EAARLEMSCH
Eerste Blad.
N°- 83. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zestiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 17 October 1891.
N ieuwsberichten
TELEPHOONNUMMER
TELEPHON 1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf ,25.
7i franco p. post —,40.
Afzonderlijke nomuiers 3 centen per stnk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs versohenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen by
De erven Loosjes, te Haarlem.
FRANZOS (KARL EMIL). De Waarheid-
zoeker. Roman. Vertaling van Dutric,
2 dinf 4.90.
HEUVELMAN (G.) Het kabouterboek.. 0.30.
Zwolsche herdrukken VIII. Poëzie van
Mr. Iiaac da Costa, uitgegeven door J.
H. van den Bosch. Ing. /0 35 geb0.60.
XAHMAN (Dr. med. HE1NRICH). De
diëtetische bloed-ontaarding (Dysaemie)
als grondoorzaak aller ziekten, door J.
J. Schwencke1.75.
Wet en praktijk. Aanteekeningen van Mr.
T. M. C. Asser. 1 October 1894.
Prijs der le jaargang van 6a 8 vellen
druks roy. 8°1.00.
DOUMA (H.) Handboek voor de metho
diek, ten dienste van hen, die studee-
ren voor de hoofdacte en voor verge
lijkende examens. Aflevering 1. Prijs
compleet3 90.
Buitenlandeche nieuw versohenen werken.
GEB HA R DT (B RUN O). Dentscher Kaiser-
Saal. Geschichte der deutschen Kaiser
in Biographien, met 50 Vollbildern
nach Originalen hervorragender Kiinst-
lergeb. f 9.75.
HAAS (Prof. Dr. AUGUST) Lehrbuch
der Differentialrechnung. Djitter Teil:
Auwending der Differentialrechnung anf
die ebenen Knrven4.55.
IiASKA (Dr. W.) Lehrbuch derVermes-
singskunde (Geodasie)4.50.
Bovenstaande werken zyn voorhanden
de boekhandelaars de erven Loosjes.
Tweede Kamer. In de zitting van 10
October was ingekomen het bericht van
overlijden van den heer Land, dat be
antwoord zou worden met een bericht
van rouwbeklacht. De heer Veegens
bracht hulde aan de nagedachtenis van
den begaafden afgevaardigde, die tot op
het laatste oogenblik arbeidde in 's Lands
belang. In den afgeloopen zomer werkte
hij aan het militaire strafrecht, en tot
Vrijdag 11. in de atdeelingen. De Min.
van Oorlog verklaarde, dat de Reg. zich
geheel by die hulde aansloot. Bij het
ontwerp tot machtiging van de Alge-
meene Rekenkamer tot verevening en
uitbetaling van militair pensioen, ver
klaarde de Min. van Oorlog zich bereid
met zijn ambtgenoot van Marine in over
leg te treden omtrent de mogelijkheid
tot instelling van een pensioenraad
voor de toekenning van militaire pen
sioenen. Na diskussie, waaraan dehee-
ren Veegens, Heemskerk, Guyot en
Gerritsen deelnamen, verklaarde de Min.
zich nader, dat hij ook zou overwegen
wijziging der militaire pensioenen in
ruimeren zin, terwijl hij overigens ge
lijke toepassing aan alle departemen
ten voorstond. Het ontwerp werd goed
gekeurd met 64 tegen 21 stemmen.
Ooi werd aangenomen het onteigenings
ontwerp voor een scheepvaartkanaal
Engelen-Heniette-waard. De Min. van
Waterstaat verklaarde, dat overleg met
het waterschap het Noordoostelijk deel
van Noordbrabant over uitbetaling van
het toegezegde subsidie nog hangende
is. Verder werd aangenomen het ont
werp goedkeurende het subsidie voor
het postvervoer op den stoomtramweg
Samarang-Cheribon. Bij het ontwerp
tot teruggaaf van het waarborg-kapi
taal van de koncessie voor een stoom
tram Samarang-Cheribon, bestreed de
heer Cremer de teruggaaf, omdat oor
spronkelijk het niet bijeenkrijgen van
het kapitaal door niets gemotiveerd is,
en teruggaaf thans onbillijk en een
slecht precedent zou zijn.
In de zitting van Donderdag werd
het debat over een paar onderwerpen
den Min. van Binnenl. Zaken betrok
ken van de agenda afgevoerd. Het de
bat werd voortgezet over het ontwerp
tot teruggaaf van het waarborg kapi
taal voor de spoorwegkoncessieSamarang
Cheribon. De heer van Gennep achtte
teruggave billijk en volkomen door de
omstandigheden gerechtvaardigd. De
Min. van Kol. sloot zich geheel daarbij
aan en betoogde de volkomen goede
trouw van de koncessionarissen en hun
vasten wil tot aanleg ,van den lijn. Het
Ontwerp werd aangenomen met 43 tegen
42 stemmen. Daarna ving aan het de
bat tot ondersteuning van het weduwen-
en weezenfonds van officieren der land
macht in Ned. Indië met 3 ton jaarlijks.
