HAARLEMSCH Eerste Blad. [No. 9 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zestiende Jaargang. 144. van WOENSDAG 31 Januari 1894. Nieuwsberichten. 1 elephoonnummer TELEPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenr ,25. i franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 3 eenten per stnk. Prijs per Adverteafie van 1 tot 5 regels 25 ce»ts, elke regel meer 5 ceate, groote lettor* nn*r plaatsruimte VERSCHIJNT: Dinsdag- sn Vrijdagavond. Advertentièn worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middagt ten 18 ure, die ahdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs versohenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij De erven Loosjes, te Haarlem. HERODOTUS. Muzeu. Uit hetGriekscfa door Dr. Cli. M. van Deventer. Boek 2. Euterpe40. HEINSIUS (J. H. A. M.) Belasting op Bedrijfs- en andere inkomsten. Leid draad voor belastingplichtigen.70. JELGERSMA (G.) De beoefening der crimineele anthropologic en gerechte lijke psychiatrie aan de Universiteit. Inleidend woord, gesproken bij de ope ning zijner leasen als Privaat-Docent aan de Universiteit te Amsterdam.... .40. Voor den slag Vervolg op de beschou wingen over de kiesrechtontwerpen door een vaderlander.30. GOFFÈ (JULES). Het hoek der banket bakkerij. Met 10 gekleurde platen en 137 houtgravures. Voor Nederland bewerkt door A. Kreunen. Proefafleve- ring. Verschijnt in 15 afleveringen a .60. Bnitenlandsche nieuw verschenen werken BARDELEBEN (C. v) undJ.MIESES. Lehrbucb des Schachspiels auf Grnnd des gegeDwiirtigen Slandes der Theorie und Praxis. Zngleich sechste Anflage des von der Lasa'schen Leitfadens 6.50. ÏXüGGE (Dr. CARL.) Grnndrias der Hygiene. Für Studirende und praktische Arzte, medieinal-und Verwaltungshe- ambte. Dritte, verbesserte und ver- mehrte Anfiage. Mtt zahireïchen Ab- bildungcn im Text DORNBLüTH l(Dr. med. OTTO Wör- terbuch der klinischen Kunstausdrücke. Für Studierende und Arzte LAVISSE (ERNEST). Le grand Frede ric avant 1' avènement MICHELET (J.) Oeuvres completes. His- toire de France. Moyen age DENFER (J.) Couverture des édiRces. Ardoises, miles, métanx, matières di- verses, chéneaux et descentes Bovenstaande werken zijn voorhanden bij de boekhandelaars de erven Loosjes. 7.80. 1.93 4.15. 4.15. .11.—. Welen en Werken. In liet vorige nummer van ons blad maakten wij reeds melding van het verscheiden van den Heer W. M. Lo geman en brachten in herinnering wat de overledene voor onze Vereeniging geweest was, doch ongetwijfeld is hier op haar plaats de mededeeling, dat in de eerste bijeenkomst na dit afsterven, de Heer J. H. Stoel, president van W. W. het woord nam om dankbare hulde te brengen aan de nagedachtenis van den man, die de ziel en stichter er van was en gedurende vele jaren zooveel heeft toegebracht aan de ontwikkeling van een paar geslachten dergenen die van W. en \V. in zijn geheelen omvang gebruik maakten. De Heer Stoel bracht vervolgens in heiinnering hoe sommige trouwe bezoekers de lieve gedachte had den opgevat eene hulde te brengen aan den overledene. Hadde de overledene dit kunnen weten, hij zou zeer zeker bij zijn leven nimmer zijnen kinderen de veiplicliting hebben opgelegd, zijne be grafenis met allen mogelijken een voud, zonder krans of toespraken te doen plaats hebben, waardoor de familie niet kon voldoen aan den wenscli om den krans op de lijkbaar te plaatsen, doch zij was natuurlijk diep getroffen door liet bewijs van hartelijkheid. De krans prijkt thans op liet graf van onzen Logeman. Het doel is alsnog het getal bijdra gen zoo groot mogelijk te doen zijn. Wegens den spoed, waarmede de zaak moest tot stand gebracht, kon van on derling. overleg geen sprake zijn. Om hieraan te gemoet te komen, ligt aan het lokaal van W. W. eene lijst ter teekening gereed, waarop belangstellen den hunne naamteekening kunnen plaat sen en hunne bijdrage kunnen depo- neeren. Deze lijst moge door een zeer groot aantal handteekeningen een be- teekenisvol stuk worden in het archief van W. en W. Hij ruste in