MOHAWKS.
VA.IC
Miss M. E. BB.ADDON.
Naar het EngeUch.
9)
„O, was dat een boek van hem,"
riep Judith uit, die alles las. ,'t "Was
met veel talent geschreven. Ik be
gin waarljjk gunstiger over uw Mr.
Topsparkle te denken."
Vgf minuten later kwam Lady
Judith, die, met eene volle nicht als
duenna naast zich, te midden van
de menigte, die zich daar bewoog
langs de straat wandelde, Mr. Tops
parkle tegen, in gezelschap van geen
minder persoon dan haar vader.
Lord Bramier verheugde zich in het
voorrecht van een ouderwetsche er
felijke jicht, en kwam elk seizoen te
Bath, om de baden te gebruiken.
Hij was een man met een indruk
wekkende gestalte, rijzig en gezet,
maar zijn houding had iets onge
meen waardigs, en hij bewoog zich
met gemak. Men zeide, dat hij de
knapste man van zijn tijd was ge
weest, en dat hij bewonderd was
geworden zelfs door een geslacht,
dat kon roemen op den „schoonen
Hervey," op John Churchill, Hertog
van Marlborough, en op den on-
weêrstaanbaren Henry St. John.
Zich koesterende in dien verkwikke-
lijken zonneschijn van populariteit,
die het deel is van een man van
hooge geboorte, bevallige manieren
en een goed voorkomen, had Lord
Bramier een aardig fortuin op recht
vorstelijke wijze doorgebracht, en nu,
op vgf en vptig jarigen leeftijd, was
hij zoo nabij den toestand van ken
nelijk onvermogen, als een aanzien
lijk heer maar wezen kan. Zijn huis
in Pulteneystreet was een soort van
haven, waarin hij zijn gezin had
binnengeloodst, toen zijn Londensche
schuldeischers onverzoenlijk begonnen
te worden. De gedachte was zelfs bij
hem opgekomen om te emigreeren
naar Holland of België, of naar een
of andere oude Romaansche stad in
het zonnige Zuiden van Frankrijk,
waar hij zou kunnen leven van het
speldegeld zijner vrouw, dat gelukkig
op haar vast was gemaakt, zoodat
het door zijne schuldeischers niet kon
worden aangetast.
Hij had twee zijner drie dochters
uitgehuwlijkt, goed, maar niet schitte
rend. Judith was de jongste van de
drie, en zij was de bloem der kleine
kudde. Zij was dol, zeer dol verliefd
geweest op Lord Lavendale, en een
flauw wolkjen van schandaal had
over haar naam gehangen, sedert zij
in betrekking gestaan had tot dien
al te befaamden lichtmis. Bewonde
raars had zij in grooten getale, maar
sedert die verwikkeling met Laven
dale had geen aanbidder van betee-
kenis, ernstige stappen gedaan.
Maar nu was Mr. Topsparkle, een
der rijkste burgers van Groot Brit-
tanië, blijkbaar getroffen door Lady
Judith's voortreffelijke eigenschappen,
en hij scheen de zaak te willen door
zetten, naar 't Lord Bramble voor
kwam. Hij had zich een half uur ge
leden bij den graaf laten voorstellen,
en had toen zijne bewondering voor
's graven dochter niet achter stoelen
en banken geschoven. Hij had drin
gend verzocht, formeel voorgesteld te
worden aan dit uitverkoren schepsel,
met wie hij den vorigen avond op
het gemaskerd bal in de Assembly
Rooms kennis had gemaakt.
Lady Judith liet zich die voor
stelling welgevallen met het hoog
hartig voorkomen eener koningin,
voor wie hovelingen en komplimenten
iets dergelijks waren, als voor andere
menschen de horzels in het zomer
seizoen. Zij verkoelde zich lusteloos
met haar waaier, en tuurde om zich I
heen, terwp Mr. Topsparkle aan het
woord was.
„Ik geloof waarlijk, dat ik Mrs.
