MOHAWKS. VAN Miss M. E. BRADDON. Naar het Engeltch. 93) „Mag ik u uwe kamers wijzen, dames?" sprak nu Irene. „En dan zullen we vóór den avondmaaltijd nog tijd hebben om wat muziek te maken." „Och wat, muziek 1" riep Miss Van Sittard uit. „We hebben muziek ge noeg in Londen. Men hoort er den geheelen dag over niets anders praten dan over Cuzzoni en Faustina, over Handel en Bononcini; ieder vecht er voor zijn of haar geliefkoosden zangeren 't is gevaarlijk te beken nen, dat men Senesino bewondert, want men kon wel eens aan stukken gescheurd worden door de voorstan ders van Farinelli. Laat ons ons wat gaan opknappen, en dan gaan zitten om ons met het spel te vermaken met basset of faro." Durnford trok aan de schel, en de huishoudster kwam binnen met een paar dienstmaagden, die was kaarsen in de hand haddenen de dames zochten nu haar mantels en hoeden bijeen, en maakten zich ge reed om zich naar de voor haar be stemde kamers te laten geleiden. „Een enkel woord, Lavendale," riep de levendige Douairière, zich op den drempel plotseling omkeerend „is er hier een geest?" „De geest die aan Saul verscheen, in het zeven en twintigste hoofdstuk van het eerste boek van Samuel, is er, mevrouw." „Och wat, dwaze kwast Ge weet heel goed wat ik bedoel. Spookt het in dit fraaie oude huis van u? Het behoort zoo te zijn, als ge tenminste voor uwe woning aanspraak wilt maken op achtenswaardigheid. Hebt ge ooit een geest binnen deze muren gezien „Niet één, doch wel honderd, my- lady. De geesten van verijdelde ver wachtingen, de geesten van goede voornemens, de schim van de on schuld mijner jeugd, de schaduw van mijn verspilde jongelingsjaren, het spooksel van mijn losbandigen man- nelijken leeftijd. De kamers waren vol geesten, Lady Polwhele, totdat deze beminnelijke dame" en dit zeggende nam hij Judiths hand eu drukte er een kus op „ze allen verdreven heeft door de tooverkracht harer tegenwoordigheid. De liefde heeft ze verwijderd." Au revoir, Graaf Rhodomont: zóó moest ge, duDkt me, eigenlijk heeten," sprak de Douairière, terwijl zij, gevolgd door de andere dames, vlug de kamer uitwipte. Allen vonden alles even verrukke lijk, de kamers, de haardvuren, de schitterende lichtkronen, welker kaar sen haar licht wierpen op ouderwet- sche Yenetiaansche spiegels in zil veren lijsten, de met eiken paneel werk beschoten gangen, die tamelijk somber zouden geweest zijn, indien het huis donker en ledig geweest ware, maar nu met waskaarsen op armblakers van gepolijst koper ver licht, en met guirlandes van maag- denpalm versierd waren. Door het heele huis heen ademde een atmosfeer van feestelijke Kerst vreugde. „En toch houd ik me er van over tuigd, dat er een geest is," verzeker de lady Polwhele. HOOFDSTUK XXXVI. De Kerstavond en de Kerstdag werden gevierd met inachtneming van alles wat er bij behoorde. Lord Lavendale en al zijn gasten woonden op den Kerstdagmorgen de gods dienstoefening in de dorpskerk bij, tot stichting van de bewoners van den omtrek, bestaande uit een menig te in boereifkielen gedoste pachters, met hun arbeiders en melkmeiden, en een klein aantal vertegenwoordi gers van den fatsoenlijken burger stand. Op deze menschen maakte het gezelschap van zijne Lordschap grooten indruk, en nagenoeg aller oog was gericht op de groote ver heven bank, met houten beeldwerk en zijden gordijnen, en mèt haar ver kwikkelijk haardvuur in een hoek van den muur. 't Was lang geleden dat Laven dale voor de laatste maal een voet binnen de kerk gezet had, en hij staarde in het dorpsheiligdom met belangstellend oog rond, terwijl hij het vergeleek bij de pracht en de grootte van de St. Pieterskerk te Rome, de laatste kerk, waarin hij zich herinneren kon de godsdienst oefening te hebben bijgewoond, vier jaren geleden, bij gelegenheid van het Paaschfeest. Hij was vandaag hierheen gegaan, om Lady Judith genoegen te doen, die beweerd had, dat, daar zij spoedig te Lavendale zouden gaan wonen, en zich onder de eenvoudige landelijke bevolking zouden gaan vestigen, zij terstond zich moesten schikken naar de ver plichtingen, aan hunne positie ver bonden. Hij staarde in de kerk rond en herinnerde zich het verleden, toen hij in die bank gezeten had naast zijne moeder, zich nestelend in de