vorige maanden van dat jaar; verder
uitsluiting van binnenschepen beneden
20 kub. meter laadruimte. De hoofd
bedoeling van het am. is hetkriterium
van woning te verscherpen in het stel
sel van den Minister. De heer Levy had
een subsidiair amendement voorgesteld,
om, bij onverhoopte aanneming van het
am. Roëll, alleen in aanmerking te doen
komen geneeskundige hulp en genees
middelen verstrekt in het laatst verloopen
burgerlijk jaar. Hij lichtte dat toe. Ook
de heer v. d. Feltz sprak een woord
over het door hem voorgestelde am.
"Worden andere beter geacht, hij zal
er zich niet tegen verzetten; maar
hij hield vol, dat woningen van één
vertrek, bewoond door meer dan twee
personen, moeten worden uitgesloten.
De heer Gerritsen verdedigde zijn am.,
om den eisch van betaling van belasting
aanslag te doen vervallen. Door onwil
lekeurige handelingen van ambtenaren
zouden tienduizenden uitgesloten worden.
Terwille van onvermogenden, niet van
on willigen, handhaafde hij zijn amendem.
De heer de Meijier verdedigde nader
zijn am. om te eischen voor nietbelas-
tingplichtigen bewoning van tenminste
twee vertrekken of één vertrek met
keuken, 't Zal eenige beperking geven,
maar de wet veel aannemelijker maken,
terwijl de Reg. haar beginsel niet prijs
geeft. De heer de Savornin Lohman
bestreed het am. Roëll en betoogde, dat
geneeskundige hulp feitelijk geen onder
stand is. De amendementen v. d. Feltz
en Farncombe Sanders gaven zijns in
ziens niet; het am. de Meijier vond hij
het best, ofschoon nog niet afdoende.
In elk geval moet de Kamer aannemen
wat zij grondwettig acht, en de Min.
kan, zonder zijn beginsel te verzaken,
in die uitspraak berusten. De heer Smeen
ge lichtte nog een sub.- amendement
op het am. v. d. Feltz toe, om schepen
van minder dan 20 kub. meter laad
ruimte niet als woningen te beschouwen.
Daarna was de Min. van Binnenl. Zaken
aan het woord. Hij verzocht nogmaals
den heer Roëll de gelijkstelling van ge
neeskundige hulp met onderstand los
te laten, en de beoordeeling van de be-
teekenis van onderstand aan de rech
terlijke macht over te laten, of de kwestie
te laten rusten tot het tweede wets
ontwerp. Mocht dan blijken, dat de
opvatting der Reg. onjuist is, dan ver
klaart de Min. zich bereid, alsdan de
woorden te wijzigen.
Het am.-Levy bleef hij hoogst onbillijk
achten voor vele bedeelden. De Reg.
bleef het kunnen lezen en schrijven
handhaven en stelde daarop grooten
prijs. De verplichting tot belastingaan
slag achtte de Min. geen afdoend ken-
teeken. Niet ieder, die belasting betaalt,
geniet welstand. Bij herziening van het
personeel zou voor zeer velen (265.000) de
belastingaanslag verdwijnen, en daarmee
het kiesrecht De kiesrechtregel ng zou ge
heel afhankelijk worden van de herzie
ning der belastingwetten. Bovendien
kan ieder, die verkiest, zich in de be-
bedrijfsbelasting laten aanslaan, en zoo
zou het kiesrecht beschikbaar worden
voor ieder die het begeerde. Het am.
van den heer de Meijier biedt daarom
geen grondslag voor kiesrechtregeling,
leidt tot kiezersteelt, en sluit in wonenden
uit De Min. gaf den heer de Meijier in
bedenking dit deel van zijn am. terug
te nemen en eene nieuwe redaktie voor
het tweede gedeelte in te dienen. On
danks redaktie-bedenkingen liet de Reg.
de beslissing over de amendementen v.
d. Feltz en Farncombe Sanders, aan
de Kamer over, verder nam de Reg.
over de am.- Mackav (van ondergeschikt,
belang) op de 3de en 4de alinéas. De
Reg. is volkomen homogeen omtrent de
wet, wil door tegemoetkomingen tot
overeenstemming komen, met handha
ving echter van de hoofdbeginselen.
