Nieuwsberichten. Het volk mort; het wenscht het oude koningshuis weer op den troon te zien en koning Leonthis heeft de onheilspel lende volksstem vernomen. Ten einde de kroon in eigen huis te doen blijven vormt hij 't plan om met de schoone blinde, wier verblijf alleen hem en enkele vertrouwden bekend is, een schijnhuwelijk aan te gaan; dit zal het volk bevredigen en zijn huis redden. Yanthis wordt door drang van redenen tot dit huwelijk gedwongen en nog dien eigen dag wordt het voltrokken, doch, hare liefelijke omgeving missende, en het hart vol van Camillus, verkwijnt zij aan het hof. Twee maanden lang hebben Camillus en Prisca in het park op Yanthis ge wacht; te vergeefs. Daar weerklinken de bazuinen en hoort men de kreet: De koningin komt! Als eene gunst is haar toegestaan nog eens in 'toude park te zijn. Daar zijn ook Camillus en Prisca; als minstreels wordt hun toegestaan de koningin door hun gezang te vervroolijken en Yanthis herkent Camillus. Een tranenvloed geeft der blinde het gezicht weder en op dit oogenblik laat Spreker de oude koning Leonthis sterven, waardoor Camillus tot koning wordt verklaard. Hij doet echter afstand ten behoeve van Yanthis, wier oudere rechten op den troon hij volgaarne erkent. En de minnenden worden een gelukkig paar. Altijd pakt in onzen kring de voor dracht van den Heer Goteling Vinnis; zoo ook thans. Met de meeste aandacht werden de innig schoon voorgedragen verzen gevolgd. Spreker moet gevoeld hebben dat het pakte, èn vorm en in houd èn voordrachtswijze werkten hier toe mede. Op vereerend verlangen gaf spreker nog een paar puntige versjes en besloot de bijeenkomst met eene schets van Justus van Maurik eene diep ern stige en alweer voorgelezen op eene wijze als niet velen gegeven is. De heer G. C. C. Ruys van Amster dam treedt in de volgende bijeenkomst op. Vervolg Tweede Kamer). Maandag werd het algemeen debat over Hoofdst. IV der Staatsbegrooting {Justitie) voortgezet. De heer Pijnappel zou 't betreuren, als door partiëele her ziening van Boek I van het B. W. de invoering van de algeheele herziening van dat Boek werd verschoven, ten minste niet naar een verre toekomst. Noodzakelijk noemde hij aanvulling van het Strafwetboek ter zake van misdrij ven tegen de gemeenschap, verzet tegen de wet, bedreiging van de algemeene veiligheid en bedreiging van de vrijheid van arbeid. Onder verzet tegen de wet rekende hij de belemmering van een executie in belastingzaken en opruiing in openbare vergaderingen tot verzet. Spreker wenschte ook de optochten van werkeloozen te verbieden en straf te be dreigen tegen dwang tot werkstaking, zooals bij de bakkerswerkstaking te Am sterdam, toen daar inderdaad een soort schrikbewind heerschte. De heer Smeenge verklaarde zich ook voorstander te zijn van partiëele herziening der wetgeving, speciaal ten aanzien van art. 407 B. W. Hij betuigde den Min. zjjn dank voor de oezegging van herziening der wetsbe- Palingen betreffende ligdagen vansche- Pen, en vroeg wijziging van de wets bepalingen omtrent gelden van minder jarigen. De heer Goeman Borgesius drong aan op wederindiening van de wijziging der Drankwet. De heer Bouman wees op de slechte toepassing der Boterwet, o.a. met het oog op het feit, dat boter wordt aanbevolen, als staande onder kontrèle van het proefstation te Wage- ningen, terwijl daarvan geen woord waar is, en dat proefstation geen enkele -soort boter kontroleert. Spreker drong aan op officiëele aankondiging in de Staatscourant, dat genoemd proefstation geen enkele soort boter kontroleert. De heer Van Berckel was ontstemd door 's Ministers ongemotiveerde afwij zing van elk debat over de wederinvoe ring der doodstraf, welke hij zeer ge rechtvaardigd achtte. Nog vroeg deze spreker inlichtingen omtrent 's Minis ters plannen ten aanzien van het mili tair strafrecht en de militaire rechtple- ging. De Min. van Justitie verklaarde, dat de nalatenschap zijns voorgangers, door hem gevonden zeer aanzienlijker is; dat hij die niet geheel behoefde te aanvaarden of te verwerpen, doch dat hij haar ten deele kon aanvaarden. Ver dere wetten moest hij onderzoeken en voorbereiden en overleg plegen met zijn ambtgenooten. 