EAARLEHSCH Eerste Blad. No. 8 Zeventiende Jaargang- 144. van WOENSDAG 30 Januari 1815. Nieuwsberichten, Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 8ft. TELEPHOONNUMMER TELEPHON1SCHE VERBINDING met AMSTEBDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf—,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk, Prijs per Advertentie van 1—5 regels 10.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs verschenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrijgen by De ebven Loosjes, te Haarlem. ALCOTT (LOUISE M.) Onder Moeder vleugels. 7e driög. j.50, geb. .75 AKKER1IUYS (ANT. L.) Strijd. Oor spronkelijke romaning. 2.25 DEVENTER (M. L. VAN) Geschiedenis der Nederlanders op Java. Goedkoope uitg. ie aO. pro 1/14.— HENRICI, Het eerste buitje Liever niet. (Beyer's Tooneelbibl. ie Serie No. 4)ing. .80 Mannen van Beteekenis in onze dagen. Levensschetsen en portretten bijeenge bracht door Dr. E. D. Pijzel. Dl. XXV. ing. 4.50 AUBERT (ELISE) Uit de Hoofdstad. Uit het Noorsch door A. M. Gerth van Wijk. ing. «1.25 BLACK (W.) Crowhurat. Naar het En- geisch door I. van Warnsing. 2.75 CAESAR (JULIUS) Gedenkschriften v. d. Gallischen Oorlog. Uit het Latijn door Dr. J. J. Doesburg. Bk. 48 (Klassieke schrijvers No. 20 21). HAAN (J. DE) Dr. M. STRAUB, Voordrachten over Bacteriologie voor praktizeerende medici en veeartsen. Met 15 houtsneden en 6 gesteendrukte pla tening. 5.90 KLEIN (ALEX.) Het Heilserum tegen Dlphtherie, zijn bereiding en toepassing. ing. .90 ARCHIMEDES. Tijdschrift voor Lagere Wiskunde. 4e jaarg. ie afl. p. j1.50 BRUIN Jr. (D. DE) Het Lezende kind. Leesb. voor de L. school I..- 1.10 VISSERING (G.) Open brief aan Mr. M. J. Pynappel, Lid der comm. v. hijst, in zake de toepassÏDg der Verord. op de heffing der plsatsel. directe bel. n. h. inkomen. Buitenlandsche nieuw verschenen werken. GARCKE (Dr. A.) Illustrierte Flora von Dentschlandgeb. 3.25 LEBL's Rosenbuch. Anleitung znr erfoig- reichen Anzucht und Pflege der Rosen im freien Lande und unter Glas für Gartner nnd Rosenfreunde, mit J06 in den Text gedruckten Abbildungen3.25 MIETHE (Dr. A.) Lehrh. der prakti- schen Photographie. Mit vielen Abbil dungen. lift 1ing. .65 RENAN (ERNEST) Das Leben Jesn.ing. - 1. TOLSTOI SOHN (Graf. LEO) Die Ver- suchunging. .65 WElZSaCKER (Dr. P.) Polygnots Ge malde in der Lescbe der Knidier in Delphi Mit 2 Tafeln nnd 8 Abbildun gen im Texting. 1.20 THOMPSON (S. P) L'Electro-aimant et l'éiectro-mécanique geb. - 6.05 McXURDY (J. F.) ilistory, Prophecy and the monuments. Vol. 1. To the dorwfall of Samariageb. - 9.10 Bovenstaande werken zijn voorhanden by de boekhandelaars de eb ven Loosjes. Weten en Werken. De sedert een paar jaren overleden schrijver Maaldrink behoort niet tot de druk gelezen auteurs. Dat is jammer. De novellen van Maaldrink, meestal grepen uit het volksleven, tintelen van geest. Als de schrijver afdaalt .tot het onaanzienlijke, tol het miskende in de maatschappij, spreekt een diep gevoel uit zyn werk, en dit, gepaard aan zijne gaaf om zijne personen op te voeren, ze te laten doen als menschen, levert van dat schoone werk, dat indrukken achterlaat. De Heer P. H. Lamberts Jr. droeg in Weten en Werken een dier novellen voor welke getiteld is Gerrit Jan Roel. Zij behandelt eigenlijk drie personen, Gerrit Jan bijgenaamd kanienekopke, wegens den eigenaardigen vorm van zijn hoofd manke Diene, zuster des eerstgenoemden en Hazewinkel, een ge pensioneerd soldaat. Het was een drietal, waarvan de be woners van Sterreveld verklaarden, dat het eigenlijk tot niets deugde. Kaniene kopke was een idioot, een lastpost voor de diaconie, Diene, zqne zuster, geen idioot maar gebrekkig, evenzoo een scha depost. Hazewinkel was een „zoeplap." Toch behoorden de drie bijeen. Hazewinkel was soldaat geweest on der Napoleon. Hij had bij den verschrik- kelijken tocht over de Beresina zich door moedige zelfopoffering het eerekruis verworven, had vervolgens in Neder- landschen dienst den slag van Waterloo bijgewoond, was onder Chassé op de citadel geweest, en ten laatsten met een soldatenpensioen ontslagen. Om er van te leven was het te kleinin eene goedkoope streek zocht hij nog wat werk, had in de eentonige omgeving zijne vroolijkheid verloren, was