Nieuwsberichten. nacotheek, de schilderijverzameling. Ei genaardig, dat de klassieke kunst zich uit door beitel, de Christelijke meer door penseel; de Grieksche kunst is berekend op het zinnelijke, op effect. De Christelijke kunst openbaarde zich pas toen de Kerk niet meer ver volgd, de belijders niet meer voor de leeuwen geworpen werden Vóór dien tijd openbaarde zij zelfs kunst- afkeer. Toen de Kerk heerscheresse werd, de kakatomben van Rome bewijzen het, ontwaakte ook haar geest voor kunst en meer deed zij dit nog toen de hoven der pausen langzamerhand kunstkweek scholen werden. Toen vervolgens na de kruistochten de volkeren mondig werden, verscheen de kunst in paleizen en kasteelen en vertoonde zij zich door smeedwerk en schilderij in de woningen der gegoeden en vooral door schilderwerk. Waarom toch wekt, vroeg Spreker, een tafereel van Mesdag of Israels, of een van Bosboom blijde gewaarwordin gen bij den mensch. Omdat de mensch gevoelt, dat ze niet uitsluitend hun aan zijn te danken hebben aan aanschou wen; neen, de kunstenaar ziet dubbel en legt ook ziel, willen in zijn werk. Bosbooms schoone kerkgezichten dan ken hun bestaan niet alleen aan het zien op één tijdstip; hij bezag zijne kerken bij vol zonlicht, in den gouden glans van den vooravond en in het plechtig halfduister. Daarna ontstond Bosbooms kunstwerk als rijpe vrucht van ernstig nadenken. In dit zoeken ligt iets dat treffend is en ook als zooda nig zijn de kunstenaars lichtdragers, maar de taal der ziel is niet onder woorden te brengen en de kunstenaar grijpt naar penseel en lier om uitte drukken wat hem bezielt. De oude schilderijen, zij diagen ken merk, van het denkbeeld dat het lichaam is de kerker der ziel, de hoekige vormen, de oogen, de slanke handen bewijzen het. In Nederland kwam men vroeger dan in Duitschland in deze tot de waarheid. Reeds Lucas van Leiden, en Quinten Metsy's schilderijen teekenen meer losheid, meer afwijking van het conventioneele. En dan Rafaël, de grootmeester der Italiaansche kunst. Vergelijk zijne ma donna's, zacht en vol majesteit, met bvb. de Venus der Grieken, het ver schil tusschen Christelijke en Grieksche kunst komt dan nog sterker naar voren, evenals het verschil treft tusschen den Katholiek Rafaël en den Protestant Dürer. Spreker wees hier op de schil derijen van den laatste, mede te Miin- chen aanwezig, voorstellende de aposte len Johannes, Petrus, Marcus en Paulus. Spreker wenschte in oris den kun stenaar te doen ontwaken. Niet juist die, welke zich uit door penseel ofbei- tel, maar door een smachten naar het hoogste. Aller plicht is het, hiertoe de natuur gade te slaan en dan vindt de gevoelige menschenziel in haar en daardoor ook in de kunst telkens nieuwe verrassingen. Jammer, zegt Sspreker, dat onze tijd zoo pessimistisch is. en van daar dat onze tegenwoordige kunst, zoo weinig verheffend, zoo geheel zonder troost is. Men schildert slechts het half duistere, het onzekere, het wazige, evenals onze dichters bij voorkeur den avond en den nacht bezingenwerkelijk wij moeten naar onze oude meesters terug. Morgen geen avond-menschen waren onze oude schilders en dichters Nog eens plaatste Spreker Grieksche en Christelijke kunst nevens elkaar en wees er op dat de oplossing der Griek sche kunst te Athene aangewezen werd door Paulus, die aldaar den Grieken 1 den onbekenden God predikte. Laat ons, zeide Spreker, steeds den blik naar boven richten, en zóó de kunst liefhebben dat het leven ons in deze een opgang zij. Gelukkig, wie zóó de kunst liethebben. Met de meeste belangstelling was de gloedvolle rede van den Spreker ge volgd en bleken de opvattingen instem ming te vinden. Een woord van dank aan Heeren Directeuren van Teylers Stichting voor de genotvolle avonden, aan velen ge durende dit seisoen bereid, moge hier een