Margetson daar zie," riep zij uit,
een kennis te midden van de wan
delende menigte herkennende„ik
heb haar in geen eeuw gezien. Lieve
Hemel, wat ziet zij er oud en geel
uit geler zelfs dan gjj, Mattie;"
dit laatste zeide zij zoowat ter zijde
tegen hare volle nioht.
„Ik hoop, Lady Judith," mompelde
Topsparkle, zich ietwat opdringend,
„dat ge mij geen kwaad hart toe
draagt, wegens mijne volharding
gisterenavond."
„Een kwaad hart, mijn goede
heerIk verzeker u, dat ik nooit
iemand een kwaad hart toedraag.
Om iemand een kwaad hart te kun
nen toedragen, moet het gevoel er bij
in 't spel zijn, en ge zult toch nau
welijks kunnen verwachten, dat mijn
gevoel ook maar in de verte betrok
ken zou zijn geweest bij de aardig
heden van een gemaskerd bal."
Zij keek over zijn hoofd heen
terwp zij tegen hem sprak, nog
steeds uitziende naar bekende gezich
ten onder, de wandelaars, nu eens
glimlachend tegen iemand, dan weer
buigend voor een ander. Mr. Tops
parkle was woedend op zioh zelf,
omdat hij haar aandacht niet op zijn
persoon kon vestigen. Te Venetië,
vanwaar hg onlangs teruggekomen
was, hadden al de vrouwen hem het
hof gemaakt, aan zijn mond gehangen,
hem bewonderd als het geestigste ver
nuft van zijn tijd.
Hij was een schraal en zeer ver
wijfd persoontjen, keurig gekleed en
gepoederd, terwp er reden was om
hem er van te verdenken, dat er
rouge op zijn holle wangen of van
Dijk-bruin op zijn schilderachtige
wenkbrauwen was aangebracht. Hij
was, evenals Lord Bramier, een
toonbeeld van vervallen mannelijke
schoonheid, een soort van wrak
maar deed Bramier denken aan een
driemaster van goede ladingruimte
en tonnemaat, door den vijand be
schoten, maar nog tegen het weêr
bestand en zeewaardig, Topsparkle
had het voorkomen van een ranke
pinas, waarvan, tengevolge van ou
derdom en doorgestane stormen, niets
overgebleven was dan een spook
achtig vaartuig, dat door den eer
sten storm waarschijnlijk uit elkander
geslagen zou worden.
Hij had nauwelijks het voorkomen
van een aanzienlijk heer, dacht
Judith bij zich zelve, terwp zij hem
scherp opnam gedurende al den tijd
dat zij zijn bestaan scheen te igno-
reeren. Hij was al te mooi, al te
gemaakt voor een echt aanzienlijk
heerhij miste de zich gemakkelijk
bewegende aangeboren bevalligheid
van den man bij wien goede ma
nieren erfelijk zijn. Van een koopman
had hij niets in zijn voorkomen en
wijze van doenmaar wel open
baarde hij de overdreven elegance,
de van buiten aangebrachte beval
ligheid van een man, die met al te
veel ijver de kunst om een voor
naam heer te zijn bestudeerd heeft,
van een man, die zijne manieren op
dubbelzinnige paden heeft aangeleerd,
van petites mattresses en prime donne,
meer dan van staatsmannen en
vorsten.
Bij deze en menige volgende ont
moeting was Lady Judith juist
onbeleefd genoeg, om Vivian Tops-
parkle's hartstocht aan te blazen.
Hij was aangevangen met haar zoowat
het hof te maken, noch voor zich
zelf in 't onzekere, of Lord Bram-
Iers dochter hem wel waard was
maar haar hauteur maakte hem tot
haar slaaf. Ware zij beleefd geweest,
hij zou waarschijnlijk meer gewicht
gehecht hebben aan die verhalen aan
gaande Lavendale, en hij zou mis
schien zich teruggetrokken hebben,
alvorens eene dwaasheid te begaan.
