Eerste Blad. ISo 21. (Jitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zestiende Jaargang. 144. van WOENSDAG 14 Maart 1894 Nieuwsberichten TSIEPHOON NUMMER TELEPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS P»r drie maandan. r ,25. franco p. post —,46, Afzonderlijke nommers 8 oenten pe? stuk Prijs per Advertestte ran I tot 5 regels 25 ceats, elke regel meor 5 cents, groete letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT; Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs versohenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij De erven Loosjes, te Haarlem. HAVERSCHM1DT (F.) Familie cn ken nissen. Derde, vermeerderde druk met illnstratiën, naar teekeningen van J. Hoyiick van Papendrecht. Aflevering I. Pro compleet6.50. Mannen van Beteekenis in onze dagen. Redactie Dr. E D. Pijzel. 1894. Af levering I. Alexander I van Bolgarije door Dr. E. D. Pijzel. 1. Ab-Hurck door Compassione1.90. VALETON Jr. (Dr. J. J. P) Amos en Hosea. Een hoofdstuk uit de geschie denis van Israë's godsdienst2.50. MARONIER (J H.) Het Paaschfeest. Historische studie,1.25. MEIJER (Dr. C. H. PhVoor en le gen de nieuwe taalbeweging (Kolle- wijn's en de Hertog's brochures tegen elkaar gewogen).25. RE HM (A. O.) Proeve eener organisa tie der Nederlaudsche strijdkrachten, gegrond op de adviezen der Staatscom missie en de wet Bergansius1. KNAP (Mr. C. Reeling.) De wet op het faillissement en de surséance van beta ling. Eenvoudige uiteenzetting bene vens tekst der wet en alphabetisch register1.25. Gids by de prijscourant van de Veree- niging voor den Effectenhandel te Am sterdam. 5e jaargang. Bijgewerkt tot 1 Januari 1894. Ing. 1.85. geb.2.25. Buitenlandsche nieuw verschenen werken WEDEKIND (Fr Frühlings Erwachen. Eme Kïndertragö lie1.30. LAVELEIJE (EV1ILE DE) Der Luxus. Au8 dem Französischen übersetzt von Eugenie Jacobi.35. Das Recht und die Sittenlehre in der Volkswirthschaft. Aus dem Fran- zösischen übersetzt von Eugenie Jacobi. .20. PLANCK (MAX) Heinrich Rudolf Hertz. Rede, zu seinem Gedachtniss in der Sitzung der physikalischen Gesellschaft zu Berlin am 16 Februar 1894 gehal ten *- .40. GRIEB'S (CHRISTOPH Fr) Englisch- Deutsches und Deutsch-Englisches Wör- terbuch. Zehnte Auflage mit hesonde- rer Rücksicht auf Aussprache und Etymologie neubearbeitet nndvermehrt von Dr. Arnold Sehröer. Erste Licfe- rung. Vollstiindig in 42 Lieferungen ii «—.35. BOURGET (PAUL) Cosmopolis1.90. WAUTERS (A. J.) Hans Memling.... 6.60. Bovenstaande werken zyn voorhanden bg de boekhandelaars de erven Loosjes Toonk iinst-Uitvoering. Wanneer -wij, na wat we over de Faust-scènes van Schumann in een vorig nummer van dit blad schreven, thans eenige oogenblikken stil mogen staan bij de uitvoering, welke Zaterdagavond voor eene dicht bezette zaal plaats vond, dan kunnen wij ongetwijfeld in de eerste plaats met onverdeelden lof mel ding maken van de wijze, waarop het Koor der Zangvereeniging zich van zijn taak kweet. Het volle licht mag dan vallen op de wederom gebleken ernst en toewijding, waarmede de dames en heeren ook nu 'hebben willen samen werken, tot het verkrijgen van eene ■waardige vertolking van Schumann's overschoone toonwerk. Hoewel het aan tal koren niet groot is, moest nogthans eene zorgvolle voorbereiding voorafgaan, wilde men, na de uitvoering, kunnen bogen op eene voordracht, zoo beschaafd, zoo rustig, zoo nauwkeurig en zeker, als het Koor bij vernieuwing in de ensembles te genieten gaf. Overbodig mag het heeten, de koren, die als schoone lichtpunten het toondicht glanzend bestraalden, nader aan te dui den; eene inzage van het tekstboekje moge die aanduiding vervangen. Toch willen wij niet onvermeld laten, het inleidings koor van het 3e deel, Waldung, He schwankt lier an den zang der engelen, het meesleepend zoete Jene Rosen; het lied der zalige knapen Freudig empfan- gen wirwelke o. m. rechtaf keurig werden gezongen. Voorts wat het Koor betreft, de dames en heeren leden der Zangvereeniging herdenken voor hunne houding in verschillende kleine soli en meerstemmige nummers, welke hun voor het meerendeel zoo goed bleken toevertrouwd. Onder hen verdient de Alt, welke de Mater gloriosa-partij ver vulde, wegens den zekeren en wellui- denden zang, bijzondere vermelding. Evenals bij eene vorige uitvoering