HAARLEMSCH
Eerste Blad.
iNo 17.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Zestiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 28 Februari 1894
TILEPHOONNUMMEX
TBLBPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenr —,25.
franco p. poet —,40. PrU» per Advertentie van 1 tot 5 regels 85 cents, elke regel
Afzonderlijke nommers 8 eenten per stuk. meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 18 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden get laatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verschenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrggen bij
De erven Loosjes, te Haarlem.
XRAYENBELT (J.) Het Heilige laad.
Reis door Egypte, Palestina en Syrië
Met kaart en platen. Tweede druk. geb. ƒ10.—
EBERS (GEORGE) Cleopatra. Histori
sche roman. Uit het Hoogduitsch ver
taald door Louise Stuart. Ing. ƒ3.40.
geb. 3.90.
HERODOTUS, Mazen. Uit het Grieksch
door Dr. Ch. M. van Deventer. Boek
8 Thalia.40.
TRENITÉ (Dr. A N. NOLST) Hand
boek deo ziekenverpleging. Met een
voorwoord van J. van Deventer Szn..3.50.
SYBENGA (Mr. T.) De grondwet van
1887 toegelicht, ook in verband 'met
de praktijk. Tweede omgewerkte en
vermeerderde uitgave4.25.
EMDEN (Mr. D. S. VAN) Het ontwerp
Hartogh tot wijziging van het wetboek
van burgerlijke rechtsvordering getoetst
aan de eischen der praktijk.90.
EVERSBUSCH (Dr. O.) De verzorging
van het oog in huis en huisgezin. In
het Nederlandsch bewerkt door Dr. C.
H. A. Westhoff.50.
DAKE (C. L.) Beknopte handleiding voor
de techniek der etskunst.50.
CRAMER (W.) De voorbereidingsklasse.
(Rekenen, Nederlandsch, Fransch, Aar
drijkskunde, Geschiedenis.) Opgaven
der laatste jaren van de Admissie-ex-
amens voor verschillende. Hoogere Bur
gerscholen en Gymnasiums. Tweede,
vermeerderde druk.60,
Buiten landsche nieuw verschenen werken
Londwirtschaftliches Jahrbuch der Schweiz.
Herausgegeben von Schweizerischen
Landwirtschaftsdeparteraent. Sieben-
ter Band. 18933.25,
RIEM ANN (Dr. HUGO) Mnsik-Lexikon.
Vierte, vollslandig umgearbeitete Anf-
lageu 6.50.
RABUSSON (HENRY) Préju.é?1.90
ADAM (ChLa phdusophie en France.
'(Première moitié dn XTXe siècle). 4.15.
BLONDEL (MAURICE) FAction. Essai
d'une critique de la vie et d'ane scien
ce de la pratique4.15.
Bovenstaande werken zyn voorhanden
de boekhandelaars de erven Loosjes.
De Wilhelmina-Bron.
Iedere Haarlemmer, die eenig be
lang stelt in zijne woonstede, kent de
geschiedenis van de Wilhelminabron,
■weet hoe daar op een afgelegen plekje
van den Haarlemmermeerpolder D'IJse-
rinck-hoeve zich bevond, hoe men
daar te kampen had met een bron, die
later voor de lijdende menschheid
een heilmiddel, voor Haarlem een bron
van welvaart bleek te bevatten; hoe
dertig jaren lang die bron vloeide,
schatten in de omringende slooten te
recht kwamen, tot op een gegeven tijd
stip de aandacht van een deskundige
viel op de eigenaardige kleur, die de
voorwerpen aannamen, welke in de nabij-
ervan waren gekomen, pogingen werden
aangewend om eene maatschappij te
vormen; hoe plannen gemaakt werden
van Haarlem Badplaats; hoe voorloo-
pig met geringer middelen, dan men
zich had voorgesteld met de exploitatie
werd aangevangen; hoe inmiddels de
noodige toebereidselen werden gemaakt
om aan den voortdurenden aanvraag
naar het water te voldoen.
Nu de zaak zoover gereed gekomen
was, meenden Heeren Commissarissen
de opening van de nieuwe installatie
op feestelijke wijze te moeten doen plaats
hebben eii hadden ter bijwoning hiervan
de pers uitgenoodigd. De vertegenwoor
digers van verschillende bladen in den
lande en ook een voor het buitenland
gaven aan deze uitnoodiging gehoor
en verzamelden zich 11. Zaterdag na
middag aan het kantoor der Maatschap
pij aan het Donkere Spaarne, om onder
geleide van den Directeur, den Heer C.
J. Vis, per rijtuig naar de Haarlemmer
meer gebracht te worden, naar de in
gepolderde vlakte, ongeveer vijf meter
beneden A. P. gelegen, waarvan Leegh-
water in zijn Haarlemmermeerboek
reeds de droogmaking en de middelen
hiertoe aanbeval, twee eeuwen geleden.