De heer de Ras bestreed het ontwerp
als ongemotiveerd, zoolang niet is aan
getoond, dat het niet voordeeliger ware
met eene solide levensverzekering maat
schappij een overeenkomst te sluiten,
inplaats van dit fonds te bestendigen.
De Min. yan Kol. achtte dergelijke
verzekering ongewensche. Bij art. I
kwam het am. Bool in behandeling tot
vermindering der ondersteuning van 3
ton tot H/j ton jaarlijks.
In de zitting van Vrijdag werd, op
voorstel van den heer F. Mackay, het
onteigeningsontwerp voor een haven en
zwaaiplaats te 's Gravenhage uitgesteld
tot na de wederbijeenkomst der Kamer,
daar het pas verschenen verslag over
weging verdient. Daarna werd het debat
voortgezet over het ontwerp tot het ge
ven van een jaarlijks subsidie van 3
ton het aanNed. Ind. militair weduwen- en
weezenfonds van officieren. De heer
Goeman Borgesius bestreed met kracht
het amendement van den heer Bool,
om het subsidie te bepalen op een mi
nimum van li/s ton. Ook de heer Farn-
combe Sanders, sprekend namens de
meerderheid der Komm. van Rapp., en
de Min. van Kol. achtten eene vaste
bijdrage van 3 ton een veel zekerder
waarborg dan het am. Bool. Het laatst
genoemde werd verworpen met 50 tegen
26 stemmen, en het ontwerp onveran
derd aangenomen. Evenzoo de vorige
ontwerpen.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping
uiteengegaan.
Thans komen berichten, dat de
Japanners op Chineesch grondgebied
gekomen zijn met een gedeelte van hun
leger en dus een beslissende slag kan
verwacht worden, terwijl elk oogenblik
het bericht verwacht wordt, dat ook de
schepen hunne landingstroepen op Chi
neesch gebied gebracht hebben. Met het
oog op alle gebeurlijkheden hebben
Engeland, Frankrijk, Duitschland en
Rusland hunne scheepsmacht in Oost-
Azië versterkt, althans zij n die op weg
daarheen. Genoemde mogendheden moe
ten voornemens zijn de onafnankelijk-
heid van Korea te handhaven, maar het
is niet bekend of Japan zich daarbij zal
nederleggen. Omtrent andere mogelijke
voorvallen in dezen oorlog hebben de
mogendheden nog geen besluit genomen.
De vrees blijft bestaan, dat de re-
geerende dynastie in China in gevaar
verkeert.
Nu de zaken in China zóó staan, luidt
niet vreemd het bericht, dat van dien
kant werkelijk vredesvoorstellen zijn
gedaan aan Japan. China zou de onaf
hankelijkheid van Korea erkennen en
aan Japan vergoeding betalen voor de
oorlogsonkosten. Of evenwel eene vrede
op dien grondslag en onder die omstan
digheden gesloten, van duurzamen aard
zou zijn is nog niet ontwijfelbaar; daartoe
is de haat tusschen de beide naties te
hoog gestegen. Voornamelijk slingert
de Chinees in zijne manifesten den Ja
panner de grofste scheldwoorden toe
en Japan is ook in deze niet op zijn
mondje gevallen, heel anders, dan men
van eene beschaatde natie zou verwach
ten. De Japanner van eiken stand is in
den regel goed onderwezen en volgt
met belangstelling de staatkundige ge
beurtenissen van zijn vaderland, voor
zooverre hem die in de courantendoor
zijne regeering wordt toebedeeld en dit
is nog lang niet alles; de regeering
houdt sommige voorvallen vóór zich.
Ds Japanner onderwerpt zich aan dien
maatregel, te meer daar hij een vaag
besef heeft, dat tegenkanting hem niet
zou kunnen baten. Hiervoor laat de
regeering vaderlijk zorgen door een uit
muntend politiewezen, dat geen middelen
ontziet om er den schrik in te houden.
Ook het leger werkt de regeering zeer
in de hand; de krijgsmansstand staat
in Japan hoog aangeschreven, het volk
eert den militair als een held en bede
vaarten worden zelfs georganiseerd naar
plaatsen waar veldslagen hebben plaats
gehad af waar groote mannen gevallen
zijn. Nu moet tegelijk gezegd worden,
dat de regeering den soldaat in 't alge
meen goed verzorgt en goed bewapent,
heel anders dan de Chineesche soldaat,
die slecht gekleed en gevoed en boven
dien wapenen bezit, die niet zijn bestand
tegen de vuurwapenen des vijands. En
dan herinnere men zich nog welke ge
weren de Chineezen bezitten; zij zijn
voor een kleinigheid door een hoogge
plaatst ambtenaar opgekocht en met
ontzaggelijken winst aan het vaderland
overgedaan. Die geweren schacheraar is
de broeder van den Chineeschen opper
bevelhebber en de man is gevlucht, toen
hij bemerkte, dat zijn bedrog aan het
licht zou komen. Geen wonder dan ook,
dat de Chineesche soldaat in dezen oor
log liever zijn geweer wegwerpt en op
de vlucht gaat als hij in 't gedrang
komt, dan zich ten doel te stellen aan
het goed bediende geweervuur van den
vijand. De soldaat stelt namelijk geen
vertrouwen in zijn wapens en daar
zijn persoonlijke moed ook niet groot
is, kan men nagaan, dat het er in 't
Chineesche leger niet te hest uitziet.
