S TH s I m gll
ADAM GRAINGER,
Miss H WOOD
li 1
3)
„Kapitein Hoare. Maar o, Adam!"
liet zij er op volgen, met een uitbar
sting van gevoel welke het haar on
mogelijk was te bedwingen, en zij
legde haar hand op zijn arm, gelijk
zij placht te doen in de dagen hun
ner liefde„O, Adam, meen niet
dat ik hem bemin! In zekeren zin
ben ik u niet ontrouw geworden;
want nooit zal ik hem of iemand
anders kunnen beminnen, zooals ik
u bemind heb. Het is eene schitte
rende party, en wereldsche beweeg
redenen hebben mij er toe gebracht,
mijne toestemming tot dat huwelijk
te geven, 'k Zal u niet kunnen ver
geten zelfs niet gedurende mijn
huwelijksleven en 't zal mijn leven
verkorten. Verzeker mij nu, alvorens
wy scheiden, dat ge mij vergiffenis
schenken wilt!"
Mr. Grainger wierp tot antwoord
op haar een blik vol minachting,
schudde haar hand van zijn arm af,
en liep de deur uit.
Zy viel neder op een stoel, en
gaf lucht aan een hartstochtelijke
uitbarsting van tranen, zy schreide
en gilde luide, zooals men dat wel
hoort van een kind. Nu het zoover
was gekomen, had zy de geheele
wereld wel willen geven, om hem
weder te kunnen terugroepen; zij
dacht, dat haar hart breken zou. Zij
sloeg geen acht op den tijd, die
voorbij sneldehaar gegil en gesnik
werd hoe langer zoo zenuwachtiger.
Toen zy wat tot bedaren kwam, liep
zy met moeite naar boven, waar zij
zich in hare slaapkamer opsloot, en
zich de oogen wischte, om zoo doende
de sporen harer ontroering te doen
verdwijnen. Daarna ging zij weder
naar beneden, en nam zy plaats in
het rijtuig, dat lang op haar had staan
te wachten, en haar nu naar hare
bestemming bracht.
By het licht der waskaarsen, onder
de bruisende toonen der muziek, te
midden van de vrolijke schare onder
welke zy zich nu weldra bewoog,
vatte Margaret weer moed. „Ik wil
me inspannen ik wil wroeging
en zorg aan kant zetten," mompel
de zy by zich zelve„de marteling
zal niet zoo hevig zijn, als ik me
met vastberadenheid er tegen verzet.
Wat komt Kapitein Hoare laat
Indien Margaret eens geweten had,
wat hem deed wegblijven
Kapitein Hoare had dien dag met
eenige jongelui in zijne club gedi
neerd, en kwam eerst thuis om zich
te kleeden. Zijn ouders zaten alleen
de Kolonel onder het genot van een
glas wijn.
„Hoe staat het met de zaak?"
riep de Kapitein, toen hij was gaan
zitten. „Neen, dank u: 't is te warm
voor port. Geef my liever een glas
Bordeaux."
Hy had die vraag gedaan op on
verschilligen toon, alsof het hem wei
nig bekommerde, of hy antwoord
ontving, of niet. Bij gevolg was hy
ternauwernood voorbereid op den
scherpen toon, waarop zijne moe
der, ontwakende uit de dommeligheid,
welke haar na den maaltijd bevan
gen had, zyne vraag beantwoordde.
„Hoe het met de zaak staat P Ik
heb u dit te zeggen, sir, dat ge hadt
moeten zorgen beter ingelicht te zijn,
alvorens uw vader een mal figuur te
laten slaan. Tweemaal is hij er heen
geweest
„Een mal figuur!" herhaalde de
ridderlijke Kapitein.