't Zal den Min. aange naam zijn te kunnen voorstellen wijzi ging van eenige gedeelten van het B. W. De onzekerheid betreffende het recht van voogdij moet ophouden. Ook moe ten de vermogensrechten beter worden geregeld. Wat de echtscheiding betreft, ze is in onze wetgeving geregeld. Wan neer nu blijkt, dat die regeling slecht is, zullen principiëele tegenstanders van de echtscheiding dan weigeren hunne medewerking te verleenen tot verbete ring dier wetgeving? Hij beaamt de wenschelijkheid van uitbreiding van het getuigenbewijs in het algemeen, maar hij heeft bezwaar tegen de uitbreiding van dien eisch in civiele zaken, geljjk de heer Smidt voorspelde. Wat de werk stakingen betreft, de overheid waakt zooveel mogelijk tegen verstoring dei- orde, en de Min. heeft niet nagelaten, daartoe aan te sporen, maar de burge meester alleen is bevoegd de hulp der militaire macht in te roepen. Wijziging van de Staatswet is niet bepaald nood zakelijk, maar de Min. zal het overwe gen. Bij verzet tegen de politie pleegt men het misdrijf van wederspannigheid. De Min. verklaarde zich tegen strafbaar stelling van optochtenhet oordeel daar over berust bij den burgemeester. De wenken omtrent het tegengaan van straatschenderij zullen overwogen wor den, maar de Min. betwijfelt, of een voorschrift, dat de vaders ten pofitie- bureele moeten komen, om hun kinderen een pak ransel te geven, in Nederland ingang zou vinden. De Min. bleef het recht erkennen van den Staat om de doodstraf toe te passen, maar hij blijft voor zich de toepassing van dat recht ongewenscht achten. Een herziening der Drankwet is in overweging, 't Gaat moei lijk, van overheidswege officieel tegen te spreken alle beweringen omtrent het onder kontrèle staan van boter; doch het is de vraag, of verspreiding van een leugenachtig bericht als het door den heer Bouman bedoelde, niet valt onder art. 334 Wetboek van Strafrecht. In de zitting van Dinsdag werden eerst eenige andere zaken afgehandeld, voordat het debat over Hoofdst. IV werd voortgezet. Aangenomen werden eenige naturalisa tie-ontwerpen, de begrooting voor de landsdrukkerij, verhooging van Hoofdst. Binnenl. Zaken over 1894 {herstellingen goevernemenlsgelouw te 's-Èertogenbosch en aanvulling van den post tot voorzie ning voor besmettelijke ziekten). Bij het ontwerp kwam de heer T. Mackay op tegen eventueele toekenning van eene Rijkssubsidie voor heilserum, zoolang de afdoendheid van het middel niet vaststond. De heer Goeman Borgesius daarentegen beriep zich op de ervaring reeds opgedaan en op den door andere regeeringen verleenden steun. De Min. van Binnenl. Zaken stelde de zaak uit tot bij de begrooting voor 1895 en ver klaarde, dat aanvragen om steun in on derzoek zijn, doch dat in geen geval de Staat voortdurend als leverancier van dit middel zou kunnen optreden. Nog werd aangenomen het ontwerp tot be krachtiging eener provinciale heffing in Groningen. Het wetsontwerp tot gelijkstelling voor den akcijns van suiker tusschen 99 en 991/2 pet. met die van 99 pet werd krachtig bestreden door den heer v. d. Kun, als eene geheele omwenteling in de suikerindustrie teweeg brengende, als nadeelig voor den landbouw, en als een dadelijk verlies voor de fabrikanten van 5 ton opleverende wegens verande ring der fabrieken, terwijl de schatkist daardoor een jaarlij ksch verlies van ruim 6 ton zou lijden. De heer Tydeman wees er op, dat eene geheel nieuwe akcijns- wet reeds met de helft van 1895 zou moeten ingediend worden, om in 1897 te kunnen werken. Hij gaf in overweging die geheele herziening een jaar uitte stellen, om beter de uitkomsten van het tegenwoordig ontwerp te kunnen nagaan. De heer de Ram betoogde, dat het wetsontwerp nadeelig zou zijn voor de ruwsuiker- fabriekanten. De heer Mees daarentegen verdedigde het ontwerp als passende in het stelsel der tegenwoor dige suikerwetgeving. De Min. van Fin. verklaarde, dat dit ontwerp paste