van de Faustscènen hier ter stede, had het Bestuur der Afdeeling zi :h gevleid de titelpartij in handen te kunnen stel len van den Rotterdamschen bariton, den heer Paul Haase, op wiens reper toire de Faust- partij bovenaan staat. Eene ongesteldheid verhinderde echter diens komst, zoodat een andere zanger moest worden geëngageerd. Zeer ge lukkig vond men den heer Felix Schmidt uit Berlijn, toevallig in Amsterdam aanwezig, daartoe bereid. Zonder ons te willen bezig houden met de vraag, of wij bij dien ruil ge wonnen of verloren hebben, wij zijn geneigd het laatste aan te nemen mee- nen wij met bij zonderen lof over de vertolking der Faust partij te kunnen spreken. Zij muntte uit door waardige opvatting en muzikale behandeling. Aan een deugdelijk inzicht paarde zich hier bovendien een schoon, manlijk geluid; toch bleef voor ons, bij al het voor treffelijke, het verlangen naar dieper gevoelde, inniger uitdrukking dikwijls onbevredigd. Met eene goede of minder goede be zetting van de titelpartij staat of valt het werk van Schumannwel hebben wij ons derhalve te verheugen over de bereidwilligheid van den heer Schmidt, wiens optreden zeer stellig in aange- namen zin aan de uitvoering verbonden zal blijven. De talrijke nevenpartijen zijn in de Faustscènen van zeer veel gewicht; van hare goede vervulling hangt mede het welslagen der uitvoering voor een deel af. Mejuffrouw Wally Schauseil en de heer Rogmans waren voor de te ver vullen taak volkomen berekend. Het zilverblanke geluid van de eerste, hare eenigszins naïeve voordracht gaven aan de Gretchen partij een sympathiek ka rakter. Voor de sopraan-partijen in het 2e en 3e deel zou een wat donkerder getint geluid gewenscht zijn geweest. Voor de liefelijk vloeiende solo Jene Ro sen leende zich de heldere stem van mejuffr. Schauseil weder uitstekendzij bezorgde haar een schoon succès. De heer Rogmans zong als altijd helder en duidelijkmen vond het jammer, dat het weik hem zoo weinig te doen gaf. De heer de Nobel uit Amsterdam vervulde, voor zooverre wij weten, voor de eerste maal als Bassolist in het ora torium eene omvangrijke partij. Hij deed dat met voldoening. In de Mephis- topheles bleek al )spoedig, dat deze zar.ger voortkomt uit de uitnemende school van den heer Messchaertop vele goede hoedanigheden mag hij zich be roemen, De voordracht valt te loven, terwijl de intonatie in alle opzichten het oor bevredigt. Of de stem van den heer de Nobel evenwel sterk en klank rijk genoeg is voor eene groote zaal, meenen wij, naar aanleiding van deze eerste proeve, te moeten betwijfelen. In het 3e deel was de zanger bovendien verre van rolvast, dien ten gevolge werd er weifelachtig en onzeker gezongen. De heer Robert had bij de leiding van liet werk de handen volde vastheid waarmede hij den stok voert, de zeker heid in zijn aangeven, bracht de uit voerenden glansrijk over enkele zwakke plaatsen heen. Het getal zijner triom fen als beproefd directeur heeft de heer Robert Zaterdag avond met een ver meerderd. Het orkest uit het Concertgebouw, dat overigens in zijn geheel uitstekend werkte, kon, bij de opeengestapelde moeilijkheden in Schumann'sinstrumen- tatie, die zekere leiding niet ontberen. Onze indrukken over de reproductie van de lanstscènen samenvattend, mee nen wij, dat er voor de uitvoerenden en de toehoorders overvloedig redenen zijn tot groote tevredenheid, zoodat al len, die met onze bloeiende Toonkunst- afdeeling in betrekking staan, met ge noegen op de tweede uitvoering mogen terug zien. B. De zitting van Dinsdag ving aan met de aankondiging van een interpellatie, door den heer Haffmans op een nader te bepalen dag te richten tot den Min. van Fin. over een proces door den Staat gevoerd tegen de Gemeente Venlo. Daar na werd het debat voortgezet over art, 4 van het wetsontwerp regelende de kiesbevoegdheid en de daarop voorge stelde amendementen. De heer Michiels Verduynen bleef aandringen op den eisch van belastingplicht in aansluiting aan de heeren de Beaufort en anderen. Vol gens Spreker is door de aanneming van art. 3 belastingplicht grondslag gewor den. Nijvere, ordelijke werklieden moeten kiesrecht hebben, maar uitgesloten moe ten blijven zij, die van dag op dag leven, de bedeelden, kommensalen,'bedienden. De Katholieken willen