HAARLEMSCH
Eerste Blad.
BERICHT.
EDEL METAAL,
No. 24. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 86. Zeventiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 27 Maart 1895.
f 0.50 ingen. en 0.75 geb.
Haarlem, 4 Maart 1895.
Nieuwsberichten.
telefhoonnümmek
telethon1sche verbinding
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf—,25.
franco p. post ,40.
Afzonderlijke nomniers centen per stuk
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertmtiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
De ondergeteekenden berichten, dat
dp drie Novellen van vincent
loosjes, die als Feuilleton in dit
blad versehenen zijn, te zamen in
één bandje, onder den titel:
voor de abonnés verkrijgbaar zijn, a
DE ERVEN LOOSJES.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs versohenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen bij
De ebven Loosjes, te Haarlem.
KLINKENBERG (Dr. W. F. K.) Ge-
loof, hoop en liefdeing. 0.60.
TJLFERS (Da. S.) Van eeuwige dingen.
ing. 2.50., geb. 2.90.
SLUITER (Dr. C. Th.) De dierlijke
Parasieten van den Mensch en van
onze Huisdierengeb. 5.25.
Bnitenlandsche nieuw verschenen werken.
GAREÏS (Dr. C.) Die Weiterentwicke-
lung des Prinzips der Genzer Konven-
tion in den letzten 30 Jahren..ing. 0.40.
GRUNSK.Y (Dr. K Neues Leben!
Jahrg. I, Hft* 4ing. 0.35.
HOLTZMANN (Dr. A.) Das Mahabha-
rata im Osten und Westening. 9.
LüDERS (Dr. H) Die Vydsa-Ciksha
besoDders in ihrem Verhaltnis zum
Taittiriya- Pi&tic&khyaing. 3.65.
WITTE (WOLF) Französischer Dolmet-
scher. Leichtfaszliche Anleitung zur
schnellen und sicberen Erlernung der
französischen Spracheing-. 0.65.
L'Interprète. Guide de conversation al
lemandeing. 0.65.
PRESTWICH (J.) Collected Papers on
some controverted questions of Geo
logygeb. 6.50.
Bovenstaande werken zijn voorhanden
bjj de boekhandelaars de eb ven Loosjes
Tweede Kamer. Dinsdag werd het debat
over de motieDobbelman voortgezet.
De heer Heldt betoogde, dat heffing van
graanrechten naar ƒ2.50 per hektoliter,
vertegenwoordigt 70 miljoen verhooging,
wat neerkomt op f 14.77 per hoofd of
f 73.85 per gezin, per jaar. Graanrech
ten zullen het arbeidende volk verarmen
en niet aanleiding geven tot meer vraag
naar arbeidskracht. De prijsverhooging
zal ook op de zuivel bereiding terug
werken, en de zuivelprodukten zullen
de konkurrentie nog moeilijker kunnen
volhouden. De heer de Beaufort (Am
sterdam) wees op de algemeenheid en
de onbestemdheid der motie. Men weet
niet, m welke artikelen de voorsteller
het invoerrecht wil verhoogen, en men
kan niet voorzien, welke belangen zullen
worden geschaad. Spreker wees op het
verschijnsel, dat het streven naar pro-
tektionisme het grootst is in landen met
vertegenwoordiging, en dat het neêr-
komt op opoffering telkens van een tak
van volkswelvaart aan een ander. In
kleine landen is het protektie stelsel
veel schadelijker dan in groote, wegens
meegevallen konkurrentie. Zij kan lei
den naar een streven tot aansluiting
bij grooter beschermend gebied, een be
gin van verlies van zelfstandigheid. Spre
ker betoogde, dat graanrechten komen
ten beste van den grondeigenaar, terwijl
ze bovendien een zeer groot sociaal ge
vaar meebrengen, daar ze ten laste
komen van de arbeidende klasse. De
heer A. v. Dedem meent, dat het vrij
handelstelsel op zich zelf zeer goed is,
maar dat in de bestaande omstandig
heden, nu de omringende landen be
schermen wij niet kunnen achter
blijven. Lage graanprijzen zijn goed voor
de veehouderij, maar het algemeen
belang eischt, graanrechten. Daardoor
zal de broodprijs een weinig rijzen slechts
3 cent per kilo nog 8 cent minder dan
in 1880. Hij bestreed het betoog van
den heer de Boer, dat de pachten te hoog
zijn, en hij wees op het gevaar, dat de
geheele pachtersstand verdwijnt, als
de grondeigenaar zelf exploiteert. Indien
men bimetallisme herstelt op den zilveren
standaard dan is bescherming noodig.