Een gemeen overleg, zooals de heer v.
Houten wenschte, om voor het regee-
ringsartikel een geheel ander artiekel
in plaats te stellen, daartoe is de Reg.
niet genegen. Verschillende leden roepen
nuStemmen. Stemmen De Voorzitter
echter verklaarde, thans niet tot stem
ming te zullen overgaan. De heer Roëll
vroeg het woord.
In de zitting van Donderdag bestreed
de heer v. d. Kaav den raad van den
Min., aan den heer Roëll gegeven, om
de beslissing over de beteekenis van den
onderstand aan de rechterlijke macht
over te laten. Ook bestreed hij het
sub. am.- Levy, en bleef van meening,
dat thans de kwestie van de genees
kundige hulp moet worden uitgemaakt,
om moeilijkheden in de toekomst te
voorkomen. Spreker handhaafde het
am., door hem met de lieeren Roëll en
Zijp voorgesteld, en ontkende tegenover
den Min., dat er aan de amendemen
ten andere stelsels ter grondslag zouden
liggen, 't Zijn slechts andere vermoe
dens voor de toepassing van art. 3. Hij
verdedigde het am.-de Meijier. De heer
Goeman Borgesius kwam op tegen den
aanval van den heer van Houten op
den Min., omdat deze amendementen
bestrijdt, die strijden met zijne begin
selen. De Min. heeft tegenover verschil
lende amendementen eene zeer verzoe
nende houding aangenomen. Spreker
bespreekt het gewijzigd am.-de Meijier.
Daartegen blijft het bezwaar bestaan,
dat wijziging der personeele belasting
verandering van het kiezerspersoneel
kan tengevolge hebben, en dan zullen
duizenden flinke werklieden daardoor
worden buitengesloten, die slechts één
vertrek hebben, tevens dienende voor
keuken. Werd het am. aangenomen,
dan zou hij met anderen tegen het
artiekel stemmen. De heer Mees bestreed
de amendementen- v. d. Feltz en Farn
combe Sanders, maar vond juist het
am.- de Meijier veel aanbevelenswaardi
ger; door eenige wijziging kon het nog
worden verbeterd, terwijl het volstrekt
niet zoovelen uitsluit. Spreker drong
aan op meer tegemoetkoming bij de
Reg. voor het am.- de Meijier, waarvan
z. i. het lot der wet afhangt. De heer
van Alphen is niet tegen het am.- de
Meijier, als de belastingeisch vervalt.
De heer Heldt bestreed krachtig het
am.- de Meijier. Hij wees er op, dat
honderdduizenden werklieden slechts
één vertrek bezitten, die dan door het
am.- de Meijier zullen worden uitge
sloten.
De Min. van Binnenl. Zaken verklaar
de, dat als de heer Roëll zijn am. niet
terugnam, hij moet advizeeren het te
verwerpen. Hij bestreed het am. de
Meijier om redactie en om principe.
Niet alleen zal de uitsluiting groot
worden, maar de opneming van de per
soneele belasting naar de huurwaarde
maakt het kiesrecht afhankelijk van de
schaal in art. 5 der wet op de perso
neele belasting, waaraan de plaatselijke
gesteldheid ten grondslag ligt. Dienten
gevolge zou de grootste ongelijkmatig
heid in het kiesrecht ontstaan, en elke
herziening van het pensoneel afstuiten
op het verband met het kiesrecht. Zal
het am. eenigszins aannemelijk worden,
dan moet het verband tenminste ver
vallen De heer Lucassen bestreed de
schrijfproef en vroeg inlichtingen om
trent de beweidingen van de amende
menten v. d. Feltz en Farncombe San
ders. De heer Veegens had overwegend
bezwaar tegen het am. de Meijier, waar
door het gros der werklieden zou wor
den uitgesloten. De heer de Meijier
wijzigde nu zijn amendement, zoodat
vervallen de woningen, waarvan wordt
geheven personeele belasting, en de
woningeisch zal bestaan uit woning
met twee vertrekken, of één vertrek
met keuken en achterhuis, dienende
voor huishoudelijk gebruik. De heer
Lieftinck bleef het am. Roëll bestrijden
evenals het am. de Meijier. Hij achtte
wachten beter dan een onbillijke en
een onrechtvaardige kiesrechtregeling.
