HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 99. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. 144. Zestiende Jaargang.' van WOENSDAG 12 December 1894. Nieuwsberichten. TELEPHOONNUMMER TELEPHON1SCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf ,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs verschenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrijgen bg Db erven Loosjes, te Haarlem. EBDEN, (FREDERIK VAN) De broe ders. Tragedie van het recht, geb3.90. HAMSUN, (KNUT.) Raadselachtig! Ro man naar het Deensch door Ph. Wijsman. 2 dln- 3.90. HOCKING. (SILAS K.) Liefde overwint. Naar het Engelsch door Cornelia Berg man. Met 3 houtgravures, geb2.50. KIPLING. (RUDYARD.) Van Dieren en Kinderen Uit het Engelsch door Mevr. Willeumier. Met platen, geb2.75 SALDERN, (TH. VON.) Het boek der Margaretba's. Een verhaal uit den tijd van Maria Antoinette. Naar den 12en druk uit het Hoogduitsch door C. van Opbemert. 2 dln2.40. Een wonder der negentiende eeuw. Naar het Fransch opnieuw in 't licht ge geven door Da. J. G. Verhoeff0.30. DOORMAN, (CHRISTINE )Een Football- wedstrijd. Blijspel in drie bedrijven. Geil), door Wilm Steelink. ing0.50, CRAMER. (Mr. N.) Van Emden'a Recht spraak op de Armwet. ing1.50. COHEN, (E.) Meteoritenkunde. Hft. 1 ing6.50, €OMTE, (A. LE) Het goede recht der kunst aan de Polytechnische school. Afscheidswoord aan zijne leerlingen, uit gesproken te Delft op 30 November 1894. ing0.50. COOL, (W.) De Lombok-expeditie. Met illustraties van G. B. Hooyer. A£. 1. - 0.45. Encyclopaedie van Nederlandsch-lndië. Met medewerking van verschillende ge leerden samengesteld door Prof. P. A. van der Lith en A. J. Spaan. Afl. 1. 1.20 FRANSEN VAN DE PUTTE, (J. D.) Mjjn antwoord op Mr. H. J. Smidt's Nabetrachting, ing- 0.60. RUSSER, (A. S.) Rookzwak buskruit en eenige daarmede verband houdende Vraagstukken ing- 0.50. WIT, (A. J. DE) Toelichting opdeMe- lodiën der Psalmen. iDg0.90. Bnitenland8che nieuio verschenen werken. SCHMID. (CHR. V.) Auserlesene Er- zahlnngen. geb3.60. Fünf der schönsten Erzahlungen geb1.10, Le livre d'or de la Comtease Diane. Prefa ce par Gaston Bergeret. ing1.90. Le Monde moderne. Revue mensuelle illnstrée Janvier 1895 ..p.jr. 9. Bovenstaande werken zijn voorhanden bg de boekhandelaars de erven Loosjes Weten en Werken. De Maandagavondlezingen in Weten en Werken zijn '10 December weer aangevangen. De Heer Stoel riep, voor de spreker optrad, een woord van wel kom toe en bracht in herinnering, dat de Heer Cohen Stuart, die de reeks lezingen van het vorig jaar met eene voordracht sloot en jaren lang eiken winter optrad, was overleden. Het woord van hulde vond weerklank in de harten zijne nagedachtenis zal ook bij de be zoekers van W. en W. in gezegend aandenken blijven. De Heer Dr. Johs. Dycerink opende, als gedurende menig jaar, de sex'ie le zingen met eene voordracht over sfolk- lore," dat is de kennis der van mond tot mond overgeleverde volksverhalen, waar door men kan geraken tot de kennis der huiselijke en maatschappelijke ge woonten der volken en welke met de etbnographie uitmaakt de wetenschap welke men volkenkunde noemt. Spreker behandelde thans het folklore der bewoners van Midden-Afrika, de negerverhalen, zooals ze door den koe nen reiziger Henry M. Stanley gehoord zijn op zijne tochten, waar zijne zwarte metgezellen elkaar den tijd verkortten, als zij om hunne wachtvuren zich tot rusten gezet hadden. Stanley heeft deze verhalen te boek gesteld door bekwame hand zijn zij in 't Nederlandsch overgezet. Meestal hebben deze verhalen het dier tot onderwerp. Treffend is hierbij de fijne opmerkensgave der negers; wat zij opmerkten, vinden wij in onze maat schappij terug. Zoo schilderen zij eenvou dig schoon, de giraffe, de slang, de geit de leeuw, het konijn en anderen en dan trekt de aandacht, het groote ver schil in beoordeeling omtrent dieren, tusschen ons en de negerswat wij instinkt noemen, heet hij den neger ver stand, bij het bespieden van hunne lis ten zegt de neger: Wat zijn ze ver standig I Men heeft in Europa geloofd aan een gouden eeuw. In de Midden-Afri- kaansche verhalen vindt men dit denk beeld jterug