De heer Cremer betoogde, dat de be
scherming voor de industrie in de motie
gewenscht, volstrekt onnoodig is, daar
die over 't algemeen wèl vaart. Hij wees
er verder op, dat in beschermde landen
de in- en uitvoer sterk achteruitgaan;
dat tal van Nederl. industrieën, o.a.
de scheepsbouw tot bloei zijn gekomen
door vrijheid. De industrie kan alleen
geholpen worden door kennis te ver
spreiden onder fabriekanten en werklie
den en door eene betere verhouding te
zoeken tusschen het goud en het zilver
laten de protektionnisten daartoe mede
werken. De heer Roessingh is tegen de
motie, omdat zij te algemeen is en niet
genoeg preciseert. Ook hij ontkende, dat
de motie de werkloosheid zal wegnemen.
De heer Zijp, is tegen de motie, omdat
zij niet zuiver is en ook de industrie
omvat. Spreker hoopte, dat de Reg. den
landbouw zal bevorderen door afschaf
fing der tollen, aanleg van lokaalsporen,
herziening der Spoorwegtarieven, betere
regeling van het pachtwezen, regeling
van het landbouwkrediet en afschaffing
van de vleeschakcijns. De heer de Lange
bestreed de graanrechten, omdat, toen
de grondwaarde hoog was, alleen de
grondbezitters hebben geprofiteerd, niet
de Staat, die thans wel wordt aange
sproken, nu er schade is.
Woensdag werd de beraadslaging over
de motie-Dobbelmann voortgezet. De
eerste spreker was de Min. van Buitenl.
Zaken. Hij zeide, dat de motie wil uit
maken een der gewichtigste politiek-
ekonomiesche kwestieën uit de laatste
tientallen van jaren. Terecht is deze
motie gekenschetst, als strekkende om
eene revolutie in onze handelspolitiek
te veroorzaken. De Reg. heeft geen voor
opgestelde opvatting; de zaak is geen
partij kwestie. Wel is het bevreemdend,
dat de voorsteller den handel geheel
buiten de beschouwing laat. De toestand
van landbouw en industrie kon beter
zijn, maar is niet onbevredigend; over
drijving schaadt. Het doel van de motie
is bescherming; dus begeerte, om den
hinnenlandsclien konsument te dwingen
duurder te koopen. Wegen de voordee-
len nu tegen de nadeelen op? Neen!
Betreedt men eenmaal den weg van
bescherming, dan kan men niet blijven
stilstaan. Een tweede bezwaar is dat,
het eene belang behartigende, het andere
wordt gekrenkt; een derde bezwaar is,
dat volstrekt onbewezen is, dat hooger
broodprijzen meer werk zullen verschaf
fen. Zeker is, dat het arbeidersgezin
5 pet. meer van zijn inkomen zou moe
ten offeren. Wat de voordeelen betreft,
ze zijn zeer dubieusslechts 1I-S van den
bebouwden grond zal gebaat worden,
maar meerendeels niet de pachters. Voor
industrie en handel ware bescherming
verderfelijkde uitkomsten in het bui
tenland bewijzen het. De landbouw zal
weinig gebaat, de arbeiders zullen be
nadeeld, en de schatkist zal niet gebaat
worden. De Min. verklaarde verder, hoe
de Reg. erkent, dat onze tarieven ver
betering behoeven; maar juist de tegen
woordige protektionistische wind maakt
het bezwarend, daaraan de hand te
slaan. De Reg. wil medewerken tot
vermeerdering van kennis, verbetering
van kommunikatie, opheffing van be
lemmeringen, verbetering van muntwe
zen. Twee andere middelen tot verbete
ring van den toestand staan buiten de
Reg., nl. niet aankoop van artikelen in
het buitenland, die hier gemaakt worden,
en bestrijding van de weelde. De Reg.
ontraadt ten sterkste de aanneming der
motie in het belang van onze geheele
maatschappij op dit oogenblik, en ver
trouwt, dat de Kamer de motie niet
zal aannemen. De heer Lucasse verde
digde de motie met het oog op den
kwijnenden toestand van den landbouw
en Je ellende onder de plattelandsbe
volking en ziet geen reden, waarom
wij juist alleen wijzer moeten zijn dan
alle omringende landen. De heer v. d.
Berch van Heemstede is vóór de motie,
omdat door beschermende maatregelen
thans nog veel grooter schade voor den
landbouw in de toekomst kan voorkomen
worden. De heer Heemskerk verdedigde
beschermende graanrechten, waarvan hij
de nadeelen zeer overdreven achttezoo
achtte hij verhooging der broodprij
zen volstrekt onbewezen. Hij bestreed
het betoog van den heer de Boer, die
niet aanwees den weg, om eigen ge
ërfden te doen ontstaan. Bescherming,
beweerde spreker, is gebazeerd op de
Overheidsstaat, om het goede te steunen.
De heer Tydens bestreed de heeren de
Boer en Heldt, achtte bescherming zeer
noodig, en meende, dat de zuivelberei-
ders ook wel spoedig bescherming zullen
behoeven, met het oog op den invoer
van Nieuw-Zeelandsche boter in Enge
land. Deze spreker ziet alleen heil in
bescherming. De heer van Karnebeek
bestreed het betoog van den heer Heems
kerk en de motie, daar hij kunstmatige
prijsverhooging afkeurt.