De heer Mackay wijzigde zijn am. op
al 2. De heer Heemskerk verwachtte
aanneming- van het am. de Meijier, en
de heer Smeenge stelde daarop een
sub. am. voor om 25 ton kubieke meter
laadruimte in 20 kubieke meter te veran
deren. De heer de Kanter achtte het zeer
noodig de werking van het am. de Meijier
nog eens nategaan. De heer Reekers zou
vóór het am. de Meijier stemmen, maar
tegen art. 4. De Min. van Binnenl. Zaken
ontried aanneming van het am. de
Meijier, omdat de eisch van twee ver
trekken voor' woning begrip niet was
gerechtvaardigd. Het debat over art. 4
en de amendementen werd gesloten.
Vrijdag om 11 Vs uur is gestemd over
de amendementen op art. 4. Aanwezig
waren alle Ministers, behalve die van
Koloniën, en 98 leden. Na verwerping
van het am.-Haffmans met 66 tegen
32 stemmen, en nadat het sub. am.-
Smeenge was aangenomen met 52 tegen
46 stemmen, werd het amendement
de Meijier aangenomen met 57 tegen
41 stemmen. Voor stemden de heeren
v. 6ijn, v. Houten, Geertsema, Schim-
melpenninck v. d. Oije, d'Ansembourg,
Guyot, A. v. Dedem, v. Alphen, Bevers,
Everts, de Ras, v. d. Berch, Conrad,
v. d. Schriek, F. Mackay, de Ram, Roëll,
Walter, v. d. Kun, G. v. Dedem, Kiel-
stra, Michiels, de Geer, Harte, Lum-
brechts, Hintzen, Heemskerk, Dobbel-
man, de Beaufort {Wijk bij Duurstede
Reekers, Vermeulen, v. Delden, Royaards
Kolkman, Mutsaers, Travaglino, v. Lo
ben Seis, de Beaufort, Amstde Meijier,
de Savornin Lohman, v. Velzen, Huber,
v. Vlijmen, v. d. Kaay, Borret, Mees,
Brantsen, Bool, v. Berckel, Viruly Ver-
brugge, v. d. Borch van Verwolde, A.
Mackay, v. Bijlandt, Plate, Schaepman,
Smits v. Oijen en de Voorzitter. Tegen
stemden de heeren Donner, v. Karne-
beek, Gerritsen, E. Smidt, Beelaerts v.
Blokland, Haffmans, v. Beuningen, Lu
cassen, Rutgers v. Rozenburg, Bahlman,
Rink, v. d. Feltz, Hartogh, Houwing,
Pyttersen, Ferf, Veegens, de Kanter,
Smeenge, Kerdijk, Seret, Levy, Tydeman,
Vrolik, Zijp, Zijlma, Valette, Goeman
Borgesius, Cremer, v d. Velde, Schepel,
Hordijk, Sanders, Hennequin, Heldt, A.
Smit, Land, Tijdens, Lieftinck, Roessingh
en v. Kerkwijk.
De Minister van Binnenl. Zaken, Mr.
