HAARLEMSCH
No. 99.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Vijftiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 13 December 1893.
Nieuwsberichten.
TELEPHOONNUMMEK
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
P«r drie maanden—,25.
franco p. poet —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prija per Adverteatie van 1 tot 5 regels 85 ceata, elke regel
meer 5 cents, groete lettere naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- sn Vrijdagavond
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG de» middagt ten 18 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
3.50.
2.90.
2.50.
—.90.
1.26.
8.—.
1.25.
5.—.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs versohenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij
De erven Loosjes, te Haarlem.
KAUTZMANN - VAN OOSTERZEE
(MEVR.) Margaretha's roeping. Ro
man
"WILDERS (PAUL) Ballingschap
MEERENDONK (Th. V.) Eigen keuze.
AHN-DE JONGH (LOUISE) e a. Roze-
wangen enzIng. .60. geb.
ANNESLEY (CHARLES.) De tooneel-
kijker, bevattende een korten inhoud
van zeventig beroemde Opera's, met
kritische en hiographiache opmerkin
gen, data, enz. enz. Bewerkt naar de
8ste Engelsche nitgavegeb
MONT (POL DE) Claribella
BROEK (J. A. VAN DEN) Oud Oost-
Indië. De lotgevallen van Nederlandsch
Oost-Indië, in afzonderlijke met elkaar
verband houdende hoofdstukken. De
Erfenis der kompagnie
HOEKSTRA Bz. (Dr. S.) Zedenleer I.
Ing. f 4 50. geb.
'Elek wat Wils. Geïllustreerd handboek
voor het practische leven onder redac
tie van J. A. H. Jockin. Kapt. der
Mariniers met medewerking van Dr.
V. J. van der Plaats, Dr. P. C. Kaz,
Mr. L. Fredanui van Gelder, M. de
Jongh.geb.
BALEN (J. HENDRIK VAN) De avon
turen van kapitein de Roijgeb.
Aan onze kinderen. Verhalen en versjes
bijeenverzameld namens de vereeni-
ging tot verspreiding van stichtelijke
blaadjes. Met 4 plaatjes van Wm.
Steëlink•-
VERLAAN (KDe geneesmiddelen der
Nederlandsche Pharmacopee. Derde uit
gave voor Apothekers, Geneeskundigen
en Studeerenden. Deel I
VALERIUS (ADRIANUS) Oud-Neder-
landsche Liederen nit den Nederlandt-
sche Gedenck-Clanck" (1626) Tweede,
herziene en vermeerderde druk der
uitgave II van de vereeniging voor
Noord-Nederlandsche Muziekgeschiede
nis1.60.
Bnitenlandsche nieuw verschenen werken
DELAND (MARGARED) The old gar
den and other verses. Decorated bij Wal
ter Crane8.15.
Bovenstaande werken zijn voorhanden
bg de boekhandelaars de erven Loosjes
-.90.
1.90.
.60.
3.60.
Weten en Werken.
Wae in onzen kring den vorigen Maan
dag avond met den Heer Dyserinck de
schilderkunst aan bet woord, dezen Maan
dag was het de Heer Lamberts met zijn
knnst van voordragen, die ons een paar
gezellige nren verschafte in het gezellige
zaaltje op de Onde graoht.
De Heer Lamberts vertolkte eene novel
le van den autenr Otto, getiteld Het Te
legram.
't Is eene eenvoudige geschiedenis.
Majoor Romke had in den dienst een
band verloren en was toen gepensioneerd,
nadat zijne vrouw was overleden, die hem
een zoon had nagelaten. De onde heer
was op Vredehof gaan wonen. Ondertns-
sohen groeide de kleine Karei op tot een
flink officier en vertrok als zoodanig naar
Indië, zijn vader achterlatende met
Lize, eene weeze, die bij den majoor hare
opvoeding ontving. Maar dat meisjeshart
had zich geheel gehecht aan den jongen
man, terwijl haar eenvoudig, liefderijk
gemoed den ouden heer als haren vader
eerde.
Met levendige belangstelling, in hoop
en vreeze neemt zij kennis van de berichten
nit het verre Oosten, ook om hierdoor
den onden man het verdriet te knnnen
hesparen, dat hem kon treffen, als eens eene
noodlottige tijding omtrent Karei plotse
ling onder zgne oogen kwam.
Eens op een dag kwam znik eene tij
ding zij vermeldde, dat Karei zwaar
verwond was. Lize, hierdoor ten sterkste
getroffen, bedacht na een middel om iets
omtrent hem te vernemen. Wg volgen
haar in hare overleggingen, waaruit het
beslnit rijpt om een telegram naarAtjeh
te zenden, dat de onzekerheid moet op
heffen. Het antwoord lnidde gunstig. De
gewonde werd zioh na bewast van zgne
liefde tot Lize, het slot was drie jaren
later een bruiloft.