„Het heeft tot niets geleid," liet
nu de Kolonel zich hooren. „Wy
waren, gelijk u bekend is, zeer te
gen het huwelijk in alle opzichten,
vEdwardwanf de Channings zyn geen
jjh'èhisëheB ;vfen aanzienlijke familie,
geschikt om verbintenisssen met ons
aan te g'kanmaar
.„.'t.jWas zelfs vernederend er aan
BV denken," viel Lady Sophia haar
gemaal in de rede. ,,Ik heb myn best
gedaan, u dat aan 't verstand te bren
gen, alsvorens ge er u heen begaaft,
Kolonel
„Lieve Edward was er zoo bi
zonder op gesteld, en ik dacht, dat
er wellicht omstandigheden zouden
zyn, die eenige wijzigingen in onze
gevoelens hadden kunnen teweeg
brengen. Indien het meisjen gelyk
het gerucht zeide het vooruitzicht
gehad had van twintig of dertig dui
zend pond mede ten huwelyk te krij
gen, dan zou men er toe hebben kun
nen overgaan. Hoe het ook zij
eind goed, al goedChanning wei
gert haar eenig geld af te staan vóór
zyn dood, en daarmee is de zaak uit."
„Waarom weigert hy dat?" vroeg
de Kapitein, met blijkbare teleur
stelling.
„Hij zeide mij, dat hij haar niets
zou geven vóór zijn overlijden," ant
woordde de Kolonel„en dat hij niets
met zekerheid kon zeggen aangaan
de hetgeen zij later te wachten had.
En hij vroeg mij op verbitterden toon,
of ik daar gekomen was, om ten aan
zien van zijne dochter een soort van
negotie te dryven."
„Ik hoop, dat dit u voor goed er
van genezen zal, eene vrouw te wil
len zoeken in eene mindere familie,
mijn zoon Edward," merkte Lady
Sophia op. Uwe broeders zijn beide
gehuwd met vrouwen van aanzien
lijke geboorte en ik heb me ge
noeg uitgesloofd, om u te raden het
zelfde te doen. 't Zou voor de vrou- j
wen uwer broeders geen pas heb
ben gegeven, Miss Channing als
schoonzuster te ontvangen. Wie zijn
deze Channings Onaanzienlijke lui.
Hij was niets dan een onbekend
dorpsgeestelijke. Eerst nadat hij hier
bij de kapel is aangesteld, heeft men
zijn naam hooren noemen."
„Maar Miss Channing heeft zonder
twijfel geld te wachten, sir," voerde
Kapitein Hoare er tegen aan, zon
der acht te slaan op de opmerkingen
zijner moeder.
„Ik weet niet, of zij geld te wach
ten heeft, of niet," klonk Kolonel
Hoare's antwoord, ,,'s Doctors woor-1
den maakten op mij een alles behalve
bevredigenden indruk hij zocht blijk
baar uitvluchten. Ge kunt haar trou
wen, zonder zekerheid ten aanzien
van het geld te hebben, Edward.
Ik zou daartoe nooit mijne toestem
ming geven, 't Eenige wat me be
woog aan uw verzoek te voldoen,
was de veronderstelling, dat zij u
een groot fortuin zou aanbrengen.
Ge moet van haar afzien."
„Enfin dat moet dan maar ge
beuren, als er niets aan te doen is.
Ik voel me niet geneigd, zelfs het
beste meisjen, dat er in de wereld
te vinden is, tot vrouw te nemen,
als zij niet koorn op den molen kan
brengen."
„Ge hebt ook nog tijd in over
vloed om aan een huwelijk te den
ken," riep Lady Sophia uit. „Ik
kan me niet voorstellen, hoe zoo iets
bij u is kunnen opkomen. Wat ik u
bidden mag, Edward, laat deze ro
maneske onzin voor goed tot het
verleden behooren
„Dat zal wel moeten," dacht de
jeugdige officier bij zicli zeiven.
„Maar 't was eene verduiveld aar
dige meid, en het stond bij mij als
een paal boven water, dat de oude
dominee haar een schat van goud
kon en wilde medegeven."