In de zitting van Donderdag werd
de motie-Dobbelmann nader dooi den
voorsteller verdedigd tegen de verschil
lende bestrijders. Hjj bleef volhouden,
dat de broodprijzen door graanrechten
niet duurder zouden worden, en dat
bescherming in andere landen gunstig
werkt. Akte nemende van de verklaring
van den Min., dat het tarief herziening
eischt, vertrouwt hij, dat die herziening
op ruime schaal zal plaats hebben, en
beval hij nogmaals ernstig de belangen
van den landbouw en die der industrie
aan de Reg. aan. De heer Zijlma ont
kende tegenover den heer de Boer, dat
in alle zuivelstreken de welvaart grooter
is dan in bouwstreken. De heer de Boer
hield zijne beschouwingen vol. De heer
Lieftinck verklaarde, dat hij en andere
Friesehe leden tegen de motie zouden
stemmen wegens haar onbepaaldheid, en
de onzekerheid, of zij ekonomiesch voor
deel zal verschaffen. Ook de heeren
Cremer en Heldt bleven hunne beschou
wingen volhouden. De heer Donner ver
klaarde zich vóór de motie, omdat, als
de Reg. het oogenblik voor bescherming
wèl gekomen acht, het dan te laat zou
kunnen zijn. Na repliek van den Min.
van Buitenl. Zaken, die verklaarde,
dat de Reg. niets anders had toege
zegd omtrent de herziening van het
tarief, dan de Min. van Fin. in zijn
antwoord in zake het ontwerp aangaande
de invoerrechten had te kennen gege
ven, werd de motie-Dobbelmann verworpen
met 52 tegen 33 stemmen.
Dóór stemden 22 Katholieken, 8 anti
revolutionairen en 3 liberalen (v. Kerk
wijk, Zijlma en Tydens.) Tegen stemden
49 liberalen, 1 Katholiek (Schaepman)
en 2 anti-revolutionairen (van Alphen
en Mackay). Afwezig waren 9 liberalen,
5 anti-revolutionairen en 1 Katholiek.
Met 66 tegen 10 stemmen werd beslo
ten, in strijd met den wensch van den
heer Gerritsen, na afloop der aanhangige
ontwerpen aan de orde te stellen het
wetsontwerp betreffende de verveningen
en uitvoering van art. 191 der Grond
wet. Daarna zal aan de orde zijn het
voorstel-Hartogh, de motiën-Tydeman en
Farncombe Sanders, de interpellatie de
Savornin Lobman en Staalman, en het
ontwerp tot teruggaaf van het waarborg
kapitaal voor eene spoorwegkoncessie
KedoengGedeCheribon. Het wets
ontwerp tot wijziging der militie-wet
(invoering herhalingsoefeningen hij de
zeemilitie) is aangenomen, na verwer
ping met 49 tegen 23 stemmen, van
een am. van den heer Heldt, om den
maatregel niet toe te passen op de zee
miliciens 1894/95. Ook zijn aangeno
men de ontwerpen voor onteigening in
Beverwijk en tot verbetering van den
Dommel. De Kamer is tot Dinsdag 11
uur uiteengegaan.
De Berlijnsche gemeenteraad heeft,
naar men zegt, in geheime zitting met
56 tegen 34 stemmen, het voorstel ver
worpen van den burgemeester, om, bij
gelegenheid van Bismarck's 80sten ver
jaardag, eene deputatie uit den Raad
naar Friedrichsruhe te zenden, ten
einde den oudkanselier geluk te
wenschen.
De Berlijners hebben echter geen vrede
met deze beslissing. Zij meenen, dat
het zenden van eene deputatie met de
politiek niets heeft te maken, dat men
alleen te doen heeft met Bismarck als
historisch persoon.
Het gemeentebestuur zendt nu zelf
standig uit haar midden eene deputatie.
Het pruisische Heerenhuis zendt wel
eene deputatie en dit is een staatkundig
lichaam; de nationaal-liberale bladen
raden dan ook de Berlijners aan in
het besluit niet te berusten.
De voorzitter van den Rijksdag heeft
aan alle leden van den Rijksdag eene
uitnoodiging gezonden tot deelneming
aan een reis naar Friedrichsruhe op 25
Maart, ten einde daar op dien dag eene
manifestatie te houden ter eere van prins
Bismarck.
In het Koninklijk theater zal op 1 April,
den dag, waarop Bismarck zijn80sten ver
jaardag viert, eene feestvoorstelling gege
ven worden ter eere van den oud-Kan
selier.
Ook de Duitsche Rijksdag heeft zijne
toestemming geweigerd aan een voorstel
van den Voorzitter om hem op te dra