HAARLIISOH Onder den Rooden Mantel. Wereldkroniek, Eerste Blad. A o. 43 No. 7. Zeventiende Jaargang. 144. met AMSTERDAM. van ZATERDAG 26 Januari 18£'5. Ned. Vereen, iet bevordering van Zondagsrust. Doet Uwe inkoopen liefst niet •p Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? BERICHT. Haarlemsch Advertentieblad STANLEY WEYMAN, Qaarlemscli Advertentieblad Nieuwsberichten. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. TELEPHOONNUMMER TELEPHON1SCHE VERBINDING ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf—,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 8 centen per stuk. Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsrnimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. VAN DE is direct na uitgave voorhanden inden Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES. Prijs 10 Cents. De ondergeteekenden hebben het ge noegen hierbij den abonné's van: mede-tedeelen, dat over twee weken in het Vrijdagsnummer van hun blad een begin zal gemaakt worden met den boeienden, veel besproken roman van: GETITELD Deze roman verscheen verleden jaar in Engeland en werd allergunstigst in verschillende bladen beoordeeld. De Westminster Gazette zegt „Een boek, dat wij woord voor woord doorgelezen hebben, met het grootste genoegen, en dat wij weggelegd hebben zonder den inhoud te kunnen vergeten. Waarlijk, het is een uitstekend, fijn opgezet verhaal, geschreven met dien zorg en dien stijl, die wij van dezen schrijver tegenwoordig zoozeer bewon deren." De Daily Telegraph zegt: „Een bijzonder aantrekkelijk verhaal, uitstekend geschreven, terwijl het van het begin tot het eir.de boeit. Door en door een roman." De Daily Chronicle zegt: „Ieder, die boeken leest, moet dit boeiend verhaal lezen. Van de eerste tot de laatste pagina wordt de lezer medegesleept." Zjj, die zich alsnog op wenschen te abonneeren, worden ver zocht dit ten spoedigste te doen. Haarlem, 25 Jan. 1895. DE ERVEN LOOSJES. Voordrachten in Teyler's Stichting. De vierde voordracht in Teylers ge hoorzaal had Woensdag plaats door Prof. J. G. R. Acquoy van Leiden. Tot onderwerp was gekozen: De stichtelijke lectuur onzer vaderen in de vijftiende eeuw. De tijd waarin Spreker ons ver plaatste hing nauw samen met dien der moderne devotie, en dan die woor den in de beteekenis van innigheid, vroomheid, van dien tijd. Geert Groote, de Deventer priester, had tot zijn vier en dertigste levens jaar de wereld gediend, toen kwam hij tot inkeer. Van hem ging de moderne devotie uit, in zijn verder leven en wer ken bevorderde hij zedelijkheid en vroom heid, den volksgeest wist hij week te maken, daarna plaatste hij er het stem pel der vroomheid in en die geest plant te zich voort over alle standen der maat schappij. Om nader bij het doel te komen waren boeken noodig en hiertoe geschik te werken werden door Groote in de landstaal overgebracht, welk werk ook door zijn tijdgenoot Schutke werd ter hand genomen, en deze vertalingen waren mede van invloed op onze taal. De innigste gedachten van het zieleleven, drukten zich uit in de moedertaal, de taal der scholastieken was het Latijn, onbegrepen door het volk. Na deze inleiding kwam Spreker tot de vrome literatuur van die dagen. De Bijbel .werd gelezenvolgens eene, minder vertrouwbare verklaring, zou reeds de Bijbel omstreeks 1300 in de landstaal zijn overgebracht, althans er bestaat een handschrift van, dat zeer stellig van het jaar 1400 dagteekent. Spreker toonde zulk een handschrift, het bevat acht boeken des O. T. en is vol gens inscriptie door een leek vervaar digd voor een vriend. De veitaler ver ontschuldigt zich, genoemde