plooien harer brokaat-zijden japon, of wegkruipend onder haar met bont omzoomden mantel, en hoe hij de woorden van den tekst gevolgd had in den met groote letters gedrukten bijbel, die open op haar schoot lag, en met zijn kleinen vinger den regel gevolgd had, terwijl zijne kinderlijke lippen de woorden hadden gefluis terd. Hij, de ongeloovige, was, even als alle andere kinderen, begonnen met onvoorwaardelijk te gelooven. De oude bekende Bijbelsche verhalen kwamen hem weder voor den geest, die levendige tafreelen uit het leven der aartsvaders, zoo vol werkelijk heid, zoo als naar het leven getee- kend in hun keurigen eenvoud. Wat had hij ze liefgehad, die oude ver halen, hoe vast had hij er aan ge loofd I Hoe plechtig en ernstig was zijne kinderlijke vroomheid geweest Toen was hij wees geworden, en had zijn studentenleven een aanvang ge nomen, dat leven te midden van een voor niets terugdeinzend, ongodsdien stig volkjeen toen was hij lid ge worden van de Mohawkclub en van de Kalfskop-club, en was luidruchti ge goddeloosheid om zoo te zeggen zijn dagelijksch bedrijf geworden. Hij was er trotsch op geweest, wanneer men hem zeide, dat hij in de groote wereld bekend stond als de slechte Lord Lavendale, in lijnrechte tegen stelling met zijn vader, die een type van vroomheid en achtenswaardig heid geweest was. Welnu, er was nog tijd om zich te verbeteren, nog tijd om een nieuw en eervol leven te gaan leiden. De woorden van de geestenstem klon ken hem in de ooren, toen de stern- fluit den toon aangaf, en de dorpe lingen begonnen te zingen: „Hoor, wat de Engel verkondigt „Doe boete, Lavendale; bereid u voor op uw dood!" Ja, hij zou berouw toonen, maar dat berouw zou zich openbaren in goede werkenzijne voorbereiding voor eene betere wereld zou het werk van jaren zijn. „Waarom zou ik niet mogen blijven leven, tenminste tot den middelbaren leeftijd, zooals mijn vader gedaan heeft?" vroeg hij bij zichzelf, en toen wendde hij zijn blik naar Judith, zijn uitverkoren levensgezellin in die toekomstige jaren van geluk en deugd. Wat was zij schoon, keurig doch eenvoudig als zij gekleed was, met dien zwartzijden hoed, met dien sa tijnen mantel en met dien batisten halsdoek 1 Zij had zich zoo eenvoudig gekleed ter eere van den landelijken tempel, en zij zag er uit, alsof zij nooit op schaamtelooze wijze hare bekoorlijk heden had ten toon gespreid ten aanschouwen van een gezelschap grooten en aanzienlijken uit den lande. Lavendale dacht onwillekeurig aan een couplet van Pope, toen hij een blik op haar wierp. In zijn oog was het voorwerp zijner liefde schooner met neergeslagen oogen en zedig bedekten boezem, en met in lange zwarte handschoenen verborgen aimenwelk eene verkwik kelijke tegenstelling gaf zij te aan schouwen met dat opgepronkte oude wijf, Lady Polwhele, wier rimpels geen blanketsel kon wegvagen, en wier voorname opschik een afzichtelijke vertooning maakte in den in het kerkgebouw doordringenden winter zonneschijn Mrs. Asterley was ook zoo mooi als brokaatzijde en over vloed van linten en kwikken haar konden maken. Miss Yan Sittard was gedost in eene lakenschen japon en een met bont omzoomden spenser, die veel overeenkomst had met de uniform eens militairs, en haar man nelijk voorkomen leverde een opmer kelijke tegenstelling op met Irene's eenvoudigen duifkleurigen hoed en mantel, met lichtblauwe linten, welke haar geheel en al het voorkomen gaven van een onschuldig jong meisje. De vijf dames maakten eene ver tooning, die don dorpelingen genoeg te denken gaf gedurende den geheelen ietwat slaperigen dienst, en de inzon derheid zeer langdradige preek; en toen het was afgeloopen, liepen de voorname lui tusschen twee rijen buigende en neigende Lubins en Biddys door, naar de kerkdeur, voor welke de koetsen stonden te wachten. Nooit had Lavendale zich in een opgewekter stemming gevoeld dan op dezen Kerstdag. Nadat zy uit de kerk weêr thuis gekomen waren, volbrachten hij en Lady Judith een verkenningstocht door het oude huis, en maakten zij samen plannen be treffende de veranderingen, welke in den volgenden zomer, wanneer zij zouden zijn teruggekeerd van hunne buitenlandsche reis, dachten aan te brengen. „En kunt ge je er werkelijk meê tevreden