plaats vinden. Zeer zeker vond er elk wat wils, hetzij de wetenschap, hetzij de literatuur, hetzij de kunst aan het woord was. VIJFDE BACHCONCERT. Het laatste concert van de Haarlem- sche Bachvereeniging, Dinsdag avond voor een meer dan talrijk publiek ge geven, bepaalde zich, wat het instru mentale deel betreft, bij de uitvoering van een viertal orkeststukken Sym- p/ionie No. 2 van Schumann,J Andante en Allegro uit het concert voor harp en Jluit van Mozart, muziek voor Bjürn- son's tooneelspel nSegurd Jorsalfar" van Grieg en de Ouverture y>Oberon" van Weber, ten gehoore gebracht door het orkest uit het Concertgebouw te Amsterdam. Daarnevens trad mejuffrouw Sophie Schröter, concertzangeres uit Bonn met eenige vocale voordrachten als soliste op. De wijze waarop in de eerste plaats de keurbende van den heer Kes zich van zijne taak kweet en verder de ge noemde zangeres den avond aanvulde, was van dien aard, dat ook dit eind concert van het seizoen, een waardige plaats kon worden aangewezen in de serie, welke ons dezen winter door de Bach vereeniging werd aangeboden. De medewerking van net orkest wordt blijkbaar door het publiek bijzonder op prijs gesteld. Daarbij valt te consta- teeren, dat in het algemeen de belang stelling in zuiver orkeststrale muziek in toenemende mate aangroeit. De meer dere waardeering welke alleen samen kan gaan met een beschaafd muzikalen zin, dagteekent in de hoofdstad des lands en niet minder ten onzent vanaf de op richting van het hierbedoelde orkest. Voor den heer Kes was de moeielijke, doch eervolle taak weggelegd, de sin- fonische muziek ten troon te verheffen, haar in het muzikale leven de haar toekomende plaats te doen innemen door op vele belangrijke werken een nieuw licht te laten schijnen. Voet voor voet, met smalle strooken heeft hij het terrein veroverd, niet te rugschrikkend voor bezwaren, nooit toegevend aan de eischen van anderen, die hem niet begrepen of den weg niet konden ovc rzien, door hem afgebakend. Zoo werd Kes de stichter van zijn eigen rijk, van het gebied waarin hij thans oppermachtig kan besturen en heer- schen, heerschen met een tucht, waarvoor elk kunstvriend zich gaarne buigt, waarvoor men warme sympathie kan gevoelen, omdat zij geen eigen verheffing zoekt, doch slechts de ver heerlijking bedoelt van de onvolprezen, eindeloos schoone muzikale kunst. Eene aangename afwisseling in de door het orkest gespeelde werken ver hoogde Dinsdagavond niet weinig het genot, dat de uitvoering door voordracht, fijnheid van behandeling en treffende klankschoonheid opleverde. Men mag er den Heer Kes erkentelijk voor zijn, dat hij door de nieuwste zaken op het repertoire te brengen, ons een blik gunt in de moderne literatuur, vooral waar het, zooals hier, een werk gold van den Noordschen toondichter Grieg, wiens muze aan eene bekorende frisch- heid hare bijzondere aantrekkelijkheid ontleent. Overigens zal voor het ont wikkeld oor Schumanns Symphonie met dat stemmingsvolle Adagio en het kunstrijk saamgeweven Scherzo bij dit muzikaal festijn wel de hoofdschotel zijn geweest. Een groot genoegen heeft de heer Kes ongetwijfeld zijn auditorium gedaan, met eenige deelen uit Mozart's Concert voor harp en fluit te doen uitvoeren. Het bezit van eene bekwame harpis te, mej. Winzer en een niet minder uitstekend fluitist als de heer Demont, stelde hem daartoe instaat. Het werk dagteekent uit het jaar 1778 en werd gecomponeerd te Parijs voor den hertog De Guines en zijne dochter, van wie Mozart aan zijn vader schreef, dat de eerste unvergleilich die Flötedie Tochter magnéjique die Harfe spielle. Door vloei ende melodiek en schoone klankwerking mocht het, technisch onberispelijk ver tolkt, grooten bijval verwerven. Waar het orkest zooveel voortreffe lijks bood, was het voor de zangeres geen gemakkelijke