HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 31 144. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zestiende Jaargang. van WOENSDAG 18 April 1894. TELEPHOONNUMMER ABONNEMENTSPRIJS P»r drie maandenr ,25. franco p. poat —,40. Afzonderlijke nommers S centen per stek. TELEPHONISCHE VERBINDINB met AMSTERDAM. Prijs per AdrerfoBtie pao 1 tot 5 regels 26 cents, elke regel meer 5 cents, groete letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- «n Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 18 ure. die akdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs versohenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij De erven Loosjes, te Haarlem. HERODOTUS. Muzen. Uit het Grieksch door Ch. M. van Deventer. Boek 4: Melpomenef40. De Portefeuille. Weekblad voor tooneel en letteren, onder redactie van Taco H. de Beer. 16e Jaargang. No. 1. Per kwartaal fr. p. post1 62l Kompas voor hen, die zich aan eeuig examen in moderne talen wenschen te onderwerpen. Verslagen dercommissien in 1893 belast geweest met het afae- raen van de Examens lager- en middel baar onderwijs in de drie moderne ta len, benevens de opstellen ter verta- OUTHÓÖRN L.' C. M.V AN) Geen valsche lenzen'.16. Laat u niet verschalken Een woord aan Neerlands kiezers, inzonderheid aan de leien der Ned. Hervormde Kerk, door Ernat.10. Bnitenlandeche nieuw verschenen werken LOHMANN (W. G. C.) Sammlnnghei- terer und ernster Lieder für drei- und vierstimmige Schul- nnd Fraueachore. 2te Auflage, revilirt von H. G. Meij- roos1.60. Das neue Jahrhnndert. Philosophische Studiee, von einem Ungekannten1.95. LANDMAN (Th.) Die Erziehnngkleiner Kinder im vorschulpflichtigen Alter. Wegweiser für Miitter nnd Pflegerin- nen.—,65. PAUL (EWALD). Die Wesenheit, Ent- stehungsur9achen und besten Heilmit- tel des Muskel-RheumatisEnus. Zweite wesentlich nmgearheitete Auflage der Schrift. Die schncllste Heilung des Muskel-Rheumatismus.80. WARD (H. SNOWDEN) Das A. B C. der Theosophie. Aus dem Englischen iibersetzt von Julius Sponheimer F. T. S.-.36. MEYER (JOHANN GEORG) Tclaetia oder der Weltknoten1.95. HAFNER (JOSEF) Spiritismus oder Phi losophic? (Phtiosophische Kritik des Spiritismus) An Kuno Fischer und Edu- ard v. Hartmann. 1, ROCHUSSEN (Jhr.) Reichsgold oder Weltgeld1.96. LAIMUND (KLAUS) Claine. Ein Bin- menspiel in drei BilJern1. TINSEAU (LÉON DE) Le chemin de Damas1.90. Bovenstaande werken zijn voorhanden bij de boekhandelaars de erven Loosjes. eenigde Nederlanden. Een jaar later zou hij niet meer zijn. Te midden van dezen veel bewogen tijd begon de stichting van Jan Nieu- wenhuijzen in beteekenis te winnen. De Maatschappij tot Nut van 't Alge meen, opgericht om beschaving en ver lichting te brengen onder het volk, zonder zich met eenige politieke partij schap op te houden, doch waarvan de leden allen Patriotten in de goede be teekenis van 't woord waren, vond juist in die troebelen gelegenheid om de be ginselen die zij voorstond, ingang te te doen vinden. De Verjaardag van eene Honderdjarige. Men schreef 29 Januari 1794. 't Was een zeer onrustige tijd. De fransche revolutie was tot stand gekomen op 't puin van het Koningschap en vierde haar triomf in stroomen bloed. De door haar verspreide denkbeelden van vrij heid, gelijkheid en broederschap vonden ook in ons vaderland, waar partijschap en verdeeldheid reeds lang aan 't gisten waren, een gereeden ingang en wakker den het smeulende vuur der tweedracht aan. Patriotten en Prinsgezinden lieten aan hunne politieke hartstochten den vrijen teugel en de omwenteling, die ook hieronder de asch smeulde, stond op het punt van uit te barsten. De fransche legers bedreigden onze grenzen en 't was alleen aan de stand vastigheid en den moed der Nederland- sche troepen, aangevoerd door den wak keren Erfprins van Oranje, te danken dat de Franschen niet toen reeds de Nederlanden waren binnengedrongen. De Erfprins van Oranje? Ja, nog was Prins Willem V Stadhouder der Ver- Men schreef 29 Januari 1794. Het op 30 Mei 1789 opgerichte Departement Haarlem der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen