HAARLEMSCH Eerste Blad. BERICHT. No. 9. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Vijftiende Jaargang 144. met AMSTERDAM. franco p. post —,40. van WOENSDAG 1 Februari 1893. De roman van de beroemde Engelsche schrijfster Ouïda, geti teld GUILDEROY, zal als feuil leton verschijnen in de Vrijdag- nummers van dit hlad. Eiken Vrijdag zullen acht bladzijden het licht zien, zoodanig, dat de verschillende bladen later tot één geheel kunnen vereenigd worden. Nieuwsberichten. TELEPHOONNUMMER TELEPHONISOHE VERBINDIN8 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandent ,25. Afzonderlijke nommert 3 centen per stnk. Prijs per Advertentie ran 1 tot 5 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. De Uilgevers. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs verschenen werken, op aan vrage ter bezichtiging te verkrggen bij De erven Loosjes, te Haarlem. "WIJCK, Jhr. B. H. C. K. VAN DER, Mr. C. W. Opzoomer. Een herinne ringewoord.80. CRAMER, Dr. J. De philippica van Pau las tegen de gemeente van Korinthe (2 Kor. 1013) Verklaard en in hare historische beteekenis gewaardeerd.1.80. VERMEULEN. L. P. J. en J. A. De fransche taal I.30, id. id. II.60. MEDRENDONK/Th. VAN, Een hel den hart.10. Bnitenlandsche nieuw verschenen werken Hamburger Festschrift zur Erinnernng an die Entdeckung Amerika's heraus-ge- geben vom VVissenschaftlichen Aus- schuss des Komités far die Amerika- Feier. 2 Bndƒ13.—. GROOT, Dr. CORN HOFSTEDE DE, Quellenstudien zurHollandiscben Knnst- geschichte. Arnold Houbraken und seine „Groote Schouburgh". Kritisch KOENIG, Dr.wiLHBLMjÜeiir Gesichts- feld Ermüdnng und deren Beziehung zur concentrischen Gesichtsfeldein- scbranknng bei Erkrankungen des Cen tral nerven systems2.60. LotushlüthenTheosophiscbe Monats- schrift 1893. IV—.65. SAINTENOIJ. PAUL, Prole'gomènes l'étude de la filiation des formes des fonts baptismaux4.40. Bovenstaande werken zyn voorhanden bg de boekhandelaars de erven Loosjes. Muziekschool Uitvoering. Vrijdag avond waren weder vele be langstellenden in de Conoertzaal bijeen, om er de mnzikale voordrachten aan te hooren van de leerlingen der Soloklassen van onze Muziekschool. Een niet minder uitgebreid programma werd daarbij ten uitvoer gebracht, dan op Woensdag avond bg de ensemble klassen. Piano-, viool- en zang-nummers wisselden elkander in aan gename opvolging af en gaven onbetwist baar de overtuiging, dat het voortgezet onderwijs aan deze inrichting niet alleen aan bekwame handen ia toevertrouwd, doch tevens uitstekende resultaten heeft aan te wijzen. De proeven van pianospel mochten zeer verrassend heetenzg be wezen, dat de heer Schlegel veel zorg aan zgne clèves besteedt en deze van het on- derwgs terdege profiteeren. Over het al gemeen gaf het klavierspel bewgzen van een zich ontwikkelend zelfstandig muzi kaal inzicht en van eene technische vaardigheid, die gelgken tred hondt met de moeilijkheden, welke bg de uitvoering overwonnen moeten worden. Steeds is het spel uiterst beschaafd en matig en maakt daardoor op den aandachtigen hoorder een hoogst aangenamen indruk. Eet eenigszins intieme karakter der uitvoering verbiedt ons verder in bgzonderheden te treden en namen van het programma over te- nemen. Toch kunnen wg niet nalaten, den naam te noemen van de jongedame, die met zooveel talent Mendelssohns Capri- cio brillont (Op. 22) voordroeg; Me juffrouw J. Kat ontwikkelde daarbg hoe danigheden, die werkelgk een belofte voor de toekomst in zich sluiten. Met ingenomenheid zg hier nog ver meld, dat de pianisten te beschik ken hadden over een praohtige Bechstein - vleugel waarvan de stemming niets te wenschen overliet. Eigenlgk moest dat nooit anders zgn in onze concertzaal. De violisten, welke wij nu eenige ja ren achtereenvolgens bg de uitvoering hoorden, gaven niet minder blgken van goede vorderingen. In het algemeen werd er zniver gespeeld, met flinken toon en goede streek. De heer W. Robert Jun. spande de kroonnatuurlgk, hg houdt zich uitsluitend bezig met de mnziek. Zgn Adagio uit het 9de concert van Spohr en het Scherzo van David werden met onverdeeld genoegen gevolgd. Degelgke studie onder ernstige leiding mogen van hem goede verwachtingen doen koesteren. Zgn pianospel hg speelde het eer ste