stellen, drie vierde gedeelten van het jaar in Surrey door te brem gen vroeg hij„een eenvoudig hui selijk leven te leiden in eene op klei ne schaal ingerichte huishouding, gij die in Ringwood Abbey de weelde en het gevolg had van eene vorstin, en je huis altijd vol hadt van een opeenvolging der aanzienlijkste en merkwaardigste personen van Euro pa? Kan je vurige geest zich het juk van een eenvoudig huiselijk leven laten opleggen „Mijn vurige geest is pracht en weelde, drukte en ijdelheid moede," antwoordde zij, „Het schitteren in de groote wereld en de dobbelsteenen, coquetterie en hoog spel hebben me goede diensten bewezen, om mijne gedachten af te leiden van eene oude liefde en een eindeloos berouw. Maar nu heb ik mijn oude liefde weder, en heb ik niets meer te betreuren mode, kaarten, dobbelsteenen, lote rijen, de vleierijen van losbollen en lichtmissen, ze hebben voor mij alle waarde en bekoorlijkheid verloren ik kan leven zonder dat alles. Liefde en Lavendale is alles wat ik verlang." Hij geleidde haar door de biblio theek, met het doel haar voor te stellen aan zijn ouden vriend Vincenti. Zij bleef midden in het vertrek staan, en staarde ietwat verbaasd en met belangstelling om zich heen. „Welk een ruim, eenvoudig, statig of eigenlijk somber vertrek riep zjj huiverend uit. „Yind ge dat, lieve? Op mij maakt het volstrekt geen Bomberen indruk, j 't Was het lievelingsvertrek mijns vaders, en ook mijner moedertnenig schemeruurtje, alvorens naar bed te gaan, heb ik hier bij haar door gebracht, en vaak heb ik bij gind- schen haard aan hare knieën mijn avondgebedje opgezegd. Meer dan eenig ander vertrek in dit huis, roept deze kamer mij haar beeld voor den geest." „Dan kan ik me voorstellen, dat gij er zooveel meê ophebtmaar ik moet bekennen, dat het op mij een zeer naargeestigen indruk maakt, 't Zal mijn lievelingsvertrek niet zijn Die zonnige kamer op het Zuiden zal een vrij wat vroolijker verblijf voor me wezen, als ge me wilt ver gunnen, liet naar den Franschen smaak te laten meubelen, zooals Lady Bolingbroke's kamer te Dawley Maar breng me nu bij je ouden philo- soof, van wien ge mij zooveel ver teld hebt." Vincenti ontving de schoone vreem delinge met eene statige hoffelijkheid, die bespeuren liet, dat hij een buiten lander en een man uit een vroegeren tijd was, en vrij wat verschilde van de losse bevalligheid van lateren tijd. Judith bleef bijna een half uur bij hem zitten, en sprak met hem over Italië, dat zij voor de eerste maal met Lavendale zou bezoeken. „Ik stel me Italië voor als het land van den roman en der opera, en ik verbeeld me daar de maaiers een koor te zullen hooren zingen, terwijl zij zich over hun sikkels buigen, en bij elke bocht van den weg een troepje dansers to zullen zien, en dat de logementhouders me met een reci tatief zullen aanspreken, en dat de postiljons onophoudelijk komieke lie deren zullen aanheffen," sprak zjj lachend. „Die tooneel-wereld is niet Vincen ti's Italië," merkte Lavendale op Zijn vaderland is het land der weten schap en der pbilosophie, het land van Gallileï en Giordano Bruno, van Vesalius en van Sarpi." De maaltijd op den Kerstdag on derscheidde zich doorheen overdaad, die wellicht eene kieskeurige juffer van den tegenwoordigen tijd den neus zou hebben doen ophalen, maar door welke zich de gastvrijheid onder de regeering van Koning George II on derscheidde. Hammen en kalkoenen, mergpijpen en kalfsbouten, soep en visch, geleien, vleeschpasteien, en de traditioneele plumpudding, met Bour gogne en Champagne in overvloed en zelfs voor hen, die plomp genoeg waren om er om te vragen, krachtige eigen gebrouwen ale, heldere geel bruine ale, die menj'maar behoefde te zien, ingeschonken in een glas, om de gedachte op te wekken aan een spoedigen overgang van een luid- ruchtigen roes tot volslagen dronken schap. Lady Polwhele dronk die'eigen ge brouwen ale met den smaak en de opgewektheid van een kruier of een portier. „Bij slot van rekening is er aan een glas ale een echte Britsche geur en smaak, waarbij al je buitenland sche wijnen in het niet verzinken," sprak zij, toen zij haar tweede bier glas leeggedronken had. Wordt vervolqd) Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1895 | | pagina 6