Zoo was het geen wonder, dat Ka
pitein Hoare zoo laat op de partij
kwam. Toen hij de balzaal binnen
trad, was de avond reeds een heel
eind heen. Miss Channing walste met
het grootste genot tenminste zij
openbaarde niets van het tegenover
gestelde. Hij kwam naar haar toe-
loopen, toen zij vrij was. Zij stond
in de glazen deur, die uitkwam op
een smal terras, vol uitheemsche ge
wassen wat in Londen de plaats
moet bekleeden van een tuin. Op
dat oogenblik was daar niemand an
ders, zoodat zij betrekkelijk alleen
waren. Kapitein Hoare vatte zwij
gend haar hand.
„Ge hadt me, meende ik, gezegd,
dat ge vroeg hier zoudt komen,"
merkte zij op.
„Dat was ook mijn plan. Maar
in aanmerking nemende den loop,
dien de zaken genomen hebben
heb ik zelfs geaarzeld, of ik me in
't geheel wel hier vertoonen zou
en met het beraadslagen bij me zei
ven, daarover is vrij wat tijd voor
bij gegaan. Toen heeft een onweer
staanbare aandrift zich van me mees
ter gemaakt, om toch hier heen te
gaan, en u voor 't laatst vaarwel te
zeggen. En waarom ook niet? Nie
mand hier weet, wat er is voorge
vallen, en niemand zal dat ooit te
weten komen."
Had hij Hebreeuwsch. gesproken,
zijne woorden hadden bezwaarlijk on
verstaanbaarder kunnen zijn voor
Miss Channing. „Mij vaarwel te zeg
gen herhaalde zij. „Ik begrijp u
niet. Heeft uw regiment aanschrij
ving ontvangen naar buitenslands te
vertrekken
Op zijn beurt begreep nu Kapitein
Hoare niets van de zaak. „Hebt ge
wellicht Dr. Channing niet gespro
ken 1" riep hij uit, na een oogen
blik zwijgens, toen daar plotseling
zeker denkbeeld bij hem opkwam.
„Ik heb papa na van middag ge
zien noch gesproken."
„Het kan u niet onbekend zijn,
waarde Miss Channing, dat ik mijn
hart en mijn hoop op u gesteld had,"
hernam hij, minzaam haar hand in
de zijne geklemd houdend, terwijl
zijne stem afdaalde tot een zacht
gefluister. „Ik geloof niet, dat ge mijne
gevoelens kunt hebben miskend, of
schoon ik ze niet ronduit uitgespro
ken heb."
De blos op hare wangen en hare
nedergeslagen oogen gaven hem dui
delijk genoeg te kennen, dat zij zijne
gevoelens niet miskend had.
„En nu te moeten ervaren, dat
door de onwelwillendheid van twee
oude vaders aan deze genotrijke
droomen den bodem ingeslagen is, het
is bijna meer, dan een mensch dragen
kanIk kan slechts hopen, dat gij
er niet zoo verslagen onder zult zijn
als ik."
Eene koude, akelige huivering liep
Margaret Channing over het hart.
„Ik begrijp nog niet goed, wat ge
bedoelt," stamelde zij.
„Wat een zegen zou het zijn, als
er niet zoo'n ding als geld in de
wereld was!" riep de Kapitein uit.
„Mijn vader heeft van middag een
bezoek gebracht aan Dr. Channing,
om de onderhandelingen aan te
knoopen, en die beide oude heeren
moeten het niet eens zijn kunnen
worden over den geldelijken grond
slag der onderhandeling. Zoo is mijn
oude heer thuis gekomen; hij heeft
dadelijk beslag .op me gelegd, en me
verboden langer aan u te denken.