aan den drank geraakt, en in de dagen, dat de drankduivel vaardig was over hem, strekte hij der jeugd ten spot. Wie altyd ook veel van 'tjongevolk te lijden had, was Gerrit Jan, doch hij vond een beschermer in Hazewinkel, wat tusschen hen vriendschap deed ont staan. Eens bewees Gerrit Jan, dat ook een idioot nog ergens goed voor kon zijn; het was toen hij eens Hazewinkel dion- ken in het roggeveld vond en hij, de gek, den oudsoldaat hielp en terug bracht naar zijne woning en tot het pad der deugd, het laatste omdat het geweten van den geridderden militair er door wakker geschud werd. Hazewinkels gesprekken met dendo- minè; eenig. Zijn gedrag in de kerk; niet geheel correct, maar den soldaat waardig. Hazewinkel, thans drankvrij, was geheel omgekeerd. Eéne gedachte hielS hem bezig: het eenige wezen dat hem in zijne jeugd had liefgehad, zijne zuster, ach, hoe verlangde hij te weten of zij leefde en hij wist zelfs niet waar zij woonde. Doch daar wist de dominé raad voor en op een goeden dag zien wij Hazewinkel naar Amsterdam trekken het had heel wat opofferingen gekost om zijne zuster op te zoeken. En hij vond haar terug als hij was, arm, maar rijk in liefde. En als hij terugkeert naar het stille Sterreveld is er brand. Eén kind is in 't huis achtergebleven en de moeder krijt en de omstanders wringen de handen, maar manke Diene vliegt door de vlammen om 't kind te redden en zij vindt het kind maar kan niet terug. Hazewinkel redt haar en 't kind en hij sterft aan de bekomen brand wonden. En dit noemde men de drie- eenheid die nergens goed voor was. Maar nu de voordracht. De heer Lam berts voert zijne personen op. In hun eigenaardig dialect laat hij ze spreken, hij geeft de toestanden aan, soms met eene enkele beweging typeert hij de kleine zielsaandoeningen van de per sonen, de grootere omschrijft hij op eene wijze, die zeer beslist den man van het vak verraden, en dit in goed Neder- landsch, of, waar dit te pas komt in het Geldersche dialect dat in 't graafschap Zutphen gesproken wordt. Het is door een en ander werkelijk een genot den heer Lamberts te hooren en zoo was het, dat Spreker met een meer dan gewoon applaus bedankt werd. Spreker besloot den avond met de voordracht van een paar gedichtjes, welke mede veel bijval vonden. Tweede Kamer. In de zitting van Woensdag waren de wetsontwerpen tot voorzieuing in de regeling en het be stuur van de huishouding der Gemeen ten Opsterland en Weststellingwerf aan de orde. De algemeene beraadsla ging werd over beide ontwerpen ge- lijktijkig gevoerd. De heer Goeman Bor- gesius trad in eene geschiedkundige beschouwing, om aan te toonen, dat art. 144 der Grondwet zóó is geredigeerd,om dat de geheele Kamer wilde, dat de eindbeslissing over het bestaan van grove verwaarloozing zou zijn bij de Wetge vende Macht; dat niet de Regeering moet beslissen over het bestaan van grove verwaarloozing, en dat bij be handeling van het artikel niet gedacht is aan gevallen als het onderhavige. Heeft, zoo vroeg Spreker, de Reg. art. 144 terecht toegepast op deze Gemeen ten? Het antwoord moet ontkennend zijn. Grove verwaarloozing is niet af te leiden alléén uit het feit, dat er geen bcgrooting bestaat, want dan zouden de Staten-Generaal zich aan grove ver waarloozing schuldig maken. De weige ring der Gemeenteraden om de begroo ting vast te stellen naar den wensch van Gedep. Staten berust op goede gronden: de armenzorg kan niet lager gesteld, de hoofdelijke omslag niet hoo- ger, en de huishoudelijke kosten zijn allerminst opgedreven. Spreker meende aanneming der ontwerpen te moeten ontraden, en andere middelen aan te moeten bevelen, als b. v. machtiging tot heffing van meer opcenten op on gebouwde eigendommen, vêrgunning om opcenten op gedistilleerd te heffen enz. Hij constateerde, dat de Kamer, recht doende in hoogste instantie, kan beslui ten, de ontwerpen te verwerpen, zonder dat de Min. er iets mede te maken heeft. Hij staat er buiten, welke be slissing ook valle. De heer Pijttersen verdedigde autonomie der gemeenten op het voetspoor van den heer van Houten, als Kamerlid. Van dezen Minister had Spreker allerminst dit uiterste middel verwacht tegenover de Friesche gemeen ten, wier draagkracht zeer is