meêwerken tot uitbreiding van het kiesrecht, maar niet tot een uitbreiding, die in strijd is met de logika, de Grondwet en het gezond verstand. Spreker zal art. 4 af stemmen uit wezentlijk plichtsgevoel. De heer Kerkdijk bestreed andermaal het am. Roëll, om onder onderstand geneeskundige hulp te begrijpen. Dui zenden en tienduizenden ordelijke werk lieden zouden daardoor van het kies recht worden buitengesloten, die zeiven, of wier familie-leden voor speciale be handeling in ziekenhuizen moesten wor den opgenomen. Spreker bracht, in strijd met den heer van Houten hulde aan de vasthoudendheid van den Minister, die in overeenstemming met zijn ambt- genooten ten opzichte van het kiesrecht handelt. De heer van Alphen nam, ook namens den heer Mackay, over het sub.- am.- Smidt uitsluiting van hendie krach tens vonnis in Rijksopvoedingsgestichten werden opgenomen.) Spreker bleefkrachtig de schrijfproef bestrijden en zal zijne stem laten afhangen van den loop dei- stemming over de amendementen. Hij achtte voor zich de grondwettelijke kwestie bij art. 3 beslist. De heer Heldt bestreed nader het denkbeeld van den heer van Houten, om inplaats van het Regeeringsstelsel een stelsel op te nemem van klassen kiezers. Evenzeer bestreed hij het am. Roëll. Ook kwam hij op tegen het am. v. d. Feltz, voor zoover het uitsluit gebouwen,, niet meer dan één vertrek bevattende. In de groote steden hebben knappe werkliedengezin nen vaak niet meer dan één vertrek. Verder drong Spreker er ernstig op aan, het ordelijke, welgezinde volk toch niet af te stooten, door velen opnieuw van het kiesrecht uit te sluiten. De heer Heemskerk gaf den heer Rutgers van Rozenburg akte van diens verklaring, dat hij onder «stemvee" niet verstond uitsluitend de lagere standen, doch alle standen, die zich laten leiden door wereldlijke en geestelijke demago gen. Spreker blijft van meening, dat de lieer Rutgers onwillig andersden kenden heeft beleedigd. Hem is het onderscheid tusschen piëteit en afgoderij volkomen bekend. Tegen afgoderij kent hij maar één afdoend geneesmiddelhet geloof in Jezus Christus. Eindelijk be streed Spreker nog uitvoerig de schrijf proef, als niet passend in dit ontwerp. De heer Schaepman verklaarde niet in absoluten zin art. 4 verwerpelijk te achten. Hij ontkende de ongrondwet tigheid van het artikel. De Grondwet laat den wetgever vrij, en de additio- neele artikelen expliceerden niet art. 80, doch appliceerden dat. Intusschen erkende Spreker, dat art. 4 niet alleen niet aan zijn idealen, maar ook niet aan bescheiden wenschen voldoet. Hij hoopte echter op de aanneming van verbetering aanbrengende amendemen ten. Hij zal deze beoordeelen naar hun zakelijken inhoud, en tenslotte zal hij zijne stem hechten aan politieke over wegingen. Van eene verwerping van art. 4 verwacht hij geen onlusten, maar hij meent dat de eerbied voor onze Staatsrechtelijke instellingen niet zal toenemen als wij na lange diskussiën slechts kunnen komen tot een negatief resultaat. Spreker zal zich niet laten influenceeren door eene onaannemelijke verklaring, maar hij meende ook der Regeering zooveel mogelijk toenadering te moeten aanraden. Door den heer de Meijier werd voorgesteld en toegelicht een nieuw amendement, om voor niet in de belasting aangeslagenen geduren de één jaar te eischen woning: voor gezinshoofden van twee vertrekken, of éép vertrek en keukenvoor alleen wonenden en inwonenden één vertrek met haardstede. De Voorsteller wil met dit am. alsnog trachten de Reg. tot toenadering te bewegen. Verklaart de Min. het onaannemelijk, dan zal hij het onmiddellijk intrekken, daar hij geen onzuivere stemming wil. De heer Bool trachtte ;n uitvoerige beschouwingen aan te toonen, dat het Regeerings ar- tiekel niet te verbeteren is. De heel de Ras, die aanvankelijk vóór het arn. Roëll geweest was, deelde mede, dat hij tot ander inzicht was gekomen. Bij de voortzetting van het debat over art. 4 voor het wetsontwerp regelende de kiesbevoegdheid in de zitting van Woensdag, lichtte de heer Farncomhe Sanders een door hem voorgesteld amen dement toe, om inplaats van huisvesting gedurende drie maanden te definieeren huisvesting van 15 November tot 15 Janauri, en slechts éénmaal verhuizing in de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 1