bijbelboeken in de volkstaal, het Dietsch, te hebben overgezet aangezien de geestelijken van zijn tijd zich met dusdanig werk niet ingenomen betoonden. In 1477 werd te Delft de eerste Bijbel in de volkstaal gedrukt en een bewijs, dat de eerstge noemde van waarde was, mag wel ge noemd worden, dat die overzetting in de Delftsche Bijbel gevolgd is. De Psalmen komen steeds afzonder lijk voor evenals de zeven Boetpsalmen afzonderlijk zijn verschenen. Ook van deze twee soorten stichtelijke lectuurtoor.de Spreker fraai uitgevoerde en goed ge conserveerde manuscripten. Dan gebruikte het volk Getijde- en Gebedenboeken. Hier werd in herin nering gebracht, dat de vijftiende eeuw- sche vromen hun tijden van aandacht, van gedachten aan God kenden. Ook aan het brengen onder het bereik van deze boeken besteedde Groote zijne krachten en welk een echt vromen geest en diep gevoel deze gebeden adem den, hiervan gaf Spreker een bewijs door het voorlezen van eenige zeer schoone fragmenten. Behalve de genoemde boeken kon het volk ook in de landstaal lezen: Het leven van Jezus, waarvan er verschillende bestonden, terwijl bovendien passie boekjes, de lijdensgeschiedenis in be- knoopten vorm bevattende, den volke tot lectuur dienden. Tevens werden gelezen de geschiede nissen der Heiligen. De verschillende Hei ligen-legenden waren hiertoe door een Italiaansch bisschip uit den volksmond opgeteekend, en Spreker had de vrien delijkheid zijn gehoor met een dier schoone legenden, die van den H. Chris- toffel, Christus-drager, in kennis te stéllen. De Heilige was martelaar in de dagen van Decius; zjjn aandenken wordt vereerd den 25 Juni. De H. Christoffel wilde slechts dienen, die mach tiger was dan hij zelf en hij diende hier toe den koning. De koning bleek echter bang te zijn voor den duivel, en Christoffel, die den machtigste wilde dienen, ging daarom over in des duivels dienst. Maar de duivel bleek niet opge wassen tegen Christus, om welke reden Christoffel Christus, dien hij niet kende, wilde dienen. Een kluizenaar deelde hem mede, dat hij hiertoe veël zou moeten vasten en bidden, doch dat ook werken van barmhartigheid hem tot Christus konden voeren. De Heilige koos het laatste. Nu was er een breede stroom, slechts doorwaarbaar voor iemand van den forschen lichaambouw des Heiligen hier zette hij zich neder om de zwakken te helpen. In een stormachtigen nacht verscheen een kind aan de kleine woning van Christoffel, het wenschte over den stroom gebracht te worden. Eerst wei gerachtig, voldeed hij aan het dringende verzoek. Toen de tocht volbracht was, bleek hij Christus gedragen te hebben. De diepere zin der legende is, dat vasten noch bidden in de eerste plaats den volger van Christus voegen, wel het bewijzen van barmhartigheid. De een voudige waarop Spreker deze legende mededeelde, kenschetse hem als een aangenaam verteller. Met het behandelen der Maria-legenden vertelde Spreker de Beatrix-legende, terwijl ook de „Spiegels" ter sprake kwamen. Het voorgeslacht stichtte zich ten laatste met preeken of sermoenen en kreeg men een inzicht in het werk van Brug man, den man nog steeds in den volks mond voortlevende, den prediker wiens naam thans nog genoemd wordt in de uitdrukking: Kallen als Brugman. Van een dier sermoenen, tot onder werp hebbende De drie tafelen, gaf Spreker een overzicht. Brugman besprak erin de tafel der Heilige Schrift, de tafel des Altaars en die des Eeuwigen Levens en bijzon der werd gewezen op den vorm welke Brugman bezigde om de heerlijkheid des hemels onder de bevatting van zijne hoorders te brengen. In elk der za len in het grootsche kasteel, dat