in de eeuw van Uganda, de eeuw toen er tusschen menschen en dieren volkomen vrede heerschte. Dat die eeuw eindigde, was volgens hen de schuld der menschendat die eeuw kan wederkeeren, bewezen zij uit het ver haal van eene vrouwelijke Robinson, die in hare afzondering vrede met de dieren had gesloten en ze aan haar wil of inzicht had onderworpen, terwijl het verhaal er tevens op wijst, dat door ver keerde omgang met de dieren angst en spanning ontstond. Eene vertelling van een konijn en een olifant, samen op reis, bracht den karaktertrek slimheid, overleg, tot zijn recht en Spreker herinnerde dat Prof. Kern in Engelsch Indië van inboorlingen een verhaal in dien geest had gehoord, doch dat daar geen konijn, maar een haas door overleg de meerdere van den olifant was. Vervolgens overgaande tot de neger- verhalen waarin de mensch hoofdpersoon is, vertelde spreker, in verband met het bijgeloof in Afrika, dat men daar oud tijds geloofde, dat wanneer eenekonings dochter tien fouten had, zij voor de eene helft en de vader voor de andere moest boeten. Nu werden koning Gumbi vijf dochteren geboren. Om er nu niet in te loopen, beval hij, dat ze zouden in de rivier geworpen worden. Een der meisjes, het vijfde, schoon van oogen en fraai van kleur, werd heimelijk ge spaard en bij hare grootmoeder verzorgd tot zij volwassen was. Toen trok zij naar haren vader en de grootmoeder, gelukkig in het herdenken aan de lieve maagd, lachte, en lachende sliep zij in en werd nimmer weer wakker. En koning Gumbi verheugde zich in het weergevonden kind en beminde haar meer dan zijne zonen en gaf prachtige feesten te harer eer. En de prinses trouwde met den man dien zij liefhad, maar 'tjonge paar wilde nog gelukkiger zijn en trok in een kano de rivier af, doch volgde niet den raad des ouderdoms en verdronken. De moraal van het verhaal is, dat de men schen hunne neigingen niet moeten vol gen en dat verderf altijd den eigenzin nige wacht. Toen deelde spreker nog het verhaal mede van den prins, die de maan wilde bezitten en kwam vervolgens tot de denkbeelden der Midden-Afrikaners om trent de schepping van den mensch, hoe zij deze toeschrijven aan eene padde, hoe ook daarin ligt opgesloten het denk beeld vanonsterfelijkheid, stervend voort leven, voortbestaan van den mensch. Ten slotte maakte spreker opmerk zaam, dat blijkt, dat er tusschen ons en de negers een onderlinge band be staat en dat, niettegenstaande verschil in kleur en beschaving, ook de neger van God heeft ontvangen een hoofd om te denken, handen om te arbeiden en een hart om te gevoelen. Als bijdrage gaf spreker een humo ristisch overzicht, behandelende verschil lende spreekwijzen in den volksmond, ontleend aan de dierenwereld. Het zou van de ruimte voor dit verslagje be stemd, te veel gevergd zijn als de soms allergeestigste combinaties in haar geheel werden weergegeven, wat ook door de overstelpende hoeveelheid van deze soort van uitdrukkingen toch niet volledig kan zijn. Liever besluiten wij met Spreker met eene hulde aan ons dapper leger, dat in Indië gevochten heeft als leeuwen en wijzen met fierheid op de schild houders van het Nederlandsche wapen, waarvan de bundel pijlen ons wijst op eendracht, die macht maakt. Eerste Kamer. De Kamer heeft Woens dag de ongeveer -45 aanhangige een voudige wetsontwerpen aangenomen, en is daarna tot 27 December uiteengegaan. Bij de behandeling werd medegedeeld: dat liet onderwerp tot instelling van een militairen pensioenraad het Dep. van Oorlog heeft verlaten; dat het nieu we postkantoor te Amsterdam voldoen de ruimte zal aanbieden, doch dat een afzonderlijke vestiging der pakketpost overwogen wordt, en dat het civiel pen sioenfonds in Indië over 1893 met f 279.000 is vooruitgegaan. Vervolg Tweede Kamer). Het algemeen debat over de Staats- begrooting nam ook de zitting van Woensdag in beslag. De heer Gerritsen, die toen het eerst aan 't woord was, begon met. te konstateeren, dat de tegen woordige Regeering niet uitsluitend het Kiesrecht-vraagstuk, doch ook andere zaken wil ter hand nemen. Verder be streed hjj uitvoerig wat de heer de Savor- nin Lohman verkondigd had, dat nml. Regeering en