J. P. R. Tak van Poortvliet vroeg daarop
het woord en verklaarde, dat, nu in
strijd met het advies der Regeering, een
amendement was aangenomen, waar
door de strekking en de beteekenis van
het ontwerp geheel zou worden gewij
zigd en het karakter der door de Reg.
voorgestelde kiesrechthervorming verlo
ren zou gaan, en het doel daarvan niet
kon worden verwezenlijkt, hij de ver
antwoordelijkheid der verdediging niet
verder op zich wenschte te nemen, en
dat hij, daartoe door de Koningin-
Regentes gemachtigd, de wetsontwerpen
tot regeling van het kiesrecht introk. Er
klonken toen luide en aanhoudende
bravo's in de Kamer en op de tribunes,
zeker aangeheven door de tegenstanders
van kiesrechtuitbreiding en door hen,
die de voorgestelde uitbreiding niet ruim
genoeg achtten. Zonder twijfel wordt
het door de meerderheid der Kamer en
door de meerderheid der natie betreurd,
dat de Kamer en de Regeering in deze
gewichtige aangelegenheid niet tot over
eenstemming zijn gekomen. De zitting
werd na deze verklaring van de Reg.
geschorst tot I uur.
Onmiddellijk na de Kamerzitting is
de Ministerraad bijeengekomen.
Om 1 uur deelde de Voorzitter mede,
dat hij aan de Reg. gevraagd'had, of
zij prijs stelde op behandeling van an
dere ontwerpen in het openbaar of in
de afdeelingen. De Reg. had geantwoord,
dat er op dit oogenblik geen ontwer
pen zijn, waarvan de behandeling nood
zakelijk is. Dientengevolge is de Kamer
tot nadere bijeenroeping gescheiden.
Treurige geschiedenissen, die voor
komen zouden kunnen worden, zijn
dubbel treurig. Men oordeele.
Eene postbode tusschën twee Friesche
dorpen krijgt in opdracht een postwis
sel van f 3.35 uit te betalen en den
postwissel, van de naamteekenig des
adressants voorzien, aan zijn lastgever
terug te bezorgen. Dit laatste geschied
de maar valschelijk door den postbode
onderteekend; het geld was gebruikt
in het groote gezin van den man, bo
vendien geteisterd door ziekte. Maar
de zaak kwam uit en voor de recht
bank; zes maanden gevangenisstraf en
natuurlijk ontslagen er bij.
Nu zegt men, de betrekking van
postbode is een post van vertrouwen
en schending moet gestraft worden.
Dat is zoo maar welk vertrouwen kan
men eischen voor zeven gulden in de
week 1
Hadden we 't maar geweten, dat het
gezin in nood verkeerdeJa, maar zeven
gulden voor een post van vertrouwen
is toch te weinig en daarom is óók de
zaak zoo treurig.
Er gebeuren meer akelig treurige din
gen, doch die liever niet vermeld moesten
worden, omdat het publiek er eigenlijk
niets aan heeft, maar vermeld worden,
omdat het publiek wenscht te weten,
even nauwkeurig als een rechter van
instructie, hoe alles gegaan is, en hoe
hij in zijn jeugd was en hoe zij han
delde. Nu stelle men de vraag, of het
de roeping der peis is, haarfijn voor te
stellen de meest ergerlijke dingen, zaken,
die voor 't publiek niets opbouwend
kunnen geacht worden en waarvan de
bijzaken zelfs worden omschreven, met
eene juistheid, eene betere zaak waardig.
Neem nu nog eens aan, er heeft iets plaats
in Uwe naaste omgeving, dat niet in den
haak is. Gij bekleedt eene betrekking, gij
hebt eene familie en kennissen ge doet
dan uw best de zaak dood te zwijgen, maar
daar komt het geval een familie drama
„in al zijne kleuren, vergroot soms
I in nevèn-omstandigheden, ter oore van
zeker gedeelte van de pers en op een
goeden morgen leest ge't geval in Uwe
krant Hoe gevoelt ge U dan Uw beste
pogingen hebtgij gedaan Uw vuile linnen
in eigen huis te reinigen en nu is 't
eene publieke zaak geworden. Ge vraagt
is dat de roeping der pers?
En toch er schijnt niet veel aan te
doen; zoolang er een publiek bestaat,
belust op den geur van bloed en het
gezicht van lijken en zoo lang men
er zich op toelegt in deze het publiek
ter wille te zijn, zal het zoo blijven
en toch is dit niet de roeping der pes S|
Slim, leep kan iemand soms zijn.