Leeghwater, nog onbekend met de
stoomkracht, wenschte hiertoe water
molens te gebruiken, doch het stoom
werktuig was in deze voorbeschikt en
gedurende de laatste veertig jaren is het
woelige water bedwongen, in Ringvaart
en bijkanalen afgevoerd, herschapen in
bouwland. Welke speculaties op de Meer
gronden zijn mislukt, welke kapitalen
er zijn gedecimeerd, wie zal 't bereke
nen genoeg, na een driekwartiers ar
riveerde men ter plaatse, en werden
verwelkomd door Heeren Commissaris
sen en den Raad van Beheer.
Na kennismaking, voor zooverre dit
noodig was, geleidde Dr. Poslhuma,
Voorzitter van het College Commissa
rissen de persmannen naar de bron,
of althans naar de plaats waarheen de
bron geleid is. De oorspronkelijke put,
van rooden steen gebouwd is thans
gesloten en de nieuwe, van cement
vervaardigd, zoo ingericht, dat van het
binnendringen van welwater geen sprake
kan zjjn. In de afsluiting der bron is
gelegenheid gemaakt tot het aanbren
gen van de buis, langs welke men
meent later het water naar Haarlem
te leiden. Het plekje ziet er aantrek
kelijk uit. Een hardsteenen leeuwenhek
werpt een breeden waterstraal in een
ruim bekken van de zelfde steensoort
en een en ander wordt beschut door
een open tempelvormigen koepel, ter
dezer gelegenheid prijkend met de buste
van onze Koningin te midden van groene
planten, Toen nam Dr. Posthuma het
woord, In eenvoudige bewoordingen gaf
hij een kort overzicht van de geschie
denis der bron en wees hij in de eerste
plaats op de heilzame werking van het
water, hoe door de gelukkige samenstel
lingvan geoxydeerd staal met keukenzout
het Haarlemsche bronwater de meeste
staalbronnen overtrof en de beste even
aarde, en hoe nog na eeuwen de bron
zal vloeien tot zegen der menschheid.
Na alzoo het verleden, het heden en de
toekomst der levende waterstraal te
hebben besproken, gedacht Dr. Post
huma de verschillende Heeren, die zoo
hadden medegewerkt om de zaak te
doen slagen. In antwoord sprak ver
volgens de Heer Loomeijer derf?Voor-
zitter toe, als de man wiens vast
geloof in het water zich had overge
plant op verschillende mannen wier na
men klank hebben in de wetenschappe
lijke wereld en gaf ten slotte de proeven
ten beste, waaruit en het hooge ijzer
gehalte en de gelukkige oxidatie er van
werden aangetoond. Deze herkennings
proeven van water zijn reeds vroeger
in ons blad besprokenonnoodig ze te
herhalen.
Na alloop van de plechtigheid wer
den wij in de gelegenheid gesteld de
nieuwe gebouwen te bezichtigen; het
spoellokaal met hoogen waterdruk, de
vulplaats der volkomen zuivere flesschen,
waar alle mogelijke voorzorgen zijn
genomen om het water vrij te houden
van alles wat de hoedanigheid voor me
dicinaal gebruik kan verminderen, en
waar ter veraangenaming van den smaak
het koolzuur wordt aangewend.
Het opborrelende water heeft een tem
peratuur van 52 a 54° F, een bewijs
van de groote diepte waarop het ont
welt en tevens voor de waarschijnlijk
heid, dat de bron zal blijven vloeien.
De smaak is, vooral na de toevoeging
van het koolzuur, aangenaam prikkelend,
terwijl het door het aanwezige keuken
zoutgehalte de nadeelige staalwater-
eigenschap, bevordering van consti
patie, niet bezit. Op voorbeeld van den
Doctor dronken allen een glas ervan.
Tegenwoordig kunnen met de aan
wezige machines ongeveer vijfduizend
flesschen per dag gevuld worden. Het
vorige jaar werden honderdtwintig dui
zend flesschen verbruikt en de vorige
week 7325 flesschen aangevraagd.
Het magazijn, waarachter een afzon-
perlijk gebouwtje tot capsuleering en
etiquetteering der flesschen, biedt eene
enorme bergruimte aan, terwijl nog
een stalling en koetshuis het geheel
volmaken. Natuurlijk ontbreken er niet
de noodige woningen voor den bron-
meester en verder personeel. Men ziet
in de toekomst eene geheele kolonie ver
rijzen op de stille plek, waarover eeu
wen lang het water stroomde. Omtrent
de financieele uitkomsten der exploitatie
werden gunstige mededeelingen gedaan.
Na afloop vereenigden zich allen in
de kamer van Commissarissen, waar
al dadelijk de aandacht viel op het
sprekend gelijkend pastelportret van
wijlen den Heer A. L. Dyserinck, den
vroegeren eigenaar der hoeve en wier
aandenken zeker te Haarlem nog lang
in gedachtenis zal blijven. Hij was de
eerste die omtrent de samenstelling van
het water een onderzoek deed instel
len.