Maar eene vrouw, die in staat was
de beste partij van Engeland ruw
te bejegenen, moest, het kon niet
anders, boven alle booze vermoedens
verheven zijn. Had er een ernstige
smet op haar goeden naam gekleefd,
zij zou met beide handen de kans
hebben aangegrepen, om zich te re-
habiliteeren door een rijk huwlijk.
Had zij Mr. Topsparkle beleefd be
jegend, hij zou gehaspeld en onder
handeld hebben over de hnwlijks-
voorwaarden; maar nu hij aanhou
dend gekweld werd door de vrees
van haar te zullen verliezen, onder
wierp hjj zich aan de door Lord
Bramier gestelde eischen met eene
meer dan vorstelijke edelmoedigheid,
en maar weinig vorsten waren ook
bij machte zoo edelmoedig te zijn.
Hij had er zijn hart op gesteld, deze
jonge dame tot vrouw te krijgen
vooreerst, omdat zij de schoonste en
aanzienlijkste van geboorte in Londen
was, en ten tweede, omdat, voor
zoover uitgebrande sintels nog met
nieuwen gloed kunnen beginnen te
branden, Mr. Topsparkle's verweerd
oud hart in vuur en vlam was gezet
door een zeer ernstigen hartstocht
voor deze nieuwe godheid.
En zoo kwam het tot een groot
huwelijksfeest in 's Graven wo
ning in Leicester Fields. Bizonder
talrijk waren de daarbij aanwezigen
niet, want alleen de ware élite van
de groote wereld was genoodigd.
De Hertog daarmede werd bedoeld
Zijn Hoogheid de Hertog van York
vereerde het gezelschap met zijne
vorstelijke tegenwoordigheid, en aan
wezig waren de groote Sir Robert
en een aantal ministers, en Mr. Tops
parkle gevoelde, dat hij alle oude
half-vergeten schandalen van zijn
vorig leven had uitgewischt, en dat
hij door dit huwelijk zijn intrede
had gedaan in de hoogste maatschap
pelijke sfeer. Als Vivian Topsparkle,
de half-buitenlandsche zonderling,
was hij een man, die veel bekijks
had, en over wien veel gepraat werd
maar als de echtgenoot van Lord
Bramder's dochter waren zijn
huwlijk gaf hem daartoe het recht
de aanzienlijkste huizen van Enge
land voor hem toegankelijk geworden.
Zijn naam en faam werden vastge
haakt aan oude familie-stamboomen
en de voorname lui, wier familielid
hij gehuwd had, konden natuurlijk
niet dulden, dat men kwaad van
hem sprak, of met minachting van
hem gewaagde. In één woord, Mr.
Topsparkle gevoelde, dat hij voor
zijn edelmoedigheid ten opzichte van de
huwlgksvoorwaarden goede waarde
in ruil had ontvangen.
Was Lady Judith Topsparkle ge
lukkig met al den zegen, die haar
te beurt was gevallen Zij was
vrolijk en in de groote wereld gaat
vrolijkheid voor geluk door, en in
't oog der menigte is vrolijkheid het
benijdenswaardigste dat er is. Nie
mand benijdt de stille huismoeder,
wier huiselijk leven daar voortvloeit
met de kalmte van een tragen stroom,
't Is de vlinderkoningin van het oo-
genblik, die door het publiek bewon
derd en benijd wordt. Lady Judith,
schitterend van diamanten op een
bal aan 't hof, schoon, driest, onbe
schaamd als zij zich voordeed, had
half de stad tot slaven en aanbid
ders. Zelfs vrouwen zag men haar
vleien en pluimstrijkenzij ver
heugden zich, dat zij tot hare ken
nissen behoorden, en waren er trotsch
op, dat zij op hare partijen genoo
digd werden, of bij openbare plech
tigheden tot haar gevolg mochten
behooren.
Zg was nu drie jaar gehuwd ge
weest, en haar gedrag als gehuwde
vrouw was voorbeeldig geweest.