taak met eenige voordrachten, die uiteraard kleiner in omvang en zwakker in expressief ver mogen moesten zijn, te handhaven. Toch gelukte dit aan mejuffrouw Schrö ter, dank zij hare schoongevormde, om vangrijke stem, in die mate, dat zij kan bogen op eenige terugroepingen en de verplichting door een extra nummer aan het aanhoudend verlangen naar meer te hebben mogen voldoen. Met genoegen kan worden medege deeld, dat na de liederen van de zan geres het aantal vertrekkenden gering was; zeker was het dan ook wel de moeite waard, nog eenige oogenblikken te geven aan de delikate voordracht van de Oberon ouverture, waarmede het orkest afscheid nam. Bij het eindi gen van de concerten der Bachvereeni ging voor het jaar 1893—94 mag een woord van dank aan haar Bestuur in het algemeen en den heer A. E. Kru- seman, den volijverigen secretaris-pen ningmeester, in het bijzonder niet ach terwege blijven voor de bemoeiingen, welke het zich ter wille van den bloei dezer schoone stichting weder in dit seizoen heeft willen getroosten. B. De Nutslezing. De vierde buitengewone Nutsverga- dering had Donderdag avond plaats. Spreker was de Heer W. C. Royaards van Rotterdam. Het programma bevatte negen num mers, vijf voor, vier na de pauze. De oude kunst gaf Spreker ons te hooren in twee reien uit Vondels Gijs- brecht van Aemstel, namelijk de heer lijk schoone Rei van Amsterdamsche maagden en de niet minder schoone Rei van Clarissen. De nieuwe kunst was vertegenwoor digd door poëzie van Tideman Jr. en A. Verwey, als mede indirect door Van Looy. 't Wil er bij het publiek i.og niet in het nieuwe mooi te vinden, op te gaan in deze manier van gedachtenuiting. Halve zinnen, onvolledig uitgedrukte gedachten, ontaalkundige zinsverbindin gen en dit alles gepaard aan eene die pe, allesbeheerschende melancholie lijden en smart; hopelooze poëzie! En toch, wij vijftigers, .wij, onder den indruk van het gulden tijdperk onzer opnieuw ontwaakte letterkunde, met namen als Bilderdijk, da Costa, Van Lennep, Huet, wij zullen aan al dit vreemdklinkende moeten wennen, dat toch is de richting van het Jonge Hol land. Onze groote meesters van Oud Hol land, H^iibft, Vondel, zij vormden zich naar een exempel; waar ging Jong Holland ter school, waar leerde het.i Doch neen, laten wij nog maar in de veronderstelling blijven, dat ook hier uit den chaos het ware, het goede, het eenig schoone, kan te voorschijn tre den en dat ook hier in het zoeken naar het beste iets verheffends is; enkele schoone gedachten toch in de voorge dragen poëzie trokken de aandacht. Het droevig naargeestige van de poëzie had zich in dubbele mate uit- geslrek t over den vertolker. Koel, kalm afgemeten, eenvormig zweefden de stro fen door de zaal, de declamator verspilde zijn kracht aan het rythmus. Men vroeg zich af, of dit de bedoeling van Jong Holland is. In het algemeen was men over het eerste gedeelte van het pro gramma tevreden maar niet voldaan; de nieuwere poëeten zijn nog niet be grepen, maar 't zal aan hen niet te wijten zijn en ook niet aan den ver tolker; aan het publiek. In de vier nummers na de pauze pas toonde de Heer Royaards meer mees terschap. Piet Paaltjens' Friesche poëet, een kostelijk stuk humor, meer voorgelezen, dan voorgedragen, boeide door goed vol gehouden eenvoud; Grootvader, van De Buil, muntte uit door goede opvatting en beschaafde voordracht en het betee- kenisvolle De Boterham en de Goudzoe ker met de verrassende zinswendingen maakte soms een prettigen indruk. Alhoewel de vier laatste nummers meer in den geest van het publiek ble ken te vallen, zij men het Nutsbestuur toch dankbaar, dat het de gelegenheid openstelde kennis te maken met de nieuwste voortbrengselen van onze let terkunde en het de baan brak tot een tijdperk waarin men genieten kan van nieuwe opvatting, in