hield hare gewone verga dering. De leden, hoe fel zij ook moch ten gebeten zijn op hen, die eene andere politieke richting waren toegedaan en bij het bestrijden hunner tegenstanders dikwijls hunne hartstochten den vrijen loop lieten, waren tot bezadigdheid en ernst teruggekeerd, zoodra het gold maatregelen te beramen om het doel, dat de stichter der Maatschappij zich had voorgesteld, te bereiken. Een bewijs daarvoor is het besluit dat in de vergadering van 19 Maart 1794 van Haarlems departement werd genomen een besluit dat dit departe ment niet alleen tot eer verstrekt, maar een voorbeeld is geweest voor vele an dere departementen. Een besluit, dat schoone vruchten heeft opgeleverd. In de notulen van deze vergadering staat toch aangeteekend, dat het medelid de heer A. Loosjes Pz. een voorstel indiende, dat goede gevolgen heeft gehad. Met de breedsprakigheid dier dagen leidde hij het in met eene verwijzing naar de pogingen, die de vijanden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in 't werk stelden om haar te onder mijnen en met de opwekking om pal te staan tegen de belagers en zich te doen kennen als leden eener maatschap pij, die onkunde en eigenbaat bestrijden en als onbaatzuchtige vrienden van ken nis en verlichting. Als middelen om tot. het door de maatschappij beoogde doel te geraken achtte hij het niet genoeg mede 1e werken tot verbetering van het onder wijs der jeugd. Hij wilde ook de vol wassenen doen deelen in de voordeelen die kennis en beschaving aanbrengen. Daartoe stelde hij de oprichting voor van eene openlijke leesbibliotheek voor den gemeenen man, op koste van het Haarlems Departement ten gebruike van alle zodanige medeburgers en inge zetenen, die de werken, door dit De partement daartoe geschikt geoordeeld, gratis zouden verkiezen te leezen." «Door zodanig eene leesbibliotheek", meende de voorsteller, „zoude men ten minsten, de zoodanige onzer mingegoe- de medeburgers, die eenige beginzels van kundigheden hebben opgedaan, kunnen in staat stellen tot het ver meerderen van hunne kennis, zonder dat het hun een Penning uit hunne schraale voorraad of geheel ledige Beur sen zou behoeven te kosten." Dit voorstel viel in goede aarde. Om het belangrijke er van werd eene bui tengewone vergadering gehouden op 9 Februari, waarin aan eene commissie werd opgedragen een plan te ontwer pen waarnaar eene bibliotheek zou kun nen worden opgericht, met mededee- ling van de bezwaren die haar in het aanleggen er van zouden voorkomen. Déze commissie bracht haar rapport uit in eene daartoe op Woensdag 19 Maart expresselijk belegde vergadering. Na het plan voor eene bibliotheek te hebben ontvouwd, deelde de Commis sie mede, dat zij meende dat er geene bezwaren tegen de oprichting zouden kunnen bestaan, «wanneer het Depar tement zich zorgvuldig wagt om geene andere Boeken in de Leesbibliotheek te neemen dan de zoodanige, welke dui delijk niets gemeens hebben met eenige kerkelijke of staatkundige geschillen, indien het zich alleen toelegt op het groote oogmerk der Maatschappij, de verlichting en beschaving van den ge meenen man, en indien de commissie voorts met alle mogelijke oplettenheid in (je uitvoering harer Post bezig is, en steeds een waakzaam oog houd, zo op de misbruiken die er van de uit- gavg ter leezing zoude te maken zijn, als op de goede behandeling derwerk- jens, en den tijd ter lezinge geschikt." Slechts één lid vreesde, dat de in richting van geen nut zou zijn, omdat hij onderstelde dat bij de klasse van personen, waarvoor zij zou moeten die nen te weinig lust, tijd of gelegenheid tot lezen zou bestaan. Intusschen, dit bezwaar werd niet van gewicht geacht, want metalgemeene stemmen werd, na het hooren van het rapport, door het Departement tot de oprichting der Bibliotheek besloten, eene commissie van vijf leden benoemd, zijnde de heer A. Loosjes Pz., M. Bodisco, G. Voorhelm Schneevoogd, J. Daams en P. Overbeek, aan welke de oprichting eener „Publicque Leesbibliotheek voor den geringen man" werd opgedragen, en aan die Commissie voor dat doel een crediet van f 50.toegestaan. Op 