Gij zult zonder twijfel hetzelfde be
vel ontvangen, ten mijnen opzichte,
van Dr. Channing. Wat is het een
onnatuurlijke, harde stof, waarvan
zulke vaders gemaakt zijn 1"
Zij kon niet geheel voorkomen,
dat zich op haar gelaat de uitdruk
king vertoonde van haar gekwetst
gevoel. Kapitein Hoare zag, hoe bleek
zij werd, en sprak met meer gevoel
dan hij tot nu toe in zijne woorden
geopenbaard had. Inderdaad had hij
de zaak met zekere onverschilligheid
behandeld, teneinde zijne verlegen
heid wat te boven te komen.
„Waarde Mis Channing, het grieft
me zeer, dat aan onze, door mij zoo
zeer gewaardeerde vriendschap op
deze wijze een einde moet komen.
Ik zou er trotsch op geweest zijn,
en het zou me gelukkig gemaakt
hebben, als ik u mijne vrouw had
mogen noemendat ik dat niet mag
doen, het is, geloof me, niet mijne
schuld. De omstandigheden kunnen
ons te machtig zijnmaar tot aan
de laatste ure mijns levens zal ik me
dezen dag met het diepste leedwezen
herinneren. En nu wil ik afscheid
van u nemen; het doet me pijn
lijk aan, hier langer te toevengelijk
het ook u pijnlijk moet aandoen."
Hij drukte haar de hand, en verliet
de vertrekken; en Margaret Chan-
ning's geestkracht begaf haar ten
eenenmale. Verwarde vizioenen van
het trouwe hart, dat zij weggesmeten
had voor niets, verrezen met de bit
terste spotternij voor haar geest. Een
heer kwam naar haar toe, en noo-
digde haar ten dans zij wist niet,
wat zij hem antwoordde, behalve dat
zij zonder omwegen weigerde aan
zijn uitnoodiging te voldoen. Zij ver
zonk in een soort van gevoelloos
heid, en bleef zoo zitten, totdat zij
haar vader naar haar toe zag ko
men.
„Ge zijt zeker nog niet gereed om
naar huis te gaan, is het wel,
Margaret
„O ja, ik ben gereed, papa.
Ik heb hoofdpijn tengevolge van de
warmte, evenals gisteren in de kerk.
Ik zal blij zijn, als ik naar huis kan
gaan."
„Wensch dan Mrs. Goldingham
goeden avond, en laat ons gaan!"
„Goddank!" mompelde zij bij zich
zelve. „Ik zal dan in allen gevalle
alleen kunnen zijn."
Dr. Channing, die iu zijn hoekjen
van het rijtuig geleund zat, sprak geen
woord, voordat zij dicht bij hunne
woning waren gekomen. De huis
deur was reeds in het gezicht, toen
hij zich oprichtte om te spreken.
„Die Kolonel Hoare is me een mooi
soort van een kerel, die ook nog al
wat durft eischenWeet ge, wat
hij verlangde
„Neen," luidde Margaret's ant
woord.
„Hij eischte, dat ik u op uw trouw
dag twintig duizend pond zou geven,
of tenminste, dat zulk een bedrag op
uw naam zou gesteld worden. Ik
zeide hem, dat ik dat niet verkoos
te doen dat het geld, dat gij te wach
ten mocht hebben, uw deel zou wor
den bij mijn overlijden, doch niet eer."
„En toen?" vroeg Margaret, met
zachte stem, en met zekere onver
schilligheid „wat zeide hij toen
„Toen stond hij op, gaf te kennen,
dat het voorstel, 't welk hij mij ge
hoopt had te doen, ten behoeve zijns
zoons, nu ongedaan moest blijven; en
zoo verliet hij het huis. Het is een
trotsch, aanmatigend volk, Margaret
't is beter, dat we niet tot hen in
betrekking komen."
„Ja, dat is misschien waar."
„Betreurt gij het niet, mijn kind
liet hij er op volgen, met een zweem
van bezorgdheid in zijne stem.
„Papa, ik betreur het volstrekt niet,
dat ik niet de verloofde zal worden
van Kapitein Hoare. Ik geef weinig
om hem."
Wordt vervolgd).
Gedrukt bjj DE EB VEN LOOSJES, to Haarlem.