144 JjL Xv -Ll üj JU O O XX met AMSTERDAM.
Eerste Blad.
No. 4.
Uitqave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86.
Zeventiende Jaargang.'
abonnementsprijs: yan WOENSDAG 16 Januari 1895. verschijnt-
b.
N ieuwsberichten.
TELEPHOONNÜMMER XX A A |J T Ij1 HX Cf XX TELEPHON1SCHE VERBINDING!
rnivrnmiM
Per drie maandenf— ,25. \ERSCH1JNI.
franco p. post ,40- Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel Dinsdag- en Vrijdagavond.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stnb. meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën wordm aangenomen tot dinsdag en vrijdag des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verschenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen by
De erven Loosjes, te Haarlem.
SLOK (Prof. Dr. P. J.) Oorkondeiiboek
van Groningen en Drenthe, leafl. ing. 4.90
Kinderwijsjes. Eeu honderdtal liedjes voor
de laagste klassen en voor bewaarscho
len ing. "—.60
■MACLAINE PONT, (M. W.) De eer ge
wrokening. 2.75
SURINGAR (W. H. D.) Dit sijn Seneka
leren, liever te noemen tweespraec tus-
schen enen Vader, ende sinen Sone over
alrehande swaergheval. Een Middelne-
derl. zedekundig leerdicht. Na Blom-
maert volgens het Brusselsch handschrift
opnieuw uitgegeven en toegelicht, gecart175
School en studie. Maandschr. voor Op
voeding en onderwijs. 17e jaargang.
No. 1 p. j4.
Geneeskundige Bladen 2e Reeks. No. 1.
(Pel, Myxoedema). ing. .50
KNEIPP (Seb.) Mijne Waterkuur. Naar
het Duitsch. Ie all. pro. cplt1.60
BRITZEL (L. F Uitslag der Harddra
verijen, gehouden op de korte baan in
1894. Alphabetisch gerangschikt
ESCABACHE (P Handl. tot het bespe
len van het Harmonium of Ameri-
kaansch orgeliug. 2.25
Perles Musicale9 8e Serie. Afl. ï/s Pro-
cplt5.20
Buitenlandsche nieuw verschenen werken.
Byzantinische Zeitschrift. Bd lV. ïe Hft.
pro. cplt- 13.
KIRCHHOFF (A,) Schulgeographie. ing 1.30
STEINBACHER (Dr. J.) Die mannliche
Impotenzing. 2.50
Bovenstaande werken zyn voorhanden
toy de boekhandelaars de erven Loosjes
Haarlemsch Gemengd Koor.
De Zangvereeniging Haarlemsch Ge
mengd Koorwelke zich sedert eenige
jaren gesteld heeft onder bescher
ming van Jhr. Ernest H. van Loon
■en voor het muzikale gedeelte geleid
wordt door den heer Chr. P. W. Kriens,
gaf gisteren avond in de sociëteit Ver-
eeniging eene goed geslaagde uitvoe
ring voor hare kunstlievende leden en
genoodigden.
Met medewerking van de dames Joh.
Stuifsand en Marie Liining uit Rotter
dam, de heeren T. B. M. Stachelhausen
en F. H. van Duinen uit de hoofdstad
en het orkest van het Stedelijk Muziek
korps, werden daarbij twee werken van
den Noordschen toonkunstenaar Niels
"W. Gade ten gehoore gebracht, te weten
Die Kreuzf ahrer en Erlkönings Tochter.
Het oordeel over deze uitvoering, kan,
in de eerste plaats wat de verrichtingen
van het Koor betreft, hoogst gunstig
zijn. In meer dan een ensemble-gedeelte
schonk het de overtuiging, dat aan de
uitvoering eene degelijke voorbereiding
is voorafgegaan.
Het dameskoor muntte uit door
schoonen klank en flinke kracht, de
hij zonder goede stemmen, die onder haar
zijn aan te wijzen, lieten zich onver
moeid gelden. Het mannenkoor is [te
zwak en bleek meermalen niet opge
wassen tegen de taak, welke moest
worden volbracht. Toch en hierin
ligt voor de heeren van het Koor eene
welverdiende lofspraak toch werd ook
door hen beschaafd en muzikaal gezon
gen, zoodat het gemis aan kwantiteit
meermalen vergoed werd door de zeer
te roemen kwaliteit.
De solisten zongen, wat de dames
betreft, uitstekend. Vooral mejuffrouw
Lüning handhaafde den snel verkregen
naam als uitnemende kunstenares op
schitterende wijze. Wel mag het een
heerlijk genot heeten, deze jeugdige
zangeres, bevoorrecht met een mooie
stem en ingewijd in de geheimen eener
kunstrijke, meesleepende voordracht, in
hare verrichtingen te mogen volgen.
Ongetwijfeld was zij bij dezen concert
avond de heldin, die alles wat nevens
haar stond verre in de schaduw stelde.
