DE
en verdere benoodigdheden
DE ERVEN LOOSJES, Boekhandelaren,
Gedempte Oude Gracht No. 86.
Hoogere Burgerscholen, het Gymnasium, de School voor
Handel en Nijverheid en
de Meisjesschool van den Heer L. van der Wiek,
zijn voorhanden hij
in gebruik op de
LEERBOEKEN
327
//Gij waart niet alleen! Gij hadt Aubrey. En wat
gij mij weigert, gaaft gij hem!"
Zij kromp ineen bij het hooren van dien naam,
als onder een slag.
//Dat is slecht, dat is onedelmoedig," fluisterde zij.
//Hij heeft altijd even edel tegenover u gehandeld;
nog pas een dag geleden pleitte hij voor u en ver
oordeelde mij. Noch mijn leven, noch het uwe is een
uur van zijn bestaan waard!"
Heftige woorden kwamen Guilderoy op de lip
pen, maar hij wist ze terug te houden, hoewel
het hem de grootste moeite kostte; het gevoel van
rechtvaardigheid en edelmoedigheid; dat in zijn hart
sluimerde onder zijn egoïsme, overwon zijn jaloe
zie en zijn beleedigd eergevoel. En daarenboven,
welk recht had hij om te laken, te veroordeelen P
Welk recht had hij om aanspraak te maken op hare
genegenheid
//Het is alles mijn schuldzeide hij diep ontroerd.
//Ik heb u in een hoogst gevaarlijke positie gebracht
als gij in eenig opzicht een smet op mijn naam had
geworpen, zou mij slechts geschied zijn, wat ik ver
diend had. Als ge mij niet meer lief hebt, als gij
een grooter en edeler man bemint, mag ik u niet
laken, ik, die reeds zoo spoedig ophield u lief te
hebben! Geloof mij ten minste in dit eene opzicht,
mijn arm kind, uit het diepst van mijn ziel smeek
ik u mij de waanzinnige gril te vergeven, die er mij
toe bracht, uw leven aan het mijne te binden. Ik
dacht, dat gij, zooals zoovele vrouwen, tevreden zoudt
zijn geweest met het materieel genot, dat de wereld,
dat rang, aanzien en weelde u verschaffen konden;
ik vergat, dat gij uw vaders dochter waardt en dat
Ui