In de volle zaal kon men het gaslicht
hooren rnisehen, zelfs het vervelende
hoesten van enkele hoorders bedaarde on
der den invloed van den talentvollen de
clamator, die de lieve novelle verdroeg
zóódanig, dat de schrgver tevreden kan
zijn over zgn geesteskind, zooals het daar
door den Heer Lamberts op de meest
smaakvolle wgze in een juweeltje
werd herschapen, vol fijn gevoel en be-
minnelgken eenvond. Toen werden nog
enkele gediohtjes voorgedragen nit den
bnndel „Kapelletjes" verzameld door
Holtrop.
Wij herinneren aan „drie Vriendinne
tjes" een zwart een brain en een blond,
die han meisjes-idealen niet vervnld zagen
aan de Winkeljuffrouw"aan het typige
„Groninger Kindermeisjespraat" in het
provinciaal dialeot, dat de Heer Lamberts
zoo volkomen meester blgkt te zgnaan
het nuchtere „Sint Nicolaas surprise" en
ten slotte aan een gedichtje van den
spreker zelf.
Nog langer hadden we met genoegen
willen luisteren, maar de Spreker begreep,
dat het voor dezen avond genoeg was.
Met een laid applaas als dank voor
het genotvolle avondje namen wg af
scheid van den Spreker, die al zoo menig
jaar door zgne goede knnst de mannen
van Weten en Werken wist te boeien.
Dames-Concert.
De sociëteit „Vereeniging" bood gis
teren avond hare leden een zeer mooi
concert aan.
De dames Jeannette de Jong (Sopraan)
Anna Corver (Mezzo-sopraan) en Marie
Sngders (Alt) een drietal Nederland
sche zangeressen, dat na voltooide stndie
een concert-tonrnee door ons land onder
neemt traden daarbij op met een uit
gezocht programma vooaalnnmmers (ter
zetten, dno's en solo's) terwgl een vierde
dame, Franlein Margaretha Baginsky nit
Berlijn de uitvoering afwisseling gaf met
de voordraoht van eenige vioolnnmmers.
De dames de JongCorverSngders,
die resp. Leeuwarden, Den Haag en Deltt
als hare geboorteplaatsen hebben aan te
wgzen, leerden elkander kennen als elèpes
aan de Haageche Muziekschool; toen zg
aldaar onder de leiding van den heer Ar
nold Spoel hare stadie hadden volbracht,
togen zg eendraohtelgk naar Berlijn ten
einde bij Frau Prof. Schultze-von Asten
de laatste geheimen der zangkunst op te
doen, om daarna als volleerde concertzan
geressen, een aanslag te wagen op de
harten harer landgenooten.
Eene dnbbele reclame ging hare komst
vooraf. Men herinnert zich het verhaal
van de „drei Hollaoderinnen" welke dezen
zomer bniten Berlijn Prof. Joachim, die
daarvoor verre van ongevoelig bleef, op
een rots met eenige liederen verrasten
en verder het bericht in de bladen, dat
drie Nederlandsche zangeressen de onder-
i scheiding te benrt viel, voor de Dnitsche
keizerin te mogen zingen. Geen ander dan
dit bevallig klaverblad golden deze mede-
deelingen.
Wg gelooven dat de dames in geen
enkel opzicht reclame noodig hebben, dooh
hare heerlgke kunstgaven overal znllen
leiden tot een even volmaakt en schit
terend succèa, als zij gisteren avond in
onze concertzaal mochten behalen.
In het bezit van klankrijke en buig
zame, uitnemend gevormde stemmen, zin
gen zij met meesleepend jeugdig vnnr,
zander te kort te doen aan de mnzikale
behandeling of het bgzondere karakter van
hare liederen. In de terzetten (a cappel-
la) van Brahms en Mendelssohn kwam
bovenal de adel der stemmen tot zgn
rechthoe wondersehoon klonk niet daar
in de diepe alt van mejnfironwSngders;
hoe verrassend was hier het ensemble in
klank en nitdrnkking. Beide terzetten
Da anten im Thale van Brahms en He
be deine Augen auf van Mendelssohn be
hoorden als proeven van samenzang tot
de schoonste van den avond.
Eene vergelgking tusschen het drietal
onderling te maken zon inderdaad moeie-
lijk zgnde indrukken volgen elkander
bij eene serie voordraohten als hier werd
gegeven daartoe te snel op.
Ons kwam het voor, dat mejuffrouw de
Jong, de soprane, in het eerste deel be
paald uitblonk. Hare stem spreekt bij
zonder gemakkelgk aanzij klinkt glas
helder en krachtig tot in de hoogste lig
ging; bovendien tintelt haar gezang van
gloed en leven en openbaart de voordraoht
de aanwezigheid van zeer veel mnzikaal
temperament. Van hare keelvaardigheid
gaf mejuffrouw de Jong in vereeniging
met mejnffronw Sngders een schitterend
proefje in het niterst gefigureerde dno
Pin amabile belta van Handel.
In het tweede deel hoorden wg mejuf
frouw Sngders en Corver, meer nog dan
voor de panze, in haar volle kraoht. Zij
staken daarin mejnffronw de Jong naar
de kroon, met veel kans op de overwinning.