vredezijne werken volgen hem na. Na de korte toespraak van den Voor zitter, die met instemming werd ont vangen verkreeg de Heer H A. van der Meulen uit Haastrecht het woord, met de bespreking van de stelling: De sociale kwestie is méér dan een brood- en loon kwestie. Meer en meer neemt de kwestie een meer ernstig karakter aan en wel om reden dat er onder gestookt wordt doch zeer stellig heeft zij de oogen doen opengaan voor de verschillende mis standen in de maatschappij, waardoor de tijd achter ons ligt waarin de grieven van den werkman als geheel overdre ven geacht werden en men niet meer het elk voor zich toepast voor het allen voor elk. Zeer stellig wordt er geleden, doch ook is te bespeuren, dat men van het ujaen Kennis uraagt en ..own ue- staan, gereed om het lijden te verzach ten, weg te nemen. Men meene evenwel niet, dat de so ciale kwestie zal opgelost zijn als de loonen stijgen. Spreker bracht hier ter sprake de door velen gelezen brochure het jaar 2000 van Bellamy. De vraag, waarom de daarin beschre ven idealen niet zouden verwezenlijkt worden, loste Spreker op door op te merken, de Bellamy een ding vergeten had, de zonde, en dat als men daarvan de mensehen kon vrijmaken wij eene groote schrede op den goeden weg ge vorderd waren, waaruit blijkt, dat de sociale kwestie in de eerste plaats is eene zedelijke kwestie; de zedelijke kwalen der maatschappij moeten door zedelijke middelen genezen worden. Men stelle zich eens den toestand voor, dat iedereen zóódanig loon ont ving, dat ieder zijn gezin zou kunnen onderhouden. Kunnen en doen zijn ech ter twee, want de onmatigheid doet nog velen in dit opzicht hun plicht vergeten. Gemakkelijk is het, zich op gang te verschaffen door van honger loon te spreken en op het kapitaal te schelden, maar zeker is het, dat de groote bron van zeer veel kwaad Schie dam isbij een te Rotterdam gehouden onderzoek naar zes en zestig werkeloo- zen bleek, dat er twaalf van aan den drank waren. De schuld schuilt niet alleen in den loonstandaardsoms ook schuilt zij in gebrek aan orde en zorg bij den werk man, hoewel het ook waar is, dat som migen niet door eigen schuld lijden Zie, vervolgde Spreker, in de zooge naamde kapitalistische maatschappij worden menigmaal de huwelijken uit gesteld, omdat de inkomsten nog niet voldoende zijn om een huishouding te onderhouden, doch in den handwerks stand sluit men maar al te dikwijls onnadenkend een huwelijk en de ge volgen er van kent men. Gebrek aan orde en netheid bederft mede veel. Spreker bracht hiervan een sprekend voorbeeld bij. Velen zijn er vervolgens, die wer ken kunnen en werken willen en toch zonder werk zijnsoms ook gebeurt het, dat het aangeboden werk niet overeen komt met de neigingen van den wer- kelooze. En dan nog de vraag of van de zij de des werknemers wel alles is of wordt gedaan om een geschikt werkman te kunnen zijn. Spreker zijn gemeenten bekend waar noch van herhalings-, noch van huisvlijtschool wordt gebruik ge maakt zelfs al is er de beste gelegen heid toe. Uit een ander blijkt, dat er nog heel wat meer plaats moet hebben dan loons- verhooging; aan de sociale nooden, laten wij het maar bekennen, hebben allen schuld. Men verwijt den minister Pierson, dat hij den nationalen rijkdom heeft overschat, ons voor te rijk heeft aangezien, maar het behoort gezegd: Wij geven er aanleiding toe. Wij leven te hoog. Wij kleeden ons boven onze finantieele krachten, wij geven onze kinderen eeu opvoeding hoven stand en vermogen. Waar men vroeger hier dronk is 't thans wijn en grog; waar de jeugd en de jongelingschap zich vroeger ver maakten met hoepelspel is thans een duur rijwiel nauwelijks voldoende; waar werd gerookt, rooken thans de kinderen. De opvatting van het leven is, zegt men zooveel anders geworden. Maar is zij beter? Onze negentiende eeuw is rijdende begonnen; als wij niet spoedig onze gewoonten wijzigen, staan wij voor een schandelijk bankroet. En dan moeten welwillendheid en vertrouwen teruggewonnen, In alles wat door de