Mejuffrouw Stuifsand kweet zich naar
behooren van hare niet omvangrijke,
doch vrij zware partij, Erlkönings
Tochter. Hare stem heeft krachten
en klink sympathiek. Een uitgebreider
rol zou, meenen wij, veilig aan haar
kunnen worden toevertrouwd. De heeren
Stachelhausen en van Duinen moesten
voor hunne zwakkere kunstzusters de
vlag strijken. Noch in kracht, noch in
voordracht konden zij rechtdoen aan
de eischen hunner partijen. Trouwens
voor de heldenfiguren Rinaldo en Olof
moet een solisten-keuze gedaan worden
buiten den kring van dilettanten.
Deze opmerking sluit de vermelding
van vele goede momenten, welke in
beider partij vielen op te merken, niet
buiten. Zoo zong o. a. de heer van
Duinen in die Kreuzf ahrer de meerge-
dragen nommers zeer verdienstelijk en
wist ook de heer Stachelhausen nu en
dan een rechtmatig applaus te verwer
ven. In het geheel bleven zij echter
onder het peil, dat men bij de vertolking,
wil zjj aanspraak maken op groote mu
zikale beteekenis, stellen mag.
De instrumentale begeleiding was voor
deze uitvoering goed verzorgd en vol
maakte, dank zij de ervaren leiding van
den heer Kriens, het succès, waarop
de uitvoering in haar geheel te recht
mocht bogen. Met tevredenheid zullen
de leden van Haarlemsch Gemengd Koor
steeds op deze uitvoering mogen terug
zien.
Met bijzondere ingenomenheid ver
namen wij in de pauze uit de toespraak
van den Voorzitter der Zangvereeniging,
gericht tot den heer Kriens, onder aan
bieding van eenen fraaien lauwerkrans,
dat deze teruggekomen is op het ge
nomen besluit om, als Directeur te be
danken. Werkelijk, de heer Kriens heeft
de Zangvereeniging op een hoogte ge
bracht, die het ons zou doen betreuren,
indien er eene scheiding moest ontstaan.
De aanhankelijkheid der leden en de
waardeering van het muzikaal ontwik
keld publiek, zij nog jaren het schoonste
loon voor zijn moeizaam streven.
Weten en Werken.
In de bijeenkomst van Maandagavond
hield de heer J. B. A. Saeijs eene zeer
interessante voordracht over den gods
dienst der Javanen.
In den regel houdt men den Javaan
voor door en door Mohamedaansch, doch
niets minder is waar. Hij heeft
drie godsdiensten een natuurgodsdienst
of het Aninisme, het Hindoeïsme en het
Islamisme.
Het Aninisme leert twee dogma's of
leerstellingenalles in de wereld beziteen
zieldie zielen bezitten de macht af
zonderlijk, zelfstandig voort te leven.
Volgens dit geloof bezit de mensch ver
scheiden zielen, de Niasser gelooft aan
drie zielen, waarvan een meestal ster
felijk is, de beide anderen blijven, maar
de Javaan gelooft aan twee zielen. Is
iemand ziek, dan verdwijnt een ziel,
is zij teruggevonden, dan is de zieke
genezen. Doch het opsporen ervan gaat
gepaard met ceremonies welke Spreker
mededeelde, soms, vooral bij genezing
behooren hierbij offerfeesten.
De Soendanezen gelooven aan weer
wolven, booze geesten, huizende ineen
dier, terwijl ook het denkbeeld van
heksen, menschen bezield met een boo-
zen geest, niet uitgesloten is. Enkele
geesten worden hoog vereerddie van
de rijst en den kruidnagelboom
staan in zeer hoog aanzien. Aan deze
opvatting verbinden zich de plechtig
heden bij den rijstbouw en de zorg voor
den nagelbouw. Dat de Javaan aan
zielsverhuizing gelooft, is van een en
ander een noodzakelijk gevolg.
De plaats waar de zielen heengaan
hangt meestal van de geografische kennis
der inboorlingen af. Stelt de een die op ze
ker afgelegen eiland, of wel in de lucht,er
zijn er ook die de verblijfplaats der zielen
op den bodem der zee zoeken. De ziel
bereikt echter die plaats niet dan na
de begrafenistot zoolang doolt zij
rond. Vandaar dan ook dat de begrafe
nis eene dure plicht is voor de nablii-
venden. Soms ook gaat de ziel van het
dier over in den mensch en omgekeerd.
De geesten worden bezworen door
tooverformulieren. Wie het meeste geluk
heeft, bezit het beste formulier, dat
natuurlijk ieder tracht te weten te
komen. Met het overgaan van men-
schenzielen in dieren staat de dieren-
verveering in nauw verband.
In het doodenrijk heeft de ziel dezelfde
behoeften als in het leven de mensch
heeft; hieruit verklaart zich in het
Aninisme het dooden van slaven of van
vrouwen bij de lijkplechtigheden.