Kamer niet gebonden zijn aan de beslissing der kiezers, en hij betoogde, dat het tegendeel vroeger her haaldelijk door den heer Lohman is volgehouden. Diens meening, dat het volk niet door de grondwet gebonden zou zijn, werd ook door Spreker be streden. Daarna betoogde de heer Ger ritsen, dat de Kamer is gekozen uit sluitend met een mandaat betreffende kiesrechthervormingdoch indien nu de Reg. meent bovendien andere onder werpen te kunnen behandelen, dan rijst de vraagis dit Kabinet homogeen En nu betoogde Spreker, met tal van aan halingen, dat de heer v. Houten geheel afwijkt van al zijn ambtgenooten. Ziet de Min. van Binnenl. Zaken om zich heen, dan moet hij zelf verwonderd vragen: zijn wij homogeen? De heer Roêll is vroeger door den heer van Hou ten genoemd een stillen vennoot van het Konservatieve Kabinet Mackay. De Ministers van Oorlog en Marine vragen verhooging van militaire lasten, iets dat steeds door den heer v. Houten met de grootste volharding bestreden is. Ook de Premier en de Min. van Oorlog verschillen in opvatting betreffende af schaffing van dienstvervanging. Hoe zou de heer v. Houten homogeen kunnen zijn met de Min. van Fin., die indertijd genoemd is een fiskaal minister in het ministerie Heemskerk, en die krachtig verdedigd heeft het denkbeeld om een einde re maken aan de verbinding van kiesrecht aan belasting? Hoe met den Min. van Kol., een Indiesche specialiteit, terwijl de Heer v. Houten vroeger alle Indiesche specialiteiten van konserva- tisme beschuldigd heeft? Wat komt er van leerplicht, onteigening, lijkverbran ding? Hoogst bedenkelijk ook noemde Spreker de beslissing van den Min. van Binnenl. Zaken in zake de eedskwestie te den Helder, zoo geheel in strijd met zijn verleden. Na deze lange rede ver klaarde de Voorzitter, dat hij wellicht in de noodzakelijkheid zal zijn voor te stellen reeds deze week Zaterdag en Maandag te vergaderen. De heer Farn- combe Sanders was ook verwondejd over het optreden van den heer v. Houten in dit Kabinet, en over de aanvaarding van de portefeuille van Buitenl. Zaken door den lieer Roëll. Spreker achtte den finantieelen toestand niet rooskleurig, en hij zou slechts stemmen voor nood zakelijke zaken, mits er aangetoond werd, dat er geld voor is. Voorts was hij 't geheel eens met den heer Mees, dat wij onze weerbaarheid moeten inrichten met het oog op de handhaving onzer neutraliteit. Mochten wij daarvoor in een oorlog ge wikkeld worden, dan moeten we voorbe reid zijn, en dan steunen op onze natio nale kracht, op het besef van onze plicht, en op de waarde van ons vorstenhuis, door een behoorlijk veldleger in staat te stellen eventueel zich met het Bel- giesche te verbinden, of onze terugtrek king achter onze liniën te dekken. De heer Tak van Poortvliet meende de ver antwoordelijkheid voor het optreden van het Kabinet te kunnen overlaten aan hen, die haar op zich namen. Van de handelingen van het afgetreden kabinet nam hij de volle verantwoordelijkheid op zich. Hij verdedigde het objektieve van de voorlichting in het rapport aan de Kroon. De konstitutioneele beden kingen waren reeds vroeger aan de Koningin uitvoerig medegedeeld. Voorts ontkende Spreker ten stelligste, dat de Koningin in den strijd der partijen was gemengdintegendeel, de vorige Reg. had alles gedaan om dit te voorkomen. En indedaad is de Kroon buiten den strijd gebleven, en was zij in den ver- kiezingstrijd nog de steun van alle par tijen, tengevolge van de opvolging van het advies der vorige Reg. Vervolgens hield Spreker de volkomen grondwet tigheid vol van de vooraf overwogen ontbinding. Het rapport van den Raad van State over het kiesrechtontwerp was wel degelijk overwogen en heeft aanleiding gegeven tot het uitvoerig rapport aan de Koningin. De heer Tak ontkende, dat aan de Koningin eenige eisch is gesteld tot ontbinding, of dat dit zelfs een eisch is geweest van de Ministers onderling. Hij besloot met eene warme aanbeveling voor spoedige kies rechtuitbreiding, opdat groote hervor mingen mogelijk zullen worden. De heer Pijnappel bestreed den heer Gerritsen, die van zijn standpunt ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 1