Daar hebt ge 't geval van een handels
reiziger te Lochem. Hij komt aanbie
dingen doen bij een winkelier aldaar.
Waarschijnlijk om van hem af te komen
wordt eene kleine bestelling gedaan.
„Schrijf Uw naam in mijn boekje zelf
op", zegt de leepei t, dan komt het be
paald goed terecht. De man doet het
en ontvangt tienmaal meer, dan hij
bestelde. Klagen hielp niet, de eerlijke
reiziger had er wel voor gezorgd, dat
de bestelling onderteekend leek; accep
teeren en betalen dus. Leep, heel leep,
van den handelsreiziger- en van zijn
handelshuis? Men noemt dit niet on
eerlijk; slim overlegd; een handigver-
koopereen kerel die zijn patroon be
voordeelt. Neen, niet oneerlijk! Eerlijk
dan? Och zwijg er van; met Uwe enge
begrippen behoort ge niet in het kader
van Uw tijd. Dus lieg, bedrieg, pleeg
valseheid in geschrifte, maar zorg, dat
alles blijkt te zijn, zooals ge U voor
stelt, dan blijkt het voor waarheid te
worden aangenomen, niettegenstaande
elk het tegenovergestelde begrijpt 1 Ar
me, arme nieuwe tijd.
HAARLEM, 13 Maart 189é.
De Firma E. H. Krelage en Zoon
alhier heeft doen verschijnen een Ca
talogus (No. 514) voor nieuwigheden
voor den tuinbouw en bovendien een
Algemeenen Catalogus voor 1894, Bol
en knolgewassen om in het voorjaar
te planten. Deze laatste verschijnt voor
de eerste maal in onze taal.
De gewassen daarin opgenomen, wor
den meerendeels bij uitstek in ons land
gekweekt, doch worden nog betrekkelijk
weinig in de tuinen van onze liefheb
bers aangetroffen als Gladiolen, Mont-
bretias, Cannas, Vuurpijlen, Irissen.
Planten van zoo groote aantrekkelijk
heid en zoo gemakkelijke kweekwijze
behoorden in geen enkelen tuin gemist
te worden, en worden ook om deze re
den opnieuw onder de aandacht ge
bracht van onze bloemenlievende land-
genooten.
Eenige fraaie illustraties versieren
den tekst.
Blijkens de vastgestelde kiezerslijsten
bedraagt het getal kiezers alhier in dit
jaar, voor de tweede kamer der Staten-
Generaal 2779, voor de Provinciale Sta
ten 2778 en voor den gemeenteraad
2775.
Postkantoor Haarlem.
OPGAVE van de door dit kantoor verzonden
brieven en briefkaartenbestemd voor onbekende
personengedurende de eerste helft van De'
cember, welke stukken thans door de Afzenders
kunnen worden teruggevraagd.
Brieven.
Treeser, Mevr. ten HouteD, Mevr. Schroder,
W. J. Huyer, Mevr. Koster, M. E. M. Carbin,
M. R. Bruck, allen AmsterdamE. von Gogh,
Den Haag; A. Langezaal, Heerle; F. de Vries,
Nederhorst dee Berg, I). Wamaar, Nijmegen;.
H. J. Boerboom, Zevenaar; van Dam te V
Briefkaarten.
G. Bouman, J. Elmerus, (2 stoks) Mevr. v. d.
Veen, J. Buuren, allen AmsterdamLogber, Den
Haag; A. Gen its, Den Haag; A. G. Schooten,
Haarlem; Wed. Bonman, Leiden; J. Woerde
man? C. v. d. Molen?
Bnitenlandsche Brieven.
G. Kerkvliet, Amerika, C. T. Assendelfl de
Coningb, te Southampton Er geland.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St. Bavokerk alhier, op
Donderdag 15 Maart 1894, des namiddags
van 2—3 uur door den Heer WEZERMAN^
PROGRAMMA.
I. SonateA. G. Ritter*
2. Adagio uit de 5e Symphonie. .Beethoven.
3. Preludium en FugaJ. S. Bach.
4. Marche religienseGigout.
5Ti aumereiSchumann.