Toen werd getoost; door Dr. Posthu
ma, door den Heer Lieftinck, door den
Heer Mac Donald, de laatste op den
zeer werkzamen en energieken Voorzit
ter van den Raad van Beheer, den Heer
C. Prins Sz. die tot aller teleurstelling
niet aanwezig was, door de pers en
door den Heer Vis.. Na een zeer gezellig
samenzijn en het ritje naar Haarlem
behoorde de plechtige inwijding van
de nieuwe [installatie der Wilhelmina
bron, Koningin Wilhelminabron
moest het worden, betoogde een der
anthousiaste Heeren tot de geschie
denis.
De bron, zij vloeie, zij brenge nieuw
leven, frisch bloed, aan ons en volgen
de geslachten en vermeerdere de
welvaart van de plaats onzer inwoning.
Weten en Werken.
Maandagavond waren wij onder het
gehoor van den Heer Cohen Stuart uit
Alkmaar, om te luisteren naar »een
vrij woord zonder complimenten" en
wel naar aanleiding van een hoogst
belangrijk verschijnsel van onzen tijd,
de toenemende klacht over werkloos
heid. De wereld is in rep en roersoms
worden we bezield door het een of an
der onderwerp en dan komt het al te
dikwijls voor, dat we in deze te veel
opgaan in hetgeen anderen zeggen, ter
wijl de bron niet altijd geheel zuiver
is, doch de pit zit in de eigen op
vatting die wij van de zaak weten te
krijgen.
Vóór ettelijke jaren was de kreet
snaar Amerika" aan de orde. Het land
der vrijheid had mannenkrachten noodig
heette het en wat is gebleken uit dat
land van belofte? Dat door de werk
loosheid maand op maand ettelijke per
sonen naar het vaderland terugkeeren.
Ter Gouw beschrijft in zijne geschie
denis van Amsterdam dat bij het leggen
van de fondamenten der Nieuwe Kerk
aldaar zestig man, verdeeld in drie ploe
gen het heiwerk verrichtten; dat alle
grachtbewoners aansprakelijk waren
voor het onderhoud der walmuren en
dat beide soorten van werk miljoenen
kostten, en veel handen eischten. De
menschen, die dit werk verrichten kon
den een groot deel van het jaar, zoo
door waterstand als door vorst, niet
werken en hadden dus ook hun tijden
van werkloosheid, terwijl bovendien
eene betere verdeeling der werkzaam
heden in onzen tijd het getal werk-
loozen nog geringer doet zijn, doch
zoo lang er verschil van toestanden be
staat zal het niet mogelijk zijn, allen
menschen een gelijk lot te geven. Ver
schil van klimaat, verschil van landaard,
verschil van zeden en gewoonten zullen
hiertoe in de eerste plaats niet mede
werken.
Toch heerscht in de klachten soms
verschrikkelijke overdrijving. Toen zich
in het laatst van het vorige jaar hier
te Haarlem een comité voor werkloozen
gevormd had, werd een lijst van werk
loozen opgemaakt. Die lijst bevatte de
namen van 226 personen. Uit een op
zettelijk ingesteld onderzoek bleek ech
ter, dat van deze slechts 49 buiten ei
gen schuld zonder werk waren, die dus
in de eerste plaats voor werkverschaf
fing in aanmerking moesten komen.
Het opgegeven getal was dus vijfmaal
te groot. Eigen oogen gebruiken dus,
eer men voor waar aanneemt. Spreker
kan zich best hegrijpen, dat men zich
ergert aan groot landbezit in ééne hand.
Doch Spreker wees aan, dat ook in
deze de toestand verbetert en wees aan
hoe b. v b. vroegere weilanden inNoordhol-
land thans verkocht worden, verdeeld in
akkertjes van 11 tot 85 roeden voor
de koolteelt, dat hierdoor in 20 jaar
de uitvoer van kool met 20 miljoen
gulden is vooruitgegaandat in de
laatste jaren bijna al de beschikbare
grond tusschen Haarlem en Vogelen
zang hersshapen is in bloembollenland
en hoe in beide gevallen het aantal
benoodigde handen tot het verrichten
van werkzaamheden buiten evenredig
heid moet toegenomen zijn.
De bevolking van Haarlem is in de
laatste veertig jaren meer dan verdub
beld. Niettegenstaande deze enorme
uitbreiding is het sterftecijfer lager
dan voor veertig, derhalve zijn de toe
standen beter geworden en die verbete
ring dankt men aan betere woningen,
geschikter rioleering, gezond drinkwater,
alles niet voorbij te ziene kleine onder-
deelen.
Ziet ge, zegt Spreker, dat om tot de
waarheid te komen uit eigen oogen
moet gezien worden, niet uit die van
anderen. Dan zal zich vormen een eigen
oordeel, en dat zal overtuigen tot de
waarheid, dat liet nog zoo slecht niet is.
Spreker wenscht ons een open oog,