verminderd, terwijl de huishoudelijke uitgaven be trekkelijk weinig zqn toegenomen. Met levendige kleuren schetste Spreker den toestand in die streken tengevolge van gemis van werk. Gedep. Staten en de Reg. zijn, volgens hem, in gebreke ge bleven de schuld te bewijzen van de Gemeentebesturen. De hoofdschuldige is de Rijkswetgever, die de belangen der plattelands-gemeenten verwaarloos de en ze gelijkstelde met de groote steden, vooral in zake de onderwijs- subsidiën. Ook stelde Spreker de ernstige gevolgen van de ontwerpen in het licht voor de belastingschuldigen. Hij drong aan, dat de Min. het votum der Kamer voorkome, en op andere wijze in de dringende behoefte der gemeenten worde voorzien, b. v. door bij uitzonderings wetten toe te staan de opcenten op ongebouwde eigendommen te verhoogen. De heer Kuvper betreurde het, dat het votum niet was gevallen tijdens zijn afwezigheid. Hij wilde zelfs den schijn van oppozitie tegen de Reg. zooveel mogelijk vermijden. De slag moet bij de kieswet geleverd worden. Doch hij achtte zich verplicht tegen de ontwerpen te protesteeren, op grond van de anti revolutionaire traditie, die steeds de ge meentelijke autonomie heeft verdedigd. Naar alle regelen der uitlegkunde is, volgens Spreker, art. 144 der Grondwet niet toepasselijk op deze gevallen, en werden door deze ontwerpen de rech ten en vrijheden des volks zeer bedreigd. Van grove verwaarloozing is geen sprake, eer het tegendeel. Bovendien bevatten de ontwerpen tal van bepalingen, die afbreuk doen aan de rechten en vrjjheden. Zoowel in de hoofdstrekking als in uitwerking tracht de Reg. onrechtmatig zich eene bevoegheid aan te matigen, die de vrijheden en rechten der Gemeen ten aantast, en dat zonder noodzaak. Onthouding, meent Spreker, is het beste wat de Reg. doen kan, en met kracht enklem verdedigde hij het beginsel van soevereiniteit in eigen kring dat meebrengt, dat de Overheid niet den vinger uitsteken naar de rechten en vrijheden des volks. De heer de Beau fort Amsterdamwas voornemens vóór te stemmen, omdat z. i. het on houdbaar is in een welgeordenden staat, dat een gedeelte daarvan zich onttrekt aan het wettig gezag. Met nadruk wees hij er op, dat het niet aangaat de gemeenten te laten fixeeren het bedrag als sub sidie van het Rijk te genieten. Spreker acht de zelfstandigheid der gemeenten even hoog als Dr. Kuiper, maar z. i. maakt de toepassing van art. 144 veel minder inbreuk op die autonomie, daar ze gemaakt wordt door den wetgever, dan toepassing van art. 127 van de Gemeentewet, daar dan liet uitvoerend gezag beslist. Hij houdt staande, dat er zeker gesproken mag worden van verwaarloozing, al handelde het bestuur in gemoedelijke overtuiging, waar de geheele begrooting een jaar lang achter wege blijft. De heer Houwing vroeg het woord, maar verzocht uitstel tot den volgenden dag, wat met 36 tegen 33 niet werd toegestaan, waarna de heeren Houwing en Beelaerts van Blokland van het woord afzagen. De Voorzitter gaf nu het woord aan den Min. van Binnenl. Zaken, doch eerst kreeg de heer A. Mackay het woord, die zijn houding bij de grondwetsherkiezing ten opzichte van de bijvoeging aan art. 144 verdedigde. Hij kon niet aan Dr. Kuiper toegeven dat geen antirevolutionair vóór deze ontwerpen mocht stemmen. Hoe gaarne hij deze ontwerpen ter zijde zou stellen, hij mocht niet meewerken, om aan de gemeenten een vrijbrief te geven, om over de Rijksschatkist te beschikken. Donderdag was de heer Houwing het eerst aan 't woord. Hij betoogde, dat de gemeentebesturen onmogelijk den belastingdruk kunnen vermeerderen, daar de draagkracht reeds is overschre den, en dat de uitgaven voor armenzorg niet te weelderig zijn. Hij trad in uitvoe rige beschouwing over de armverzorging in deze streken, ten betooge, dat de be deeling en de nood hoog is. Hij kon- kludeerde dat dus de gemeente besturen de belangen der Gemeenten niet hebben verwaarloosd, De heer Beelaerts van Blokland toetste de handelingen der be sturen aan het bestaand recht, en kwam tot de slotsom, dat zij, na terecht ge tracht te hebben hunne meening ingang te doen vinden, moeten berusten in de beslissing van het hoogste ressort, de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1895 | | pagina 1