Geen enkel schandaal had haar naam
besmet. De schotschrijvers en de ka-
rikatuurteekenaars, een erg ruw volk-
jen onder den Eersten en den Tweeden
George, hadden haar niets kwaads
weten aan te wrgven. Zg konden
alleen hare soms wel wat buitenspo
rige toiletten overdrijven, een kari
katuur maken van haar sleep, een
overdreven voorstelling geven van
haar hoepelrok, of van 't fatsoen van
haar laatsten nieuwen hoed, met
zijn toren van struisveêren. Zij
sohreven over hare verschjjning in
het park of in de opera, over hare
partijen, en over haar gewaagd kaart
spel, over hare liefde voor wedrennen,
en over de vorstelgke bewonderaars
harer bekoorlgkheden; zij schreven
over haar receptiedag en over de
helles en de beaux, die zich ver
drongen in hare salons, om elkander
toe te lonken, en te babbelen over
de schandalen van den dag, of over
de politiek, met die steeds toenemen
de loszinnigheid, welke zich na den
dood der goede koningin Anna in
de manieren was beginnen te open
baren; maar zelfs de vermetelste
pamfletschrgver uit Grub-Street had
het niet gewaagd hare deugd aan te
vallen.
„Wacht maar eens tot Lavendale
uit de Oost terugkomt," zeide Tom
Philter, de politieke broodschrgver,
op wien in zgn eigen oog de man
tel van Josef Addison was gevallen,
„en dan zult gg vrij wat te schrg-
ven hebben over „Lady Jde
schoone echtgenoote van een wel
bekenden miljoenair, die zelf vroeger
befaamd was wegens we ken
nen dat stijltjen; en wat jou betreft,
Jimmy," vervolgde hg, «ich tot den
karikatuurteekenaar wendend, „jg
zult zooveel karikaturen kunnen le
veren als 'tje maar lust „Hoe
de lady en haar minnaar betrapt
werden door den ouden Geldzak in
de kleine achterkamer van een huis
in de City." 't Zal een prachtige tijd
zgn voor jelui, kwaadsprekers, wan
neer zgne lordschap thuis komt; en
ik heb gisteren gehoord, dat hij te
Weenen gezien is, op zgne terugreis."
„Lady Judith is veel te verstan
dig, om praatjens te willen aanknoo-
pen met zulk een deugniet," merkte
Mr. Ludderly op, de bekwame ver
vaardiger van fatsoenlgke schotschrif
ten, die in May's Buildings in St.
Martin's Lane woonde, en de groote
wereld door het hek van het park,
of uit het parterre der openbare
schouwburgen placht gade te slaan.
„Liefde is nooit verstandig," zuchtte
Philter.
„'t Is mogelgk, dat zg liefde voor
hem gevoeld heeft, vgf jaar geleden,
toen |hij nog de schoonste man van de
stad was; maar hg heeft zich ten
haren opzichte afschuwelijk gedragen,
en zg heeft tijd en overvloed gehad
om hem te vergeten," antwoordde
Ludderly.
„En niet vergeten heeft zg hem,"
riep Philter op tragieschen toon uit.
Hg had in zijne jeugd tooneelspeler
willen worden, en had op weinig
eervolle wijze daarin gefaald, maar hij
had er toch nog iets tooneelmatigs in
zgne manieren van overgehouden.
„Zg behoort niet tot het soort van
vrouwen, die licht vergeten. Harts
tocht gloeit in die als sterren fon
kelende oogen van haaronverwinne-
lgke onverzettelgkheid teekenen die
heerljjke lippen. Kleopatra moet zoo
als zij het hoofd gehouden, zulk een
vorstelgken nek gehad hebben. Al
die bekoorlgkheden duiden op een
aangeboren vastheid van wil. Zulk
eene vrouw zal eene wereld opofferen
voor den man, dien zg bemint; en
laat Lavendale maar terugkomen en
zich aanstellen alsof hg berouw ge
voelt over 't geen er is voorgevallen,
en zg zal zich in zgn armen werpen,
en aan Topsparkle en zgn schatten
den rug toekeeren."
Wordt vervolgd).
Gedrukt bjj DE ERVEN L00SJE8, te Haarlem