Omtrent de beide zeemachten ver
neemt men niet veel. Schade herstellen
en zich gereed maken is aan de orde
van den dag.
De Japanners zijn meester van de
Chineesche haven Witsjoe aan den mond
der Yaloe-rivier. Tengevolge hiervan
trekken de Chineezen zich in zeer sterke
stellingen terug, waar zij waarschijnlijk
door de Japanners zullen opgewacht
worden en op welk punt dus een samen
treffen kan worden verwacht.
Keizer Wilhelm zou Zaterdag j.l,
naar Berlijn terugkeeren. Voor dien tijd
had de keizer zich begeven naar Friesach
in Brandenburg, ten einde de onthul
ling bij te wonen van een gedenkteeken,
dat daar is opgericht ter eere van den
Grooten Keurvorst. Vervolgens heeft de
keizer zijne moeder, keizerin Frederik,
een bezoek gebracht en is daarna naar
Wiesbaden gegaan, waar hij denl5den
Oct. by de inwijding van het nieuwe
operagebouw tegenwoordig was.
Men vraagt zich af, hoelang de keizer
zulk een bijzonder bewegelijk leven
zal kunnen uithouden.
De tachtigjarige fabrikant Lieseke,
te Ketzür, aan de rivier de Havel, heeft
eenige dagen geleden, toen hij zijn wo
ning tegen inbrekers verdedigde, op
waarlijk tragische manier den dood ge
vonden. Des nachts werden de bewoners
der fabriek, die op eenigen afstand van
den straatweg ligt, wakker door het
luide geblaf der honden. De oude Lie
seke hoorde dit ook en tevens een ge
raas in de huiskamer, dat hem aanlei
ding gaf om ongekleed en met een
revolver in de hand, het vertrek binnen
te gaan. Hij zag dat een luik vooreen
der ramen reeds was weggebroken en
ontwaarde buitenshuis verscheidene
kerels, die blijkbaar van plan waren
mtebreken, hoewel ze, heel naïef, ver
klaarden, dat zy zich vergist hadden en
den grijsaard verzochten om hen dan
den goeden weg te willen wijzen.
Middellerwijl weêrklonk hulpgeroep
in den paardenstal. De boeven hadden
den knecht, die voor de dieren moet
zorgen, opgesloten en de deur bovendien
versperd. Thans dreigde de oude Lieseke
dat hij van zyn revolver gebruik zou
maken en nu zetten de kerels het op
een loopen. De oude man ging op een
rustbank zitten en zijn huishoudster
verzocht hem, dat hij zich zou aanklee-
den Toen zij echter geen antwoord
kreeg, ontdekte men dat de grijsaard
dood was. Een beroerte had hem, ten
gevolge van de opgewondenheid waarin
hij verkeerde, getroffen en een einde
aan zijn leven gemaakt.
Terwijl de Russische keizer te
Corfu vertoeft tot herstel tot volle
dig herstel volgens den hem vergezel
lenden Professor zijner gezondheid
zal, naar men meent, een regentschap
met uitvoerende macht worden aange
steld, waarvan ook de troonopvolger
deel zal uitmaken.
De trouwdag van den czarerwitch is
nog niet vastgesteldnaar men wil, zal
die in het begin van November plaats
hebben.
Van de wijze waarop de Baliërs
sedert jaren op Lombok hebben huis
gehouden, kan men zich eene voorstelling
maken na kennisneming van onderstaan
de regelen uit een particulier schry ven
van een Nederlander op Lombok
Men kan uren ver marcheeren over
sawah's, die in geen jaren bebouwd
werden en waar thans de alang-alang
groeit; en dan weer komt men door
een kampong, die in een volslagen wil
dernis is veranderd, zoodat men slechts
met moeite door het dichte struikgewas
heenbreekt; en overal langs den weg
menschelijke geraamtenen schedelsgeen
spoor van menschen, alles woest, stil
en verlaten.
In de kompongs, die bewoond zyn,
een opeengehoopte massa menschen,
uitgeteerde wezens, die misschien in
geen jaren rijst gegeten hebben en moe
ten leven van wortels en boomblade
ren, en vooral een massa kinderen, wier