Het gevolg van de overtuiging, dat
ook onbezielde voorwerpen een geest
kunnen bevatten, geeft aanleiding tot
het fetisisme, waardoor de vreemdsoor-
tigste voorwerpen een bron van vereering
kunnen zijn. De Dajaks bezigen ook
amuletten.
De ceremoniën der Javanen bij den
rijstbouw werden uitvoerig besproken,
terwijl zij nog aan goede en kwade
dagen denken om welke te bepalen zij
naar vaste regelen te werk gaan.
De tweede godsdienst van den Javaan
is het Hindoeïsme, eene samenstelling
van Brahamisme en Boedhaismein
geheel verbasterden toestand kwamen
zij naar den Archipel. Deze godsdienst
had veel invloed op de letterkunde en
de bouwkunde der Javanen. Omtrent
de bouwkunde der oude Javanen toonde
Spreker een paar fraaie potografiën,
welke zeker een hoog denkbeeld van
hunne religieuze bouwkunde geven en
die niet in geringe mate de verbazing
van den tegenwoordigen Javaan wekken
de invoering van den Islam is op den
kunstsmaak der Javanen van noodlot-
tigen invloed geweest. In verband met
het bovenstaande werd de wajang-voor
stelling, een soort marionetten-spel,
besproken en een paar wajang-poppen
vertoond, waarbij natuurlijk ook het
gamelang-orchest ter sprake kwam.
Toen behandelde Spreker het Islamis
me of de leer van Mohamed, waarvan
de Javaan als ijverig aanhanger wil
beschouwd zijn. Wat hiervan de waar
heid is, in verband met zijne overige
godsdienstige denkbeelden, begrijpt men.
De Mohamedaansche priesterstand
heeft zijne klassenMoskee priesters, die
dienst doen in de moskee of het bedehuis,
een gebouw dat slechts een kansel bevat,
terwijl bij het gebouw de vijver of kom
is waar de geloovige zijn wasschingen
verricht.
Dorpspriesters, die dienst doen in
kapellen, zich bezig houden met het
volksonderwijs en in den waren zin
de werktuigen der hoogere geestelijken
zijn. Hunne kennis bestaat in de van
buiten geleerde Koran, doch bezitten
overigens weinig beschaving. De derde
priesterklasse is die der oelemahs.
Het volksonderwijs door de lagere
priesters gegeven bestaat in het aan-
leeren van gedeelten uit den koran.
Het hooger onderwijs, waardoor de
opleiding tot priester plaats heeft, wordt
kosteloos verstrekt, doch de studenten
zorgen zeiven voor hun onderhoud,
meestal door bedelen.
De Mohamedaan gebruikt geen geest
rijke dranken, alleen van reine dieren
wordt het vleesch genuttigd, terwijl ver
der wasschingen en gebeden hem zijn
voorgeschreven.
De Islam kent drie hoofdfeesten; de
geboorte van Mohamed, de vasten in de
maand Ramadan en de bedevaarten
naar Mekka. Tot de laatste is elke Mo
hamedaan verplicht, doch voor deze kan
hij ook een plaatsvervanger stellen, men
noemt deze laatste hadjihs.
Zij genieten vele voorrechten, leven
op kosten der bevolking en worden door
hun fanatieken ijver voor den godsdienst
als gevaarlijk voor de regeering be
schouwd.
De reizen naar Mekka werden vroe
ger door onze regeering niet in de hand
gewerkt. Het denkbeeld van godsdienst
vrijheid bracht echter mede het ophef
fen van het vrij hooge recht voor den
pas, noodig voor den naar Mekka ver-
trekkenden Javaan.
De Javaan, niet geschikt voor den
Islam te leven, is echter, wanneer hij
hiertoe door den hadjih is aangevuurd,
in staat er voor te sterven. Onze regee
ring heelt dit meermalen tot haar nadeel
ondervonden, te meer daar de leer ver
kondigd wordt van de komst van den
mahdi, den priesterkoning, die het Mo
hamedaansche rijk in al zijn luister
zal herstellen, welke leer den Javaan
in eiken ten ondergebrachten mahdi
een voorlooper doet zien van den echten
mahdi, die volgens de priesterleer toch
komen zal en wat volgens veler mee
ning der regeering aanleiding dienst
te geven tot verstandige bestrijding
van het Islamisme.
De zeer belangrijke studie van den
Heer Saeys werd met gespannen aan
dacht gevolgd. Dat spreker zijne voor
dracht door ettelijke voorwerpen, hiertoe
door het bestuur van ons Koloniaal
Museum op het Paviljoen welwillend
afgestaan, kon ophelderen, droeg in niet
geringe mate bij tot veraangenaming
van het besprokene.
Eerste Kamer. In de Vrijdag gehouden
zitting werd mededeeling gedaan, dat
de Afdeelingen benoemd hebben tot
rapporteurs over de algemeene beschou
wingen der Staatsbegrooting en de
hoofdstukkon II, III, V, VIIB, X en XI,
de heeren Rahusen, Melvill van Lijnden
Pijnakker Hordijk, Prins en Nebbens