in de tegenwoordige suikerwetgeving, en al leen dient om eene wetgevende fout te herstellen, die in de laatste tijden de industrie belemmerde. Onjuist noemde de Min. de berekening van nadeelen der schatkist door aanneming van dit ont werp, want die berekening is gegrond op onjuiste beschouwing van onze ak cijns wetgeving, die vrijlaat suiker, in de stroop achterblijvende. De bewering, dat nu voortaan slechts hooge suikers zouden geraffineerd worden, acht de Min. volkomen ongegrond. Hij hand haafde de toezegging om in 1895 een voorstel tot definitieve regeling in te dienen, en hij zal het tijdstip voor in diening, zooveel mogelijk bespoedigen. Na replieken van eenige leden is het wetsontwerp aangenomen met 52 tegen 30 stemmen. Vervolgens zijn aangenomen: het ont werp tot wijziging van het krediet, dat beetwortelsuikerfabrieken voor akcijns genieten; het ontwerp tot goedkeuring van verkoop van grond aan de gemeenten Nijmegen en Apeldoorn; eenigesup- pletoire begrootingen; de overeen komst betreffende den verkoop van het gebouw der Hoogere Krijgschool en dat tot wijziging der Marinebegrooting voor de verbouwing van Marine-departement. Daarna werd het debat over Hoofdst. IV der Staatsbegrooting {Justitie) voort gezet. De heeren Rutgers van Rozen burg en Bouman bleven hunne beden kingen volhouden. De Min. van Just, hield vol, dat het Strafwetboek meeren- deels voldoende voorzag in straf tegen vrijheidsbelemmering. Het algemeen de bat werd gesloten. Bij art. 7 klaagden de heeren Goedkoop en de Kanter over vertraging in afdoening van zaken bij de Rechtbanken. De Min. beloofde na dere overweging. In de avondzitting zou het debat worden voortgezet. HAARLEM 18 December 1894. Met een kort woord willen wij de uitvoering inleiden, welke door de afdeeling »Haarlem" der maatschappij tot bevordering der Toonkunst in de laatste maanden is voorbereiden morgen avond (Woensdag) in onze concertzaal zal plaats hebben. In afwijking van de gewoonte, voor deze uitvoeringen min of meer bekende Duitsche oratoriums op het programma te brengen, heeft men zich thans be paald bij twee Fransche tooneelwerken n.l. Romeo en Juliette van Berlioz en Le Déluge van Saint Saëns. Het eerste werk is een dramatische symphonie voor soli, koor en orkest en toont alzoo, wat den vorm betreft, eenige overeenkomst met de 9e symphonie van Beethoven. De zeven deelen, waarin Berlioz zelf het toondicht splitst, zijn naar het oor deel der kunstrechters van verschillend gehalte. Tot de schoonste worden ge bracht de scène d' amour waarin het orkest zijn glanspunt bereikt en het beroemde scherzo, La reine Mab,ou la fée dos songes. Het werk eindigt met een brillant koor Serment de Reconcili ation met eene begeleiding, waarin eene grootsche ontwikkeling van orkes trale kracht wordt bereikt. De taak van het orkest is trouwens het geheele werk door even belangrijk in hare beteekenis als moeielijk in de uitvoering. Berlioz zag er evenmin als later Wagner tegen op, het vermogen der muziek aan te wenden tot zijn uiterste spankracht. Van Le Déluge laten wij om eenigen indruk te geven van den inhoud de deelen volgen, zooals die in de partitie zijn aangegeven. Prélude (orkest) 1ste deel: Corruption de 1' homme; Colère de dieuAlliance avec noé. 2de deel L' arche; Le déluge. 3e deel: La co- lombe; Sortie de 1' arche; Benediction de Dieu. Eene voorafgaande lezing van de tekst boekjes, welke reeds verkrijgbaar zijn, kan tot goed begrip der beide werken niet overbodig geacht worden. De door den Commissaris van politie te Haarlem gesignaleerde Hendrik Seders en Adrianus Kok zijn aangehouden. Eerst genoemde te Amsterdam en laatstgen. te 's Gravenhage. Seders had den door hem verduisterden wagen met ladders verkocht en Kok het gouden dameshor loge beleend. Zij zijn naar het huis van bewaring overgebracht. Door de Haarlemsche rechercheurs Verkerk en van Halst is aangehouden |i Albertus Willemse, oud 17 jaren, die zich had schuldig gemaakt aan straat- en kerkroof. Op de Botermarkt had hij eene portemonnaie met ruim f 5.ge