gedeelte van Beethovens Sonate pa- thèlique had reeds te voren de aandacht getrokken. Zonder in een enkel opzioht te kort te willen doen aan de verdien sten der overigen, vermelden wg nog de goede uitvoering van nummer 9, Uomence voor viool van Svendsen. De vocale voordrachten waren minder in aantal dan verleden jaar, doch gaven overigens stof tot tevredenheid. De lieve liederen van Cath. van Hen nes, gezongen door Mej. G. S. en de Dnit- sche liederen voorgedragen door mejuf frouw A. v. V. mochten er ons van over tuigen, dat ook dit deel van het onder- wgs aan goede krachten is toevertrouwd. Van de Dameskoorklasse slaagde Clari- bels Grab beter dan Freenreigeumeer klank had hier mogen worden verwacht. De heer G. Ph. Zalsman sloot de uit voering met eene aria nit het oratorium Paulus van Mendelssohn. Tot ons genoe gen vernemen wg, dat deze zanger zioh voor goed aan de kunst zal gaan wgden. Wg hebben steeds vrgheid gevonden daar op aan te dringen. Nu hg tot den ge- wichtigen stap is overgegaan, mogen wg ons daarin verblgden en het beste ver wachten van zgne verdere ontwikkeling. Onze indrukken over de uitvoering van Vrgdag avond samenvattend knnnen wg verklaren dat de Solo-klassen ons uitne mend hebben voldaan en de Muziekschool van de Maatschappg tot bevordering van Toonknust veilig aanbevelen voor de voort gezette muzikale vorming van onze jeugd. B. Perste Kamer. Donderdag maakte de Kamer een aanvang met de behandeling der Staatsbegrooting. De heer Savor- nin Lohman was de eerste Spreker, en zgne rede was vinnig. Vooral kwam hg op tegen 't geen deór den heer Fransen van de Pntte gezegd was bg de behande ling der Indische begrooting. Diens aan vallen op het klerikalisme en op de hee- ren Keuchenins en Kuyper, beweerde bg, misten allen grond. Het ministerie Mackay had den sohoolstrgd tot een eind gebracht; het had de sociale kwestie ter hand genomen, en het zou de belaBting kwestie hebben afgedaan zonder eene ver mogens- en bedrgfsbelasting. De heer Kenchenins had ge'oond te knnnen goe- verneeren, alware 't alleen door de Billi- ton-motie en zgn strgd tegen den Atjeh- oorlog, en zoo de hesr v. d. Pntte Dr. Knyper voor klerikaal uitmaakte, dan was het zeker uit vrees voor Kies- reehtnitbreiding, waarvoor laatstgenoem de altoos gverde, en de heer v. d. Putte zoo bang was. Spreker bleef van gevoe len, dat het algemeen Kiesrecht in ons land onraadzaam is, doch na de uitspraak der kiezers en nn deze Regeering een voorstel doet, moet de Eerste Kamer dit niet tegenhouden, en kan zg dat ook niet. Trouwens, meende Spreker, voor te groote uitbreiding van het kiesrecht be hoeft men niet bevreesd te zgn, als de levenwekkende kracht wordt gezocht in Gods Woord. De heer van Royen protes teerde tegen de wgze, waarop de Reg. vele bezwaren had weerlegdzg had zich, be weerde hg, aan een soort van Rechthaberei schuldig gemaakt. Deze Spreker waar schuwde tegen te groote kiesrechtuitbrei- ding en drong aan op krachtige handha ving van orde en rust, op regeling der pozitie der burgemeesters, op niet inmenging van den Staat in de arbeiders wetgeving, op indiening eener wet op den staat van beleg, en op het te gengaan van den demokratieschen geest bij de onderwgzers. De heer Six sprak de hoop uit, dat eventueele verwerping van de kieswet niet zon leiden tot eene ministerieele krizis. De heer Melvil van Lynden betoogde, dat kiesrechtregeling niet moest zgn voor gesteld, vóórdat de belasting en de fensiekwestie waren geregeld. Hg bestreed de uitbreiding van het kiesrecht als hoogst bedenkelgk. De heer Pynappel maakte de Regeering tot grief haar vasthouden aan de meening, dat het kiesrecht voor waarde zon zgn van eene blgvende ver betering, haar onbevoegd verklaring dezer Kamer om het kiesrecht voorstel te be- oordeelen, en haar honding in zake de openbaarheid van lgsten der hoogstaan geslagenen. De heer Wertheim achtte de honding der Reg. korrekt in zake de handhaving der politie en de bevoegdheid der burgemeesters. Hg kwam op tegen de inschikkelgkheid tegenover demokra- tiesche onderwgzers, en achtte de Reg. solidair aansprakelgk voor de indiening van het ontwerp tot uitbreiding van het kiesrecht, doeh was van meening, dat, bg aanneming van het Wetsvoorstel, de verte