarlgk, dat u aan dat verlangen geen gevolg kunt geven, mijnheer Baumgarten, want mijn broeder is niet meer thuis. Voor het eten reeds moest hg om dringende zaken naar de stad terug. Mama zegt, dat hij zeer bigde is, u voortaan zoo veel dichter bij ons te weten." »Ben ik misschien hiervan ook aan u, behalve aan Lord Avon dank schul dig?" vroeg hij. Neenvolstrekt nietmama heeft er Henry over gesproken, of hij mama; het is tusschen hen beiden overeen gekomen. Ik ik »WalP" fluisterde hij. »Ik heb niet meêgedaan," vervolg de zg, den begonnen zin volbrengen de. »Dat wilde ik u slechts zeggen." Hare gejaagdheid maakte echter den heer Baumgarten achterdocntig, en terwgl hij daar zoo in het sche merlicht hare neêrgeslagen oogen bespiedde, herinnerde hij zich opeens enkele gezegden van zijne vrouw, en won de overtuiging bij hem veld, dat Lady Grace hem niet alleen lief had gehad, maar hem ook nu nog altijd beminde. Hij vergat wat er vroeger was gebeurd; hij vergat voor een oogenblik zelfs haar, die eenmaal zijne vrouw, zijn alles was geweest; en blin delings, zonder voorbehoud, gal hij zich over aan de bekoring, die zich zoo bijna zondei slag of stoot van zijn geest had meester gemaakt. Met bevende vingers plukte zij rozen, of trok er de bladeren af, nauwelgks de eenen van de anderen kunnende onderscheiden. Baumgarten vatte eene hand, legde die in zijn arm en boog toen het hoofd voorover, tot hij haar goed in de oogen kon zien. sGrace," fluisterde hij, vhebben wij elkander vroeger misschien niet begrepen Geen woord kon zij uitbrengen; hare lippen waren bleek van ontroe ring. Het uur van zaligheid, zoo lang voor haar slechts een droom, was eindelijk aangebroken. Grace," ging hij voort, op een toon van hartstochtelijke teederheid, „hebben wij elkaar vroeger altijd ook al liefgehad, en heeft mijn gevoel mij misleid? O, Grace, lieve Grace, ver geef hel mij dan! vergeef mgne dwaas heid en verblinding 1" Met den angstigen kreet, die een bevredigd verlangen uitdrukte, met den zucht van voldoening, dien men slaken zal bij de vervulling van een lang gekoesterde hoop, sloeg Grace hem haren arm om den hals. Hij druk te haar aan zgn hart; hij overdekte haar gelaal met brandende kussen, zooals hij vroeger wel eens Edith Dane had gekusten hg fluisterde haar alles in, wat een man in dichterlijke stem ming, in zgne teederheid, slechts weet te bedenken. Steeds bleef zij, door het geluk als overweldigd, zwijgend rusten tegen het hart, dat zg als rustplaats zoolang reeds te vergeefs had gezocht. ïGij zegt niets," sprak hij eindelijk, door dat zwijgen verontrust„o, geef mij de verzekering, dal het verleden vergeten is. Grace, een woord slechts: hebt ge mij lief?" vinniger dan ooit iemand anders u kan liefgehad hebben," fluisterde zij. i0, Ryle! Ik zal meer voor u we zen, dan zij kan geweest zijn Oude herineringen, eene zekere omzichtigheid ook in haar, belang deden zich echter nu spoedig bij Baumgarten geldenhij herwon zijne zelfbeheersching en trachtte zich uit hare omarming los te maken. vGrace, vergeel het mij," smeekte hij. tik deed verkeerd, ik vergal mij- zelven. Vergeef mg, vergeef mij Hoe zou ik naar uwe liefde mogen dingen, daar gij in stand zoover boven my staat?" Doch zij liet hem niet van zich gaan. tUw eigen vrouw, de uwe, Ry le," fluisterde zij hem toe; tschonk me uwe liefde, Ryle voor altijd!" Het is een feit en naarmate wij langer leven, dooi dringt ons die waarheid te meer dat een onpar tijdig toeschouwer veel opmerkt, dat aan de belanghebbenden zeiven ont gaat. Nog niets had Lady Avon van de nieuwe verhouding tusschen hare dochter en den heer Baumgarten be speurd of vermoed, zoodat de openba ring daarvan een verpletterende slag voor haar werd. Het was natuurlyk Grace, die de bekentenis deed. (Wordt vervolgd] Gedrukt bg DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1893 | | pagina 6