rold uit de japonzak eener vrouw, die hare inkoopen deed, terwijl hij in de i R. K. Kerk aan de Nieuwe Groenmarkt door het stuksnijden van een mantelzak eener aldaar vertoevende juffrouw eene beurs met geld had ontvreemd, waartoe hij geknield achter deze plaats had ge nomen. Deze veelbelovende knaap heeft reeds eenige vonnissen wegens diefstal ondergaan. Gisteren, Maandag, namiddag is de 33 jarige metselaar Gerrit Lasschuit, wonende Hondensteeg 15, van een stei ger van een in aanbouw zijnden schoor steen eener woning aan den Schoterweg gevallen, waarbij hij inwendig belang rijke kneuzingen heeft bekomen. Hg. is per rijtuig naar zijne woning over gebracht. Aan het bureau van vraag en aanbod van den arbeid te Haarlem bestaat ge legenheid tot inschrijving van werke loozen voor vakmannen op Woensdag avonden en losse werklieden op Zater dagavonden telkens van 8ya tot 9yy uur op de Doelen ingang Luitensteeg. Door de Commissie worden de volgende werkeloozen aanbevolen. Timmerlieden, metselaars, schilders, houtzager en schaver, molenbaas, touw slager, winkelbediende, schippersknecht, voorslaander, bloemist, opperlieden, grondwerkers, pakhuisknechts, wijnkoo- persknecht en een voor schrijfwerk en loopwerk te zame 45personen welke gedurende de laatste maand zijn inge schreven. H.H. Werkgevers kunnen hunne aan vragen inzenden bij de Commissie. Namens de Commissie J. HUIZING, waarn. Sec. Ingezonden stukken zijn buiten verantwoordelijkheid der redactie. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Vrijdag avond, na afloop van de zoo bij uitstek geslaagde uitvoering van de Kunstclub, heb ik mij verschrikkelijk boos gemaakt. Over de oorzaak naden kende, verkeerde mijne boosheid in ver ontwaardiging en achtte ik het onver antwoordelijk de kwestie niet onder de oogen te zien, zij het, dat misschien bij zondere belangen zich tegen de bespre king in een blad zullen verzetten. Ik begin met te verklaren, dat de talrijke bezoekers van de Vrijdag avond voorstelling in den Schouwburg in levens gevaar verkeerd hebben en wel min stens van het oogenblik af, dat men zich gereed maakte om den Schouwburg te verlaten. De zaal was meer dan gevuldals ik mij niet bedrieg, was de beperkte ruimte voor de eerste rij stalles, nog ingenomen door een rij stoelen, alle plaatsen, stalles, parterre, balcon, loge, zelfs de gaanderij dicht bezet. Met het heengaan bleek echter, dat het gemakkelijker gaat eene schouwburg te vullen, dan te ontruimen. De inrich ting was zóó, dat het publiek, met uitzondering van de balconplaatsen, te samen moest vloeien in het enge corri dor, dat toegang verleende tot het par terre, waardoor eene zich samendrin gende massa dit punt uiterst gevaarlijk doet zijn, voor het geval eene spoedige ontruiming der zaal noodig is. Vraagt men, waarom de loge niet den weg nam door de koffiekamer en van daar langs de hulptrappen naar buiten, dan antwoord ik, dat de buitendeuren der koffiekamer gesloten warenbeweert men, dat de galerij de zaal had kunnen verlaten door uitgang Parklaan, dan dient opgemerkt, dat ook die toegang was gesloten, dus dat voor allen slechts de uitgang Jansweg, beneden, open bleef. Stel nu eens, dat er bij zoo'n toe stand op de eene of andere wijze eene paniek ware ontstaanhet is te vreeselijk er aan te denken. Omdat het publiek behoort verzekerd te zijn, dat voor zijne veiligheid gewaakt, wordt, zijn speciaal bedienden noodig bij elk der uitgangen en die uitgangen behooren gedurende en na de voorstellingen vrij te zijn van elk beletsel dat het openen zou kunnen belemmeren. Het publiek heeft het recht dit te eischende politie de taak er op toe te zien. Nog iets andersmen kent de aller ongelukkigste inrichting in den schouw- burg, welke dienst doet als bergplaats der overkleeding. In gewone gevallen is één persoon genoeg om deze inrichting te bedienen. Vrijdag was de hiertoe bestemde gang, zij leidt van de ves tibule naar het tooneel en geeft uitgang voor de stalles geheel bezet met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1894 | | pagina 2