genwoordiging die aansprakelgkheid deel de. De heer Alberda van Ekenstein sprak zgn vertrouwen in de Reg. nit en verde digde den onderwgzersstand. De heer van Weideren Rengers wilde geen smet werpen op den onderwgzersstand, en eerbiedigde de individueele vrgheid der onderwgzers ten volle, maar hg waarschuwde tegen te groote optimisme ten dezen aanzien. De heer Sassen verklaarde zich voorstander van een kalme, geleidelgke uitbreiding van het kiesrecht. De Min. van Buitenl. Zaken verklaarde namens de Reg., dat er volkomen homogeniteit in het Kabinet bestond betreffende het Kiesrecht en de afdoening der defensiehervorming, aan wel ke krachtig wordt gewerkt, en waarvoor tgd genoeg zal zgn vóór het in werking treden van de kieswet. Het giDg niet aan alles nu voor te stellen nn de ande re Kamer met werk overladen was, maar de Min. was van oordeel, dat genoemde 1 ontwerpen zeer goed met deze vertegen woordiging konden worden behandeld. De Min. kwam op tegen het door den heer van Royen gesprokene en protes teerde tegen het denkbeeld, dat de Reg. de burgemeesters niet zou steunenmaar de Gemeentewet eischt, dat aan hen hand having van orde en rnst in hnnne ge meenten worde overgelaten. In de zitting van Vrgdag verklaarde de Min. van Binnenl. Zaken, dat zoodra hem overtuigend mocht zgn gebleken, dat het publieke reclamerecht tegen de lgs ten van hoogst aangeslagenen kan ter- zgde worden gesteld zonder bezwaar voor het gezag en de waardigheid der Eerste Kamer, hg gaarne daartoe wil medewer ken. Hg konstateerde, dat de klachten over de onderwgzers zioh thans bepalen tot enkelen; bg erkende, dat er enkele znlke gevallen waren, maar dat gaf geen reoht tot generaliseeren. Een speciaal on derzoek in het 3de distrikt heeft geleerd, dat de beschuldigingen ten volle onver diend en ongegrond zgn. Waar onderwg zers door leeringen handelen in strgd met de goede zeden, of aansporen tot onge hoorzaamheid aan de landswetten, wordt en zal steeds streng worden gestraft. De Min. van Financieën ontkende eenige belofte bg de vermogensbelasting te heb ben gegeven omtrent de lgsten van hoogst aangeslagenen, en kwam krachtig op tegen het verwgt van den heer van Lgnden, als zon hg de Kamers hebben misleid. Het algemeen debat werd gesloten, nadat de Min. van Binnenl. Zaken aan den heer Fransen v. d. Putte toenadering beloofd had op het pnnt van het reclamerecht. Hoofdstuk II. Hooge Collegieën van Staat en Kabinet der Koningin) werd goedge keurd. Bg Hoofdst. III. BuitenlZaken) bracht de heer Six, onder toejuiching der Kamer, hnlde aan den heer Rahnsen, als voorzitter van het Berner Kongres betrek kelijk de arbitrage. De heer Rahnsen drong krachtig aan op organizatie van den kon- snlairen en diplomatieken dienst, op be vordering der arbitrage en onschendbaar verklaring van het partiknlier eigendom ter zee. De heer Pgnappel drong aan op gelgkmatige toepassing in verschillende lan den van voorzorgsmaatregelen tegen de cho lera. De heer Wertheim wenschte voor ziening, opdat Russische Joden niet de slacht offers werden van eene noodzakelgke uitdrg- ving, bg vrees voor eene cholera-epidemie. De heer L. van Nispen wilde vrgheid voor diohting van den onden Rhgnmond. De heer Melvill van Lynden wees op de ongelgkmatige toepassing van het zalm traktaat. De Min. van Buitenl. Zaken beantwoordde de gemaakte opmerkingen. Hg verklaarde geen wettelgke regeling van den konsnlairen dienst te knnnen voorstellen, en samenvoeging van konsn- laire en diplomatieke korpsen niet raad zaam te achten. Wat de arbitrage en on schendbaarheid van den privaateigendom ter zee betreft, hoopte de Minister, dat er een tgd mocht komen, waarin de Reg. door daden sympathie voor die zaak zou knnnen toonen, maar hg betwgfelde, of die tgd spoedig zou aanbreken. Hg er kende, dat het noodzakelgk was scherp te onderscheiden tnsschen Aziatiesche cholera en cholera nostras, en achtte in ternationale bespreking omtrent emigra tie van Rnssiesche Joden nuttig. Aan gaande de onderlinge verwgten van Duit- sche en Nederlandsche visschers over schending van bepalingen van het zalm traktaat zeide de Min., dat het onderzoek nog voortduurt. Vrgheid tot dichting van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1893 | | pagina 1