gedachten gang, wijze van uitdrukking, versbouw en voordrachtswijze van die geesteskinde ren, al viel deze eerste proef nu ook niet bijzonder mee. Emile Henry tot heden de laatste bommenwerper, was een der beste kwee- kelingen van het college Jean-Bap- tiste Say. Hij had er een beurs van den gemeenteraad; wijlen Cour bet, een vriend van Gambetta, die aan zijne moeder, eene geboren Cour- bet, verwant was, had hem de beurs bezorgd. Vooral in de exacte wetenschap pen muntte Emile Henry uit. Hij ver wierf er het baccalaureaat. Hij ging toen, volgens verklaring zijner moeder, die een wijnhuis heeft, met een neef, een ingenieur, op reis naar Italië. Hij bleef er eenigen tijd, maar daarna kreeg hij oneeniglieden met zijn reismakker en kwam te Parijs terug. Toen trach- te hij toegelaten te worden op de Po- lytechnysche schoolmaar bij het examen droop hij. Vervolgens kreeg hij eene plaats hij een handelaar in de Rue du Sentier. Daar bleef hij totdat hij, evenals zijn broeder Fortuné wegens hetgeen zij gesproken hadden in eene openbare vergadering, gearresteerd werd. Den volgenden dag werd hij op vrije voeten gesteld. Hij keerde terug naar zijn patroon in de Rue du Sentier, die hem echter zeide dat hij een anarchist niet in zijn dienst kon houden. De opnieuw ingetreden en aan houdende winter heeft de scheepvaart in de kleinere wateren weder gestremd; meerdere reeds begonnen landwerkzaam heden zijn wegens de vorst geslaakt moeten worden en menig arbeider op het platteland, die dezen winter nog vrjj bleef van de armenkas, moet thans nog, nu zijn wintervoorraad is ver bruikt, bij het armbestuur aankloppen. De vereeniging „Hulp e» Bijstand" te Velsen zag zich genoodzaakt weder da- gelijksch warme spijs te verstrekken. Van het schaatsenrijden werd tot heden weinig gebruik gemaakt en slechts en kelen waagden zich op de vaartenhet ijs is dan ook niet vertrouwbaar, daar het op den dag sterk afneemt. In de ringvaart verzonk een 12jarig kind, terwijl meerdere personen op verschil lende plaatsen door het ijs zakten doch gered werden. Het kiescollege der Herv. Gemeente te Assendelft, schonk den predikant Ds. W. de Vries een prachtig cadeau, als blijk van waardeering en erkente lijkheid voor het bedanken naar Zuid- Scharwoude. De nieuwgebouwde Katholieke kerk te Houtrijk en Polanen zal met Paschen in gebruik gesteld worden. HAARLEM, 23 Februari 1894. Deze week werd de verzameling lederwerken in het museum van Kunst nijverheid, alhier o.a. aangevuld door eene interessante inzending boekwerken voornamelijk uit de 16e eeuw van H.H. Kerkvoogden der Ned. Herv. Gem. te Edam. De collectie oude messenheften en het werk van de leerlingen der school voor kunstnijverheid zij* nog tentoon gesteld. Des Zondag is de toegang vrij. Gisteren zijn drie jongens, die zich op het ijs hadden gewaagd, er door ge zakt, maar gelukkig allen gered en wel in het Spaarne, Burgwal en Schoter singel. „Weldadigheid naar Vermogen". Afdeeliog„WERKVERSCHAFFING. Van 1 Nov. tot 20 Februari hebben zieh de vol gende persoDen aangemeld; 1 voor dames-laarzenmaker. 2 voor schilder. 7 voor los werkman. 1 voor kleedermaker. 15 voor werkvrouw. 1 voor waschvrouw. 3 voor naaister. 2 voor grondwerker. 3 voor loopwerk. 1 voor breiwerk. 1 voor loopknecht. 2 voor oppasser. 3 voor kofiiehuisbediende. 2 voor schoenmaker. 3 voor 8chrijtwerk. 1 voor stucadoor. 2 voor koetsier. 1 voor kantoorbediende. I voor timmerman. 1 voor sigarenmaker. 1 voor lichtwerk Particulieren en werkgevers, die van bovenstaand» aanbiedingen gebruik wenschen te maken, worden beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te richten, bus Doelen of Stadhuis. Inlichtingen kunnen dagelijks van 9-1 en van 3-5 uur verkregen worden bij den Administra teur, bureau Doelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 2