19 April 1794 hield deze com missie hare eerste zitting, waarin zij zich constitueerde, een reglement maak te, boeken aankocht, eene oproeping deed aan het publiek, om boeken te komen halen, kortom de bibliotheek op richtte. Zoo was dan de Volksbibliotheek van het Departement Haarlem der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen in 't leven geroepen, op het initiatief van een man die meende met den geest des tijds mede te moeten gaan, en te moe ten medewerken aan de beschaving zijner minder met aardsche goederen gezegende medeburgers, en die, ten bewijze dat zijn voorstel geheel belan geloos was gedaan, verklaard had, wan neer het zijne beurt was de boeken etc. te leveren, zulks te willen doen zonder een Penning profijt. De door het Departement verleende 50.was niet voldoende om de kos ten te bestrijden en werd daarom tot f 100.verhoogd, en den 27sten Juni 1794 kon de eerste uitgifte van boeken plaats hebben. Er hadden zich 73 lezers aangemeld, welk getal vóór het einde des jaars reeds tot 552 was geklom men. Bij de eerste zitting kon men slechts over weinige boeken beschikken. Behalve de werken der Maatschappij, had de commissie de navolgende boek werken aangekocht: Saltzman. de Thuringerbode. Beknopte historie des Vaderlands in 4 deelen. E. Wolf. Sara Burgerhart. CEconomische liedjes. Proeve over de opvoeding. Engelberts. Bespiegeling over de 4 jaargetijden. Gellerts Fabelen. Saltzman. Karei van Karelsberg. Grondbeginzelen der Zede- kunde. Martinet. ICatechismus der natuur Huisboek. E. M. Post. Het Land. More. Gewijde tooneelstukken. Rafi' en Berkheij. Natuurlijke His torie voor kinderen. Van Campen. Rabinson Crusoë. Westerhoven. De Schepper verheer lijkt in zijne schepzelen. Weekblad voor Neerlands Jongeling schap. De zittingen werden gehouden ten huize van B. Altrogge op de „Kraaijen- horstergraft vrijdags om de veertien dagen. Drie jaar later verhuisde de bibliotheek naar de nieuwe kamer van het Departement op 't zoogenaamde Princenhof. Al spoedig vond het voorbeeld, door het Departement Haarlem gegeven, na volging bij andere Departementen. In de eerste jaren van haar bestaan ver zochten vele Departementen inlichtin gen omtrent de bibliotheek, ten einde daarnaar eene dergelijke inrichting te stichten. Het is hier de plaats niet om de geschie- der bibliotheek stap voor stap na te gaan. Trouwens dit zou bezwaarlijk kunnen geschieden, daar een groot deel der bronnen waaruit men zou kunnen putten, verloren is gegaan. Genoeg zij het, dat toen de bibliotheek haar vijftig jarig bestaan herdacht het getal lezers slechts ruim 200 bedroeg, terwijl de catalogus slechts ruim 400 nummers ot ruim 850 deelen aanwees. Thans, nu zij haar honderdsten verjaar dag viert, zijn er 2200 lezers ingeschre ven, die eene keuze kunnen doen uit 4000 nummers of ruim 8000 deelen. Den 49den April a.s. zal het 100 jaar geleden zijn dat de eerste verga dering van Commissarissen werd ge houden, met welke vergadering de ge schiedenis der bibliotheek eigenlijk een aanvang neemt. In dezen lOOsten verjaardag heb ben wij aanleiding gevonden om een kort overzicht te geven van de wording der volksbibliotheek, die nog thans onder de instellingen dezer stad eene voor name plaats bekleedt. Onwillekeurig rijst daarbij de vraag: Heeft deze instelling in dezen tijd nog reden van bestaan? Behoort zij niet veeleer tot die Stichtingen die, ja, in de jaren harer jeugd nut afwierpen, maar thans verouderd zijn, en moeten worden afgeschaft. Het antwoord daar op wordt door bovenstaande cijfers ge geven. Waar men aan 2200 personen gedurende de lange winteravonden ge legenheid geeft om nuttige kundighe den op te doen of na een zware dag taak zich aangenaam te verpoozen, zonder daardoor aan uithuizigheid te gewennen, mag van de instelling die daarvoor zorgt voorzeker wel getuigd worden, dat zij nog in eene bestaande behoefte voorziet. Het jaarlijks toenemend aantal lezers is daarom het te bewijzen. Vèrouderd is de bibliotheek evenmin. Men zorgt er voor dat zij, zooveel de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 1