meergegoeden verricht wordt in het belang van den werkman ziet men iets verdachts. De volksleiders zorgen daar wel voor. Misschien, zegt Spreker, ontstaat na langer of korter tijd een ernstige bot sing tusschen kapitaal en arbeid, en zullen de eischen van de laatsten mis schien geheel of gedeeltelijk worden in gewilligd, doch als de vrede op die wijze moet komen, staat hij gelijk met een wapenstilstand. Spreker had met zijne, met overtui ging uitgesproken, rede niet de mee ning er de sociale kwestie door op te lossen, doch, besloot hij, ik heb u den weg gewezen en heb dan ten minste iets goeds gedaan. Ten slotte droeg Spreker voor een boeiende novelle van Hooyer, waarvan de strekking was, aan te toonen hoe door toewijding toenadering kan geboren worden, aangezien ook omtrent het willen en het denken der verschillen de standen groote spraakverwarring heerscht en kennismaking allicht leidt tot waardeering. Bij het talrijke gehoor vonden de woorden des Spiekers als altijd een warmen bijval. De volgende spreekbeurt wordt ver vuld door Dr. Bleekrode uit 's Graven- hage. Naar men weet, zou keizer Wilhelm zich met den ouden heer Bismarck wenschen te verzoenen, en hiertoe een adjudant naar Friedrichsruhe gezonden hebben. Ter beurze was men zeer opgewonden over dit feit; men kalmeerde echter wel wat, naar mate het besef ingang vond, dat er geene politieke gevolgen van 's Keizers hoffelijkheid jegens Bis marck te verwachten zijn. Bismarck had in zijne dankbetuiging voor 's Keizers oplettendheid de woorden gebezigd, dat, zoodra hij weder in het volle bezit zijner gezondheid verkeerd, hij hoopte den Keizer nog eens persoonlijk zijnen dank te komen brengen, Hieruit leidden geestdriftvolle menschen af, dat Bismarck misschien reeds op 's Keizers verjaardag (27 d.) of kort daarna naar Berlijn komen zouen dit te meer, omdat dr. Schweninger te Wiesbaden verklaard had, dat Bismarck volmaakt wél was. Beschouwt met de geheele zaak op den keper en weet men, dat Dr. Schwen- niger den keizer inlichtte dat Bismarck aan influenza leed; dat de keizer toen zijn adjudant met een hoffelijken brief naar Bismarck zond, zonder meer, dan behoort men in te zien, dat er slechts VuJhU1 it™., beleefdheid jegens Ten einde bij den verjaardag des Keizers tevens het 25jarig officiers jubilé, 27 Januari, tegenwoordig te zijn is Bismarck nu Vrijdagmorgen te negen uur te Hamburg aangekomen om ver der zijn tocht naar Berlijn voort te zetten, waar hij tegen een uur aankwam opgewacht door eene dichte volksmenigte en afgehaald door 's Keizers broeder, aangezien de keizer zelf een hoogeren gast, den koning van Saksen, aan een ander station moest opwachten. Bij zijne komst te Berlijn zag de oude heer er zeer opgeruimd uit. De duizenden aanwezigen die tegenwoor dig waren, brachten hem een warme ovatie. In de stad werd op verschillende punten gevlagd. Aan de Brandenburgsche poort werd de intocht van Bismarck met tromge roffel begroet. De vertrekken van Bismarck in het kei zerlijk paleis zijn getooid met bloemen, door zijne vereerders gezonden. Bij het uitstappen uit het rijtuig was prins Heinrich den oud-rijkskanselier behulp zaam. In de nabijheid van ht keizerlijke paleis werden patriotische liederen ge zongen, zoo het scheen door studenten. Bij liet paleis begroette de keizer, omgeven door het geheele hoofdkwar tier en den kabinets-chefs Bismarck uiterst hartelijk. De keizer had met den grijzen staats man een gesprek onder vier oogen en de laatste bracht een bezoek aan keizer Frederik. Men meldde nog, dat Bismarck en zijn opvolger von Caprivi nog een lange tweespraak zonder getuigen hadden, maar dit btijkt bezijden de waarheid. Tegen acht uur vertrok Bismarck weer naar Fredrichsruhe. De keizer ge leidde hem naar het station en nam daar allerhartelijkst afscheid van hem, onder de voortdurend opgewekte stem ming van tienduizendtallen toeschou wers, die heden ongetwijfeld gevoelden, dat eene verzoening had plaats gegrepen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 1