Brug man als de hemel voorstelt, antwoordden de bewoners op de vraag waarom zij daar zijn, met een der acht zaligspre kingen. De negentiende eeuwsche letterkunde schat die stichtelijke lectuur niet hoog. Zij ruimt haar een zeer bescheiden plaatsje in, wat spreker zeer bejam mert. Bij haar toch berust de aanvang van godsdienstig ontwaken, van naden ken over hoogere dingen. Spreker meende nog te moeten doen opmerken dat hij mede door het ge noemde heeft willen bewijzen, dat even min als door Luther de Bijbel het eerst bij het volk is gebracht, de hervorming door en met hem is uit de lucht ko men vallen, dat van de hervorming reeds honderd en vijftig jaar voor Luther de sporen merkbaar zijn, doch dat alle draden der menschelijke ontwikkeling in de Hervorming zijn samengeloopen. Aan het slot dankte Spreker voor de onverdeelde aandacht zijne voordracht te beurt gevallen. Een hartelijk applaus was wel het bewijs, dat spreker gaarne gevolgd was op zijn tocht door den grijzen voortijd, van welken men zich meestal een ver keerd denkbeeld vormt en niet het minste waar het betreft het beoordeelen der toestanden in verband met het geestesleven der oude landzaten. Tweede Kamer. Dinsdag is de Kamer weder bijeengekomen, en den volgenden dag zullen de ontwerpen ter voorziening in de regeling en het bestuur van de huishouding der Gemeenten Opsterland en Weststellingwerf in behandeling werden genomen. De ingekomen en reeds bekende ontwerpen zijn naar de afdeelingen verzonden, die tot Voorzit ters kozen de heeren: de Beaufort (Am sterdam), van Kerdijk, Mees, van Kar- nebeek en Veegens. De heer Dr. Kuiper woonde de zitting bij. Het Japansche leger trekt steeds voor uit, ondanks het gure weêr, waartegen de Japanner zich echter zoo goed mo gelijk, maar niet altijd met goed gevolg, verzet. De Chineezen trekken terug naar den grooten muur, doch dit palladium der Chineesche overheersching zal voor den Japanner geen beletsel zijn als de vij andelijke generaals niet beter hun plich ten nakomen. Pas toch is een Chineesch generaal voor een krijgsraad gebracht wegens lafhartigheid voor den vijand en afpersing van landgenooten. Jammer, dat straffen niet moediger maken, anders zou de Zoon des hemels hiermee wel kunnen beginnen. Ook de gewone sol daat moet een waren hazenaard bezit ten. Het is dus niet te verwonderen, dat de Japanner in het vreemde land vooruitrukt. De vredesonderhandelingen zullen bin nen weinige dagen aanvangen, als. Japan niet weer den onderhandelaar afwijst en China niet weer verandert van plan omtrent de wijze van over tocht van den vredesgezant, welke thans plaats zal hebben met een Duitsche boot. Te Peking is ter dood gebracht de Chineesche generaal Wei. Hij was zeer nauw betrokken in de overgave van Port-Arthur aan de Japanners. Het begint voor de de lafhartigen te spannen in hetHemelsche rijk. Ofmen'termee winnen zal, wordt betwijfeld. Er wordt gezegd, dat als China zijne staatslieden wil classificeeren, er dan twee soorten zijn, lafhartigen en oplichters. Van eene derde klasse zou geen sprake zijn. Uit Londen is een bericht ontvangen waarin wordt gemeld, dat de Chineesche troepen in Mandschoerije weer eene nederlaag hebben geleden. Naar men weet, bevindt zich nog steeds een Chineesch legercorps bij Haitcheng, ten einde deze gewichtige plaats te verdedigen. De Japanners, die na hun laatste overwinning Haitcheng al meer en meer begonnen te naderen, werden geheel onverwacht door de Chi neezen aangevallen. Er werd hevig gevochten, maar ten slotte werden de Chineezen met groote

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1895 | | pagina 1