Zeker hebben velen met ons toen de ge
gevens voor eene vergelgking maar voor
goed laten glippen, om zich geheel over
te geven aan het kunstgenot, dat het drie
tal sympathieke zangeressen als om strijd
deed smaken.
De voordrachten van de violiste, mej.
Baginsky sloten zioh waardig bij de zang-
nommer8 aan. De Ballade en Polonaise
van Vieuxtemps gaven van haar talent'
een zeer gnnstigen indrnk.
Alzoo mooht het concert in zgn geheel
aanspraak maken op aller tevredenheid
en verdiende het rnimsohoots de waar
deering die door de talrgke aanwezigen
op ondubbelzinnige wgze werd aan den
dag gelegd in lnide en herhaalde toe-
jniohingen.
B.
Perste kamer. Woensdagavond heeft de
Kamer eene korte zitting gehouden, hoofd
zakelijk bestemd voor de afdoening van
eenige kleine zaken, en tot onderzoek van
de Indiesche Begrooting. De laatstelgk
door de Tweede Kamer goedgekeurde
wetsontwerpen werden naar de afdeelin-
gen verzonden. De voorzitter bracht hnlde
aan de nagedachtenis van de overleden
leden Elont van Soeterwonde en van Ro-
yen, en van den Griffier Singendonck.
Door den heer Foeker is verlof gevraagd en
verkregen om de Beg. op een nader te
bepalen dag te interpelleeren over bare
plannen met de voormalige marinehaven
en marineelnis te Vlissingen.
In de zitting van Vrgdag werden een
15 tal kleine ontwerpen goedgekeurd.
Daarna was aan de orde de interpellatie
van den heer Fooker, die uiteen zette
wat hem bewogen had deze vraag tot de
Beg. te riohten. Nadat de Min. van Wa
terstaat geantwoord had, gaf deinterpel-
lant te kennen, dat hij betreurde, dat de
Beg. de bedoelde slnis niet voltooit. Als
de slnis te Vlissingen defekt raakt, is de
toevoer afgesneden, ook voor Middelburg.
Daarmee was de interpellatie afgeloopen.
De Kamer is niteengegaan, vermoedelijk
tot 27 December.
Vervolg Tweede Kamer).
Dinsdag werd het algemeen debat over
de Staatsbegrooting voortgezet, en was de
heer A. Mackay het eerst aan 't woord.
Hij verdedigde de antirev. partij en den
hoofdredaktenr van De Standaard tegen
de aanvallen van dea heer Beaufort. Deze
partij is niet verdeeld, al openbaart zioh
soms versohil van meening bij de leden.
Als de antirev. party en de genoemde
hoofdredaktenr spreken van „stnren in
demokratisehe richting" dan wordt daar
mee bedoeld een streven om het volk in
al zgn sohakeeringen meer te doen deel
nemen aan de politieke zaak. Wat dat
betreft is de antirev. partij bereid op
sommige ponten met de liberalen mede
te werken. Ook spreker is van oordeel,
dat de Staatsbemoeiing zich moet uit
breiden tengevolge van de vele verande
ringen in de maatschappij, en van de
toenemende ongerechtigheden, die moeten
worden te keer gegaan. Aan de liberalen
verweet Spreker hun gemis aan kracht,
blijkbaar nit den toestand, nadat zg twee
jaar in de meerderheid zgn geweest. Waren
zg nog een poosje minderheid gebleven
zg zonden sterker geweest zgn. Spreker
kwam ook tegen de fiuanoieele politiek
der Beg., hare bedeelingswet aan de ge
meenten, haar al te sterken belastingdruk
in den zin van direkle belastingen, bare
tekortkomingen in zake defensie. De heer
Goeman Borgeeius achtte het doel van
den heer de Beanfort om aan een deel
zgner liberale vrienden het kleed
van het socialisme aan te trekken, mislnkt
is. Niemand wil staats-almaeht. Men kan
echter zeer goed voorstander zgn van
Staatsbemoeiing zonder te gelooven in
een toekomstigen heilstaat. Indien ooit de
Kamer in twee partgen wordt ge
spitst zon Spreker zioh niet voegen bg
die der Staats-almaoht, maar ook niet bg
die der vrgheid, als deze onder de leuze
van vrijheid de zwakken wilde big ven ver
drukken. Krachtig verdedigde Spreker
het goed recht der vooruitstrevende libe
ralen, die de meerderheid uitmaken, en
protesteerde hg tegen elke poging om
de Reg. af te trekken van die vooruit
strevende partg. Ten slotte drong hg aan
op het hooghouden van het gezag tegen uit
spattingen der vrgheid van woord en pers.
De heer Levy bestreed het ekonomiesch
stelsel van den heer v. Houten. Hg gaf
zgne zienswgze te kennen over de ver
schillende wetgevingen betreffende het
arbeidekontrakt, en verdedigde, nadat de
Voorzitter hem verzocht had, zich wat
te beperken, de noodzakelgkheid van de
inmenging der Reg. in de arbeidsvraag
stukken. De heer v.d. Kaay trachtte aan
't licht te stellen, dat het juist eene dengd
is van de liberale partg, dat zg verschil